Of niet soms?
Tuinders gegriefd
Perspektief voor
dubbelteelten op
akkerbouwbedrijven in
Zuidwesten
zuidelijke landbouw maatschappij
Dalende inkomenslijn
Teruggang investeringen
H et struktureel achterblijven van de landbouwinko
mens heeft natuurlijk ook gevolgen voor de investerin
gen. Uit de jaarcijfers over 1981 van de Rabo-bank blijkt
dat er in alle agrarische sektoren in 1981 aanzienlijk
Kontinuïteit
H et probleem bij dit soort verhalen is dat de buitenwe
reld er meestal niks van begrijpt (of wil begrijpen). Voor
bedrijven zonder bedrijfsopvolger hoeft er - ook bij de
boven geschetste ontwikkelingen - nog niet zoveel van te
merken te zijn. Het eigen vermogen wordt opgeleefd en
dat was het dan. Terzijde: gezien het verlies aan eigen
vermogen voor de totale sektor landbouw overigens een
bar slechte zaak.
Dubbelteelten
Verhuur zaaiklaar land
VRIJDAG 12 MAART 1982
68e JAARGANG NO. 3623
en
tuinbouwblad
Donderdagmorgen 4 maart j.l. heeft minister De Koning de nieuwe energiekas op het Proefstation te Naaldwijk officieel
geopend. Een en ander ging niet zo vlot als de bedoeling was; honderden glastuinders lieten de minister wel binnenko
men maar blokkeerden daarna alle wegen op het terrein van het proefstation en begonrien luidkeels te protesteren.
Tijdens het uitspreken van De Koning's rede klopten de demonstranten voortdurend op ramen en deuren. Na het
uitspreken van zijn rede ging minister De Koning naar buiten om te luisteren naar de grieven van de tuinders. Minister
De Koning staat op de foto links vooraan met zijn rug naar de fotograaf. (foto Ab Westerbeek)
H et winterse vergaderseizoen is nu wel definitief ten
einde. Ik hoor vanuit de praktijk nu vrijwel uitsluitend
verhalen over de voortgang van de voorjaarswerkzaam
heden: de boeren hebben "de kriebels" heet dat dan en
dus is het nieuwe boerenjaar echt begonnen. Terugkij
kend heb ik de indruk dat het vergaderseizoen vrij rustig
is verlopen. Zou dat ook iets te maken hebben met het
prijzenverloop van de diverse al dan niet vrije produkten?
0 p het gevaar af te zeuren wil ik er toch weer op wijzen
dat de landbouw desalniettemin struktureel achteriiit-
boert. We moeten er daarom alles aan blijven doen om
druk te zetten tegen een verder afkalvend landbouwbe
leid. Dat achteruitboeren hebben wij proberen zichtbaar
te maken door middel van een in ons vorige blad gepu
bliceerde grafiek waaruit blijkt dat het gemiddelde boe-
reninkomen in Europa zich sinds 1 974 konstant onder de
nullijn heeft bewogen en bovendien ook nog naar een
lager nivo. Voor Nederland heeft deze lijn zich gelukkig
iets gunstiger ontwikeld, 1 976 boven nul, 1 979 en '80
beiden beneden nul maar 1 981 weer boven nul (voor de
gehele sektor landbouw). Daar staat tegenover dat de
boereninkomens in b.v. Duitsland en Frankrijk aanmer
kelijk ongunstiger verliepen dan het Europese gemiddel
de. Een en ander heeft tot gevolg dat het landbouwinko
men steeds verder achter blijft bij de algemene inko
mensontwikkeling.
minder werd geïnvesteerd dan in vorige jaren. Het be
drag aan nieuwe leningen lag 33% beneden dat van
1 980 en 41 onder 1 979. De rek is er blijkbaar echt
uit. Ter vergelijking: ook in de sektor handel, nijverheid
en diensten liepen de investeringen (leningen) terug maar
wel aanzienlijk minder dan in de agrarische sektor: 1 3%
in vergelijking tot 1 980 en 1 8% onder die van 1 979. De
totale bedragen die geleend werden liggen in dezelfde
orde van grootte: in 1 981 voor de landbouw 3,5 miljard
gulden en voor de handel, nijverheid en diensten 2,9
miljard gulden. Binnen de agrarische sektor namen de
landbouwbedrijven 2,2 miljard voor hun rekening, de
tuinbouwbedrijven 0,8 miljard en de agrarische handel
en industrie (met name de landbouwkoöperaties) 0,5
miljard. Volgens de Rabobank stagneren de investerin
gen in de agrarische sektor vooral door de onzekere eko-
nomische vooruitzichten, de hoge rente en de onzeker
heid over het E.E.G.-landbouwbeleid. Ook de daling van
grondprijzen en de verzadiging met betrekking tot lig-
boxenstallen en melktanks spelen een rol. Je hoeft ech
ter geen bankier te zijn om aan de inkomensgrafiek te
kunnen zien dat het eens op moet houden. Je kunt niet
blijven interen, al kunnen sommigen dat lang volhouden.
De problematiek zit hem veel meer in de bedrijven met
een opvolger. Voortdurend verlies van eigen vermogen
maakt hier de overname onmogelijk. Tegen deze ontwik
kelingen moeten wij als georganiseerd bedrijfsleven op
komen. Het minste wat we mogen verwachten is toch dat
we de kontinuïteit kunnen handhaven. Of niet soms?
Oggel
Uit onderzoek LEI blijkt:
Bij het Landbouw-Ekonomisch Instituut is een publikatie
verschenen, waarin verslag wordt gedaan van een on
derzoek naar het perspektief van kontraktteelt en ver
huur van zaaiklare grond voor akkerbouwbedrijven. Het
onderzoek heeft betrekking op éénmansbedrijven van 12
tot 48 ha en tweemansbedrijven van 24 tot 60 ha in het
Zuidwestelijk en het Centraal Kleigebied. De uitkomsten
worden geldig geacht voor bedrijven die over toereikende
produktieomstandigheden voor de teelt van deze gewasr
sen beschikken.
Voor akkerbouwbedrijven in het Zuidwestelijk Kleigebied
is het perspektief voor opname in het bouwplan van dub
belteelten met stamslabonen en/of spinazie en van knol-
selderij-, witlofwortel- en winterwortelteelt gunstig.
In het Centraal kleigebied is de opname van groentege
wassen op kontrakt veel meer afhankelijk van de be
drijfsstructuur. Naarmate de bedrijven zich sterker op
konsumptieaardappelen richten en de man/grondver-
houding ruimer is, wordt de opbouw van groentegewas
sen op kontrakt doorgaans bedrijfsekonomisch meer
aantrekkelijk.
Het telen van snijmais op kontrakt is volgens de bereke
ningen in het algemeen geen interessant alternatief; al
leen op de wat grotere éénmansbedrijven in het Centraal
Kleigebied kan bij een beperkt bouwplanaandeel met het
telen van nijmais op kontrakt het bedrijfsresultaat wor
den verbeterd.
In het onderzoek is voorts nagegaan hoe sterk het saldo
per ha zou moeten veranderen voordat de oppervlakte
van het betreffende gewas in het bouwplan zich wijzigt.
Daaruit blijkt dat op de akkerbouwbedrijven in het
Zuidwestelijk Kleigebied de positie van groentegewassen
op kontrakt minder gevoelig is voor saldowijzigingen dan
in het Centraal Kleigebied.
Ten aanzien van de verhuur van zaaiklaar land voor di
verse teelten is vastgesteld dat dit in het algemeen op
éénmansbedrijven eerder aantrekkelijk is, dan op twee
mansbedrijven. Het hangt dan ook mede af van de be-
drijfsgrootteverdeling of tegen de minimaal noodzakelijke
verhuurprijs voor de verschillende teelten in de praktijk
ook daadwerkelijk kan worden verhuurd.
Landbouw-Ekonomisch Instituut
De oogst van stamslabonen met een frontplukker.
(Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door
overschrijving van 23,75 op girorekening no. 41.22.35
t.n.v. het Landbouw-Ekonomisch Instituut te Den Haag.
Vermeld dieèt te worden: "Zend Publikatie no. 3.110")