Canadezen krijgen 200 dollar voor ieder
door honden of wolven vermoord schaap!
Schapenhouderij en het euvel van loslopende honden
N
Volstrekt onvoldoende mogelijkheden tot schadeverhaal
I
K rijgen we die hond dan te pakken, dan nog moeten we
bewijzen dat het beest inderdaad de schapen heeft aangevallen.
Met een braakmiddel is dat dan gemakkelijk te bewijzen!
Ook de voorgenomen plannen om honden uit kennels, asyls en
dierenpensions te voorzien van een tatoeëring met nummer en
registratie, ziet Nieuwenhuysen niet zo zitten. Allemaal mooi en
aardig, maar men moet en zal dan toch steeds weer die hond te
pakken moeten krijgen. Als dat niet lukt helpt een tatoeëring
geen zier.
O
D e bedragen voor schadevergoeding zijn nu verhoogd, voor
runderen van 500 naar 1000 dollar. Voor schapen, geiten en
varkens, van 100 naar 200 dollar en de vergoeding voor kippen,
ganzen en eenden is eveneens met 100% verhoogd.
W olven en honden vormen een toenemend probleem voor
schapenhouders. Hij ziet als een goede stap in de richting de tot
standkoming van een kon trolesysteem op de uitbreiding van
wolven en honden. Speciale aandacht verdienen die gebieden
die in het verleden bij herhaling getroffen werden door het brute
optreden van de wolven. Daar zouden alle wolven en honden
onmiddellijk vogelvrij verklaard moeten worden, zegt hij, zodat
het probleem ook inderdaad te bestrijden is.
VOLDOENDE REGELINGEN VOOR BESTRIJDING EN SCHADEVERHAAL
Schapenhouders moeten
efficiënter gaan werken
De regering voelt niet voor een in het leven roepen van een
soort waarborgfonds waaruit schapehouders kunnen wor
den schadeloos gesteld ingeval een hond van onbekende
eigenaar een slachting onder de kudde heeft aangericht.
Dit blijkt in het antwoord op schriftelijke vragen van het
Tweede Kamerlid ir. Braks, dat minister Van der Stee
mede namens zijn ambtgenoten De Ruiter (justitie) en
Wiegel (binnenlandse zaken) heeft verstrekt.
Rijks- en gemeentepolitie, alsmede jachtopzichters zijn bevoegd
honden, die zich zonder toezicht op erven of in het veld bevin
den en die een onmiddellijk gevaar vormen voor zich aldaar
bevindende dieren m.n. landbouwhuisdieren, te vangen en, als
geen ander middel tot afwering ten dienste staat, te doden.
Het is deze ambtenaren toegestaan - zelfs zonder dat er sprake is
van onmiddellijk gevaar voor andere dieren - honden op te
vangen, die tussen zonsondergang en zonsopgang elders dan op
het erf van de eigenaar of de houder van deze honden zonder
toezicht worden aangetroffen. Ook zijn er nog andere wetsmid-
delen tot bestrijden van overlast door honden.
Voorts bezit de gemeentelijke overheid de bevoegdheid om het
los laten lopen van hónden door middel van een strafbepaling in
een plaatselijke verordening tegen te gaan.
Het euvel van loslopende honden wordt nog vergroot door het
feit, dat in veel gevallen de eigenaar van de hond niet kan
worden achterhaald. In verband hiermee kan bij plaatselijke
verordening aan eigenaren van honden de verplichting worden
opgelegd hun huisdier te voorzien van een halsband met naam
en adres van de eigenaar. Daardoor worden de mogelijkheden
van strafrechtelijk optreden en ook van het verhalen van schade
vergroot. In beginsel is het een gemeentebestuur tevens mogelijk
om, voor de kontröle op de naleving van een verordening inzake
loslopende honden, een ambtenaar met bijzondere opsporings
bevoegdheden te belasten.
Het ministerie van kuituur, rekreatie en maatschappelijk werk
werkt thans aan een herziening van het Honden- en Kattenbe-
sluit. Het ligt in het voornemen in dit besluit onder meer een
regeling op te nemen, die er in voorziet honden, die zijn opge
nomen inkennels, asyls, pensions en bij handelaren, te tatoue-
ren met een nummer, dat in een register wordt opgenomen. Dit
register kan in beginsel mede dienen voor de opsporing van
eigenaren van loslopende honden.
Omtrent het aantal schapen en andere huisdieren, dat jaarlijks
in ons land door loslopende honden wordt doodgebeten, zijn
geen exakte gegevens bekend. Volgens zeer globale schatting
gaat het hier om een 1000 stuks schapen en lammeren per jaar.
Persbericht min. van Landbouw
en voor de hond is. Nieuwenhuysen verhaalt van zo'n geval,
waarbij een hond die zeven schapen doodbeet werd neerge
schoten. 't Was in de zomer en aan die bewuste dijk waar het
gebeurde vertoefden die dag nogal wat dagjesmensen. Ze waren
vreselijk boos omdat die arme hond het moest ontgelden. Dat er
zeven schapen op een verschrikkelijke manier aan hun einde
waren gekomen interesseerde hen blijkbaar niet zoveel.
't Blijft een groot probleem, en wanneer het ministerie nu be
weert dat er eigenlijk geen probleem is, dan is dat een groot
fctetsverhaal, zegt Nieuwenhuysen met klem.
aar aanleiding van het persbericht van het ministerie
van landbouw waarin wordt beweerd dat er voldoende
regelingen voor bestrijding en schadeverhaal voorhanden
zijn voor de schapenhouder wanneer hij te maken krijgt
met verwondingen of gedoode schapen, veroorzaakt door
honden, hebben wij de voorzitter van het Zeeuwse scha
penstamboek en de voorzitter van het schapenstamboek
voor Noord-Brabant en Limburg respectievelijk de heren
H.Nieuwenhuysen en J.Geluk om hun mening gevraagd.
Beide heren waren van mening dat de voorstelling van
zaken als zou er niets meer te klagen overblijven, volslagen
misplaatst is.
k ben er niet rnee eens, zegt de heer Nieuwenhuysen.
Stel dat ik morgenochtend in het
weiland kom en ik vind daar een
aantal van mijn schapen dood of half
opgevreten. Dan ligt de hond er niet
meer bij, dat beest zal dan waar
schijnlijk al weer lang en breed thuis
bij zijn baas zijn. Bij wie moet ik dan
aankloppen voor een schadeclaim?...
Ook al ziet die eigenaar van de hond
dat zijn beest die nacht op stroop
tocht is geweest dan zal hij wijselijk
zwijgen.
Want als hij niet is verzekerd voor deze schade dan zal hij dat
eventueel zelf moeten betalen. Wel de eerlijkheid van de meeste
roofzuchtige hondenbezitters gaat niet zo ver. Wanneer ik de
hond op heterdaad betrap dan zou ik de eigenaar kunnen op
zoeken. Maar laten we nu wel wezen, zegt van Nieuwenhuysen,
hoe kan ik een loslopende hond die ik toevallig daar zie lopen, te
pakken krijgen en bepalen van wie dat dier is? Een hond vangen
is geen kleinigheidje. Alleen het direkt neerschieten van zo'n
dier zou dan uitkomst kunnen geven. Maar als schapenhouder
ben ik daartoe niet bevoegd. Als ik zo'n hond zie, dan moet ik
eerst een jachtopzichter of de politie waarschuwen, tegen de tijd
dat die mensen er zijn is in de meeste gevallen de hond al lang
verdwenen.
Schadevergoeding is meestal onmogelijk. Los daarvan, is
schade eigenlijk nimmer echt te vergoeden, vooral niet wanneer
het stamboekschapen betreft. Voordat men weer zo ver is met
het fokken, dat de schapenhouder terug is op het uitgangspunt,
dan gaan daar jaren overheen. Wie die schade beziet, zal besef
fen dat er dan wel sprake kan zijn van schadevergoeding die niet
verder rijkt dan de handelswaarde, maar nimmer bij benadering
de schade op foktechnisch gebied kan dekken.
D e heer Geluk is het in grote lijnen helemaal eens met Nieu
wenhuysen. Alleen hij wil dan wel zover gaan dat hij een posi
tieve benadering in de huidige gang van zaken wil ontdekken.
Alleen al het feit dat er nu ook de mogelijkheid van afschot
wordt geboden is een stap in de goede richting. Het honden en
kattenbesluit zal hoe dan ook toch ook weer een stap in de goede
richting zijn.
Er heersen al met al nog onbevredigende toestanden. Zo is't
toch eigenlijk te zot, dat een hondenbezitter kan weigeren om
toestemming te geven tot het toedienen van een braakmiddel
aan een verdachte hond. Die weigering wordt dan niet gezien als
een vorm van schuldbekentenis. Wanneer iemand weigert om
bij een alcoholcontrole een bloedproef te ondergaan, wordt dat
toch ook als een vorm van schuldbekentenis uitgelegd, zegt hij
verontwaardigd.
Er moet nog heel wat gebeuren, stelt hij vooraleer we in de
schapenhouderij kunnen spreken van een redelijke mogelijk
heid om bij schade aan ons trekken te komen, zegt Geluk. We
blijven er verder voor vechten om desnoods stapje voor stapje
tot een bevredigende oplossing van de zaak te komen.
STRUCTUURNOTA SCHAPENHOUDERIJ
O nze schapenhouderij zal in de toekomst met een ver
scherpte konkurrentie - vooral vanuit het Verenigd Ko
ninkrijk - op de Franse markt te maken krijgen. Kostprijs
verlaging, met behoud van de slachtkwaliteit, is noodza
kelijk om onze positie op die markt te behouden.
Dit o.m. konkludeert een werkgroep van het ministerie van
landbouw in de onlangs verschenen structuurnota Scha
penhouderij.
oor de komende jaren zal een keuze gemaakt moeten wor
den tussen een beleid, waarbij de nadruk gelegd wordt op het
behoud van de uitstekende slachtkwaliteit van het "Texelaar"
schapenras en een beleid met de nadruk op vergroting van het
aantal lammeren per ooi per jaar, waarbij een geringe achter
uitgang van de slachtkwaliteit aanvaard wordt. Bronstopwek-
king en kruisingen met vruchtbare rassen vormen de belang
rijkste mogelijkheden, de lammerenproduktie per ooi per jaar te
verhogen. Diverse instituten verrichten onderzoek hiernaar.
Wat betreft de overheidsbemoeienissen inzake de schapenhou
derij wordt in de nota opgemerkt dat de voorlichting in de
komende jaren vooral gericht moet worden op de verhoging van
de lammerenproduktie. Voorts verdient het aanbeveling, na te
gaan of het onderwijs met betrekking tot de schapenhouderij
meer dan nu aan de liefhebbers van schapen ten goede kan
komen. Er is behoefte aan onderzoek en ontwikkeling van
kruisingssystemen in de praktijk. Een kruisingsprojekt in de
praktijk zou aan deze behoefte kunnen beantwoorden. Naast
een dergelijk projekt dat gericht is op de mogelijkheden tot
verhoging van de lammerenproduktie per ooi is onderzoek naar
de mogelijke funktie van het schaap in reservaten en rekreatie-
objekten wenselijk.
De schapenhouderij is in het geheel van de Nederlandse land-
bouwekonomie van niet te verwaarlozen betekenis. De export
waarde is vrij aanzienlijk, nl. ongeveer 140 min. Mêer dan
95% van de uitvoer van schapevlees gaat naar Frankrijk. De
exportwaarde komt tot stand zonder restituties of andere subsi
dies en er staan vrij weinig kosten aan geïmporteerd veevoer
tegenover. Bijna de helft van de schapen komt op rundveehou
derijbedrijven voor. Het aantal bedrijven met als hoofdtak de
schapenhouderij neemt de laatste jaren toe.
Opvallend is dat in 1977 60% van de bedrijfshoofden op een
dergelijk bedrijf een hoofdberoep buiten de landbouw had. V an de
in totaal 22.000 bedrijven met schapen heeft de helft minder dan
negen ooien. Voor deze bedrijven vormt de schapenhouderij
veelal niet meer dan een liefhebberij. Het aantal bedrijven waar
voor de schapenhouderij een duidelijke bron van inkomsten
vormt bedraagt ongeveer 5.000.
Volgens mij is het beste middel een algeheel verbod voor loslo
pende honden of alleen dan los met een direkt appèl van de
eigenaar.
De gemeenten hebben daartoe de bevoegdheid, 't is alleen
jammer dat nog niet iedere gemeente gebruik wil maken van die
mogelijkheid.
't Zou ook helpen wanneer de grondgebruiker zelf bevoegd zou
zijn om loslopende honden dood te schieten. Maar ook al schiet
de jachtopzichter of de politie zo'n vraatzuchtige hond dood,
dan lijkt het nog alsof de publieke opinie altijd tegen de boer
Schapen staan bekend als zeer vreedzame dieren, die
gelijkertijd ook uiterst weerloos zijn als ze worden aange
vallen door honden. In Canada hebben ze te maken met het
gevaar van wolven die met de regelmaat van de klok triest
huishouden in kudden schapen.
In tegenstelling tot Nederland kan de Canadese schapen
houder wél op een schadevergoeding rekenen wanneer hij
aan kan tonen dat schapen zijn gedood of ernstig verminkt
door honden of wolven. Een en ander is ook het gevolg van
het feit dat milieuorganisaties in Canada zich fel verzetten
tegen afschot van wolven. Daaruit heeft men van over
heidswege dan wel de konsekwentie getrokken dat de
schapenhouder daar dan niet de dupe van mag worden.
nlangs is het schadevergoedingsbedrag per verloren schaap
verdubbeld. De agrarische gemeenschap is daar natuurlijk mee
tevreden. De algemene mening was dat het tijd werd dat zo'n
verhoging er kwam. Het compenseert de invloed van de inflatie!
Al met al, is men echter van mening dat meer vergoeding ei
genlijk niet in verhouding staat tot de werkelijk geleden schade.
Bovendien neemt het zeker niet de oorzaak, wolven en wilde
honden, van al deze ellende weg.
Uitkering verdubbeld.
Natuurlijk, ben ik blij met deze verhoging van de uitkeringen,
maar het dekt natuurlijk nergens de onherstelbare
schade die ik lijd wanneer mijn beste stamboekfokschapen
worden gedood, zegt schapenhouder Francis Winger uit Ste-
vensville. Prima stamboek ooien hadden dit jaar een markt
waarde die varieerde van 250 tot 400 dollar per stuk.
Er zijn uitschieters voor uitgelezen kwaliteit betaald tot 800
dollar per stuk.
Winger die tevens secretaris van de "Schapenfokvereniging
Ontario" is vertelt verder dat zijn vereniging gevraagd heeft om
een minimum uitkering van 300 dollar per schaap. Zelf bezit hij
300 ooien van het Dorset ras.
Vogelvrij
Eeen algehele vogelvrijverklaring in het hele land, ziet hij als
een onhaalbare kaart. De milieuorganisaties hebben een grote
macht en zouden een dergelijke maatregel zonder meer blok
keren. Ook de minister van landbouw voelt niet veel voor een
totale Vogelvrij verklaring, want de andere ministers in zijn
kabinet zullen hem dan ongetwijfeld dwarsbomen omdat ze
moeilijkheden met de natuur en milieuorganisaties uit de weg
willen gaan.
Maar die minister is een realist als hij zegt, ik ben ervan over
tuigd dat iedere boer zo veel van zijn schapen houdt dat hij ook
zonder vogelvrijverklaring afrekent met de wolven die hij op zijn
weg tegenkomt.
9