Grote wens vervuld
KORTE WENKEN
Bintje
J an doet al jaren mee aan de regionale ploegwedstrijden en
wist daar vaak zodanige resultaten te behalen, dat hij ook werd
afgevaardigd naar de Nationale Kampioenschappen. Al twee
jaar achtereen eindigde hij hier op de tweede plaats. Ook in dit
geval bleek driemaal scheepsrecht te zijn, want nu wist Jan de
hoogste eer te behalen. Al na de eerste wedstrijddag, het ploegen
van stoppelland, stond hij op de eerste plaats. Hoewel hij de
tweede dag bij het graslandploegen zijn voorsprong van 16
punten op nummer twee, H. Meeuwissen uit Maasbracht, zag
slinken tot slechts 3 punten, was het resultaat voldoende om de
Zilveren Ploeg in ontvangst te mogen nemen.
D e Stopa blijft goed voor de overschotten binnen vóóraf
afgesproken pootgoedmaten én prijzen. Maar dan slechts op een
prijsniveau, dat ruim de helft van de kostprijs dekt. En waarom
niet hoger?
C.A.R.-Zevenbergen
pootgoedteelt moet
W ie had enkele jaren geleden kunnen denken, dat er in
1979 zoveel Bintje-pootgoed beschikbaar zou komen, dat
er eigenlijk wat te veel is. En wie had kunnen denken, dat
de gezondheid van dat pootgoed, speciaal wat virus betreft,
dan weer op een zeer hoog peil zou zijn aangeland. Het
aandeel van de monopolierassen zou wat kunnen worden
uitgebreid ten koste van de Bintjes!
E r is te veel pootgoed, zei de heer J.Th. Keur, voorzitter van de
Landbouw Maatschappij IJsselmeerpolders, in zijn toespraak
op één van de afdelingsvergaderingen van de LMIJ. De opper
vlakte moet terug naar 29.000 ha, zo betoogde hij daar. Ik denk
daar wat anders over, wat genuanceerder. Dat is te algemeen.
Er zijn wat teveel Bintjes! Enige verschuiving in de richting van
de gemonopoliseerde rassen zal daarom op zijn plaats zijn.
Aansluiting bij een handelshuis of coöperatie is dan een logisch
gevolg, waardoor de marktorganisatie en de prijsvorming beter
tot zijn recht kan komen. Tenminste, wanneer handelshuizen en
coöperaties voldoende samenwerken, wat ik gaarne blijf aan
bevelen.!
I k pleit voor nog meef aandacht voor de gemonopoliseerde
rassen en een wat terugnemen van de oppervlakte, met name
van het ras Bintje. Ondanks een verwacht overschot van de
Bintjes (niemand weet dat nog) zijn de hurdig lage prijzen niet
nodig. De afnemers kunnen en willen best wat meer betalen
voor de uitstekende kwaliteit van 1979.
Ploegkampioen Jan Bom
Jan van Liere
Uitslagen Nationale Ploegwedstrijden
ter"9" A. Vermeer
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Energieproduktie op de boerderij
Driemaal scheepsrecht
"Ik had er altijd op gehoopt: als ik nog eens naar de
wereldkampioenschappen mag, dan het liefst naar Nieuw
Zeeland". Aldus Jan Bom, de nieuwe Nederlandse kam
pioen heen- en weergaand ploegen. Vorige week tijdens de
Nationale Ploegkampioenschappen in Zuidelijk Flevoland
liet hij al zijn konkurrenten achter zich en verdiende
daarmee een drie-weekse reis naar Nieuw-Zeeland, de
plaats waar volgend jaar mei de wereldploegkampioen-
schappen plaats zullen vinden.
"K onkige Bom", zoals een plaatselijk dagblad hem betitelde,
is een 27-jarige akkerbouwer uit Oostelijk Flevoland. Samen
met zijn vader exploiteert hij een bedrijf van 44 ha in de buurt
van Biddinghuizen. Op de vrij lichte grond - 18 tot 42 pet
afslibbaar - zijn bieten, aardappelen en tarwe met ieder zo'n 11
ha de belangrijkste gewassen. Verder bestaat het bouwplan uit 4
ha uien en 7 ha diversen als erwten, tarwe of kruiden. In 1964 is
de familie Bom vanuit Zeeland (Wilhelminadorp) naar de pol
der gegaan.
derde maal nationaal kampioen bij de rondgaande ploegen. Hij
mag dus volgend jaar ook naar Nieuw Zeeland. M. van Tilburgh
uit Oud-Vossemeer eindigde bij de heen- en weergaande ploe
gen op de vierde plaats en Zeeuws kampioen Johan Hoogen-
boom uit Noordwelle op de vijfde plaats.
Emoties
B ij de prijsuitreiking werd ook het Wilhelmus gespeeld. "Dat
had geen couplet langer moeten duren", zo zegt Jan. "Anders
was er een emmer nodig geweest om het water op te vangen".
Het was dan ook duidelijk te zien dat hij erg onder de indruk
was van het ceremonieel.
Nu, enkele dagen later, lijkt hij daar wel weer overheen te zijn
en, gezeten tussen enkele prachtige bloemstukken, vertelt hij vol
enthousiasme over de komende reis naar Nieuw Zeeland. Op 5
mei 1980 vertrekt men en 27 mei hoopt men weer in Nederland
terug te zijn, tweemaal een reis van 36 uur vliegen. De reis wordt
betaald door het Nationaal Ploegcomité, dat momenteel druk
bezig is, hiervoor enkele firma's te vinden die de Nederlandse
deelnemers willen sponsoren. Nadeel van zo'n ver land is wel
dat er weinig supporters zullen zijn, het is zelfs nog niet zeker of
de echtgenote van Jan wel meegaat.
Op de wereldkampioenschappen wordt alleen rondgaand ge
ploegd, zodat Jan zich hierin zal moeten bekwamen. Hij zegt
zelf "er totaal geen kaas van gegeten te hebben". Een goede
training is dan ook wel nodig, probleem is daarvoor een geschikt
perceel te vinden. Hij wil nu proberen via de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders een stuk grasland ter beschikking te krijgen.
Ook in Nieuw Zeeland is tijd beschikbaar om te oefenen, maar
dat zal wel nodig zijn gezien het verschil in grondsoort, risters
e.d.
O ok de Zeeuwse ploegers behaalden prima resultaten vorige
week in de Flevopolder. Cees de Rijke uit Tholen werd voor de
Heen- en weergaande ploegen (2-scharig)
1 J. Bom
2 H. Meeuwissen
3 T. v.d. Burg
4 M. van Tilburgh
5 J. Hoogenboom
IJsselm.polders
Limburg
IJsselm. polders
Zeeland
Zeeland
733 punten (Nat. kampA
731
716
710
709
Rongdgaande ploegen
1 C. de Rijke Zeeland
2 J. Beyens
3 P. Meeuwissen
4 D. Vrij
5 P. Jongejan
N. Brabant
Limburg
Holland
Holland
804 punten (Nat. kamp,l
772
764
741
708
Oook van de 3-scharige heen- en weergaande ploegen is dit jaar
een klassement opgemaakt:
1 C. van Woerden IJsselm.polders 704 punten
2 H. de Graaf N. Holland 610
3 T. de Gouw N. Brabant 592
Swifterbant
Te veel pootgoed?
Het is zaak, dat we altijd voldoende pootgoed beschikbaar
hebben om aan de vraag te kunnen voldoen en om onze klanten
te bedienen, die voor 70% in het buitenland wonen, over 50
landen verspreid, in de gehele wereld. Als wij een misoogst
hebben of liever gezegd een wat kleinere oogst, dan begrijpt
men daar in Argentinië, in Brazilië of in Irak niets van. Men
begrijpt er dan niets van als we dan plotseling aankomen met
twee of drie-voudige prijzen.
We zullen daarom moeten trachten altijd onze klanten te be
dienen met een hoge kwaliteit pootgoed tegen redelijk aan
vaardbare prijzen, die in ieder geval wat gelijkmatig zijn. En
daar slagen onze exporteurs met de ca ongeveer 15.000 ha mo
nopolierassen vrij goed in. Maar om dat te kunnen zal men
eigenlijk altijd te maken hebben met een kleine overproductie.
In de landbouw hebben we in het algemeen te maken met sterk
wisselende groeiomstandigheden en daardoor wisselende op
brengsten. En dat geldt heel in het bijzonder voor de pootgoed
teelt in Nederland, omdat we door de verplichte rooidata te
maken hebben met een bijzonder korte groeiperiode. En als het
in zo'n korte groeiperiode "mis" is, is er in een later deel van het
seizoen geen "inhaalmogelijkheid" meer, zoals bijv. bij con
sumptieaardappelen of suikerbieten. Maar 't is ook wel eens
echt "raak", weinig luizen, latere data, grote knolzetting, veel
pootaardappelen binnen de gevraagde pootgoedmaten en wei
nig uitval!
En als we alles eens door elkaar nemen, zouden we toch best
eens 30.000 ha nodig kunnen hebben om altijd voldoende
pootgoed beschikbaar te hebben voor onze klanten in binnen-
en buitenland. De opbrengsten per ha lopen uiteen van 15-40
ton per ha, met zelfs nog verdere uitschieters naar boven en naar
beneden. Bovendien is er per jaar, per ras of per klasse sprake
van sterke wisselingen in de opbrengsten van de diverse maten.
En de Stopa?
In de eerste plaats, omdat het niet te betalen is bij de huidige
heffingen. Maar voorts vanwege de sanerende werking. Hogere
Stopaprijzen zouden sterk produktie stimulerend werken.
Een confrontatie met de Stopa betekent het afvallen van minder
goede telers of zo U wilt van gelegenheidstelers. Dat klinkt
keihard, maar het is een oer-oud gegeven. En deze confrontatie
is wat sterker met vrije rassen dan met gemonopoliseerde rassen.
Als bij monopolierassen eens een overschot voorkomt van bijv.
20%, terwijl voor de 80% een redelijk goede prijs gemaakt is, dan
komt dit bij een middenprijs-systeem voor de individuele teler
lang zo zwaar niet aan dan bij de vrije rassen, zoals bijv. de
Bintje. De vrije rassen reageren veel sterker in de markt bij
verwachte overschotten, uiteraard ook bij verwachte tekorten.
DE BESTE BEWAARTEMPERATUUR voor uien is
tussen 0-2 gr.C. Bij deze temperatuur treden de minste
bewaarverliezen en kwaliteitsverminderingen op. Na het
drogen van de uien kan met de koeling worden begonnen.
Ieder uur dat de buitenlucht kouder is dan in de bewaar
plaats moet voor koeling worden benut. In het najaar zal dit
's nachts en s morgens vroeg zijn.
DE BESTE BEWAARTEMPERA TUUR voor aardappe
len is afhankelijk van de uiteindelijke bestemming. Aard
appelen in september/oktober gerooid moeten 4-6 weken na
de oogst de volgende bewaartemperaturen hebben bereikt:
konsumptie-aardappelen 4-7gr.C., chips-aardappelen 7-12
gr.C. en frites-aardappelen 5-8 gr.C. Om kieming te voor
komen, dient U bij deze temperaturen uiteraard kiemrem-
mingsmiddelen toe te passen.
ZODRA DE GEWENSTE minimum temperatuur is be
reikt, kunt U enkele dagen met ventileren wachten. Door de
ademhaling warmen de aardappelen zich in de genoemde
temperatuurtrajekten ca 'A gr.C. per dag op. Is de maksi-
male temperatuur bereikt dan kunt U de bewaartempera-
tuur weer met 'A-l gr.C. per dag omlaag brengen tot het
gewenste minimum.
DE BELANGSTELLING voor de aankoop van bietenblad
is flink gedaald. Kunt U het niet meer kwijt, zorg dan wel
voor een goede verdeling van dit blad over het perceel. Het
op ruggen liggende blad zo onderploegen, levert U banen in
het volgende gewas. Oorzaak hiervan is de vrijkomende
stikstof uit het bietenblad.
VOOR DE AANWENDING van diverse soorten organi
sche mest hebben we dit jaar een ideaal najaar gehad. Spo
ren bij verspreiding van dunne mest waren bijna niet te zien.
Naarmate het jaargetijde vordert, moet U wel voorzichtiger
zijn en de bandendruk niet onderschatten. Vooral zwaarde
re grond moet voldoende droog zijn. Hoe de winter zal
uitvallen, weet U tenslotte ook niet.
HET VANGEN VAN MOLLEN met klemmen valt wel
mee, mits de goede klemmen worden gebruikt. Ofschoon
van onze zijde hier meermalen op gewezen is, zijn er toch
nog klemmen in de handel waarvan de bovensluiting nu wel
goed is maar het pennetje nog steeds te lang. Door een
stukje van dit pennetje af te zagen is het euvel opgelost en
kan de klem bij het passeren van de mol in de gang op tijd
afspringen.
IN DE PRAKTIJK blijkt wel dat een melktijd van meer
dan I lA uur op den duur een te zware belasting geeft. Bij een
uitbreiding naar een groter aantal melkkoeien vraagt een 2
x 2 doorloopmelkstal te veel tijd bij het melken. Van dit
staltype kan meestal zonder al te hoge kosten een 8 stands
zij aan zij stal worden gebouwd. Informeer U hierover en ga
eens kijken bij een kollega waar deze verandering is gerea
liseerd.
DE KALVEREN GEZOND OPFOKKEN betekent niet
dat ze in een broeibaktemperatuur met onvoldoende venti
latie moeten worden opgestald. Wanneer U steeds kampt
met opfokziekten kunt U proberen ze onder een open han
gar op te stallen. Rond de stalling 2 m hoge kiervrije schot
ten of pakken stro geeft een voldoende beschutting. In een
open omgeving worden virussen die ziekten veroorzaken
snel afgevoerd.
Tenslotte
Om dat te bereiken zullen we echter de markt nog wat beter
moeten organiseren.
De boerderij wordt in de nabije toekomst een van de belang
rijkste nieuwe plaatsen van energieproduktie, zo heeft de Ame
rikaanse staatssecretaris van landbouw, Alex Mercure, maandag
verklaard. Hij ziet vooral mogelijkheden in de produktie van
gasohol uit plantaardige produkten, methaan uit plantenafval
en mest, en in het gebruik van ondergrondse heetwatervoorra-
den, van wind en zon.
Volgens Mercure tonen de Amerikaanse boeren veel belang
stelling voor deze mogelijkheden; nu al komt 13 procent van
hun inkomsten uit de energieproduktie, en binnen 5 jaar zal dat
aandeel zeker verdubbelen. Het ministerie van landbouw is
bezig met een aafltal proefprojecten voor de ontwikkeling van
nieuwe energiebronnen, en zal de praktische toepassing van de
resultaten subsidiëren, zo kondigde de staatssecretaris aan.
5