i in I1
Forse uitbreiding oppervlakte witlofwortelen
en spinazie
Een nieuwe
rozen generatie
R,
D
H et Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de uit
komsten bekendgemaakt van het onderzoek "Groenten
open grond" dat in augustus/september 1979 werd gehou
den.
Miljoenen jaren oud
1850
rozenveredelingsculturen
Innovatie
Gebruik
Rentabiliteit en financiering van de groenteteelt in de open grond
over 1977 (oogst 1977/1978) 1)
C.J. Nouse Beveland B.V.
AI eeuwenlang hebben mensen zich met rozen omgeven. Gedurende al
die jaren heeft de roos steeds sterk tot de verbeelding gesproken, was ze
voorwerp van beeldspraak in poezie en proza en was ze symbool van
liefde en onschuld. Rozen zijn in de versieringskunst van vele volken
belangrijke inspiratie bron geweest voor ornamentale kunst. Eeuwen
voor onze jaartelling werden op het eiland Rhodos al munten geslagen
waarop rozen waren afgebeeld. Op fresco's daterend van 1500 jaar voor
Chr. zijn rozen te zien en in de oude literatuur van Grieken en Romei
nen verhalen bekende schrijvers als Homerus, Theophrastus, Plinius en
anderen over de wijze waarop in die tijd de mensen met rozen leefden. -
Rozenfossielen zijn gevonden in
Europa, Japan en Amerika. Geleer
den nemen aan dat de oudste rozen-
soorten omstreeks 30 miljoen jaar
oud zijn.
Lang voor er mensen wa
ren, waren er dus al rozen. In China
zijn rozen ongeveer 2700 jaar voor
Chr. in tuinen aangeplant en is de
eerste rozencultuur op gang geko
men. De wijsgeer Confucius (om
streeks 500 voor Chr.) maakt in zijn
geschriften gewag van de omvang
rijke rozen be plan tingen in de kei
zerlijke tuinen te Peking. Na China,
de zo vruchtbare moeder voor onze
tuinen, is de roos ook in andere op
komende beschavingsgebieden ge
worden tot de koningin der bloemen.
-Rozen zijn er dus altijd al geweest,
maar de rozen die nu onze tyinën
sieren zijn toch heel anders dan die
welke de oude Chinezen, Grieken en
Romeinen al in vervoering wisten te
brengen. Tot omstreeks 1850 moes
ten we het doen met de overigens
soms schitterende rozen zoals die
overal in het wild voorkwamen.
Toen, is er een echte rozenverede-
lingscultuur op gang gekomen. Ver
schillende natuurrozen werden met
elkaar gekruist en dat leverde dik
wijls interessant nakomelingsschap
op. Dat nakomelingsschap verwekte
weer ander rozengebroed en zo ont
stonden langzaam maar zeker de
cultuurrozen. De grootbloemige ro
zen of theebriden, later de rijkbloei-
ende lage trosrozen en de doorbloei-
ende heesterrozen.
Door die ontwikkeling waren we in
middels weer een eind bij Moeder
Natuur vandaan geraakt en nu re
centelijk een verlangen naar wat na
tuurlijker en onderhoudsarme rozen
merkbaar werd, zijn de bakens weer
een keer verzet.
k ozenkwekers hebben door tijdige
innovatie van hun produkt kans ge
zien om in de vraag naar natuurlijker
en weinig onderhoud vragende rozen
te voorzien.%en nieuwe generatie is
geboren en van die nieuwe rozenge-
neratie kunnen we in onze beplan
tingen dankbaar gebruik maken.
Kenmerkend voor die nieuwe gene
ratie is de ongedwongen speelse
groeiwijze, deels bodembedekkend
en deels spreidend opgaand. Voorts
de zich over een lange periode uit
strekkende uitbundige bloei en
bovenal de uitgesproken natuurlijk
aandoende enkele tot half gevulde
bloemen in verschillende tinten.
Van de nieuwe generatie noemen we
volgende rozen:
Yesterday, een lage dichtgroeiende
struik met trossen rose tot lavendel-
kleurige halfgevulde bloemen.
Eyepaint, tot anderhalve meter hoog
opgaand met trossen levendige bloe
men, scharlaken-rood met wit hart.
Golden Wings, al een oudere aan
winst met grote enkele zwavelgele
bloemen met opvallende grote
meeldraden.
Fair Play, breed spreidende groei
wijze en bronsgroene bladeren.
Bloemen warm rose met gele meel
draden.
Fleurette, laag en dichtgroeiend met
kleine donkergroene blaadjes waar
tegen de lieve zalmkleurige bloemen
fraai afsteken.
Smarty, brede struik met grote tros
sen bleekrose tct wit verbloeiende
rozen met gele meeldraden.
e rozen van de nieuwe generatie
zijn minder geschikt om in perken te
worden aangeplant. Ze lenen zich bij
uitstek om in en aan de rand van
heesterborders of als losse brede heg
te worden aangeplant.
GROENTEN OPEN GROND AUGUSTUS/SEPTEMBER 1979 (STEEKPROEF)
Totaal betaalde
oppervlakte/ha
waarvan
contcactteelt
in ha
De totaal beteelde oppervlakte andijvie bleef dit jaar dui
delijk (12%) achter bij die van vorig jaar en kwam uit op
592 ha.
Het areaal augurken nam toe van 809 ha in 1978 tot 959 ha
dit jaar 19%). Zoals gebruikelijk de laatste jaren was de
verandering van het areaal bloemkool ook dit jaar klein.
Tegenover een oppervlakte van 2.534 ha in 1978 stond dit
jaar een oppervlakte van 2.558 ha 1%).
De oppervlakte kroten verminderde met ruim 100 ha en
bedroeg dit jaar 514 ha (-17%).
Ook de oppervlakte waspeen was dit jaar kleiner (-21%) dan die
van vorig jaar (resp. 1.277 ha en 1.618 ha). Bospeen werd dit jaar
van vrijwel dezelfde oppervlakte geoogst als vorig jaar (182 ha
resp. 186 ha).
Het areaal prei verminderde van 1.738 ha in 1978 tot 1.698 ha in
1979 (-2%). De oppervlakte sla bleef met 1.220 ha in 1979 (6%)
achter bij de oppervlakte in 1978.
De teelt van spinazie was in 1979 belangrijk (29%) groter dan
vorig jaar en kwam uit op 2.172 ha. De toeneming met rond 500
ha kwam geheel voor rekening van de kontraktteelt.
Bij de stokbonen nam het areaal spekbonen toe met 7 ha
(+11%), verminderde de oppervlakte snijbonen met 21 ha
-12%) en daalde de oppervlakte stoksperziebonen tot 234 ha dit
jaar (-31%).
De oppervlakte stamsperziebonen was dit jaar 750 ha kleiner
dan vorig jaar (-11%) en kwam uit op rond 5.900 ha. De in
krimping van de oppervlakte op kontrakt geteelde stamsperzie
bonen bedroeg rond 870 ha (-15%).
Het areaal winterpeen nam af van 1.688 ha in 1978 tot 1.490 ha
in 1979 (-17%). De oppervlakte witlofwortelen werd dit jaar
weer fors uitgebreid. Tegenover een oppervlakte van 3.293 ha
vorig jaar stond dit jaar een oppervlakte van 3.955 ha 20%).
Een belangrijk gedeelte van deze uitbreiding kwam voor reke
ning van de kontraktteelt die met 43% toenam en een opper
vlakte bereikte van 1.139 ha.
Bij de herfstsluitkoolsoorten was de oppervlakteontwikkeling
ten opzichte van vorig jaar sterk uiteenlopend.
16
De oppervlakte herfst-rode liep terug met 20% en kwam uit op
268 ha. De herfst-witte daarentegen werd uitgebreid met rond
120 ha 37%). De herfst-savooie in totaal verminderde in
oppervlakte met rond 20 ha. Bij de bewaarsluitkool was de
ontwikkeling in areaal van rode en witte kool ten opzichte van
1978 dezelfde als bij de herfstsoorten. De inkrimping van de
oppervlakte rode kool bedroeg 27%; bij de witte kool bleef de
uitbreiding beperkt tot 30 ha of 3%.
Zowel de oppervlakte winter gele als de winter groene kool nam
toe en wel met resp. 46% en 26% waardoor de arealen, van beide
koolsoorten in 1979 kwamen op resp. 51 ha en 98 ha.
De oppervlakte boerenkool nam toe van 468 ha in 1978 tot 543
ha in 1979 16%).
Van knolselderij werd dit jaar bijna 2.200 ha aangeplant. In
vergelijking met vorig jaar betekent dit een toeneming met rond
160 ha of 8%.
Tot slot de spruitkool. Hiervan liep de oppervlakte terug van
6.025 ha in 1978 tot 5.494 ha dit jaar (-9%).
1979
Andijvie
Augurken
Bloemkool
kroten
Peen: waspeen
bospeen
Prei
Sla
Spinazie
Spekbonen
Snijbonen
Stoksperziebonen
Stamsperziebonen
Winterpeen
Witlofwortel
Herfstsluitkool: rode
witte
gele savooie
groene savooie
Bewaarsluitkool: rode
witte
Wlntersluitkool: gele savooie
groene savooie
Boerenkool
Knolselderij
Spruitkool
2534
621
1618
166
1738
1292
1678
61
180
340
6649
1688
3293
335
324
52
159
719
1083
35
78
468
2037
6025
592
959
2558
514
1277
182
1698
1220
2172
68
159
234
5899
1409
3955
268
445
57
135
528
1113
543
2198
5494
66
683
118
5748
328
795
22
598
4879
235
1139
65
97
200
981
272
304
1242
306
N.B. Gegevens betrekking hebbend op oppervlakten beneden 25 ha kunnen belangrijke
procentuele afwijkingen vertonen.
De bedrijfsekonomische opbrengsten en kosten van de bedrijven
met groenteteelt in de open grond in 1977 (oogst 1977/1978)
waren gemiddeld per bedrijf 117540,— resp. 148310,—Het
ondernemersoverschot was derhalve negatief 30770,— dat is
21% van de kosten (in 1976 was dit 7% van de kosten).
Van de deelnemende bedrijven had 12% een positief resultaat.
Het aandeel van deze 12% winstgevende bedrijven in de totale
produktiewaarde was 21%.
De arbeidsopbrengst - bestaande uit het ondernemersoverschot
en de berekende vergoeding voor de handenarbeid van de on
dernemer bedroeg gemiddeld 17040,— per ondernemer
46160,— in 1976). Het ondernemersinkomen per onderne
mer - de arbeidsopbrengst vermeerderd met het saldo van be
rekende en betaalde rente en de rentesubsidie - was gemiddeld
23710,— Het totaalinkomen - ondernemersinkomen ver
meerderd met de berekende vergoeding voor de handenarbeid
van de gezinsleden, alsmede het inkomen dat buiten het bedrijf
werd verkregen - bedroeg gemiddeld 38650,— per onderne
mer. De gezinsbestedingen waren gemiddeld 42770,— waar
van 12360,— aan belastingen en premies volksverzekeringen.
De ontsparing bedroeg derhalve 4120,— per ondernemer dat
is 11% van het totaalinkomen.
Per bedrijf kwam 31930,— aan Financieringsmiddelen ter
beschikking (mutaties in eigen en het vreemde vermogen en de
afschrijvingen), die als volgt werden aangewend:
Bruto-investeringen in duurzame produktiemiddelen
29500,-
Investeringen en beleggingen buiten het bedrijf 10600,—
Mutatie vlottende middelen (veldinventaris, voorraden,
vorderingen e.d.) 16430,—
Mutatie liquide middelen (geldmiddelen) 8180,—
Totaal 31930,-
De toename van de bezittingen in 1977 (totaal van investerin
gen, beleggingen en mutaties in liquide en vlottende middelen
31930,- minus de afschrijvingen 14470,— met 17460,—
werd geheel met vreemd vermogen gefinancierd.
De totale bezittingen van deze opengrondsgroentebedrijven
werden becijferd op 465320,— gemiddeld per bedrijf, te we
ten: 267040,— (57%) duurzame produktiemiddelen,
101760,— (22%) liquide middelen en vlottende middelen en
96520,— (21%) deelnemingen en beleggingen (waaronder de
woning).
Het vreemde vermogen bedroeg per 31 december 1977
74920,— per bedrijf. De opengrondsgroentebedrijven waren
(gemiddeld) voor 84% met eigen vermogen gefinancierd.
1) Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van
8,— op giro no. 41.2235 ten name van Landbouw-Ekonomisch Insti
tuut te Den Haag. Vermeid dient te worden: "Zend Mededeling No. 211".