KNLC KOMMENTAAR
gropatax
W,
Herfst
D e herfst is weer in het land en
tot nu toe heeft hij ons nog niet
teleurgesteld.
Over Grond
en
Pachtzaken
D e geluiden die ons de laatste tijd vanuit Brussel, maar vooral
ook vanuit andere EG lidstaten, bereiken onderlijnen nog eens de
moeilijke positie waarin we met het Europese landbouwbeleid
zijn terecht gekomen. Dat geldt dan in de eerste plaats voor de
diskussie rondom het EG-budget voor 1980 en volgende jaren,
zoals dat nu in het Europees Parlement gevoerd wordt. De totale
uitgaven zouden te hoog oplopen en dat zou dan vooral de schuld
van het EG-landbouwbeleid zijn. Gelukkig zijn er ook in het
Europees Parlement genoeg nuchter redenerende mensen, die
dan erop wijzen dat de landbouw zoveel van de begroting vergt
omdat er in andere sektoren nauwelijks sprake van Europees
beleid is. Bovendien zouden zonder een EG-landbouwbeleid, de
nationale begrotingen veel sterker belast zijn met landbouwuit
gaven. Ook in Nederland, waar de landbouwbegroting slechts 2%
B
-ac:
Belangrijke bepalingen van de pachtwet
«j»
Realistisch beleid
Kritisch
Werken en Opletten.
Lage ochtendnevel boven de wei
landen met daar weer net boven
een roodgekleurde zon roepen
stemmingen op waarin een mens
alleen nog maar zou willen weg
dromen en kijken naar al dat
mooie van de schepping, met op
de achtergrond liefst wat bijpas
sende muziek van Grieg.
Z-/o wordt het ons in natuurfilms op de tevlevisie ook altijd
gepresenteerd. Helemaal op maat gemaakt voor ieder die het
huis niet uit wil. Want we zijn er zo mee verwend en aan gewend
geraakt dat we de natuur in onze eigen omgeving niet meer
aantrekkelijk genoeg vinden om er nog voor overeind te komen.
Al was het alleen maar omdat de bijpassende muziek ontbreekt.
Een vreemde kronkel mensen. Zeer vreemd.
e kunnen ons overigens best voorstellen dat juist degenen
die het wel zien omdat ze door hun beroep naar buiten ged
wongen worden, niet de tijd hebben om het uitgebreid in zich op
te nemen en er van te genieten.
Per slot van rekening is de bietencampagne weer begonnen en
dat geeft de betrokkenen weinig gelegenheid tot dagdromen.
Het is werken en opletten!
Dit geldt trouwens ook voor degenen die er niet direkt bij be
trokken zijn doch die zich om de een of andere reden op de
polderwegen (moeten) bevinden. Zolang het weer goed blijft en
de weg droog geeft het weinig problemen, maar als het gaat
regenenAllemaal kommer en kwel. Een gevaarlijke perio
de!
Bent U goed zichtbaar?
Tevens is dit nog weer eens een goede gelegenheid om u nog
eens te herinneren aan de verplicht geworden zij markeringen
van aanhangwagens en landbouwmachines.
Heeft u deze aangebracht waar dit vereist is en zijn ze ook
duidelijk zichtbaar? Prachtig;zorgt u er dan voor dat het zo
blijft. Het zijn allemaal maatregelen ter vergroting van de ver
keersveiligheid en dergelijke zaken zijn alleen effectief als we er
allemaal aan meedoen.
Dat geldt evenzeer voor een goede verlichting en eventuele
waarschuwingslichten. Zorg ervoor dat u de zaak in orde heeft
zodat u met een gerust geweten kunt zeggen dat het aan u niet
kan liggen.
Aangifte op tijd!!
E n als u dan toch een aanvaring moest hebben; wilt u dan wel
een schadeaangifte indienen. Dit lijkt een overbodige aanmoe
diging. En toch hebben de schadecorrespondenten een stapel
post liggen omdat onze verzekerde verzuimde een aangifte in te
dienen, 't Is om te huilen. Notabene in een bedrijf als het onze,
waar wij zo prat gaan op het snel afwikkelen van schadegeval
len, zijn het onze verzekerden zelf die de afwikkeling traineren.
Dit mag niet voorkomen beste verzekerden.
Visscher.
R egelmatig worden door grondeigenaren en pachters
"brokken" gemaakt, omdat men niet goed weet wat de
rechten en plichten zijn volgens de Pachtwet. Ik bespreek
daarom - het kan niet voldoende herhaald worden - nog
een aantal belangrijke bepalingen.
Wanneer is er sprake van pacht? Dit is het geval, wanneer een
hoeve of los land wordt gebruikt ter uitoefening van de land
bouw tegen een tegenprestatie, hetzij in geld, hetzij anderszins.
Indien een dergelijke overeenkomst bestaat en hij is niet schrif
telijk vastgelegd, dan kan door de pachter schriftelijke vastleg
ging worden aangevraagd. Wanneer een eigenaar bv. zijn grond
zaaiklaar wil verhuren of vee ter inscharing wil aannemen, zal
hij vooraf goedkeuring aan de Grondkamer moeten vragen. Dit
kan d.m.v. toezending van de niet-ondertekende overeenkomst.
Wordt de overeenkomst wel ondertekend, dan loopt de eigenaar
het risico van pachtvastlegging.
Artikel 36 handelt over de verlenging van de pachtovereen
komst; de overeenkomst, die geldt voor tenminste 12 jaar voor
een hoeve of 6 jaar voor los land, wordt telkens van rechtswege
met 6 jaar verlengd. Deze verlenging vindt niet van rechtswege
plaats, wanneer de pachtovereenkomst niet eerder dan 3 jaar
doch uiterlijk 1 jaar (in bijzondere gevallen 6 maanden) voor het
einde van de pachtovereenkomst wordt opgezegd. De pachter
dient, als hij verlenging wil, binnen 1 maand na ontvangst van de
kennisgeving van de verpachter de Pachtkamer te verzoeken de
overeenkomst te verlengen. Doet hij dit niet, dan heeft hij zijn
rechten verspeeld. Het komt nog steeds voor, dat niet of te laat
wordt gereageerd!
Pachtoverneming Als een pachter 65 jaar of ouder is of door
ziekte of invaliditeit niet meer in staat is het gepachte op be
hoorlijke wijze te exploiteren, kan hij de Pachtkamer verzoeken
zijn echtgenoot, een of meer van zijn bloed- of aanverwanten in
de rechte lijn, een of meer van zijn pleegkinderen of mede
pachters in zijn plaats te stellen. Uiteraard kan pachtoverne
ming ook in andere gevallen met instemming van de verpachter
plaatsvinden. Het nadeel van dit artikel is dat, als de verpachter
medewerking weigert, de pachter tot zijn 65ste jaar moet wach
ten tot hij een verzoek aan de Pachtkamer kan doen. Het ver
vallen of omlaag brengen van de leeftijdsgrens lijkt mij juist.
Overlijden. Er wordt nogal eens gedacht, dat door het overlijden
van pachter of verpachter de overeenkomst teniet gaat. Dit is
niet het geval. De overeenkomst blijft met de erfgenamen
doorlopen. Binnen 6 maanden na het overlijden van de pachter
kunnen diens echtgenoot, bloed- en aanverwanten in de rechte
lijn etc. de Pachtkamer verzoeken in de plaats van de overledene
te worden gesteld.
Tot slot het voorkeursrecht van de pachter. Uit de praktijk
blijkt nog steeds,.dat sommige pachters hun rechten niet goed
kennen. De verpachter,'die tot vervreemding wil overgaan, dient
de pachter in de gelegenheid te stellen eerst te kopen. Na de
kennisgeving dient de pachter binnen 1 maand mede te delen,
(aangetekende brief of deurwaardersexploit) of hij in beginsel
wil kopen. Doet de pachter dit niet, dan vervalt het voorkeurs
recht gedurende 1 jaar. Over de prijs zal overeenstemming
moeten worden bereikt. Lukt dit niet, dan kan de Grondkamer
de prijs vaststellen. De verpachter hoeft niet voor de vastgestel
de prijs te verkopen. Indien hij echter tot verkoop tegen de
vastgestelde of een lagere prijs bereid is, zal de pachter weer
binnen 1 maand moeten reageren. Doet de pachter dit niet, dan
is de verpachter gedurende 1 jaar vrij in het openbaar te verko
pen of ondershands, in het laatste geval echter alleen tegen
minimaal de door de Grondkamer vastgestelde prijs.
Nog steeds blijken pachters op grond van onjuiste informatie en
onwetendheid prijzen te betalen, die (soms ver) boven de grond-
kamerprijzen uitgaan. Win eerst deskundige informatie in.
Mr. H. van Es.
B ij de Tweede Kamer is een wetsontwerp van staatssecre
taris de Graaf van Sociale Zaken en staatssecretaris Note-
boom van Financiën ingediend dat voorziet in een volks
verzekering voor de kinderbijslag.
Deze volksverzekering vervangt een vijftal bestaande rege
lingen op dit gebied. De grondslag van deze belangrijke
vereenxoudiging van het kinderbijslagstelsel werd gelegd bij
de zogeheten eerste fase van de herstructurering van de
kinderbijslag en kinderaftrek.
In deze eerste fase die op 1 Oktober 1978 inging, werd de
restant-kinderaftrek voor de eerste drie kinderen van werk
nemers en voor het derde kind van zelfstandigen omgezet in
een opslag op de kinderbijslag.
De tweede fase, die met ingang van 1 April 1979 van kracht
werd, had betrekking op een beperking van de meervoudige
kinderbijslag voor 16- en 17-jarigen. Tevens werd de kin
derbijslag voor na 1 Januari 1979 geboren eerste kinderen
in een gezin - tot zij de leeftijd van 3 jaar hebben bereikt -
gehalveerd.
Het nu ingediende wetsontwerp - de derde fase heeft ten doel
het geheel af te ronden en het kinderbijslag-systeem dras
tisch te vereenvoudigen. De operatie wordt neutraal bekos
tigd, dat wil zeggen, dat eventuele financiële voordelen
wegvallen tegen de nadelen.
Het stelsel van kinderbijslag-kinderaftrekvoorzienin-
gen, zoals dat nu nog bestaat, is verre van overzichtelijk en
erg ingewikkeld. Bovendien is de aanpassing van de kin
derbijslag op dit moment verre van eenvormig.
Met het nu ingediende wetsontwerp beoogt de regering met
ingang van 1 Januari 1980 een einde te maken aan het
hiervoor weergegeven ingewikkelde stelsel. Uit de memorie
van Toelichting op het wetsontwerp blijkt ook, dat de rege
ring van mening is, dat iedere ingezetene een gelijke aan
spraak op kinderbijslag moet hebben vanaf het eerste kind,
ongeacht of hij/zij werknemer is of niet.
Vaorgesteld wordt de nog bestaande gedeeltelijke kinderaf
trek in de loon- en inkomstenbelasting volledig af te schaf
fen. Hier staat tegenover dat nu ook de zelfstandigen aan
spraak krijgen op kinderbijslag voor alle kinderen. Voor het
merendeel van de zelfstandigen met kinderen heeft dit een
toeneming van het inkomen tot gevolg. Het betekent echter
ook dat de zelfstandigen geconfronteerd worden met een
hogere premielast.
Voor sommige groepen van kleine zelfstandigen geldt, dat
het wegvallen van de kinderaftrek niet volledig wordt ge
compenseerd door de verhoging van de kinderbijslag. Om
deze groep tegemoet te komen zal - bij wijze van over
gangsregeling - de kinderbijslaguitkering voor kleine zelf
standigen over het vierde kwartaal 1979 (éénmaal) worden
verhoogd met f 100,— voor één kind en f 200,— voor twee
kinderen.
O verigens bevat het wetsontwerp een kleine bijzonder
heid. Bij het inkomen van de ouders moet tot op heden
opgenomen worden de inkomsten uit vermogen van een
minderjarig kind, indien bij afstand van wettelijk vruchtge
not toch kindersftrek voor dat kind wordt genoten. Nu wordt
voorgesteld de inkomsten uit vermogen steeds bij de ouder te
belasten - tenzij de ouderlijke macht ontbreekt - tot de
leeftijd van 18 jaar is bereikt. Hiermee wordt al vooruitge
lopen op een ander ingediend wetsontwerp, dat beoogd de
meerderjarigheidsgrens te verlagen tot 18 jaar. Veerbeek.
van het totaal uitmaakt. Daar zit dan nog een belangrijk deel
onderwijs in.
Zeer verontrust zijn we niettemin over de inbreng van mensen als
de Nederlandse socialist Dankert. Blijkbaar kunnen of willen
sommigen niet begrijpen hoe het Europees landbouwbeleid in
elkaar zit, en dat bijvoorbeeld maatregelen als plafonnering van
de landbouwuitgaven, het hele systeem in feite om zeep zouden
brengen. Ik hoop dat uiteindelijk het realisme toch zal zegevie
ren. Dat realisme houdt natuurlijk wel in dat we met alle macht
moeten toewerken naar meer evenwicht tussen vraag en aanbod
van de belangrijkste gegarandeerde produkten, zodat op termijn
gezien de druk van het hoge uitgaven-niveau van de afdeling
garantie wat kan verminderen. Maar dat moet dan wel via maa
tregelen die niet een nog verdere aantasting van de toch al
schriele inkomens van de Europese boeren en tuinders inhouden.
innen de Europese landbouw heeft Nederland de laatste tien
jaar zijn produktie-aandeel aanzienlijk weten te versterken. Dat
geldt vooral voor de varkenshouderij, melkveehouderij, glastuin
bouw en in mindere mate pluimveehouderij. In de akkerbouw valt
vooral de ontwikkeling bij de pootaardappelen op. Dat deze ont
wikkeling in de, afzetterrein verliezende, landen om ons heen met
argusogen en zekere jaloezie wordt gevolgd, is te begrijpen. Het
is daarom van groot belang dat we steeds kunnen aantonen dat de
Nederlandse ontwikkeling zich heeft voltrokken door de inzet
van de betrokken boeren en tuinders binnen de Europese spelre
gels. Ja, dat we zelfs konstant een extra handicap door de zware
en progressieve druk der belastingen en sociale lasten hebben te
overwinnen.
Toch lijkt het er nu op dat we op een aantal fronten min of meer
in de beklaagdenbank worden gezet door politici in andere EG-
lidstaten, die kritisch alles uitvlooien wat onze landbouw zou
kunnen bevoordelen. Dat geldt voor de trichine-zaak met Duits
land, maar ook voor de vragen die in het buitenland worden
gesteld, rondom onze WIR, rondom de uitbreiding van de melk-
produktie en ten aanzien van ons aardgasbeleid voor de tuin
bouw. Gemakshalve wordt dan maar vergeten hoe op sommige
fronten, zoals bijvoorbeeld het fiscaal beleid in West-Duitsland,
de landbouw elders sterk wordt bevoordeeld.
Ik geloof dan ook niet dat we ons het hoofd op hol moeten laten
brengen. Wat van ons gevraagd wordt is een deskundig en
krachtig, maar zeker ook diplomatiek weerwoord om maatrege
len die onze landbouw eenzijdig grote schade kunnen berokkenen
te voorkomen. Dat betekent ook dat we soms aan maatregelen
zullen moeten meewerken die er nooit gekomen waren als we het
helemaal alleen voor het zeggen hadden. Willen we evenwel de
toekomst voor onze land- en tuinbouw veilig stellen, dan dient
eerst en vooral de Europese markt voor onze produkten open te
blijven. LUTEIJN