Vervolg vergadering Hoofdbestuur
Akkerbouw
D e voorzitter van de akkerbouwcommissie, de heer H.C. v.d.
Maas toonde zich erg ingenomen met de huidige weersomstan
digheden die uitermate gunstig zijn voor de diverse najaars
werkzaamheden.
Tuinbouw
I n het tuinbouwoverzicht maakte de heer J.A. Vogelaar gewag
van de nog steeds voortdurende malaise bij de tomatenafzet. De
markt is overvoerd in de EG zelf, waarvan o.a. de invoer van
natuurtomaten uit Roemenië de oorzaak is. Gelukkig zijn de
prijzen voor de herfstkomkommers redelijk. Verder verloopt de
afzet van de natuursla bevredigend en zal over enige weken de
kassla weer op de markt komen. Momenteel worden er ongeveer
25% meer spruiten aangevoerd dan vorig jaar, hierdoor is ook de
prijs onder druk gekomen en is enkele dubbeltjes lager dan in
1978. Niettemin kan men nog van een lonende teelt spreken, zei
Vogelaar. Voorts bestaan er in de glastuinbouw grote zorgen
omtrent het Duitse dreigement van importheffing van 7% op
onze tuinbouwpro'dukten te leggen als "straf' voor onze zgn. te
goedkope aardgas.
D e heer J.A. Vogelaar ziet zich wegens drukke werk
zaamheden genoodzaakt zijn funcktie als voorzitter van de
tuinbouwcommissie van de Z.L.M. neer te leggen. Om die
reden zal hij ook aftreden als lid van het Hoofdbestuur. Op
voorstel van de Tuinbouwcommissie benoemde het Hoofd
bestuur de heer M.J. Goud te Baarland als voorzitter van de
Tuinbouwcommissie. De heer Goud werd tevens benoemd
als adviseur van het Hoofdbestuur en het Dagelijks bestuur
van de Z.L.M. De functiewisseling zal per 1 januari 1980
ingaan. De volgende voorstellen van de Tuinbouwcommissie
werden eveneens overgenomen: E.E.G.-subsidie voor het
pereras Beurré Lebrun, nader onderzoek naar het gebruik
van het middel Ethrel, de toepassing van de jodiumtest en de
mogelijke invloed van luchtverontreiniging dp bepaalde
fruitrassen. De bestrijding van het bacterievuur blijft de
volle aandacht eidsen. Aanpassing van de voorschriften
dient spoedig te worden gerealiseerd.
Veehouderij
I n verband met ziekte van de voorzitter van de veehouderij-
commissie, de heer Van Veldhuizen, werd het veehouderijver-
slag ditmaal gedaan door de heer C. de Visser.
I n de bespreking van de veehouderijaangelegenheden
kwam naar voren dat er met name in Brabant nogal wat
mais is bevroren met alle gevolgen van dien.
Het Hoofdbestuur nam enkele voorstellen van de veehou
derijcommissie van de Z L.M. over:
beperking van kwantumtoeslagen door melkverwerkings-
bedrijven, ontmoediging van grotere melkprodukties,
voortzetting van de verplichte slachtveeverzekering. Ges
proken werd er verder over de mestoverschotten, het zoge
naamde kontraktmesten en het opruimen van kleine kada
vers, waarover in sommige gemeentes problemen zijn ont
staan. Tenslotte kwam aan de orde de problematiek rondom
de export van varkens naar Duitsland en de discussie over de
legbatterijen.
Aanwezigen op de
hoofdbestuursvergadering d.d. 1 oktober
1979 waren:
Discussie akkerbouw.
Discussie tuinbouw
Discussie Veehouderij.
Van der Maas, zei verder, dat het momenteel hoogseizoen is
voor de akkerbouw. De oogst van het laat gerijpte graan werd
vrijwel zonder onderbreking gevolgd door de aardappeloogst,
die momenteel in volle gang is. Het binnenhalen van de uien
moet voor het merendeel nog plaatsvinden. De eerste bieten zijn
geleverd en de wintertarwezaai dient zich, evenals dat het geval
is met het ploegwerk, zeer binenkort weer aan. Enorme hoe
veelheden werk moeten in deze maanden in een betrekkelijk
korte periode worden verzet, zei Van der Maas. Dat kan, zei hij
met nadruk, maar alleen als we het weer op onze hand hebben.
Nu dit echter het geval is kunnen we deze enorme arbeidspiek
zonder zorgen de baas.
Bij de planning vooraf, als de verschillende werkzaamheden
worden bekeken, dient echter rekening gehouden te worden met
gemiddelden, dus minder goede weersomstandigheden. Een
relatief grote risikofaktor dient ingekalkuleerd te worden bij de
organisatie van machines en arbeid, dit in verweer maar eens
noemen, zei Van der Maas met grote nadruk, gemiddeld bete
kent dat, dat niet meer dan 12 a 14 volle werkdagen voor de
aardappeloogst (evenals voor de graanoogst) beschikbaar zijn.
In verband met de "vlotte oogst van heden mag daarom zeker
niet de gedachte opkomen van een overkapaciteit van werktui
gen in de akkerbouw.
De tarwe-oogst is in het Zuidwesten goed geweest, zei Van der
Maas. De fysieke opbrengsten worden op zo'n 7 10% minder
geschat dan de zeer goede opbrengsten van vorig jaar. Men kan
dan van een goede opbrengst spreken, zeker wanneer die wor
den vergeleken met andere akkerbouwgebieden van het land.
De opbrengsten van gerst daarentegen waren laag. De prijsvor
ming van de granen is onveranderd nog steeds veel te laag.
Dit geldt ook voor de prijzen van peulvruchten en handelsza
den, alleen recentelijk geldt voor karweizaad een uitzondering.
Het ziet er naar uit, zei de akkerbouwvoorzitter, dat er ongeveer
evenveel consumptieaardappelen geoogst zul. len worden als
vorig jaar. De verdere ontwikkeling van de consumptieaardap-
pelmarkt, die momenteel als matig is te kwalificeren, zal daarom
nu hoofdzakelijk afhangen van de produktie in de ons omrin
gende landen, alsmede de daarmee samenhangende uitvoer-
mogelijkheden naar Engeland.
Ten aanzien van de uien, zei Van der Maas, dat de herziene en
gecorrigeerde areaalcijfers aangeven dat er een totaal opper
vlakte landelijk is van 10.550 ha, in plaats van de eerste gepu
bliceerde 11.500 ha. Per saldo bijna 1400 ha minder dan vorig
jaar.
Tesamen met een areaalvermindering van 20% voor wat betreft
plantuien dus ruim 2000 ha minder uien dan in 1978. De voor
lopige oogstraming ligt op 41 ton per ha. Dit zou dus betekenen,
zei Van der Maas. dat er een totaal produktie van 100.000 ton
minder uien dan in 1978 kan worden verwacht. Overigens was
dat kwantum van 100.000 ton vorig jaar ook precies het absolute
teveel. Voor de prijsvorming zal met name de produktie in
Spanje en Italië van groot belang zijn, omdat hiervan ook weer
onze exportmogelijkheden afhangen. Gezien het areaal, de
oogstverwachtingen en het suikergehalte lijkt de kans gering dat
er dit jaar C-suiker zal worden geproduceerd, zei Van der Maas.
Toch zijn momenteel de groeiomstandigheden voor suikerbie
ten zeer gunstig. De kans lijkt gering dat we landelijk veel meer
dan de helft van het B-kwotum zullen gebruiken. Van der Maas
sprak als zijn hoop uit dat dit voor de suikerindustrie aanleiding
zal zijn om te streven naar een maximale uitbetalingscapaciteit.
Zoiets is broodnodig, zei hij met klem, wil men tenminste nog
van een rendabele bietenteelt kunnen spreken.
Van der Maas toonde zich zeer teleurgesteld over het feit dat van
de extra bijdrage in de keuringskosten, die de Overheid voor
haar rekening wil nemen, slechts 5 miljoen van de 20 miljoen
gulden ten goede aan de akkerbouw komt. Extra teleurstellend,
gezien in het licht van de voor de akkerbouw zeer tegenvallende
Brusselse prijsbesluiten. We hebben een onevenredig doel van
de koek gekregen, zei hij. Daarom wil ik er nadrukkelijk voor
pleiten, ging hij verder, om bij de minister zeer sterk aan te
dringen, de resterende nog te verdelen 5 miljoen gulden volledig
toe te wijzen aan de akkerbouwsector. En dan met name gericht
ten gunste van het onderzoek naar afzetbevordering en markt
onderzoek ten bate van de consumptieaardappelen en uien.
Ten aanzien van de discussie in deskundige kringen over de
doelstellingen bij het kweek- en veredelingswerk van nieuwe
tarwerassen, zei Van der Maas, het gaat hier in feite om een
keuze tussen het accent op (bak) kwaliteit of het accent op
produktievermogen en ziekteresistentie. Mijn mening hierom
trent, zei hij, is dat ik opteer voor een doorgaande doelgericht
heid primair op produktievermogen en ziekteresistentie. De
Nederlandse akkerbouwer zijn kans ligt namelijk voornamelijk
A.J.G. Doeleman (voorzitter): G.P.A. van Nieuwenhuijzen (vice-voor-
zitter); S. de Visser (vice-voorzitter); mr. J. Oggel (algemeen sekretaris).
R Hoiting (sekretaris); L.J. van Gastel (kring Schouwen Duiveland);
M.C.J. Kosten (kring Tholen); H.C. van der Maas (kring Noord Beve
land); K. Dees (kring Zuid Beveland); L. Mesu (kring West-Zuid Be
veland); C.J. Almekinders (kring West Zeeuws Vlaanderen); A. van
Hoeve (kring Axel); J. Scheele (kring Hulst); W. van Veldhuizen (kring
Oost- en Midden Brabant); B.H. Maijers (kring Langstraat); GJ. de
Jager (kring Altena-Biesbosch); P A. Hoogenboom (tuinbouw); J A.
Vogelaar (tuinbouw); C. de Visser (veehouderij); J. Flikweert (P.J.Z.)
Ir. M Sanders (H.D.I.); mevr. C. Donken-Spoor (adv.) mevrouw C.L.
Kloet-Eversdijk (adv.); R. van Wezel, C. Paauwe, J. Markusse, W.C.
Sinke. mr. H. van Es en A.W. de Landgraaf (Z.L.M. sekretariaat en
instellingen).
10
in het opbrengend vermogen per ha. De Franse tarwetelers
zullen wellicht hun voorsprong blijven behouden op het gebied
van de bakwaardige tarwekwaliteit. Het een en ander neemt
echter niet weg dat ook bij het zoeken naar nieuwe rassen voor
de Nederlandse akkerbouw de bakkwaliteit grote aandacht
verdient, voegde hij er aan toe.
Wmêm
Ten aanzien van de belastingperikelen in de landbouw, zei Van
der Maas dat hij nogmaals wilde benadrukken dat blijvend ten
sterkste aangedrongen dient te worden bij de centrale land
bouworganisaties en de Overheid op een structurele verande
ring van de toepassing van het fiskale stelsel in de landbouw.
Een fundamentele fiscale systeem-aanpassing blijft, volgens
Van der Maas, primair noodzakelijk om de blijvende concur
rentievervalsing met behoud van het zelfstandig ondernemer
schap enigszins het hoofd te kunnen bieden.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van der
Maas over hel fiscale klimaat konstateerde het Hoofdbes
tuur dat ook de huidige regering helaas geen haast maakt
om daar verandering in aan te brengen. We zullen echter
niet ophouden hierop aan te dringenaldus het Hoofdbes
tuur.
Het bestuur van de Z.L.M. gaf zijn volle steun aan het
voorstel om het zogenaamde duizend-korrelgewicht te ver
melden op de label van zaaizaad, omdat bij de moderne
teeltmethoden het aantal levensvatbare planten van grote
betekenis is. Wat betreft de drijfmestvoorziening voor
Zeeuws Vlaanderen wordt door het Landbouwschap in
Zeeland nagegaan wat de mogelijkheden zijn.
Door de Z.L.M. zullen nog nadere berekeningen worden
opgesteld inzake de transportkosten van mest uit Brabant
naar Zeeland.
Ten slotte sprak het Z.L.M.-bestuur zijn ongenoegen uit
over de inventarisatie van met name de uien. Daaraan zal
verdere aandacht besteed worden. Het Hoofdbestuur werd
door de heer G.P.A. van Nieuwenhuijzen uitvoerig geïnfor
meerd over de stand van zaken met betrekking tot het kon-
traktenstelsel voor suikerbieten voor 1980 en volgende ja
ren. De diskussie is nog niet afgerond maar de heer Van
Nieuwenhuijzen sprak de hoop en het geloof uit dat de
Zuidwestelijke telers er redelijk mee overweg zullen komen.
Men gaat nu de richting uit van een afgezwakte voort
schrijdende referentie. Via deze afzwakking komt men dicht
in de buurt van het Z.L.M.-standpunt, dat pleit voor een
vaste referentie. Zodra de discussie daarover afgerond is, zal
het Hoofdbestuur van de Z.L.M. zijn defenitieve standpunt
bepalen.
De prijzen van de appels, zijn met uitzondering van James
Grieve, beter dan aanvankelijk werd voorzien. Door het weer en
de rijpheidstest is de aanvoer van het fruit belangrijk later dan
vorig jaar. De Fransen hebben grote kontrakten met het Mid
den-Oosten afgesloten, zodat zij momenteel ook de prijzen van
de Franse Golden stabiel zijn. Dit alles wil echter geenszins
zeggen dat men al kan spreken van een lonende teelt. Bovendien
moet de aanvoer van Cox en Goudreinette nog volop op gang
komen. Tot op heden hebben de herfstperen het redelijk ge
daan, zei Vogelaar. Ook bij de peren geldt, dat alles zo'n veer
tien dagen later is dan normaal.
De fri tplukkers profiteren eveneens van het prima herfstweer
en de oogst verloopt dan ook naar wens. De verplichting om in
eenmalig fust te leveren is uitgesteld tot 1 november omdat er
niet voldoende fust beschikbaar was. Dit feit en bepaalde pun
ten betreffende de rijpheidstest (Lugoltest) leent zich voor kri
tiek. Toch, zo waarschuwde Vogelaar, zullen we op moeten
passen dat we het "kindje niet met het badwater" weggooi-
De Visser wees er op dat de regen die in de tweede helft van
september viel zeer welkom was bij de veehouders, want daarna
kwam de grasgroei weer goed op gang. Dat was hard nodig want
het grasland had veel geleden door het natte voorjaarsweer en
de ongunstige weersomstandigheden tijdens het kuilen. De
melkproduktie stabiliseerde zich ten opzichte van de vergelijk
bare periode vorig jaar en dit voornamelijk worden toegeschre
ven aan het feit dat er /kan/ tijdelijk een tekort aan goed
weidegras was.
Zo ziet men, zei de Visser, dat de weersomstandigheden sneller
een melkproduktiestabilisatie voor elkaar hebben dan de heren
van de Europese Commissie in Brussel. Al met al betekent deze
situatie echter wel dat de extra kosten weer op de boer worden
afgewenteld. De Visser sprak de hoop uit dat het gunstige weer
zich nog lang voortzet, want dit zal tot gevolg hebben dat daar
door het vee langer in de weide kan blijven. Dat zou zeer wel
kom zijn, want zodra de dieren opgestald moeten worden gaat
dit extra geld kosten, voornamelijk op het gebied van krachtvoer
en arbeid. Daarnaast is het dit jaar nog zo dat de kwaliteit van
het gewonnen kuilvoer matig is. Verder is de opbrengstver
wachting van snijmais ook niet denderend. Momenteel zijn er
vooral in Brabant heel wat percelen snijmais aangetast door
nachtvorst. De groei is er dan uit en het gewas sterft af, veel te
vroeg, want de maiskorrels, waar het toch eigenlijk om gaat bij
dit gewas, zijn dan nog niet deegrijp, wat voederwaarde verlies
tot gevolg heeft. In Brabant heeft men echter wel het grote
voordeel, zei De Visser, dat men tenminste het grasland tijdens
de droge periode heeft kunnen beregenen, iets wat in Zeeland
helaas niet mogelijk is. De nuchtere kalveren zijn in prijs ge
daald maar maken toch nog goede prijzen. Dat is overigens voor
de melkveehouder een pluspunt. De mester klaagt echter dat de
kalveren te duur zijn en zegt dat de winst van de mester op deze
manier terecht komt in de zak van de melker. Ten aanzien van
de varkenshouderij trokken de prijzen de laatste weken weer
wat aan. Dat is beslist geen weelde, zei De Visser, na de lange
periode van de lage prijzen. De reden van het herstel is een
matige aanvoer met een goede vraag uit het buitenland.
De Visser sprak zijn grote zorg uit over het feit dat juist bekend
was geworden dat Duitsland de grens voor onze varkens wil
sluiten in verband met de zogenaamde Trichinekwestie.