Adrie van Oosten neemt afscheid van de Z. L. M.
Een droom tot werkelijkheid gebracht
Liefde voor Janny en fruitteelt
Bij de voorlichting v
Wispelturig en impulsief
Er zullen maar weinig mensen zijn die kunnen zeggen dat ze een droom
werkelijkheid hebben zien worden. Adrie van Oosten en zijn vrouw Janny
behoren echter tot de gelukkigen die een lang gekoesterde droom eigen
handig werkelijkheid maakten. Ze zijn klaarwakker, hun droom is geen
bedrog, maar een keiharde feitelijke realiteit gevat in twee hektare fruit
teelt, geschakeerd in allerlei soorten en daarin als een kleine parel gevat
een lief gezellig huis. Een paradijsje zegt Adrie met gepaste trots. We zijn
er heel erg blij mee, misschien dat Janny er nog wel blijer mee is, dat weet
ik niet, dat zou je haar'moeten vragen zegt hij met een glimlach. Maar
Janny is op dat moment nog buiten en maait met plezier het gazon voor het
huis. Binnenkort, op vrijdag 28 september, neemt Adrie van Oosten af
scheid van de Z.L.M. en zet hij een punt achter een werkzaam leven in
loondienst. We schrijven met enige opzet dat hij afscheid neemt van de
Z.L.M. want gemeten naar de nu nog geldende gewoontes zou Adrie
eigenlijk nog een paar jaar door moeten werken want dan pas wordt hij 65
jaar. Zover zal het dus niet komen. Adrie treedt vrijwillig op eigen verzoek
nu reeds terug en beslist ook daarmee dat een van zijn dromen uit móét
komen. Ik heb al heel lang gezegd dat ik niet tot mijn vijf en zestigste wilde
werken. Verder is vervroegd uittreden, zoals dat mooi heet, tegenwoordig,
een zaak die aan de orde van de dag is!
Benijdenswaardige zelfspot
Vijftig jaar gewerkt
Strever naar beter
een weg. De cijferlijst van de fruitteeltvak
school liegt er niet om. Schitterende punten
met een gemiddelde van bijna 9!4, alleen voor
bijenteelt heeft hij "maar" een acht. Misschien
was het ook wel een beetje mijn eerzucht die
me tot dergelijke resultaten leidde, zegt hij. Ik
heb dat met spelletjes ook wel, want als ik eer
lijk moet zijn dan wil ik daarbij altijd het liefste
als winnaar uit de bus komen. Van de andere
kant trok alles wat met fruitteelt te maken had
me bijzonder sterk aan. Als je het zo zou willen
zien behoorde ik met mijn achtergrond en op
leiding tot de kansarme groep. Die wetenschap,
ook al was die toen nog niet zo uitgespit en
uitgeplozen zoals men dat nu heeft gedaan,
vormde wellicht toch de motor in me om het
daar dan zelf niet bij te laten zitten en zelf te
zorgen dat er kansen kwamen!
De fruitteelt kreeg Adrie's grote liefde, of
schoon zijn liefde voor Janny het meisje uit zijn
dorp altijd voorop stond, met als gevolg dat ze
in 1945 trouwden. Eerste werkte hij dus bij
schoonvader en iedereen dacht in die periode
nog vaak terug aan de krisisjaren. In en rond
Kapelle betekende dat in het seizoen b.v.
kruisbessen plukken, tot drie honderd kilo per
dag, met in de krisis een veilingprijs van soms
niet meer dan IV2 cent per kilo. Enorme hoe
veelheden per man eigenlijk die je alleen kon
halen wanneer je goed toegerust was met een
stuk tafelzeil rond je bovenarm gewikkeld en
handschoenen aan, waarna je de kruisbessen
met één streek afritste van de takjes. De mee
getrokken blaadjes werden later in de wanmo
len er uit gedraaid. Maar in 1941 wordt Adrie
gevraagd om bij de voorlichting te komen en
dat aanzoek wordt vergezeld met het aanbod
dat hij om te beginnen dan 20 gulden per week
kan verdienen en er ook nog drie gulden fiets-
geld als vergoeding bijkrijgt. Eigenlijk is die
beslissing ook tevens het keerpunt in van Oos-
ten's leven, want hij gaat dan gedurende een
lange periode een belangrijke rol spelen in de
fruitteelt die hem tot ver over onze grenzen
bekendheid zal geven en die hem tevens uit
licht boven het alledaagse bestaan dat zich eng
gekoncentreerd rond Kapelle Biezelinge af
speelt. Voor de innerlijk toch wat onrustige van
Oosten die meer wil dan alleen kruisbessen
plukken een hoopvolle weg naar een interes
sante toekomst.
Die eerste funktie als voorlichter was nog
niet in dienst van het rijk. Overigens duurde die
betrekking door omstandigheden niet lang. Ik
was ook nog even aan de veiling verbonden,
ook in de voorlichting, maar in 1942 werd ik
dan gevraagd om als fruitteeltman in dienst te
komen bij de Rijksvoorlichting. Het ging me
toen betrekkelijk allemaal voor de wind. zegt
Adrie, want in 1946 werd ik al bevorderd tot
hoofdassistent en tien jaar later in 1956 werd
dat omgezet in hoofdassistent A en dat was
tevens de hoogste rang die je in dat vak toen
kon bereiken. In die tussenperiode heb ik veel
studie in de avonduren verricht om de toch
betrekkelijk geringe vooropleiding die ik had te
verbeteren. Ik denk aan die periode bij de
voorlichtingsdienst nog altijd met heel veel ge
noegen terug. Een van de hoogtepunten daar
uit vormde wel mijn studiereis naar de Ver
enigde Staten van Amerika. In 1951 reisden we
met zijn vieren naar de States en konden daar
gedurende drie maanden intensief kennis ne
men van de ontwikkelingen op het gebied van
kleinfruit, in een reeks van Noord-Ameri
kaanse staten. We reisden dat immense land
van oost naar west en van west naar oost af. Ik
weet wel dat zoiets nu voor velen heel gewoon
klinkt, maar ik kan je zeggen dat in die dagen
zo'n reis een unikum was. Zelfs de Amerikanen
die toch wel reizen gewend waren, kwamen in
die dagen zelden in het westen als ze in het
oosten woonden en omgekeerd was dat even
min het geval. We hebben daar enorm veel
indrukken opgedaan. Later toen we terug in
Nederlalnd waren hebben we die ervaringen in
tal van lezingen overal in het land weer door
gegeven aan geïnteresseerde kollega's maar
ook aan praktische tuinders, zegt Adrie.
iMjjn standplaats was steeds Goes en we
voelden ons daar als een vis in het water. In '53
kwam ineens de ramp. Het werd een uitermate
drukke periode, vooral later in verband met de
schadetaxaties en weer later met de advisering
bij de herinplant en de wederopbouw van de
geschonden fruitteelt in de rampgebieden. In
1955 zijn we vertrokken uit Zeeland. Ja, ik ben
nu eenmaal ook een beetje een wispelturig en
impulsief mens. De gedachte dat ik de rest van
mijn leven op één plaats en stoel vast zou zitten
benauwde mij. Maar dat wil overigens niet al
tijd zeggen dat alle verandering steeds onmid
dellijk verbetering inhoudt. Want na Goes be
landde ik eerst in Den Haag en de funktie daar,
ook al had die met de fruitteelt te maken, bond
me echter te vast op één stoel in één kantoor.
Na drie maanden ben ik daar weggegaan en
terecht gekomen in de Noord Oostpolder, waar
toen juist de fruitteelt op gang gebracht werd.
Ik werkte in Den Haag aan de samenstelling
van de tuinbouwgids, je weet wel, zoals je in de
landbouw de bekende landbouwgids hebt.
an Oosten is een man die over een gelijk
matig humeur beschikt, een man die men zel
den echt opgewonden ziet, maar die wel intens
meeleeft met de dingen die zich rond hem af
spelen. Toch is het zo, zegt hij dat bij het ver
strijken van de jaren, hij steeds meer het gevoel
krijgt datje wat achterop raakt. Tenminste als
ik me nu voor de geest haal wat ik van anderen
dacht als die zo de zestig waren gepasseerd, dan
moet ik ook mezelf aan een kritisch onderzoek
onderwerpen. Je bent aan je maximum geko
men. Je zit je tijd nog uit en er is eigenlijk
niemand meer die nog verwacht datje tot uit
spattingen in je werk komt. Men zou zich een
ongeluk schrikken als je nu ineens nog met
allerlei ingrijpende initiatieven voor de dag
kwam, zegt hij met een benijdenswaardige
zelfspot, men verwacht dat je jezelf koest
houdt. Je levert geen topprestaties meer en aan
de andere kant krijg je in de klasse en de schaal
waar je dan als "ambtenaar" thuishoort wel het
maximum aan salaris.
Ik heb altijd gezegd, ik wil niet blijven werken
in loondienst tot mijn zogenaamde pensioen
gerechtigde leeftijd is aangebroken. Het leven
biedt nog zoveel meer dan werk alleen.
Bovendien zijn we alletwee mensen die snel
tevreden zijn, die weinig nodig hebben voor
zichzelf. Als je het puur financieel en zakelijk
bekijkt dan moetje zeggen, die vent is gek, om
er nu al mee op te houden. Ik ga dus minder
inkomen krijgen, terwijl je ook verspeelt op je
pensioenuitkering. Maar laten we wel wezen,
zegt Adrie en hij kijkt je indringend aan, wat
heb ik aan meer geld als ik toch niet meer wil
en kan uitgeven? We hebben het goed en om
dan alleen te blijven werken voor het geld dat
vertik ik. Bovendien wat moet je dan met dat
geld doen? Sparen voor de erfenis van onze
drie kinderen? Nee, zegt hij, zelf het antwoord
gevend, die kinderen maken het gelukkig alle
drie heel goed, die redden zich zelf wel. Mis
schien heeft het allemaal wel zijn oorzaak in
het feit, dat ik me verbeeld dat ik tamelijk gauw
tevreden ben, als het op materiële zaken aan
komt.
■Afgelopen zomer was het precies vijftig jaar
geleden dat ik begon met werken. Wanneer
iemand vijftig jaar heeft gewerkt is het toch
welletjes, vind je niet? Vanaf mijn twaalfde jaar
moest er worden aangepakt. Trouwens voor die
tijd lag ik ook echt niet in de watten hoor. Ik
was de vierde in een gezin van negen kinderen.
Vader was in Biezelinge opperman en moest
hard pezen voor het dagelijkse broodje. Later
pachtte hij een boomgaardje en daarin ben ik
al vroeg mee gaan helpen, misschien dat toen
de kiem al is gelegd voor mijn liefde voor de
fruitteelt. Je was nog maar nauwelijks zo'n jaar
of zes zeven of je ging in het seizoen naar de
"beierhof'. In de toenmalige hoogststam-
boomgaarden waren als onderteelt kruisbessen
geplant. In de pluktijd kwamen daar horden
jongens, meisjes en vrouwen op af en kon je
met snel en hard plukken een aardige cent
verdienen. Een extra financiële steun voor
moeder die het met negen kinderen verdraaid
goed in kon schikken. In die tijd werd er op veel
plaatsen armoe geleden en ook bij ons thuis
kregen we daar een portie van. Toch is het juist
die armoe die je sober leert leven. Die je aan de
andere kant leert blij té zijn met veel kleine
dingen. Je leert iets te waarderen. Tevreden
heid krijgt dan een veel diepere betekenis die je
tot op de dag van heden bijblijft. Mogelijk ook
dat het juist die karige opvoeding is geweest die
je nu heeft gevormd tot een mens dat van zich
zelf meent dat hij snel tevreden is, glimlacht hij,
terwijl hij er direkt daarop ernstig aan toevoegt
dat ondanks de armoe van vroeger hij terug
kijkt op een prettige fijne en hele mooie jeugd.
Ik heb er niet de minste frustraties aan over
gehouden. De jeugd van nu mist in dit opzicht
heel wat, zegt hij bedachtzaam. Ze missen de
armoe en daarmee de dankbaarheid voor het
kleine.
Ik deed op school altijd goed mijn best, en
toch heb ik in eerste instantie niet meer oplei
ding gekregen dan de eerste vijf klassen van de
lagere school. De laatste twee klassen, je had er
toen nog zeven, was ik door ziekte uitgescha
keld. Toen dat achter de rug was moest ik gaan
werken. De eerste tijd heb ik gewerkt op het
fruitteeltbedrijf van mijn schoonvader. Overi
gens begrijp je wel dat hij tóén mijn schoon
vader nog jiet was. Ik leerde er natuurlijk Janny
toen wel beter door kennen, zegt hij. Janny, die
er inmiddels ook even bij is komen zitten, moet
er om lachen. We kennen elkaar goed hoor,
zegt ze. Alletwee komen we uit Biezelinge, de
andere kant van Kapelle zou je kunnen zeggen.
Ik denk dat ik Adrie beter ken dan hij zichzelf,
grapt ze, zou het niet beter zijn om alles maar
aan mij te vragen, adviseert ze de verslaggever
glimlachend. Ze staat lachend op en gaat koffie
zetten, terwijl Adrie intussen in een map met
paperassen aan het zoeken is. Ja ik heb veel
bewaard waarvan ik meen dat het van belang
is, leuk om nog eens te bekijken. Kijk, hier heb
ik nog het rapport van de fruitteeltvakschool te
Wilhelminapolder. In avondstudie heb ik na
die vijf klassen lagere school heel wat in moe
ten halen, zegt hij maar waar een wil is daar is