o nlangs vond de 27e Internationale Voorlichtingskursus
plaats op het I.A.C. te Wageningen.
Stel niet uit tot morgen
w at weten we soms weinig van elkaar, zei laatst een
vrouw tegen me van wie haar man zeer onverwacht kwam
te overlijden. "Werken dat deden we, de opvoeding van de
kinderen en hun toekomst lag ons na aan het hart. Van het
bedrijf wist ik weinig of niets. Met de financiële zaken
bemoeide ik me niet, wat het bedrijf betreft. Natuurlijk
spraken we er over, dat eenkoe of een kalf werd verkocht en
voor welke prijs aardappelen of appels werden verhandeld;
de investeringen die werden gedaan, maar de balans, de
boekhouding, nu ja, we keken er wel eens in, maar begrij
pen deed ik er weinig van. Schrijf daar nu eens over in het
landbouwblad, of durf je dat niet? En zeg dan namens mij
dat het hardstikke noodzakelijk is, openlijk over zaken
betreffende het bedrijf en gezin te overleggen, met praten
alleen kom je er niet."
Leven als boerin in de derde wereld
D,
H oe meer deze achterstand groeit, des te sterker lijden deze
vrouwen aan een gevoel van minderwaardigheid. Zij trekken
zich terug en kunnen zo zelfs een beletsel worden voor de plat
telandsontwikkeling. Immers ook bij de opvoeding van hun
kleinste kinderen gaan zij uit van hun eigen kennis en positie en
oefenen zo te weinig positieve invloed uit.
P lattelandsontwikkeling vraagt niet alleen betere landbouw
methoden. kunstmest en moderne machines. Ook de vrouwe
lijke bevolking moet haar plaats hebben in ontwikkelingspro
gramma's, anders wordt veel geld en moeite verspild. Door meer
voorlichting op landbouw- en huishoudkundig terrein zouden
deze boerinnen kunnen leren zo efficiënt mogelijk om te gaan
met hun arbeid en hun produkten. Misschien wel zo, dat er tijd
blijft voor b.v. leren lezen en schrijven?
V
J. Markusse
O
G.A. de Lange,
O
Geluidsniveau landbouwtrekkers
moet verder omlaag
Ik dacht aan de kursussen die we gaven, aan de lezingen die we
hielden, aan de individuele voorlichting die we deden, maar ik
voelde mee: Eigenlijk voelde deze vrouw zich een vreemde in
haar eigen zaken.
Allereerst dit, wat gebeurt er als er geen testament
is?
a. Indien vader of moeder overlijdt dan erft de langstlevende
ouder en de kinderen het vermogen van de overledene ieder
voor gelijke delen ook de grond.
b. Indien de langstlevende ouder overlijdt dan erven de kinde
ren tesamen ieder weer voor gelijke delen.
c. Indien een echtpaar geen kinderen heeft, dan gaat bij over
lijden het gehele vermogen naar de langstlevende en later
naar zijn of haar familie.
d. Indien één van de eigen kinderen is vóór - overleden, met
achterlating van kinderen dan erven die kleinkinderen tesa
men voor gelijke delen, het gedeelte van de erfenis dat aan
hun ouders toekomt.
Wat kan men regelen in een testament?
Dat de langstlevende het bedrijf voortzet.
Dat de langstlevende in het huis kan blijven wonen.
Dat de langstlevende het vruchtgebruik van het onroerend- en
het roerend goed krijgt.
Dat de langstlevende de eigendom van onroerende- en roerende
goederen verkrijgt.
Dat de langstlevende enz
Ons advies is bespreek onderling en met Uw notaris welk testa
ment voor Uw situatie het beste is en laat het dan niet bij
bespreken, maar doe het ook!!
Mogen we het zo stellen!!!
Wat U vandaag samen kunt regelen t.o.v. het gezin en het bedrijf
stel dat niet uit tot morgen.
Weet U samen
Wat er omgaat in het bedrijf en het gezin, óók financieel?
Wat er omgaat bij de bank of giro (leningen, uitstaande gelden)
Waar de boekhouding, de bankbescheiden, de eigendomsbe
wijzen, de pachtkontrakten, de koopakten, de overeenkomsten
e.d. liggen?
Wat er in het testament staat en de betekenis er van, m.a.w. wat
de inhoud is van bovenstaande?
Wat.de huwelijkse voorwaarden betekenen?
Wat de rechten zijn t.o.v. de pacht
Wat het lid zijn van een Bedrijfsverzorgingsdienst betekent bij
overlijden van de ondernemer o.a. het recht op hulp tijdens een
bepaalde overbruggings-periode?
Als de man of de vrouw overlijdt komt men voor een reeks
onbekende problemen te staan. Sommige van die problemen kunt
U voorkomen voor andere kunt U voorbereidingen treffen. Durft
U er openlijk over te praten? Soms is het verschrikkelijk moei
lijk. Wilt U er ook eens met anderen over praten. Ga dan naar de
notaris, de boekhouder, de voorlichter of voorlichtster van uw
organisatie. Te vaak worden we gekonfronteerd met de onbe
kende problemen waar niet of zijdelings over is gepraat tussen
man en vrouw.
Speel open kaart met elkaar!
U
In totaal 110 deelnemers, mannen en vrouwen uit 43 lan
den waren gekomen om met elkaar 4 weken lang hun
voorlichtingsproblemen op het platteland te bestuderen.
Vooral uit de ontwikkelingslanden nemen steeds vaker
vrouwen deel. Vrouwen, die zich zowel met landbouwkun
dige als met huishoudelijke voorlichting bezighouden.
Prof.Dr. C. Presvelou, hoogleraar in de huishoudkunde te
Wageningen. vestigde speciaal de aandacht op de ontwik
keling van de boerin in de derde wereld.
Een groot deel van de kursisten (60%) komt immers van
daar en kreeg op deze wijze een inleiding te horen, die voor
hen van veel belang was. Maar de punten die Prof. Pres
velou aanroerde hadden vaak ook kunnen slaan op de
positie van de boerin in onze wereld. Wij laten haar inlei
ding hier in het kort volgen.
Een studie waard
K.N.L.C.
veral ter wereld is men het er over eens dat de positie van de
vrouw op het platteland van de ontwikkelingslanden aandacht
verdient.
Dit hangt niet alleen samen met hulpverlening maar ook met de
mogelijkheid beter gebruik te maken van haar werkkracht en
vaardigheden, die nodig zijn voor de vooruitgang van hun land.
Bijna 700 miljoen vrouwen leven volgens de statistieken op dat
platteland (buiten China).
Maar in werkelijkheid zijn het er veel meer, want vrouwen die
dagelijks naar de steden trekken tellen niet mee, en evenmin de
boerinnen, die bij afwezigheid van hun echtgenoot, een bedrijf
Arbeidskracht
e landbouw in veel derde wereldlanden wordt voor 70%
uitgevoerd door vrouwen. Zij is het die zowel de zorg heeft voor
het dagelijks voedsel alsook meehelpt in de kultures van pro-
dukten voor de uitvoer en binnenlandse markt.
Waar door betere medische zorg de gezinnen steeds groter
worden lijkt de eerste taak steeds groter te worden. (Daarbij
komt uiteraard nog het dagelijks halen van hout en water, soms
uren lopen ver, vrouwenwerk, dat geen man zal doen).
Ontwikkeling
Achterstand
Niet alleen landbouw
Drie mogelijkheden
aak wordt geestelijke ontwikkeling voor vrouwen tegenge
gaan omdat men bang is hierdoor ideeën te kweken die in strijd
zijn met traditie en afhankelijkheid. Bovendien zou zo'n ont
wikkelde vrouw wel eens niet meer bereid kunnen blijven haar
"normale" taken te vervullen.
Ook landbouwvoorlichting is ingesteld op mannen en bereikt te
weinig de vrouwen die de meeste arbeid verrichten om het gezin
te laten leven.
Soms, als jongens naar school gaan, kunnen meisjes dit niet
omdat ze dan helemaal niet gemist kunnen worden. Op de
scholen worden vaak maaltijden verstrekt door internationale
hulpprogramma's, meisjes profiteren hiervan dus nauwelijks,
komen zo niet in aanmerking voor deze voeding die vaak beter
is dan wat in het gezin mogelijk is.
m hulp te bieden moet gedacht worden aan drie mogelijk
heden:
nationale vrouwenorganisaties in derde wereldlanden (Plat
telandsvrouwen zijn overal!)
- regeringen van ontwikkelingslanden die willen streven naar
ontwikkeling van de vrouw op hun platteland
- hulpverlenende landen die in hun programma's kunnen
wijzen op deze ontwikkeling
Hierbij moet uiteraard de instemming van het ontvangende
land aanwezig zijfi. In ontwikkelingslanden is het al net als bij
ons, als er een paar vrouwen op hoge posten zitten denkt men
dat de hele vrouwelijke bevolking "gered" is, zonder een idee te
hebben van de werkelijke toestand.
Prof. Presvelou betoogde tenslotte dat in een plattelandsont
wikkeling vrouwen niet als een apart deel behandeld moeten
worden maar als volwaardige partners moeten kunnen mee
doen.
Diskussie. Na zo'n inleiding veel applaus, iedereen is het er mee
ééns. Op de voorste rij zitten de Algerijnen. "Natuurlijk is in hun
land de vrouw gelijkwaardig". Zij weten alleen geen antwoord
op de vraag waarom er dan alleen Algerijnse mannen naar
Wageningen kwamen. En zo zijn er meer voorbeelden uit alle
(ook "ontwikkelde") hoeken van de wereld.
Toch gaf deze inleiding weer moed en inspiratie.
De vrouwen in de kursus, 17 in getal, waren dankbaar en en
thousiast, ze hadden graag méér tijd willen besteden aan dit
onderwerp.
Tenslotte nog een recent voorbeeld uit Afrika.
Ergens werd een nieuw landbouwgebied gesticht. Op Europese
wijze werden keurige dorpen gebouwd te midden van uitge
strekte katoenvelden. Hele dorpen verhuisden, het leek wel een
Nederlandse ruilverkaveling. Uiteraard kwamen de vrouwen
mee naar de nieuwe dorpen. W£ater was dichtbij huis* ook voor
hout hoefden ze niet ver meer te lopen. Medische verzorging
was aanwezig en een school voor de kinderen. Maar de huizen
stonden dicht bij elkaar, nauwelijks was er plaats voor een kleine
tuin, de katoen was immers belangrijker? De vrouwen zagen de
bui hangen, geen voedingsprodukten zouden ze kunnen ver
bouwen, de voedselsituatie waarvoor zij verantwoordelijk wa
ren zou slechter worden, katoen was er wel maar die is niet
eetbaar! En geld om voedsel te kopen hadden ze niet. Ze namen
het besluit, terug te gaan naar hun oude dorpen en daar te blij
ven tot de grond voor hun produkten vrijgegeven zou worden.
Dat dit weer veel moeite, geld en strijd extra kostte hoeven wij u
niet te vertellen.
Wel padden deze moeilijkheden voorkomen kunnen worden
door een betere planning en inspraak, ook van vrouwen.
Uit een oogpunt van gehoorbescherming dient het geluidsniveau
van landbouwtrekkers verder te worden verlaagd. Een nieuwe
regeling geluidsisolatie landbouwtrekkers zou daartoe een goede
aanzet kunnen geven. Die regeling kan passen in de bestaande
subsidieregeling arbeidsplaatsenverbetering 1979.
Het Landbouwschap heeft in een brief van 15 augustusjl. aan de
minister van Sociale Zaken aangedrongen op een nieuwe sub
sidieregeling voor geluidarme landbouwtrekkers. In 1977 heeft
een soortgelijke subsidieregeling geleid tot meer vraag naar
geluidarme trekkerkabines. De trekkergebruikers zijn zich meer
bewust geworden van de gevaren van geluidsoverlast. De trek
kerfabrikanten zijn overgegaan op de produktie van geluidarme
kabines. De uit 1977 daterende subsidieregeling stelde de ge
luidsnorm op 90 decibel (90 dB(A)), welke grens door de Raad
van de Europese Gemeenschappen is vastgesteld.
Het Landbouwschap is van mening dat het streven gericht moet
zijn op een geluidsniveau van minder dan 80 dB (A). Via een
nieuwe door de overheid te treffen regeling geluidsisolatie
landbouwtrekkers kan dit worden bevorderd. Het Landbouw
schap vindt dat de ontwikkeling naar geluidarme landbouw
trekkers opnieuw een extra steun moet hebben. Bovendien zal
een dergelijke regeling geluidsisolatie landbouwtrekkers passen
in de bestaande subsidieregeling arbeidsplaatsenverbetering die
subsidie mogelijk maakt voor projekten die bestaande geluids
niveaus van 80 dB (A) en hoger met minstens 5 decibels terug
brengen. Gelet op de komende arbeidsomstandighedenwet
verdient de geluidsisolatie van landbouwtrekkers alle aandacht.
Er zal bij een subsidieregeling volgens het Landbouwschap ook
geen onderscheid mogen worden gemaakt tussen ondernemers
en werknemers.