Erf
en
akker
D
f) TUIN
KLAN f f
BOUW KEN
Hoe verzorgen wij onze
gewassen?
Jodiumtest is niet het ei van
Columbus
Meer Frans fruit dan voorzien
Nederlander eet meer perziken
Praktisch staat ook in ons Thoolse distrikt de gewassen verzor
ging het gehele jaar door, in de belangstelling van de betreffen
de ondernemers. Reeds vanaf de zaaitijd, tot aan de oogst, en
zelfs tot aan de aflevering van het produkt, tot diep in het
voorjaar, vraagt iedere teelt op zich een nooit aflatende verzor
ging, om een goed resultaat te kunnen boeken. Dankzij praktij
konderzoekingen kunnen tegenwoordig veel schimmelziekten
en parasieten bestreden worden, met de nieuwste bestrijdings
middelen. Toch moet erkend worden dat ondanks dikwijls be
haalde suksesssen tegen diverse plagen, veel boosdoeners on
middellijk een zekere immuniteit te voorschijn toveren, en in
wezen onuitroeibaar blijken te zijn. Ook deze zomer moet men
konstateren dat luizen, trips en spint plaatselijk veel schade
hebben aangericht. Het is ons reeds meerdere keren opgevallen,
dat wanneer een gewas geoogst is van bijv. plukbonen of een
winterbloemzaadgewas, de boosdoeners, direkt naar een aan
grenzend gewas oversteken, om daar hun vernielend werk voort
te zetten. Speciaal wordt dan de meeste schade toegebracht aan
een jonger aangrenzend gewas. Wanneer men daar niet vol
doende rekening meehoudt, met voorbehoedende bespuitingen,
kan dit leiden tot een teleurstellend teeltresultaat. Vanouds weet
men ook, dat plantuien naast zaaiuien voor het laatste gewas
funest kan zijn inzake de valse meeldauw. Preventief kan iedere
teler bij het opmaken van zijn bouwplan met deze feiten reke
ning houden' om de vernielers van onze gewassen, een opvol
gende gedekte tafel aan te bieden, in een daarvoor kwetsbaar
gewas. Wanneer met onze moeilijk te vergroten bedrijfsopper-
vlakte, naarstig gespeurd wordt naar intensievere gewassen,
moet de betreffende teler zich veel kennis eigen maken van de
verschillende bestrijdingsmiddelen, om een volwaardig gewas te
kunnen telen. Juist in een veelopbrengend gewas kan zo vlug
voor honderden guldens schade veroorzaakt worden door
schimmels en parasieten. Een intensief geleid vollegrondstuin-
bouwbedrijf, valt of staat in zijn bestrijding van^ziekten en
plagen. Er wordt ook in onze kontreien nogal eens tegenaange-
schopt, dat het klein bedrijf op zijn retour is, en dat is het zeker
als men voortgaat met de ekstensieve teelten. Wanneer men
echter ziet en hoort dat onze Brabantse vakgenoten, met een
zelfde bedrijfsgrootte als velen in ons Thoolse gebied, er nog een
goede boterham uit weten te sleuren, met hun aangepaste
groenteteelten, zou dat in onze goede zeeklei toch ook mogelijk
moetén zijn. Een moeilijkheid in onze streek is zeer zeker de
mindere mogelijkheden om te kunnen beregenen, maar hieraan
wordt ook gewerkt voor de naaste toekomst. Een overgroot deel
van vollegrondsgroente vindt zijn weg op de binnenlandse
markt. Wanneer echter bovendien de stabiliteit van de bedrijf
stak belangrijk zou toenemen, kon ook de afzet voor export
verder worden uitgebouwd. Nodig hiervoor is o.a. een konstante
aanvoer van vollegrondsgroenteprodukten, die van een hoog
waardige kwaliteit zijn. Ons inziens geloven wij dat er voor de
kleine bedrijfstypen mogelijkheden blijven bestaan in een aan
gepaste produktie van vroege aardappelen, witloftrekken en
zaadteelt. Daar kan zeker nog bijkomen de groenteteelt van
bijv: bloemkool en spruitkool. De overgang daarheen, zal ge
kweekt moeten worden bij de opvolgende generatie, die nog
hart en gevoel heeft voor arbeid in het vrije ondernemerschap.
Gelukkig horen en lezen wij in ons organisatieblad, dat er in de
akkerbouw nog steeds een jonge generatie is, die zich met hart
en ziel, vastbijten op het door hen gestelde levensdoel. Hiervoor
is ook nog plaats voor het toekomstig opgezet en goedgeleid
intensief bedrijfstype.
Op Zuid-Beveland is het nu in de fruitteelt pruimetijd. De laatste
weken was er een zeer grote aanvoer van Ontario en Ezar. Zelfs
zo dat de klasse II via blokveiling werd verkocht. De prijs was
laag. Klasse II Ontario 25-30 cent per kilo is natuurlijk hopeloos,
maar ook de li Ezar werd slecht betaald. De prijs van klasse I
varieerde zeer sterk door grote verschillen in kwaliteit, maar
gemiddeld lagen de noteringen op een niveau waarvoor beslist
niet kan worden geteeld. Wellicht wordt het straks beter als de
Victoria en Belle de Louvain aan de markt komt. De vruchten
van het laatste ras zijn matig van smaak, maar ze zijn groot en
blauw en dat is wat de handel (en konsument?) graag zien.
Inmiddels is er een snel toenemende konkurrentie van buiten
landse perziken en druiven. Dat fruit wordt tegen aantrekkelijke
prijzen aangeboden en zit mede daardoor ons eigen fruit flink
dwars. Dat is ook het geval bij de peren, waar de Jules Guyot
onze Precoce de Trevoux lelijk in de hoek drukt. Vroeger, toen
de kostprijs veel lager was dan nu, rekende men graag met een
verkoopprijs van 1 cent per mm. Dus de maat 60-70 voor ruim
60 cent en de maat 55 voor 55 cent. Maar dat was in de betere
jaren. De kosten zijn nu veel hoger en de prijs is lager.
Met de James Grieve dachten we op de goede weg te zijn met de
jodiumtest. Nu gaan we er aan twijfelen. Ten eerste hebben we
er moeite mee dat de Grieve straks in het hele land tegelijk vrij
wordt gegeven, terwijl iedereen weet dat er 8-10 dagen verschil
in rijptijd is tussen b.v. Zeeland en Friesland. Dat zien we als een
soort diskriminatie voor het zuiden. Daarop kan worden geant
woord dat Zeeland mag aanvoeren, als via de jodiumtest is
aangetoond dat de appels voldoende rijp zijn. Dan komt onze
tweede grief. De jodiumtest is vrij onduidelijk. Veel partijen
zitten in het grensgebied van rijp en onrijp. En dan zegt de een:
"net precies goed" en de ander "net precies nog niet goed". Zo
kan het dan gebeuren dat Benoni op een zeeuwse veiling wordt
goedgekeurd en later bij de duitse grens wordt afgekeurd. Voor
ons is het allemaal te subjektief om het met een mooi woord te
zeggen. We hopen tevens dat men nu weer niet gaat overdrijven
naar de andere kant en te hoge eisen gaat stellen aan de rijpheid
of de aanvoer tegenhoudt door het afschrikwekkende effekt van
de jodiumtest. Voor een iets te rijp produkt zijn kleinere ex
portkansen en we zijn er niet gerust op dat de konsument wer
kelijk voorkeur zal laten blijken voor gele, lekkere maar bij
zondere tere appels, die speciaal geschikt zijn voor mensen met
een kunstgebit. De populaire Granny Smith is ook niet bepaald
zachtvlezig.
Uit de praktijk horen we ook twijfels rond het voorgeschreven
eenmalig fust. Het zal naar we hebben begrepen in hoofdzaak
gebruik van kratten worden, dus niet van dozen. Het kratje is
inmiddels te kijk gesteld. Het ziet er redelijk stevig uit, maar het
woord solide zouden we er niet graag voor gebruiken. We zijn
benieuwd hoe het moet gaan bij hoog stapelen. En dan vooral
ook als de handel hoopt om nog enige tijd in het koelhuis te
bewaren, b.v. Doyenne du Cornice. Dan wil men op pallets
hoogstapelen. Zal dat gaan? Verder wordt er nogal gepraat over
het meermalig gebruik van het eenmalige kratje. De handel kan
het voor naar we menen 90 cent bij de veiling inleveren, die het
dan weer voor 1,60 aan de telers aflevert. Kan de handel ook
direkt aan de teler verkopen, want dat levert veel meer op. Daar
zal wel een stokje voor gestoken worden, want het is erg een
voudig om te kontroleren hoeveel kratten een teler na de veiling
heeft gekocht en hoeveel hij er weer heeft afgeleverd. Dan wordt
de handel gedwongen bij de veiling in te leveren, waarbij de
"fustmeester" een paar mannetjes extra nodig zal hebben om na
te gaan hoeveel kratten te vuil of te veel beschadigd zijn.
Het zijn allemaal de bekende bespiegelingen die bij de intro-
duktie van nieuwigheden horen. Straks worden alle twijfels
weggenomen en valt het allemaal mee. Althans dat hopen we.
De Franse appeloogst zal, naar het zich per 1 augustus liet
aanzien, 2% groter worden dan per 1 juli werd voorzien. Het
Franse Ministerie van Landbouw raamt de produktie van het
komend seizoen op 1.700.000 ton (tegen 1.670' t. per 1 juli). Toch
zal daarmee de oogst nog 3% kleiner blijven dan die van het
vorig jaar.
Inmiddels was men begin augustus, met name in de Provence,
begonnen met het oogsten van de vroege rassen.
De raming van de perenoogst per 1 augustus is ongeveer even
groot als die per 1 juni namelijk 384.000 ton en is daarmee
precies gelijk aan het gemiddelde over de jaren '12-1%. Begin
juli voorzag men een iets kleinere oogst van 369' ton. Naar de
laatste raming te oordelen zal er bijna 10% meer dan in 1978
geproduceerd worden.
De verhoging van de perenproduktieraming per 1 augustus
wordt voornamelijk veroorzaakt door een groter optimisme
t.a.v. de oogst van herfst- en bewaarperen. Toch lijkt het erop
dat de vroege rassen steeds meer de plaats van de late in zullen
nemen.
Het Franse Ministerie van Landbouw verwacht dat 1979 een erg
goed pruimejaar zal worden met een oogst van 82.500 ton. Het
gemiddelde over de jaren '71-'78 ligt op 65.400 ton, terwijl er in
1978 met 76.300 ton al sprake was van een grote produktie. De
pruimenoogst wordt voor 98% gerealiseerd in Aquitaine en de
Midi-Pyrénées.
ing. G J. Bagerman, markt info PGF
Het perzikenseizoen 1979 is in volle gang. De top van de Zui-
deuropese produktie, die begin augustus valt, zijn we inmiddels
gepasseerd. De aangevoerde kwanta zullen nu geleidelijk aan
afnemen, totdat tegen het eind van september het seizoen afge
sloten zal worden.
De Europese oogst lijkt ongeveer even groot te worden als ge
middeld over de jaren '74-'78. De produktie van Italië, Frank
rijk en Spanje wijkt slechts weinig af van die van 1978. Alleen
Griekenland verwacht een oogstreduktie van goed 25%, t.o.v.
vorig seizoen. Hierdoor wordt de internationale handel enigs
zins verlegd. Met name West-Duitsland importeert dit jaar meer
uit Italië.
Het verbruik van perziken per hoofd van de bevolking is in
Nederland gedurende de laatste 20 jaar, ondanks een bijna tot
nul gereduceerde eigen produktie, voortdurend gestegen. Was
dit verbruik in 1960 nog slechts 0,13 kg pppj, in 1970 bedroeg het
1,03 kg en in 1976 was het opgelopen tot 1,50 kg pppj. De
gemiddelde groei per jaar was 3,7%, hetgeen wil zeggen dat de
doorsnee Nederlander ieder jaar 40 gr. perziken meer konsu-
meert dan in het jaar ervoor. De perzik is nu vierde op de
ranglijst van hier te lande gekonsumeerde fruitsoorten (exkl.
citrus en bananen) na appelen, peren en druiven en is daarmee
de meloen en de aardbei voorbijgestreefd.
Alhoewel het verbruikscijfer sterk stijgt, blijft Nederland nog
steeds ver achter bij andere Europese landen.
Gastarbeid en bonen
vroeger het geval was. Daardoor komt er weer meer speelruimte in
het bouwplan en nemen de kansen op een hoger inkomen toe.
Intussen zijn het niet meer alleen vrouwen en kinderen die in het
veld zijn te bespeuren. Er zijn nu ook veel mannen bijgekomen,
want met de ekonomie in verschillende EEG landen gaat het niet
zo goed en vaak staan die turken en marokanen als eersten met
hun boeltje op straat.
O,
e bonen bij Kees zijn inmiddels geplukt en dat alles is in een
uiterst snel tempo geschiedt want het is tegenwoordig helemaal
niet meer moeilijk om nog aan mensen te komen die bereid zijn
voor een gulden of zes de kist gezellig met zijn allen de bonenakker
in te trekken. 7 Zijn alleen andere mensen dan we vroeger gewend
waren. Dat waren toen de echte verstokte krooilieden die van 7 ene
gewas naar het andere gingen al naar gelang de seizoenen ver
streken. Hun gelederen dunden uit, omdat aan de ene kant steeds
minder lieden te vinden waren die zin hadden in dit soort werk en
aan de andere kant de mechanisatie hetzelfde werk steeds meer
ging overnemen. Ook kan men zich afvragen of de krooi op den
duur te kostbaar, te ingewikkeld en onhandelbaar werd en dat
daardoor de mechanisatie dat gat opvulde of dat het juist onge-
keerd was. Het leek er op dat het tijdperk van het handwerk
voornamelijk gericht op oogstbezigheden voorgoed voorbij was.
De Nederlander haalde er zijn verwaande neus voor op en alleen
scholieren die kien op een extra vakantiecentje waren meldden
zich nog sporadisch aan.
Bij de bonenpluk is er overigens altijd wel een vaste kern gebleven.
Lange tijd waren dat voornamelijk woonwagenbewoners die van
hier naar daar trokken om met het hele gezin bij te verdienen
omdat lompen en oude metalen niet voldoende opbrachten. 7 Was
goed volk maar 7 vereiste van de krooibaas wel een aangepast
beleid om steeds op de juiste manier de vrede te bewaren. De laatste
jaren zijn hun aantallen echter in het niet gedrongen door de
opkomst van de buitenlandse plukkers voornamelijk van turkse en
marokaanse oorsprong. In eerste instantie waren deze mensen nog
niet in het veld te vinden want zij werkten meestal bij industriële
bedrijven, later toen velen echter hun vrouw en kinderen lieten
overkomen begon het verschijnsel van de noord-afrikaanse en
turkse vrouwen en kinderarbeid op het land te ontstaan. Erg lo
gisch overigens want die mensen zaten hier en daar in hun meestal
vervallen huisjes omgeven door de skeptische nederlander, vaak
ook nog in een soort van geestelijk isolement, lijdzaam te wachten
tot hun man thuiskwam van zijn werk. Ze ontdekten dat je in het
oogstseizoen, een aardige cent bij kon verdienen. Iedereen gaat
dan mee, van jong tot oud, want ieder handje al is het nog zo klein
kan boontjes plukken. Wanneer je al die kilo 's op het eind van de
dag bij elkaar telt dan tikt de kassa langer door! Bovendien troffen
de vrouwen elkaar de hele dag op de akker en daarmee werd er een
onschatbaar belangrijke sociale band gelegd. De verdiensten staan
natuurlijk voorop want iemand die zijn land verlaat om ergens
anders de kost te gaan zoeken, vaak in de minst aantrekkelijk
baantjes die heeft meestal maar één doel n.l. zo snel als het kan zo
veel mogelijk geld verdienen. De bonenteelt voor de verse kon-
sumptie begon aan een moeilijke tijd. De plukkers bleven weg en
alleen kleine groepjes scholieren of tuinders met hun eigen gezin
sleden zorgden voor verse bonen van de volle grond. De nieuwe
plukkers zijn een gunstige ontwikkeling want hierdoor wordt het
opnieuw mogelijk om grotere oppervlakten bonen te zaaien dan
m terug te gaan naar het eigen land is evenmin aantrekkelijk,
wanneer er dan een kans bestaat om op de een of andere manier
seizoenarbeid te verrichten wordt dat met beide handen aangegre
pen. Langzaam maar zeker ontstaat er zo een nieuw soort prole
tariaat. Ze zwerven van de ene plaats naar de andere. Hun auto's
hebben nummerborden uit verschillende EEG landen, maar hun
taal is hetzelfde. Toen we zondagmorgen bij het ochtendgloren de
polder inkeken, zagen we tot onze verbazing dat de eerste plukkers
al waren gearriveerd. Een uurtje later telden we er zeker zestig.
Tevreden mensen die onder het plukken gezellig kletsen en zo nu
en dan schaterend lachten. Kees offerde er zelf ook zijn zondag
voor op maar hij deed het met plezier. Nu kan ik morgen met een
flink quantum naar de veiling. Goed volk zei hij overtuigd. Nooit
geen gedonder, en ook geen valse geintjes om met kluiten of stenen
onder de kist het gewicht op te voeren. Rond een uur of tien
begonnen in het dorp de kerkklokken te beieren en zoejde in de
verte het toeristenverkeer over de grote weg naar het water om te
vissen of te zeilen. Nederlandse wandelaars in vrije tijds kleding
begonnen met hun kroost het polderweggetje te nemen en bleven
vol verbazing staan bij het bonenland, waar ijverig door vele han
den werd geplukt. Een grote groep van nijvere trimmers op peper
dure racefietsjes trapten zich het lazerus om in konditie te blijven.
Een gek wereldje vindt je ook niet zei Kees, terwijl hij de kleurrijke
shirtjes van de fietsmaniakken bekeek. De helft van die fanatieki
klub zal wel aan een inkomen geraken zonder er werk voor te
verrichten, zei hij een beetje bitter. Denk jij dat er één van die
grapjassen zijn rug zou willen krommen voor een extra centje op
zondag net als zij daar en hij wees naar het exklusieve gezelschap
buitenlanders in het bonenveld. Donkere mannen met bijna stuk
voor stuk pikzwarte snorren. Vrouwen en meisjes met hoofddoe
ken, lange jurken en gouden oorringen. 7 Is een wonder, scham
perde Kees, dat er nog niet de een of andere mallootige vakbonds-
funktionaris op het idee is gekomen dat die zondagse arbeid bij de
wet verboden dient te worden. 7 Zal wel komen omdat ze zelf op
zondag met hun rug in de zon liggen. Vroeg of laat zullen ze wel
een ideetje of een wetje vinden om deze ontwikkeling voor de
tuinbouw te verzieken. 7 Zijn overigens beste bonen, alleen de prijs
laat het wat zitten. Ik heb ze gelukkig gekontrakteerden de kilo's
moeten het voor mij goed maken. Er zijn momenten dat de pluk-
kosten en andere onkosten nauwelijks minder zijn dan de veiling-
prijs. Voorlopig kan ik deze mensen nou best eerst eens een
drankje aanbieden. Achter uit zijn auto haalde hij een aantal
kratten frisdrank en duwde op zijn klaxon. De kinderen waren er
het eerst en daarna de moeders die een bekertje meenamen voor
hun mannen. Geen lang schof, want handen die niet plukken
verdienen immers niks. We gingen terug naar huis en kwamen wat
verderop voorbij Bernhard die in zijn eentje aan het bonenplukken
was. Moet jij geen turken, vroegen we. Daar is mijn blokje te klein
voor, zei hij, bovendien wat mot ik op het moment nou anders voor
werk doen op mijn bedrijfje? Ik kan nu tenminste zelf nog een
daggeldje bij elkaar plukken. Mijn zoontje helpt anders ook, maar
die moest vandaag persé voetballen en vroeger luisterden ze nog
naar vader, zei hij een beetje spottend, maar nu laten ze hem lekker
alleen staan met de mededeling dat ik maar niet meer boontjes
moet zaaien dan ik zelf kan plukken. Ze zeggen wel eens dat er op
zondagarbeidgeen zegen rust, maar vanavond heb ik zo'n kist of
acht geplukt en ik geef mezelf zes gulden per kist waardoor deze
kleine zelfstandige straks met een redelijke fooi in zijn zak naar
studio sport gaat kijken!
Schrijfkouter.
15