Prijsherstel in varkenssektor blijft
vooralsnog uit QDW
Te veel voorlichting voor eigen parochie!
Een
tochtige
varkensstal kost geld!
H oewel de situatie op de nederlandse varkensmarkt de afgelopen weken een vrij stabiel beeld te zien gaf, trad toch
vorige week in de varkensprijs een terugval op waarbij ook de prijs voor alle magere onderdelen naar beneden ging. De
oorzaak daarvan moet gezocht worden in de akties van franse boeren aan de grens om de invoer van onder andere
nederlands varkensvlees te belemmeren. Bij de poging om de export om te leggen stuitte men evenwel op een zwakke
duitse- en vooral italiaanse markt. Prijskoncessies konden derhalve niet uitblijven. Herstel daarvan wordt thans
tegengehouden door de komende forse daling van de monetair kompenserende subsidies bij invoer in Frankrijk en bij
uitvoer naar Italië en het Verenigd Koninkrijk. De juiste datum van deze - forse - - daling is momenteel nog niet bekend,
maar importeurs proberen reeds nu lagere biedprijzen af te dwingen. Het aanvoerpatroon van slachtvarkens in ons land
geeft geen reden tot verlaagde prijzen.
V
I r. H. de Bruin, direkteur provinciale landbouwkundige dienst
in Gelderland, wees op de problemen in verband met bestem
mingsplannen, wet op de ruimtelijke ordening, hinderwet en
bestemmingsplannen buitengebied. Dit zijn allemaal zaken
waarmee de intensieve veehouderij veel heeft te maken. In de
meeste provincies werken nog heel veel bedrijven zonder een
hinderwetvergunning. Dat gaat meestal goed tot het feit zich
voordoet dat de uitbreiding van een dorp of stad er de oorzaak
van is dat de hinderwetsvergunning op de proppen komt. Zo is
er b.v. in Barneveld maar 40% van de bedrijven voorzien van
zo'n vergunning. Gelukkig is er nu in drie Gelderse gemeenten
een kroonuitspraak geweest waarbij werd bepaald dat de
woonbebouwing op redelijke afstand van bestaande bedrijven
dient te blijven. Voorheen werd b.v. door een gemeente steeds
dichter naar de bedrijven uitgebreid, gingen zelfs over tot de
aankoop van een deel van de grond, terwijl daardoor soms de
ondernemer genoodzaakt werd om te intensiveren, maar dan
van die zelfde gemeente daarvoor geen hinderwetvergunning
kreeg.
D r. D.H.J. Brus direkteur provinciale gezondheidsdienst
voor dieren in Noord-Brabant zei tijdens de bijeenkomst
van de Ned. Zoötechnische Vereniging dat een van de
beste manieren om de varkens gezond te houden is, er voor
te zorgen dat er zo'n gelijkmatig mogelijk temperatuur in
de stal heerst. Nog veel te vaak komt het voor dat het tocht
in de stal, of dat er een te groot temperatuurverschil op
treedt tussen de dag en de nacht. Zoiets is voor een varken
funest en dit uit zich dan in veel gevallen in een longont
steking, pleuritis of een andere aandoening. Nu gaan die
varkens daar meestal niet dood van, maar het ziek zijn
heeft wel tot gevolg dat ze minder snel groeien en dat ze
daardoor langer op het bedrijf moeten blijven, of dat ze bij
het afleveren minder kilo's opbrengen dan hun zusters die
nimmer ziek waren. Ziek zijn kost geld. Beter maken van
de dieren is eigenlijk achter de feiten aanhollen, want ook
dat is een dure grap.
H et is een verkeerde gedachte om met en ware stroom anti-
biotika ziekte in te dammen, zoiets is het paard achter de wagen
spannen. Het is frappant dat er verschillen in ziekteaantasting
van varkens op bedrijven voorkomen die variëren van 2 tot 80%
Hygiëne in de stal is ook van groot belang, daarnaast dient veel
aandacht besteed te worden aan de luchtverversing, waarbij het
een nuttige zaak is om de lucht voor te verwarmen en daarbij het
z.g. éénrichtingsverkeer toe te passen, waarmee de kans op tocht
het minst is. Hij wéés er verder op dat het moeilijk is om de
ziekte van Aujeszky op de grote bedrijven geheel uit te bannen.
Wel is gebleken dat als de drachtige zeugen met een flinke dosis
antistoffen worden ingeënt dat dan de biggen van die zeugen 3
tot 4 maanden deze entstof nog in zich dragen en daardoor
weerstand tegen de ziekte van de moeder uit mee hebben ge
kregen.
Brabantse mestbank heeft het moeilijk
Ned. Zoötechnische Vereniging:
toename in het eerste kwartaal van dit jaar met 12% staat in het
vierde kwartaal een verwachte groei van 6%.
De groei van het aanbod van slachtvarkens in de Europese
Gemeenschap zal in '79, naar verwachting, 4% bedragen. Pro
centueel wordt de sterkste toeneming voorzien in Ierland (12%)
en Denemarken (11%), waardoor het aantal slachtvarkens in dit
laatste land op bijna 13 miljoen komt. Nederland zal - voorzover
thans wordt voorzien - een aanbod van 15,3 miljoen slachtvar
kens te verwerken krijgen; de EG in totaal 117,7 miljoen. Het
grootste aandeel daarin - ruim 37 miljoen - levert de Duitse
Bondsrepubliek.
Verwachting '79
oor het gehele jaar '79 wordt - vergeleken met de aanvoer in
1978 - een groei verwacht van het aantal slachtvarkens in ons
land van 9%, aldus een notitie van het produktschap voor vee en
vlees (pvv) die onderwerp van gesprek uitmaakte van een vorige
week in Rijswijk gehouden openbare bestuursvergadering van
dit schap.
Lopende het jaar neemt de verwachte groei van het aanbod aan
nederlandse slachtvarkens duidelijk af: tegen een verwachte
V orige week werd door de Nederlandse Zoötechnische Vereniging een z.g. Varkensdag gehouden in het kultureel
centrum "de Reehorst" te Ede. Hiervoor waren een aantal deskundigen uitgenodigd om verschillende aspekten van de
varkenshouderij nader te belichten. Zo zei prof.ir. S. Boer-Iwema de voorzitter van de vereniging dat er nog heel wat
schort aan de publieke opinie met betrekking tot de intensieve veehouderij.
Weliswaar wordt er voldoende voorlichting gegeven, maar helaas komt die dikwijls terecht bij
soortgelijk gerichte personen, waarmee de voorlichter alleen nog maar eens extra zijn
mening bevestigd ziet, via de instemming van zijn gehoor, 't Zou veel meer effekt hebben om
te publiceren in bepaalde damesbladen over dit onderwerp omdat dan daarmee een groep
wordt bereikt die anders onbereikbaar is.
Jammer is het ook dat men bij dagbladen weinig belangstelling heeft voor objektieve voorlichting over de intensieve
veehouderij. Het is immers veel interessanter voor deze bladen om sterk afwijkende meningen van minderheidsgroepen te
publiceren. Bovendien is de voorlichting of de berichtgeving zeer sterk afhankelijk van de kleur der bril waar doorheen
men de zaak wil bekijken.
Hinderwetvergunning
Drijfmest en grondwater
I r. de Bruin zei ten aanzien van de toenemende mestover
schotten dat het hierbij gaat om een transportprobleem. In het
ene gebied is er te veel en in het andere te weinig. Het transport
is duur en hij voorzag in de toekomst dat de landbouw zelf een
bijdrage zal moeten leveren aan het milieuprobleem. Momen
teel wordt er een onderzoek verricht naar eventuele schadelijke
effekten van grote hoeveelheden organische mest op steeds de
zelfde percelen.
Het gaat hierbij vooral om het fosfaat absorbe
rend vermogen van de grond. Wanneer de grond verzadigd is
dan bestaat het gevaar dat de fosfaten in het grondwater terecht
komen.
Volgens deskundigen is het mestprobleem eigenlijk een mine
raal probleem te noemen en daarbij maakt het geen verschil of
het-nu om drijfmest gaat of dat die zelfde mest alleen in vaste
vorm wordt vervoerd en uitgestrooid op het land, daarmee blijft
de kans op een overdosis aan mineralen in de grond en het
bodemwater rechtovereind!
De sterk stijgende biggenaanvoer in de Verenigde dan in de
zelfde periode van het jaar daarvoor, zal aldaar het aanbod van
slachtvarkens verruimen. Momenteel is de amerikaanse markt
voor de afzet van ham in blik vanuit ons land nauwelijks meer
van betekenis. Inmiddels zou het amerikaanse Kongres de per 4
januari jl. getroffen handelsbelemmeringen vrijwel willen te
rugschroeven, maar zekerheid bestaat daarover nog niet. Door
de te verwachten krapte aan rundvlees op de amerikaanse markt
is het waarschijnlijk te achten dat ook daar de konsument zal
uitwijken naar varkensvlees.
Het varkensvleesverbruik in de EG steeg in '78 met ruim 3%,
aldus de pvv-notitie. Volgens voorlopige cijfers lag het verbruik
daarvan in ons land circa 8% hoger dan het jaar daarvoor; in
West-Duitsland lag de konsumptie 7% hoger. In 1977 lag het
hoofdelijk vleesverbruik in ons land op 68,5 kg, waarvan 35,5 kg
varkensvlees; in West-Duitsland (61 miljoen inwoners) kwam
dat toen op 84,3 kg, waarvan 52,6 kg varkensvlees. Met een
verdere stijging daarvan - zowel in ons land als in de Bondsre
publiek - wordt rekening gehouden.
Gezien het te verwachten aanbod in de EG ziet de advieskom
missie van het pvv-bestuur vooralsnog geen verbetering optre
den in de opbrengstprijzen voor de nederlandse varkensmesters.
Wellicht is daar eerst in de tweede helft van het lopende jaar
kans op, maar vooralsnog lijkt het dieptepunt voor hen nog niet
te zijn bereikt.
Ook de biggenfokkers geraken in een weinig te benijden positie.
Zij hebben thans moeite hun dieren af te zetten bij de mesters;
het afleveringsgewicht loopt daardoor gemiddeld wat op en de
prijzen per big zijn erg laag. Verkerend in deze situatie wordt
thans, zo werd opgemerkt, sterker op de zeugen geselekteerd.
De vrij snelle beslissing van de Europese Kommissie om, in
verband met transportmoeilijkheden in januari jl. met name in
het Verenigd Koninkrijk, de mogelijkheid open te stellen om
een serie varkensvleesprodukten in partikuliere koelhuizen op
te slaan, gaf in het pvv-bestuur op 14 maart aanleiding tot
diskussie. Het betreft hier in het bijzonder de opslagmogelijk
heid van karbonadenstrengen met een spekdikte van 16 mm,
een dikte waaraan van nederlandse zijde niet kan worden vol
daan. Dat betekent, dat belanghebbenden in ons land niet in de
gelegenheid zijn om van deze kommunautaire regeling gebruik
te maken. Inmiddels zijn, zo werd meegedeeld, van nederlandse
kant stappen ondernomen om aan deze onbevredigende situatie
een einde te maken.
Rundveemarkt
Z elden is het prijsverloop op de slachtrundermarkt gedurende
herfst en winter zo rustig geweest als dit jaar. Klaarblijkelijk
houden een wat lagere aanvoer en een wat lagere konsumptie
elkaar goed in evenwicht, konstateerde de pvv-adjunkt-sekre-
taris drs. L. Flink in zijn marktoverzicht tijdens de vorige week
in Rijswijk gehouden openbare bestuursvergadering.
De laatste tijd is er veel over het ziekteverloop en het effekt op
het af te leveren geslacht gewicht bekend geworden via het z.g.
slachtiijn-onderzoek. Hierbij worden de biggen van de geboorte
tot aan de slachtlijn gevolgd. Met deze gegevens die via een
komputer worden verwerkt kan men van bedrijf tot bedrijf nu
enorme verschillen aanwijzen in rendement en bedrijfsbeheer.
Voorlichters kunnen dan met deze gegevens in de hand de
probleembedrijven opzoeken en naar een verbetering van de
situatie streven. Dr. Brus zei dat de resultaten dikwijls frappant
waren en de betreffende bedrijven tot betere uitkomsten kwa
men. De bedrijven krijgen met deze "All in-All out" methode
iedere drie maanden de gegevens in huis en kunnen daar hun
voordeel meedoen...!
De situatie van de mestbank
De heer Van Krey van de Brabantse Mestbank schetste de
situatie waarin de Mestbank momenteel verkeert. Er zijn naast
Financiële problemen ook problemen met het transport en de
afzet. Mede door de bezuiniging van de Overheid is de zaak
Financieel niet meer rond te krijgen.
Het afzetgebied wordt minder en de beperkende bepalingen in
verband met milieu en bodemverontreiniging spelen daarbij
ook een rol.
Voor de opslag in grondputten bestaat weinig animo terwijl de
produktie van mest. die kontinu is, steeds toeneemt.
Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de be- en verwerking
van mest, de samenstelling van drijfmest en de marge in nor
men, die gesteld kunnen worden aan de belastbaarheid van de
bodem.
Een nieuwe - nog in ontwikkeling zijnde - gedachte om het
apparaat van de Mestbank goed te kunnen laten funktioneren
is, nagaan wie de mestoverschotveroorzakers zijn en hen extra
via een progressief systeem belasten met een hefFing ten be
hoeve van de subsidieregeling van het mesttransport.
Het probleem mestoverschot mag niet groter worden. Bepaalde
gebieden raken reeds overvol.
Opgemerkt werd, dat een bedrijf dat zijn afval niet kwijt kan,
dient te betalen of bij te dragen in de verwerking ervan. Ook te
veel mest kan als afval worden beschouwd. De Mestbank zou,
bij omzetting in een Instituut, een nuttig gebruik van de be- en
verwerkte mest kunnen gaan reguleren. Na enige diskussie over
de bodemverontreiniging en de belastbaarheid van de bodem
met drijfmest werd besloten op de behandeling van de proble
men van de Mestbank nader terug te komen, zodat in mei
voorstellen tot oplossing van de Financiële problematiek aan de
Raad kunnen worden voorgelegd.
Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Noord
Brabant
Het middenbedrijf
De Raad besprak het rapport dat door het Konsulentschap voor
de Rundveehouderij en de Akkerbouw te Waalre over het
middenbedrijf is opgesteld.
Tot deze groep worden globaal gerekend die bedrijven, die niet
zijn aangepast aan de hedendaagse ontwikkelingen en waarvan
het bedrijfshoofd zijn hoofdberoep in de landbouw heeft en de
bedrijfsomvang tussen de 10 en 150 s.b.e.'s ligt. Deze heterogene
groep heeft zeer uiteenlopende opvattingen over de maat
schappelijke funktie van hun bedrijf, hun inkomen en de manier
waarop dat inkomen wordt bereikt. Als hoofddoel van de voor
lichting aan deze bedrijven wordt gesteld, bij de betrokken on
dernemers het inzicht in hun situatie zodanig te bevorderen, dat
zij een verantwoorde keuze kunnen doen en de konsekwenties
van hun keuze kunnen overzien.
De inhoud van het rapport werd door de Raad geheel onder
schreven en besloten werd voorbereidingen te gaan treffen om
als Raad met konkrete voorstellen te komen, die kunnen worden
doorgeleid naar het Ministerie van Landbouw en de Landelijke
Raad.
Het landbouwstruktuuradvies bij de voorbereiding van ruilver
kavelingen
In de Raad wees de heer Bosman van de diénst Landinrichting
erop, dat het belangrijk is, dat bij de voorbereiding van plannen
voor de meest gewenste ontwikkelingen in een ruilverkave-
lingsgebied de landbouwvisie in de voorbereiding kan worden
verwerkt. Hij vroeg.de Raad mee te denken over wat uit land
bouwkundig oogpunt gewenst is.
Het landbouwstruktuuradvies is van groot belang.
11