Zijn de aardappelen
dit jaar blauwgevoelig?
Minder bonen door het koude weer
W aarnemingen in verschillende delen van ons land, wijzen er op dat de Bintje-partijen
dit jaar niet alleen zeer grof zullen zijn, maar ook een hoog onderwatergewicht zullen
hebben. Vermoedelijk geldt dit ook voor de andere rassen. De kans bestaat dat we
hierdoor dit seizoen weer veel met beschadigde en blauwe knollen te maken krijgen. Zowel
de teler als de handelaar dienen alle maatregelen te nemen om deze gebreken te voorko
men. Vooral in jaren met een ruime marktvoorziening - er zijn duidelijke aanwijzingen dat
we dit jaar in W.-Europa ruim voldoende aardappelen hebben - is kwaliteit een noodzaak
om op buitenlandse markten te kunnen konkurreren. Daar er thans regelingen voor
uitbetaling naar kwaliteit tussen teler en handelaar resp. handelaar en fritesindustrie
bestaan, is er een raamwerk aanwezig om goede kwaliteit ook extra te honoreren. Elke
belanghebbende dient te beseffen dat met het oog op de toekomst van onze aardappelteelt
aan de kwaliteit van de aardappelen de grootst mogelijke aandacht moet worden besteed.
Wat kunnen we nu doen om deze gebreken te vermijden?
I n een min of meer uitgerijpt gewas zijn het
vooral dé grotere knollen die een hoog onder
watergewicht hebben. Door hun grootte heb
ben deze knollen ook meer massa, zodat bij
vallen e.d. de klap harder aankomt. Hierdoor
bestaat er meer kans op beschadiging. Dé niet
zo beste kwaliteit van vele Bintje-partijen was
in het afgelopen seizoen voornamelijk een ge
volg van beschadiging. Daarbij heeft het voor
komen van veel harde kluiten in de partij een
rol gespeeld. In het eerder genoemde regle
ment voor de uitbetaling naar kwaliteit, wordt
beschadiging ernstiger aangerekend dan
blauwgevoeligheid. omdat aan beschadigde
knollen niets meer te doen is.
T
B eschadigde knollen verliezen meer gewicht
dan onbeschadigde knollen. Bovendien vor
men wonden vaak invalspoorten voor schim
mels en bakteriën. Het is daarcm zeer belang
rijk dat deze wonden zo snel mogelijk kunnen
helen. Daarom wordt aangeraden, mits de
partij niet erg vochtig is of rotte knollen bevat,
de eerste week na de oogst slechts weinig, al
leen zo nu en dan voor luchtverversing te ven
tileren. De wondheling verloopt nl. zeer snel bij
een hoge relatieve luchtvochtigheid en tenpe-
raturen tussen de 12 en 18 gr. C. Nadrukkelijk
wordt er op gewezen, dat indien de partij wèl
erg vochtig is of rotte knollen (Phytophthora,
natrot, moederknollen of sterk glazige) bevat,
de partij wel eerst drooggeblazen dient te wor
den en daarna de wondheelperiode in acht
moet worden genomen.
Ing. C.F. Meijers,
I.B.V.L., Wageningen
In het kort willen wij hierop ingaan.
HOOG ONDERWATERGEWICHT
H oewel er uitzonderingen op bekend wor
den. kan gesteld worden dat in het algemeen de
blauwgevoeligheid van de knollen toeneemt,
naarmate het onderwatergewicht (drogestof
gehalte) van de knollen hoger is.
Dit bleek o.a. ook duidelijk uit het in de jaren
1972 t/m 1975 in de praktijk uitgevoerde
blauwonderzoek (de z.g. blauwaktie), waarvan
in de tabel enkele resultaten zijn opgenomen, i
GROTE KNOLLEN
WANNEER DOODSPUITEN?
beschadigd dan kleine) respektievelijk een
grotere blauwgevoeligheid neemt hierdoor toe.
Vroeg doodspuiten geeft ook de gelegenheid
voor een goede afharding van de knollen in de
grond, waardoor de kans op beschadiging af
neemt. Men is dan ook wat minder afhankelijk
van het weer wat het rooien betreft, omdat men
eneinde een zo hoog mogelijke opbrengst te
verkrijgen worden nog groene gewassen liefst
zo laat mogelijk, doodgespoten. Men kan zich
echter afvragen of het dit jaar uit een oogpunt
van kwaliteit wel zinvol is om te wachten op de
laatste 3-4 ton opbrengst-verhoging die we ge
middeld in de eerste helft van september kun
nen halen.
De sortering zal hierdoor nog grover worden en
het onderwatergewicht hoogstwaarschijnlijk
nog verder stijgen. De kans op meer rooibe-
schadiging (grote knollen worden relatief meer
meer tijd heeft. Ook het aanwezig zijn van een
bladaantasting door Phytophthora kari mede
een reden zijn om niet te lang met het dood
spuitende wachten!
Gewassen die al vrijwel geheel zijn afgestor
ven, kunnen beter zo snel mogelijk worden
doodgespoten. Dit versnelt de afharding van de
knolschii. zodat eerder met rooien kan worden
begonnen.
ROOIEN
B ij het rooien en het daaraan verbonden
transport treedt het merendeel van de knolbe
schadigingen op. In blauwgevoelige partijen
kan ook blauw worden veroorzaakt, indien niet
met de nodige voorzichtigheid wordt gewerkt.
Punten, waaraan men bij het rooien, transport
eji vullen van de cellen aandacht moet beste
den zijn:
TABEL
veel harder aankomt, dan op grond van de
valhoogte nodig zou zijn.
BEWARING
Grond tussen de aardappelen is op zich geen
bezwaar, indien deze maar goed verdeeld in de
partij voor komt (geen stortkegels).
Zet blauwgevoelige partijen tijdig af; handhaaf
hiervoor een niet te lage bewaartemperatuur
(7-9 gr.C) en warm de aardappelen vóór het
leeghalen van de cel tot minimaal 15 gr.C op.
Vooral dit goed opwarmen is een zeer belang
rijk middel om blauw te beperken.
Reeds vóór het rooien kan men te weten komen
of de aardappelen erg blauwgevoelig zijn.
Daarvoor bestaat nl. een z.g. schudmethode,
die op grote schaal is beproefd. Informeer bij
uw afnemer of hij een dergelijk onderzoek
voor U kan uitvoeren. U weet dan waaraan U
toe bent.
Tenslotte nog dit. In het afgelopen seizoen
kwam in vele partijen in ernstige mate "poe-
derbrand" voor door toepassing van poeder-
vormig kiemremmingsmiddel op niet-huid-
vaste en vochtige knollen. Dergelijke partijen
zijn nog alleen geschikt voor veevoeder; de
verwerkende industrie weigert zulke partijen te
verwerken. Goed afgeharde, huidvaste en re
delijk droge partijen kunnen zonder bezwaar
bij het vullen van de cel gepoederd worden
(dosering 1 kg/ton), maar indien dit niet het
geval is, wordt dringend aanbevolen 2 a 4 weken
na de oogst een swingfogbehandeling toe te
dienen. Problemen met huidirritatie worden
dan vermeden, omdat dan de schil inmiddels
voldoende is verkurkt en de>partij drooggebla
zen moet zijn.
De gemiddelde blauwindex bij enkele onderwatergewichtgroepen;
landelijk exklusief Flevopolder aantal monsters. Ras: Bintje.
klap het doodgespoten loof, zodat dit niet
tot verstoppingen kan leiden tijdens het
rooien;
laat de knollen na het (vroeg) doodspuiten
minstens 2 weken in de grond afharden;
rooi niet bij bodemtemperaturen onder de 8
a 10 gr. C en wacht na nachtvorst enkele
uren, tot de zon de grond weer wat heeft
opgewarmd (bij lage temperaturen zijn de
knollen veel gevoeliger voor blauw en be
schadiging!);
houdt tijdens het rooien voldoende grond
op de rooiketting en laat deze daarbij zo
langzaam mogelijk draaien;
gebruik bij rooien onder droge omdstan-
digheden geen schudders;
beperk de valhoogten bij het rooien en vul
len van de cellen zoveel mogelijk; tracht
hierbij een max. valhoogte van 30-40 cm
aan te houden;
beperk de snelheid van de transportbanden
tot zo mogelijk 30 m/min., omdat anders de
knollen bij het verlaten van de band een
zodanige snelheid mee krijgen, dat de klap
Onderwatergewicht-
1973
1974
1975
groep
340 gr.
2,3(74
2,7(10
341 -360 gr.
2,8 (166)
2,6(34
3,6 (27
361 -380 gr.
4,2 (293)
4.4(106)
5,3(68
380 - 400 gr.
5.3 (294)
6,3 (204)
7,2(103)
401 -420 gr.
6,6(160)
8,1 (234)
10,4(84
420 - 440 gr.
8,7(47
11,1 (78
12,7(23
440 gr.
6,5(13
20.5 (29
22,7(1
Gemiddeld
4,8(1047)
7,5 (695)
7,8 (306)
De nu reeds vastgestelde hoge onderwatergewichten doen vermoeden, dat de aard
appelen dit seizoen weer behoorlijk blauwgevoelig kunnen zijn. Blauwgevoelige
aardappelen behoeven echter geen blauw te gaan vertonen, indien ze maar op de
juiste wijze worden behandeld.
Als groenten zijn de sperzie- en snijbonen in verse en
verwerkte vorm één van de veel gekonsumeerde tuinbouw-
produkten in de Europese Gemeenschap. Jaarlijks wordt
er van dit artikel meer dan een half miljard liter gesterili
seerd. De diepvriesboon mag zich echter in een toene
mende belangstelling verheugen. In verse vorm worden het
hele jaar door met name sperziebonen aangeboden. Veelal
worden die over grote afstand aangevoerd. Het Europese
seizoen ligt in de zomermaanden. Dan is het aanbod groot
en de prijs laag. Dit jaar heeft het gewas zich slechts matig
kunnen ontwikkelen. De vruchtzetting is niet optimaal
geweest en de kwaliteit laat te wensen over. Het aanbod is
vertraagd op gang gekomen.
E.G. voorraad
Het uitgezaaide areaal kontraktbonen heeft, vergeleken met
andere jaren weinig wijziging ondergaan. Door de lage op
brengsten van de eerste uitzaai leek een uitbreiding van de
nateelt voor de hand te liggen alhoewel dat moeilijk viel te
realiseren. Afhankelijk van de weersgesteldheid wordt er een
oogst verwacht die rond dertig procent kleiner zal zijn dan vorig
jaar. Verlate uitzaai van de nateelt heeft dit beeld zeker niet
kunnen verbeteren.
De te verwerken hoeveelheid zal derhalve belangrijk kleiner zijn
dan vorig jaar. Een gunstig aspekt is dat de verdubbelde bonen
en konserven-voorraad in E.G.verband zeker niet verder zal
oplopen. Vooral sperziebonen worden de laatste jaren in toe
nemende hoeveelheden diepgevroren.
Aan de afzetzijde lijken de prijzen van het verwerkte produkt
aan te trekken. Gezien de oogstraming was dit ook te verwach
ten.
Kontraktteelt
Een voor oppervlakkige lezers enigszins misleidend voorstelling
van zaken, wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek
gegeven als het bij de voorlopige uitkomsten van de mei-telling
jl. een areaal uitbreiding aangeeft van maar liefst 28% bij de
stamsperziebonen, terwijl het kontrakt-areaal met 23% zou zijn
toegenomen. Omdat deze telling het karakter draagt van een
momentopname kan het beeld makkelijk vertroebeld worden.
Het is nl. goed mogelijk dat er dit jaar meer in hoofdteelt is
uitgezaaid dan andere jaren, maar dan wordt dit waarschijnlijk
weer gekorrigeerd door de nateelt. Daarbij komt dat de voor-
raadpositie bij de verwerkende industrie geen aanleiding geeft
tot een dergelijke grote teeltuitbreiding.
De gegevens van het Proefstation voor dé Akkerbouw en de
Groenteteelt in de vollegrond lijken een betrouwbaarder beeld
te geven.
Het kontrakt-areaal zou slechts met 300 ha zijn uitgebreid tot
6630 ha. Door de weersomstandigheden daartoe genoodzaakt is
een klein deel van dit areaal ondergeploegd, zodat men ver
wacht dat er dit jaar van rond 6500 ha op kontraktbasis wordt
geoogst.
Zoals gezegd heeft de bonenteelt hier te lande te lijden gehad
van het slechte zomerweer, terwijl dit gewas juist goed bestand is
tegen warmte. De gevolgen bleven niet uit: de oogst is twee
weken later van start gegaan dan normaal, terwijl de opbreng
sten tot dusver beneden peil zijn gebleven. Enige weken geleden
heeft men een aanvang gemaakt met de pluk van de eerste
gezaaide bonen. Hiervan werd een opbrengst verwacht van 2 a 3
ton/ha. Een zeer kleine opbrengst met daarbij een kwaliteit die
veel te wensen overlaat; kromme, slecht gevulde bonen. Het
gewas dat eind mei uitgezaaid is staat er aanmerkelijk beter
voor. Daar denkt men rond 9 ton/ha vanaf te halen. Hoewel de
nateelt laat is uitgezaaid wordt aangenomen dat het geplande
areaal cok gerealiseerd is geworden. Als de weersomstandighe
den in het naseizoen goed blijven (bv tot begin oktober geen
nachtvorst) dan kan de sperziebonenoogst voor de industrie nog
meevallen. Voorlopig denkt men dat er rond 70% van de pro-
duktie van vorig jaar voor verwerking beschikbaar zal komen.
Als dit bewaarheid wordt dan zal er ca. 45.000 ton verwerkt
worden ('77: 53.000; '76: 40.000).
100 hektare meer
De kontraktteelt van snij- en spekbonen breidt zich uit. Volgens
het PAGV - dat een ruimer kader geeft aan snijbonen dan het
CBS - nam het kontrakt-areeal dit jaar met 10% toe tot 260 ha
('77: 215; '76: 230). De teelt van stok-, snij- en spekbonen breidt
zich uit van 110 ha vorig jaar tot 120 ha heden. Daarnaast is er
sprake van een uitbreiding bij stamsnijbonen en vlezige sper
ziebonen die in de fabriek gesneden worden. De opbrengstver
wachtingen van de verschillende variëteiten liggen volgens het
"Groentenoogstbericht" rond 15% lager dan vorig jaar.
Samenvattend betekent dit dat er in Nederland in totaal een
kleine 7000 ha kontraktbonen worden geteeld, die door elkaar
genomen een produktie zullen opleveren van rond 67.000 ton.
De oppervlakte is derhalve met een paar honderd hektare uit
gebreid, terwijl de oogstverwachtingen duidelijk lager liggen
dan vorig jaar.
Uit vakblad voor de handel in groenten, aardappelen en fruit.
7