D e natuurlijke afsterving van het gewas aardappelen is aan de gang. Het droge weertype van dit moment met noord-westelijke wind versnelt dit proces. Meerdere telers zien nog verlangend uit naar een paar fikse regenbuien in de hoop, dat de opbrengst nog met enkele tonnen zal gaan stijgen. Bij een lage prijs kan een zeer hoge opbrengst nog veel goed maken. Van de andere kant rijst de vraag hoe we bij een natuurlijk afgerijpt gewas met de blauwgevoeligheid komen te zitten. Sommigen tillen hier niet zo zwaar aan en bovendien zijn ze van mening, dat de handel bij de ontvangst de diverse partijen toch niet apart kan houden. Bij hun aankopen kunnen ze echter wel een keuze maken en dan gaat het er om wat de vraag is. De tijd zal het leren wat de extra mooie aardappelen van deze oogst zullen gaan opbrengen. Nu de kwaliteit zo bijzonder goed is zullen we er reklame voor moeten gaan maken. De konsumptie kan nog met vele procen ten stijgen. M omenteel is de stro-oogst nog in volle gang. De kg-op- brengst is goed en op percelen waar geen C.C.C. is gebruikt, ligt ongekend veel stro. Slechts tegen afbraakprijzen kunnen we het I n eerste instantie was hun streven gericht op opbrengsten van 10 ton tarwe per ha en ook wij hebben daar in geloofd. Een gevaar van deze topopbrengsten is wel, dat de bedrijfsbeëindi ging door de oudere garde wat in de knel kan komen. Na slechte prijzen en dito opbrengsten is de uittocht volgens de statistieken veelal groter en dus kan de moderne graanteelt in deze juist averechts werken. Ook de gewasbescherming in de tarwe schijnt wat vreemd gewerkt te hebben. De oogstdata zijn met ongeveer drie weken verlaat en het stro bleef als maar groen. Vele maai dorsers hebben daar zwaar van te lijden gehad en grote repara ties zijn er het gevolg van geweest. Het geduld raakte op en zo stak de ene boer de ander wat aan en daardoor zijn er wel wat percelen te vroeg geoogst. Grote verschillen in rijpheid waren er te bespeuren en daar werden meerdere oorzaken voor genoemd. Men dacht aan de zaaitijd, de voorvrucht, de stikstofgift, het min of meer toepassen van diverse gewasbeschermingsmiddelen en de raseigenschappen. Iedere teler giste maar. doch kwam tot de konklusie. dat hij het antwoord niet wist. Vorige herfst is al vroeg een tarwe-voorlichtingsavond belegd en ook nu is daar grote behoefte aan. Alles zit nog fris in ons geheugen en daarom willen we er over praten en ook de proefveldresultaten graag vernemen. Graanoogst vlot verlopen zonder veel droogkosten Je laat een veehouderijbedrijf zo maar niet alleen! 5000 tot 6000 kg gerst per ha was normaal! Goede kg-opbrengsten Aardappelconsumptieprodukten in Duitsland De gehele oogst van de granen is dit jaar in West-Zeeuws Vlaanderen vlot verlopen. Dreigde eerst door het alsmaar slechte weer allerlei mogelijke problemen te ontstaan; het weer werd de tweede helft van augustus dermate gunstig en stabiel, dat slechts weinig percelen zijn geoogst met een te hoog vocht gehalte. Geen noemenswaardige droogkosten en ook geen schot dus. De kwaliteit moet over het algemeen bevredigend zijn. Dit geldt eveneens voor de brouwgerst. Daar kwaliteit bij de granen (uitgezonderd misschien gerst) niet zo'n erg grote invloed heeft op het saldo, is de toch wel onverwacht bijzonder goede kg-op- brengst van meer financiële betekenis. Zoals elk jaar lopen deze opbrengsten van perceel tot perceel en van ras tot ras nogal sterk uiteen, maar gemiddeld genomen mogen we spreken van hoge kg-opbrengsten. Deze overschrijden voor wintertarwe zelfs de 7000 kg, voor haver rond 6000 kg en voor zomergerst en -tarwe tegen de 6000 kg aan. Alhoewel het weer tijdens de korrelvulling meestal koel en weinig zonnig was, waardoor de gewichtstoename per dag aan de lage kant, is door de lange periode de opbrengst toch op een zeer hoog niveau gekomen. Wij hebben de indruk dat de tarwerassen van zuidelijker af komst (o.a. de Franse rassen) in opbrengst niet goed meekunnen met de meeste Nederlandse rassen. Van echte uitschieters naar boven hoor je bij deze rassen veel minder. De opbrengst is van vele externe faktoren afhankelijk. Het gevolg is, vaak erg grote verschillen van perceel tot perceel, en zelfs grote verschillen binnen één perceel. Een verklaring hiervoor weet men veelal achteraf wel te vinden. Als we nu trachten de gemaakte fouten in volgende jaren te voorkomen, dan zit het erin dat we steeds korter bij de reeds voor iedereen bekende "10-ton" tarwe per ha gaan terechtkomen. Overigens wordt dit getal voor de praktijk steeds geloofwaardiger, omdat enkele percelen tarwe de 9000 kg reeds hebben gepasseerd. Goede opbrengsten dus,, maar verge ten we niet dat alleen al de gewasbescherming veel kosten met zich meebrengt. We zijn erg benieuwd naar de uitslagen van de rassen- en de ziektenbestrijdingsproeven, dit i.v.m. de rassen- keuze voor de volgende oogst. We hebben wel ervaren dat meerdere rassen per bedrijf het veiligst is. Als gevolg van de lage stroprijzen wordt er vrij veel stro gehak- seld. Het is een goede organische stofvoorziening, en veel van onze gronden kunnen het goed gebruiken. Vlas is ook dit jaar weer tot lage opbrengsten gekomen. De rijp te oogsten erwten vallen niet tegen. Ook karwij was goed. Maar anders is het met het blauwmaan; een gewas wat in ons gewest de laatste jaren erg in de belangstelling staat. Veel percelen blijken te zijn aangetast door zgn. verdorringsziekte en/of de larven van de blauwmaanzaadgalwesp. Een indikatie is beslist niet alleen de legering. Chemische bestrijdingsmogelijkheden zijn er nog niet. Voorlopig schijnt vooral van belang dat we het stro zo volledig mogelijk verbranden, opdat de aantastingen volgend jaar beperkt zullen kunnen blijven. "Voor uw budget en voor uw lijn, kan de aardappel d'oplossing zijn". Hier dan weer eens een levensteken uit de Kempen en ergens voelt schrijver dezes zich gevleid dat blijkbaar toch de praatjes om het praktijk-gebeuren in dit blad op prijs worden gesteld. Bedankt redaktie en lezers voor die aanmoediging in het laatste Z.L.M.-blad en sorry, dat ik 't even heb laten zitten. We hopen er weer iets van te maken en 't is prettig als je voelt dat er ergens kontakt is. Dit alles wil niet zeggen dat er in de Kempen in die tijd niets gebeurd is. Op dit moment ervaar ik 't zelfs als een moeilijkheid, "waar" te beginnen. En dan die steeds terugkerende vraag: "Wat kan nu wel binnen die rubriek uit de Praktijk en wat niet?" Gezin, het land, het vee, de school en nu bijvoorbeeld de va- kantietijd er is eigenlijk zoveel praktijk van het dagelijks leven dat de praktijk op de boerderij beïnvloed, dat ik 't er op waag dit alles wat ruim te nemen. Vertrouwend op de vingers getikt te worden als er te veel onzin aan dit papier wordt opgedrongen, komen we misschien nog wel eens toe aan een vruchtbare ge- dachtenwisseling. Vandaar dat het fijn is, weer te mogen starten, hoewel, eerlijk is eerlijk, de vakantie was ook erg fijn. Gelukkig zien steeds meer agrariërs kans zich voor korte of langere tijd eens van het bedrijf los te maken. Toch zijn er ook nog veel waarvoor dit biet is weggelegd. De gebondenheid vooral aan het melkvee, mmakt dat de veehouder dit echt niet zo rustig aan anderen kan of wil overlaten. Tel het tegenwoordig allemaal maar eens bij elkaar - een foutje met de melktank - een onverwachte geboorte - een kalfje van rond J' 600,— dat het net niet haalt. Zou dit ook één van de oorzaken zijn die de toekomstontwik keling van de melkveehouderij zal gaan beïnvloeden? Immers in het Campina-gebied overwegen 1500 boeren de melkveehouderij te staken. Aannemend, dat hier natuurlijk een gedeelte normale afvloeiing bij is, duikt toch de vraag op wat het andere percentage vee houders zal gaan doen? Was het al niet in 1975 dat de land- bouwkonsulent ir. Crijns bij het samenstellen van een struk- tuurnota voor de komende jaren waarschuwde: "Brabant zit vol met varkens en kippen!" Hoe zal de praktijk voor deze groep kollega's er in de komende jaren uitzien? Mogelijk dat Prinses Beatrix en Prins Claus ook deze problemen \WWivV - -Xv N -V N C-TW De veehouderij draait op het ogenblik tot volle tevredenheid. stro nog maar amper kwijt en het lokt ook niet om het zelf in de schuur op te slaan. De kosten van persen en op de vrachtauto leveren komen er niet uit en zelfs alleen maar hakselen is al te prijzig. Het nevenprodukt stro is dus eigenlijk een noodzakelijk kwaad. Voor de grondbewerking en voor het spuiten van de stoppels moet het van het land. Welke waarde het kan hebben voor de organische stofvoorziening van de grond is bekend en of het te ruilen is met mest van de mestbank in een naburige provincie is nog een vraag. Misschien zien we nog andere mo gelijkheden over het hoofd en daarom zou een studie in deze zeer zeker op zijn plaats zijn. De opbrengsten van de granen zijn nu bekend. Wintergerst heeft zomergerst overtroffen, maar de wintertarwe is glansrijk de kampioen. Opbrengsten van tarwe van 9 Vi ton per ha worden er genoemd en dat is niet mis. Alle huldedaaromaan de voor lichtingsdienst voor hun adviezen welke mede hebben geleid tot deze prima resultaten. tijdens het werkbezoek dat zij aan de Kempen brachten onder kend hebben. Verheugend deze Koninklijke belangstelling voor onze streek, waarbij de nadruk niet op de problematiek rond de "kleine kernen" en "hoe houden we de Kempen groen?". Hierbij zal het aan de boeren niet liggen, het is op 't moment nog groen van de mais. Hoewel wat warmte en regen zou erg wel kom zijn en de opbrengst ook voor 't grasland nog ten goede komen. Na de werkzaamheden aan de graanoogst halen we in de West hoek even adem. 't Was ook zo laat dit jaar voor we met de witte oogst konden beginne;n. Dat "late" mocht hem echter niet de ren. Want niet alleen, dat we zonder enig oponthoud de oogst konden afwen, ook de opbrengsten waren prima. Zowel gerst als tarwe gaven een geweldig beschot. Opbrengste' van tarwe van meer dan 8000 kg per ha kwamen voor. Wij vinden dat erg hoog! Ook de gerst kwam goed uit de bus maar daar lagen de op brengsten zo tussen de 5000 en 6000 kg per ha. Ook de gelegerde gerst met flinke doorwas, kwam goed tot zijn recht. Als het meevalt blijft het meestal meevallen. Met het stro viel het met de kilo's ook mee. Niet echter met de afzet. Zo hier en daar bleef er nogal een percee met stro liggen. De een zette de rode kam erin, terwijl de ander er met een hakselmachine doorreed. Voor beide methodes valt wat te zeg gen, wij geven aan de laatse. methode toch de voorkeur' Nu vlug proberen om de stoppelbe werking ook nog tot zijn recht te laten komen, dat is al van belang voor volgend jaar en wanneer het niet voldoende meer lucht dan zeker toch wel een chemische bestrijding toepassen. De aardappeloogst en zelfs de bietenoogst zullen snel gaan beginnen. Hoewel het er aanvankelijk op leek, dat de aardap pelen wat kilo's betrof een topper zou worden. Het komt ons nu toch voor, dat de laatste 5000 kg per ha er net niet zullen komen, 't Is nog maar de vraag waar we beter mee zijn. Ons streven is er altijd opgericht om in de eerste volle week van september te gaan rooien. Meestal lukt dat niet, ook dit jaar zal het wel niet precies lukken. We moeten ons echter wel realiseren' dat het aantal rooibare dagen beperkt is. Zoals de laatste proefrooiingen uitvielen, moeten we met de bieten op geen rekordo?gst rekenen De bieten kunnen echter best nog wel wat groeien. De gele plekken die we een maand geleden in grote getale in onze velden zagen zijn wel wat weg getrokken. Nogmaals op een rekordoogst valt niet te rekenen. Wat we wel weten is, dat er in september en oktober weer heel wat moet gebeuren, en dat betekent de zaken goed aanpakken als 't kans geeft. Mooi weer moet in de landbouw goed benut worden! Omstreeks half augustus werd een eerste begin gemaakt met de oogst van de granen opSch-Duiveland. De weersverbetering was zodanig, dat spoedig volop gedraaid werd. De eerste helft van augustus waren er nog al problemen met de oogst van het Engels raaigras. Het weer hielp niet mee, maar ook doorwas in het zware gewas gaf problemen om van stam te kombinen. Er moest eigenlijk eerst gezaaid worden, dit jaar. Door de weersverbete ring ging het kombinen van het in het zwadliggende graszaad beter. Ook het persen van het graszaadhooi verliep vlot. Zaad opbrengsten waren goed en ook veel hooi. Tegelijk hierna werd alles ingezet voor de graanoogst. Eerst nog schoorvoetend (late rijping), maar in het verloop van de derde week volop. Bij het begin van de 5e week van augustus kunnen we zeggen dat nog wat restanten gedraaid moeten worden wat de opbrengst van de wintertarwe betreft kunnen we hier goed tevreden zijn. 8 ton p/ha en en meer zijn niet zeldzaam. Als we over een gemiddelde moeten spreken, zou het ioch kunnen zijn dat we hier omstreeks de 9 ton p/ha uitkomen. De zomergerst heeft ook goed gegeven en gemiddeld zitten we hier bij de 5000 kg p/ha. De stro-oogst is tot nu toe vlot verlopen. De stro-prijzen zijn niet best. Er is hier nogal wat stro gehakseld. De haver is er allemaal nog niet af, maar ook hier wel een goede kg-opbrengst. Van de schokkers is nog weinig gedorsen. Enkele percelen worden van stam ge- kombined, maar het meeste is wel op ruiter gezet. Hoe de op brengst zal zijn is nog niet te overzien, maar zal sterk uiteenlo pen met een gewoon gemiddelde. Bij de zaaiuien zijn naast zware, reeds sterk gestreken, percelen ook nogal wat bonte per celen (struktuur). Bolvorming over het geheel goed, zodat we een goede kg-opbrengst verwachten. Bij de bruine bonen is de stand over het geheel niet best. Zuurstofgebrek heeft op vele percelen verrotte plekken doen ontstaan. Ook bij de suikerbie ten komen plaatselijk struktuurproblemen voor. (gele plekken - banen). Vergelingsziek is niet van betekenis. Bij de aardappelen zijn vele percelen aan het afsterven. Toch zijn op dit moment nog niet veel aardappelen doodgespoten. Voor een goede ar beidsverdeling zal het toch noodzakelijk zijn, dat daarmee niet lang meer gewacht zal worden. Jammer is, dat de prijs nu reeds op een veel te laag niveau is terecht gekomen. De kg-opbrengst zal groot zijn en met een grove sortering. Het onderwaterge wicht is voor Bintje al vrij hoog' dus t.a.v. het rooien is het opletten. Zorg voor een goed afgehard produkt en neem alle vereiste maatregelen bij het rooien om een zo goed mogelijk produkt te oogsten. A.s. zaterdag zijn de Proxinciale ploegwedstrijden in de W.P. Schouwen-Duiveland zal met 5 deelnemers vertegenwoordigd zijn. Volgens een mededeling van de Landwirtschaftskammer Mün- ster werden in het gehele gebied van de Bondsrepubliek in 1977 rond 20% van de geoogste aardappelen verwerkt tot aardappel consumptieprodukten. Dat komt overeen met een hoofdelijk verbruik aan aardappelen in de vorm van consumptieprodukten van rond 20 kg. Het verbruik aan verse aardappelen dat rond de 60 kg per hoofd per jaar bedraagt stabiliseert zich momenteel. Aan de daling is een einde gekomen en men bespeurt hier en daar zelfs een zekere toeneming van het verbruik. Hier speelt uiteraard ook de prijs een rol. 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 5