caravan
zuidelijke landbouw maatschappij
OPENINGSREDE VOORZITTER IR. D. LUTEIJN
ALGEMENE VERGADERING
11 tyhi 17 DECEMBER
VRIJDAG 5 DECEMBER 1975
63e Jaargang - No. 3309
land- en
tuinbouwblad
Op dinsdag 21 oktober overleed te Goes de heer C.
Philipse op de respectabele leeftijd van 84 jaar. De heer
Philipse, geboren te 's-Heer Arendskerke, heeft het groot
ste gedeelte van zijn werkkracht steeds in dienst gesteld
van de gemeenschap. Zowel op kerkelijk en politiek ge
bied, als binnen de landbouw. Zo was de heer Philipse
van 1939 tot 1962 lid van Gedeputeerde Staten van Zee
land. Binnen het georganiseerde landbouwbedrijfsleven
heeft de heer Philipse met namé vele funkties in de vee-
houderijsektor vervuld. Als deskundige en lid van de
Grondkamer was hij zeer nauw betrokken bij de herver
kavelingen in Zeeland.
De heer Philipse was één van die ZLM leden die bin
nen de organisatie nooit te zeer op de voorgrohd is ge
treden, maar niettemin voor de land- en tuinbouw èn onze
organisatie toch zeer veel heeft betekend. De ZLM heeft
dat op 29 juni 1964 tot uitdrukking gebracht door hem te
benoemen tot ere-lid. Mogen wij in de heer Philipse ook
al diegenen uit ZLM-kringen herdenken die ons het afge
lopen jaar zijn ontvallen. Ik verzoek u daartoe op te staan
en enige ogenblikken stilte in acht te nemen. Moge hij in
vrede rusten". Aldus voorzitter ir D. Luteijn bij de aan
vang van de algemene vergadering.
De voorzitter zegt zeer verheugd te zijn, dat zoveel
leden ruim 440, waaronder vertegenwoordigers van 73
afdelingen de tocht naar Bergen op Zoom hebben wil
len maken om deze vergadering mee te maken.
De voorzitter zegt reeds veel bekenden, die vrijwel nooit
op de ZLM-vergaderingen ontbreken, tevoren al te heb
ben begroet en wil zich daarom gaarne beperken met een
speciaal welkomstwoord tot degenen, die voor de eerste
maal op de algemene vergadering der ZLM aanwezig zijn.
In de eerste plaats verwelkomt de voorzitter de heer
M. J. van Rooijen, Staatssecretaris van Financiën, die op
deze vergadering een ongetwijfeld belangrijke inleiding
zal houden. Het heeft ons zeer verheugd, aldus de voor
zitter, dat u zich zo spontaan bereid hebt verklaard een
spreekbeurt op een vergadering als deze te willen hou
den. Het is ons allen bekend, dat u ook landelijk midden
in grote problemen zit, die veel van uw werkkracht vergen
en daarom is het zo prettig, dat u reeds vanaf de opening
aanwezig hebt willen zijn.
Wij hebben kunnen constateren, afgaande op vele
spreekbeurten, die u ook voor agrarische kringen hebt ge
houden, dat u de landbouw een warm hart toedraagt en
dat u goed op de hoogte bent van de problemen, waar
mede de land- en tuinbouw hebben te maken.
De voorzitter richt zich vervolgens tot de heer dr C.
Boertien, Commissaris der Koningin in Zeeland, die even
eens voor de eerste maal in staat is de ZLM-vergadering
bij te wonen. Hoewel u nog maar nauwelijks een jaar ge
leden werd benoemd, komt het ons reeds voor of we u
reeds veel langer kennen als „een van ons". Wij spreken
gaarne de hoop uit, dat u als eerste burger van Zeeland
nog in staat zult zijn vele vergaderingen en hoogtijdagen
van de ZLM te kunnen bijwonen.
Een hartelijk woord van welkom richt de voorzitter tot
de heer drs L. J. M. van de Laar, burgemeester van Bergen
op Zoom. Het is ons bekend dat u deze dag nog enkele'
vergaderingen hebt en zeer druk bezet zijt. Het verheugt
ons temeer, dat u nog even tijd hebt kunnen vinden om
een gedeelte van onze vergadering mee te maken.
Hierna verwelkomt de voorzitter de heer ir L. Eelkema,
de nieuwe H.I.D. voor de Landinrichting in Zeeland, die in
deze funktie voor de eerste maal weer aanwezig is bij de
ZLM en voorts de heer mr J. Oggel, de nieuwe secretaris
van de ZLM, voor wie dit ook de eerste algemene verga
dering is.
Naast bijzondere woorden van welkom tot de vertegen
woordigers van de pers richt de voorzitter zich tot de
nieuwe leden van de ZLM, voor wie dit eveneens de eer
ste maal is, dat zij een algemene ZLM-vergadering bijwo
nen. Het is zeer verheugend, aldus de voorzitter, dat dit
jaar weer vele nieuwe en vooral ook jongere leden zijn
toegetreden.
De voorzitter meent zijn welkomstwoorden dan ook niet
beter te kunnen afsluiten dan deze groep nieuwe leden
speciaal te begroeten. In deze wereld volgen de genera
ties elkaar nu eenmaal onverbiddelijk op en dat geldt
evenzeer voor het ledenbestand der ZLM. De voorzitter
is van mening, dat juist daarom na 132 jaar ZLM nog
steeds geconstateerd kan worden, dat de ZLM nog niets
van haar veerkracht en haar élan heeft verloren.
PEN slecht boerenjaar is nog geen slecht boeren-
leven". Met deze woorden trachtte vorig najaar
één onzer kringbesturen haar in de modder ploeterende
leden wat moed in te spreken. Of velen aan dit gezegde
gedurende die moeilijke maanden hebben gedacht, weten
we niet. Dat bijna allen het toch weer hebben klaarge
speeld zich als boer en tuinder te handhaven weten we
intussen wel.
Juist omdat we hebben kunnen waarnemen met hoeveel
lichamelijke en geestelijke inspanningen dat vaak ge
paard is gegaan, is het des te verheugender te kunnen
konstateren dat het verloop van de oogst in 1975 bewijst
dat er op het pad van de boer tussen de vele doornen
toch ook nog geregeld een roos te vinden is. Na de nog
sombere perspectieven in dit prille voorjaar, hebben im
mers het weer en zeker ook de ontwikkeling van een aan
tal prijzen ervoor gezorgd dat velen in land- en tuinbouw
met weer wat meer vertrouwen de toekomst tegemoet
zien.
Ik deel dat vertrouwen volledig voor zover het de be
reidheid van de boeren- en tuindersgezinnen betreft om
zelf hard voor die toekomst te werken. Ik kan helaas dat
vertrouwen niet delen op basis van het beleid wat in na
tionaal en Europees verband door de overheid voor de
land- en tuinbouw wordt gevoerd. Daarvoor vertoont dit
beleid nog te grote tekortkomingen.
Ook de zeer recent door het L.E.I. opgestelde prog
noses omtrent de bedrijfsuitkomsten in akkerbouw en
veehouderij onder normale omstandigheden geven weinig
aanleiding tot optimisme. Zeker indien we daarbij in aan
merking nemen dat met name voor grond en gebouwen
de kostencalculaties van het L.E.I. aan de zeer voorzich
tige kant zijn. Een door het Hoofdbestuur ingestelde werk
groep heeft dat in een uitstekend rapport nog eens duide
lijk aangetoond.
Wij kunnen als georganiseerde landbouw dan ook niet
genoeg herhalen dat er fundamenteel nog volstrekt on
voldoende verbeteringen in het landbouwbeleid zijn door
gevoerd.
(Zie verder pag. 8)
pag. 12 -13
In dit No.
Hoofdbestuur
vergaderde pag. 3
Uit de praktijk
pag. 5/6
Akkerbouw nu
pag. 7
Inleiding
Staatssecr.
Van Rooijen
pag. 9/11
Jf? Mechanisatie
nieuws pag. 15/17
Tuinbouw
pag. 19
Voor de Vrouw
pag. 23