INTERNATIONAAL OVERZICHT
GEDULD
RAAKT OP!
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1975
63e Jaargang - No. 3292
ONS COMMENTAAR
De op verschillende plaatsen in Zeeland gehouden fokveedagen zijn weer achter de rug. Op pagina 6
en 7 zijn korte verslagen van de Bevelandse en Thoolse fokveedag opgenomen. Daaruit blijkt dat de
belangstelling van andere veehouders dan de inschrijvers eerder af dan toeneemt, zodat bezinning over
de verdere toekomst van deze dagen gewenst lijkt. De foto is van de Toggenburger bok Jan Dirk van
J. D. Lindenbergh te Schore die op de Bevelandse fokveedag 1975 kampioen werd.
I N de maand juli heeft het internationaal agrarisch
qieuws zich toegespitst op de vrij onverwachte
grote graanaankopen van de Sovjet-Unie en rond de
tarwe en de wijn in de Europese Gemeenschap. Laten
wij de moeilijkheden van produktie, destillatie en afzet
van wijn en daaruit te brouwen alcohol buiten beschou
wing, dan is weer eens duidelijk aangetoond welk een
grote rol de granen en daarbij dan weer het broodgraan,
de tarwe spelen in het leven van de mensen hier op aar
de.
Een groot deel van de honger en de ondervoeding in
de onderontwikkelde landen is te wijten aan een onvol
doende graanproduktie in eigen land en aan onvoldoen
de koopkracht lees werkgelegenheid om graan te
kopen in de grote graanproducerende landen. Juist door
het gebrek aan koopkrachtige vraag is de prijs in de
graanproducerende landen dan weer niet voldoende aan
trekkelijk om de produktie uit te breiden. En zo draaien
wij nu al lang in een kringetje rond, waarbij de laatste
jaren de georganiseerde voedselhulp van de wereldvoed
selorganisatie van de Verenigde Naties, de F.A.O. voor
enig soelaas zorgt, maar geen werkelijke oplossing biedt.
Dat zou slechts een wereldaccoord tussen producenten-
landen, koopkrachtige afnemerslanden en ontwikkelings
landen zijn, waarin garanties voor produktie, prijzen, af
zet en financiering van tijdelijke overschotten en van
buffervoorraden zijn opgenomen. En waaraan men zich
ook houdt! Maar van een dergelijke ideale toestand zijn
wij nog ver verwijderd in een wereld, waarin men veel
meer aandacht schenkt aan de onderlinge politieke twis
ten dan aan welvaart en welzijn van de volkeren. Over
een internationale tarwe- of graanovereenkomst wordt
nauwelijks meer gesproken!
Mr. J. F. G. SCHUNGEMANN
IJ IT de gang van zaken gedurende de laatste jardn
op het wereldgraanfront valt in ieder geval op te
maken, dat de Sovjet-Unie en ook China wel voldoende
koopkracht op internationaal gebied bezitten om bij een
optredende tijdelijke graantekorten aan te vullen.
De eerste zeer grote aankopen werden in 1972 gedaan
in Canada, maar vooral ook in de Verenigde Staten van
Amerika, dat niet lang tevoren de belemmeringen voor
export naar Rusland had opgeruimd. Een zeer slechte,
tegenvallende oogst was de direkte aanleiding voor deze
Sovjet-aankopen, die mede oorzaak waren tot een sterke
vermindering van de tot op dat ogenblik prijsdrukkende
voorraden in Amerika. En tevens als oorzaak, hetgeen
voor West-Europa van belang was, tot een wegvallen
van de scherpe Amerikaanse eisen aan de E.E.G. tot het
aankopen van meer graan, dat Europa niet nodig had.
Er ontstond mede door geen al te grote oogsten in
de jaren na 1972 zelfs een situatie, waarbij de wereld
voorraad tarwe zo laag was, dat èn de prijzen sterk om
hoog gingen èn de direkteur-generaal van de F.A.O.de
Nederlander Ir. Boerma, de grote bezorgdheid van zijn
organisatie over de ontstane wereldvoedselsituatie meer
malen uitsprak.
INMIDDELS zijn èn in de U.S.A. en in Canada zo
wel de oppervlakten met tarwe ingezaaid veel gro
ter dan vorige jaren, als de vooruitzichten voor de op
brengsten veel gunstiger, zodat men om ons tot de Ver
enigde Staten te bepalen op een 22 hogere tarwe-
produktie en met een 30 hogere maisopbrengst re
kent.
(Zie verder pagina 2)
LIET is alweer ruim een
jaar geleden dat
boeren en tuinders mas
saal de straat op gingen
om voor verbetering van
hun op dat moment onge
kend moeilijke positie te
strijden.
Wie vandaag de dag de
situatie in land- en tuin
bouw beziet moet konsta
teren dat er van een we
zenlijke positieverbetering
in vergelijking met vorig
jaar helaas nog geen spra
ke is.
Wel zijn er een paar
maatregelen genomen,
doch deze waren tot nu toe
totaal onvoldoende om
zelfs maar de voortgaande inflatoire kostenstijgingen op
te vangen, laat staan een deel van de achterstand in te
halen.
Dat het deze zomer nog niet opnieuw tot massale pro-
testakties is gekomen, is dan ook zeker niet het gevolg
van een beter landbouwbeleid, maar valt grotendeels te
verklaren uit een gelukkig wat vriendelijker beeld die
de prijzen van een belnagrijk aantal vrije produkten te
zien geven gevoegd bij, n* de zeer sombere verwachtin
gen, een wat meevallende stand der gewassen.
Dat betekent overigens geenszins dat de land- en tuin
bouw het verder uitblijven van structurele verbeteringen
in het boeremnkomen zal accepteren.
Wij wachten dan ook met toenemend ongeduld op die
beleid8daden, die betere boerenprijzen voor de gegaran
deerde produkten mogelijk maken en die daarnaast de
druk van belastingen en sociale lasten aanzienlijk kun
nen verlichten. Het is goed dat men in Brussel en Den
Haag terdege beseft dat naarmate het langer duurt voor
dat aan deze rechtvaardige eisen wordt tegemoet aeko-
men, dan wel dat direkte inkomensverhogende maatre
gelen uitblijven, de dag van nieuwe boerenakties steeds
naderbij komt
TARWE
TN dat kader bood helaas de laatste bijeenkomst van
de Raad van E.G.-landbouwministers weer weinig
perspectief. IntegendeelI
Moet het debat van dit najaar over het eventueel in
voeren van een eigen verantwoordelijkheid van de pro
ducent ten aanzien van het ontstaan van zuivelvoorraden
al met weinig vertrouwen tegemoet gezien worden, nog
veel bonter maakte de ministerraad het ten aanzien van
het (zachte) tarwebeleid.
Wij willen hier duidelijk stellen dat indien het nu ge
nomen principe-besluit voor 1976/77 in de praktijk zou
betekenen dat het overgrote deel van onze tarwe op de
voerprijs gedrukt zou worden, dit volstrekt onaanvaard
baar is. Zeker nu ook dit jaar weer blijkt dat de z.g.
zeer produktieve tarwerassen in de praktijk toch weer
geen stand lijken te houden.
Verheugd zouden we kunnen zijn met het besluit om
voor dit seizoen een bijmengingspremie voor tarwe in te
stellen. Ware het niet dat men onder het motto van „de
vooruitzichten zijn nog zo onzeker en er doen zich be
paalde ontwikkelingen op de wereldmarkt voor", deze
premie voorlopig op nul heeft gesteld. Wij vinden dit wel
erg gezocht om met de mond de boer gelijk te geven,
maar intussen de financiële konsekwenties niet te wil
len aanvaarden.
Al met al zit de tarwe nog steeds duidelijk in de hoek
waar de slagen vallen ën wordt de keuze voor een uit
vruchtenwisselingsoverwegingen toch gewenst redelijk
areaal wintertarwe er niet eenvoudiger op!
LUTEIJN.
In dit nummer o.m.:
Tarweprijzen en
Tarwekwaliteit Pagina 3
De maand augustus
op het Zuid-Westelijk
landbouwbedrijf
Pagina 8/9
Graslandverbetering
Pagina 6/7
Tuinbouw
Pagina 10/11
Voor de vrouw
Pagina 15