STRUKTUURBELEID AANPASSEN
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 23 MEI 1975
63e Jaargang - No. 3282
Door het ontwikkelen van gemechaniseerde oogstmethoden bij vlas, waardoor dit gewas ook arbeids-
organisatorisch op een goed geleid modern akkerbouwbedrijf zou passen en door het verstrekken van
een vlasteelt- en zaailijnzaadtoeslag wordt getracht het vlas weer een vastere plaats in het bouwplan
te laten innemen. Een plaats die dit gewas zowel bouwplan- en als produktietechnisch zeker toekomt.
De laatste jaren is ijverig door onderzoekinstellingen en bedrijfsleven naar arbeidsbesparende vlas
oogstmethoden. Bij het Proefstation voor de Akkerbouw is een publikatie verschenen waarin een over
zicht wordt gegeven hetgeen er op dit gebied is bereikt (pagina 10 en 11).
ONS COMMENTAAR
■W"OORAL gedurende het laatste half jaar is er zowel
binnen het landbouwbedrijfsleven als bij de over
heid hard nagedacht over het de laatste jaren gevoerde
ontwikkelingsbeleid voor land- en tuinbouw. Het Land
bouwschap heeft naar aanleiding hiervan een nota ge
produceerd, waarin een reeks van voorstellen tot ver
beteringen worden gedaan. In recente intervieuws heeft
minister Van der Stee duidelijk laten blijken dat van
markt- en prijsbeleid en fiscale maatregelen in feite min
der heil te verwachten valt dan van een effektief struk-
tuurbeleid. Betekent dit nu dat prijsaanpassingen en het
wegwerken van fiscale onrechtvaardigheden in de komen
de tijd op de achtergrond zyllen geraken en dat alle aan
dacht gericht zal worden op een beter struktuurbeleid?
Ongetwijfeld zou dit Brussel t.a.v. de prijsaanpassin
gen niet onwelkom zijn. Wat daarnaast fiscale maatrege
len door onze nationale overheid betreft, moeten we kon
stateren dat met name in de onlangs verschenen inko
mensnota toch ook met zoveel woorden wordt aange
geven dat er wat voor de zelfstandigen moet gebeuren.
De vraag blijft natuurlijk of mooie woorden nu ook snel
in daden omgezet worden.
Het blijft dan pok zaak om in de komende weken met
alle kracht de noodzaak van een aangepast prijs- en fis
caal beleid naar voren te brengen en niet met alleen wat
veranderingen ten aanzien van het struktuurbeleid genoe
gen te nemen. Overigens blijft natuurlijk een goed wer
kend struktuurbeleid, zeker op de wat langere termijn be
zien, van onschatbare waarde.
IEDEREEN HELPEN
"\A7AT wil het georganiseerde bedrijfsleven, in dit ge
val het Landbouwschap, nu aan het struktuurbe
leid voor land- en tuinbouw veranderen?
Kort gezegd een zodanige beleidsombuiging dat niet
slechts een kleine selecte groep van allerlei stimulerings
maatregelen kan profiteren, maar in feite alle boeren die
de eerstkomende tijd boer (willen) blijven. Tot nu toe was
het zo dat vooral de melkveehouderij en ten dele ook de
glastuinbouw via met name het rentesubsldiebeleid in be
langrijke mate werden geholpen. Overigens alleen die be
drijven die in korte tijd een zeer grote sprong voorwaarts
konden of wilden maken. Alle andere bedrijven in deze
sectoren, alsmede praktisch de totale akkerbouw, fruit
teelt en veredelingssektor kwamen zelden voor rente
subsidie in aanmerking en moesten het met enkele in
cidentele regelingen doen.
Het Landbouwschap doet in zijn nota nu een aantal
voorstellen voor een totaal struktuurbeleid waar ieder
bedrijf naar gelang zijn eigen specifieke omstandigheden
gebruik van kan maken.
Daarbij wordt er naar onze mening in feite van uitge
gaan dat in de eerstkomende jaren zeker geen afvloeiing
op grote schaal uit de land- en tuinbouw zal plaatsvin
den. Dit in tegenstelling tot wat in sommige commenta
ren wel wordt gesuggereerd. Vermindering van het aan
tal bedrijven zal zich ook volgens ons vooral voltrekken
via het proces van natuurlijke afvloeiing. Het verdwijnen
In dit nummer o.m.
Akkerbouwnieuws
Pagina 4
Stikstofbemesting
op granen 1975
Pagina 5
Fluorschade in
Kanaalzone en Sloegebied
Pagina 6
Electriciteit op het
melkveehouderijbedrijf
Pagina 7
Rond het uitplanten
van spruitkool
Pagina 10-11
Tuinbouw Pagina 13
van bedrijven dus omdat er geen opvolger is. In dit ka
der is het van het grootste belang dat de landbouw-
schapsvoorstellen om een beëindigingsregeling op ter
mijn in te voeren zo snel mogelijk worden verwezenlijkt.
Immers via beëindiging op termijn kunnen vele bedrijven
wel van een aantal beëindigingsvergoedingen gebruik
maken zonder dat direkt het totale bedrijf moet worden
afgestoten.
INVESTERINGSBIJDRAGE
WOORGESTELD wordt voorts de voorwaarde om
voor rentesubsidie in aanmerking te komen aan
zienlijk te verruimen, zodat meer bedrijven hiervan ge
bruik kunnen maken.
Daarnaast worden een aantal regelingen voorgesteld
ter opheffing van knelpunten waar elk bedrijf gebruik van
zou moeten kunnen maken. Zoals energiebesparende in
vesteringen, milieuvoorzieningen, particuliere cultuur
technische werken en boerderijverplaatsing om redenen
van openbaar nut. Is er op deze punten weinig verschil
van mening binnen overheid en bedrijfsleven, de discus
sie spitst zich in wezen toe op een aanvullend beleid voor
öl die bedrijven die toch niet van de rentesubsidie ge
bruik kunnen maken en ook niet willen beëindigen. In
feite is dit verreweg de grootste groep bedrijven. Wij
dachten dat een zo eenvoudig mogelijk opgezette perma
nente regeling voor een bijdrage in de investeringen on
dermeer in gebouwen -f inrichting, naast voortzetting
van een bijdrageregeling voor particuliere cultuurtech
nische werken hier de meeste mogelijkheden biedt. In
elk geval moet een dergelijke regeling de bedrijven in
staat stellen zich desgewenst geleidelijk aan te ontwik
kelen en niet in één klap zoals bij de rentesubsidie.
Te veel voorwaarden vooraf, zodat weer grote aantal
len bedrijven er buiten vallen, moeten worden vermeden.
Niet „Den Haag", maar de bóer zelf moet kunnen be
palen of hij zijn bedrijf wil en kan voortzetten. Daarbij
spelen dan ook andere overwegingen dan kale statis
tische gegevens omtrent bedrijfsomvang e.d. terecht een
belangrijke rol.
RUILVERKAVELING
TOT nu toe hebben we slechts stilgestaan bij het be-
leid ten aanzien van de verbetering van de interne
produktieomstandigheden op het individuele bedrijf.
Daarnaast hebben de bedrijven in zeer grote gebieden
van ons land evenwel ook nog te maken met verre van
ideale externe produktie-omstandigheden, zoals ontwate
ring, ontsluiting verkaveling, grondstruktuur e.d. Verbete
ring hiervan blijft hard noodzakelijk wil de land- en tuin
bouw, ook'bij een acceptabel prijs- en fiscaal beleid, zich
blijvend kunnen meten met het buitenland en met andere
sektoren in onze maatschappij.
Krachtige voortzetting van een ruilverkavelingsbeleid,
waarbij elk jaar tenminste zo'n 40 50.000 ha landbouw
gronden worden verbeterd blijft absoluut noodzakelijk.
Dat bij het opstellen van een ruilverkavelingsplan van
daag de dag dan voorheen landschappelijk milieuaspek-
ten een rol spelen is duidelijk. Wij vinden evenwel dat
het verbeteren van de produktieomstandigheden voor de
landbouw best samen kan gaan met redelijke verlangens
van deze zijde. In elk geval is het onaanvaardbaar indien
aanzienlijke stagnatie zou optreden door toe te geven
aan overtrokken eisen op landschappelijk- en milieuge
bied. Aan de andere kant vinden wij overigens ook dat de
land- en tuinbouwers zelf dusdanig van het belang van
een voortgaande ruilverkaveling doordrongen dienen te
zijn, dat men zich niet uit vrees voor te grote claims van
buiten de landbouw op voorhand tegen het in voorberei
ding nemen van ruilverkavelingen gaat te weer stellen!
LUTEIJN.