LOON NAAR WERKEN maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant zlm land- en tuinbouwblad VRIJDAG 31 JANUARI 1975 63e Jaargang - No. 3266 N van de uitgangspunten in onze hedendaagse samenleving is dat iedereen recht heeft op werk tegen een passende beloning om zodoende in het onder houd van zichzelf en zijn gezin te kunnen voorzien. Volledige werkgelegenheid was na de oorlog dan ook steeds één van de belangrijkste doelstellingen van ieder overheidsbeleid. Een doelstelling die ook steeds in be langrijke mate waargemaakt kon worden. Zelfs de toenemende mechanisatie en automatisatie gaf hoegenaamd geen aanleiding tot enige werkeloos heid van betekenis. Immers de hier en daar toch wel vrij komende arbeid kon ruimschoots opgevangen worden in zich steeds uitbreidende sektoren als dienstsektor, overheidsapparaat en bijvoorbeeld bouwnijverheid. Daar naast werd het arbeidsaanbod kunstmatig beperkt door de invoering van de A.O.W. ,de 5-daagse werkweek en de verhoging van de leerplichtige leeftijd. Zo kon ook de uit de land- en tuinbouw vrijkomende arbeid steeds el ders voldoende emplooi vinden. De sterke stijging van het welvaartsniveau ging dan ook, ondanks de mechanisatie, gepaard met een aanzien lijke toename van het aandeel van de arbeid in het to tale nationale inkomen. Dat daarnaast de bedrijven in staat waren de ontwikkeling redelijk bij te houden, kwam met name doordat er een geweldige produktiviteitsstij- ging kon worden verwezenlijkt. Een produktiviteitsverbe- tering die bovendien gunstig gefinancieerd kon worden met aan inflatie-erosie onderhevige guldens tegen een tot voor enige jaren aantrekkelijke rentevergoeding. Toch was deze hele welvaartsstijging in feite, dachten wij, ge baseerd op een betrekkelijk smal fundament. Namelijk dat de produktie per man, per bedrijf en per machine ONS COMMENTAAR steeds maar vergroot werd. Steeds minder mensen-moes ten voor steeds meer basisproduktie zorg dragen. Daar naast nam het aantal mensen wat zich met de verdeling van de welvaart ging bezighouden belangrijk toe. Zorgde in 1960 nog bijna 20% van de totale bevolking voor de basisproduktie, op dit moment is dat nog nauwelijks 14 Dit doordat het aantal werkers in industrie en landbouw sterk is afgenomen bij een steeds groeiende totale be volking. WELVAART EN WELZIJN T")AT deze welvaartsboom niet in de hemel kon door groeien merken we de laatste tijd. De steeds maar voortgaande groei van de materiële welvaart heeft zijn eigen tegenkrachten opgeworpen. De noodzaak om de industriële produktie steeds verder op te voeren geeft in een aantal gevallen al aanleiding tot schaarste van be nodigde grondstoffen en begint in toenemende mate het milieu aan te tasten. De publieke opinie stelt dan ook wat dit laatste betreft stringentere eisen aan de industrie en aan de landbouw. Diezelfde publieke opinie vaart daarnaast evenwel nog voort op de verworvenheden van een welvaartsvast be steedbaar inkomen en steeds hogere collectieve uitgaven en voorzieningen waardoor lonen, belastingen en sociale lasten explosief blijven stijgen. De industrie komt daardoor als het ware tussen twee vuren te zitten. Enerzijds een rem op verdere produkti- viteitsstijging uit oogpunt van milieu, grondstoffenschaar- ste en werkgelegenheid en anderzijds de sterk stijgende arbeidskosten die in feite tot produktiviteitsverhoging In dit nummer o.m.: De nieuwe lonen in de landbouw Pagina 6 9fc- De ziektekosten verzekering Pagina 3 9|< Goed werkende drainage - onmisbaar Pagina 5 Boer, landbouwbedrijf en opvolger Pagina 7 9k Nieuwe jandbouw- bedrijfsgebouwen II Pagina 9 9k Mechanisatie- nieuwtjes Zeeuwse fruitteeltbeurs Pagina 11 De maand februari op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf Pagina 12-13 Knolselderij: teelt met mogelijkheden en moeilijkheden Pagina 15 noodzaken wil er van continuïteit in de bedrijfsvoering sprake kunnen zijn. Het begint er vandaag de dag steeds meer op te lijken dat vele bedrijven aan deze ontwikkelingen ten onder dreigen te gaan. Dat het daarbij vooral om bedrijven gaat, die voor de basisproduktie in onze maatschappij zorg dragen, is een ernstige zaak. Immers als bijvoorbeeld de produktie in de woningbouw daalt betekent dit niet alleen dat de bouwvakkers werkeloos worden, maar dat straks ook minder mensen nodig zijn om bouwvergun ningen uit te geven, bestemmingsplannen te ontwerpen, nutsvoorzieningen aan te leggen, verzekeringen af te sluiten etc. ZUINIG ZIJN OP BASISPRODUKTIE \7AN een overheid die er werkelijk naar streeft een zo hoog mogelijk welvaarts- en welzijnsniveau te handhaven, mag verwacht worden dat ze zuinig met de basis van alle welvaart en welzijn, de primaire produktie- takken landbouw en industrie dus, omspringt. Immers geen enkele samenleving kan het zich uiteindelijk veroor loven van de ,,wind" te leven. Helaas moeten we vandaag de dag konstateren dat het beleid van deze regering, en van velen die dit beleid mede richting geven, juist voor industrie en landbouw weinig perspectiefbiedend genoemd kan worden. In plaats van werkelijk naar wegen te zoeken die de industriële bedrijvigheid op aanvaardbare wijze op peil kunnen houden, komen er steeds meer maatregelen die de kontinuïteit van vele bedrijven in gevaar brengt. In plaats van inzet van arbeid aantrekkelijker te ma ken door de totale kosten ervan in toom te houden, wor den nieuwe reële loonsverhogingen geëist en neemt de druk der sociale lasten nog ieder jaar toe. In plaats van de belastingdruk voor de bedrijven daad werkelijk te verlagen, geeft de overheid met de ene hand een injectie van enige miljarden aan onze economie, maar houdt met de andere hand bijna twee maal zoveel geld via onderbestedingen over. Wij dachten dat het de hoog ste tijd werd pas op de plaats te maken met de loon ontwikkeling en de daaraan gekoppelde sociale voorzie ningen. Daarnaast zou dan op korte termijn het hele be lastingklimaat voor het bedrijfsleven drastisch verbeterd dienen te worden. Zolang het bedrijfsleven niet 1n staat wordt gesteld een zodanige netto winst te kunnen reali seren dat de continuïteit en de werkgelegenheid voor de toekomst verzekerd zijn, blijft een oplossing voor de hui dige moeilijke situatie veraf! Wij zijn deze keer wat uitgebreider op de algemene situatie in ons land ingegaan, omdat deze uiteraard ook in belangrijke mate bepalend is voor de toekomst van de land- en tuinbouw. Dat geldt te meer voor de overige E.G.-landen die met dezelfde problemen hebben te kampen. Helaas biedt het gemodder in de E.G.-ministerraad van de laatste weken weinig zicht op redelijke Europese besluitvorming om én de algemene economische teruggang het hoofd te bie den én de Europese landbouwmarkt in stand te houden, laat staan verder uit te bouwen. Extra aandacht voor de nationale maatregelen om via verlaging van de druk der belastingen en sociale lasten de inkomenspositie van land- en tuinbouw te verbeteren is dan ook zeker noodzakelijk! LUTEIJN. Dit jaar zal in de maand februari nog veel werk op de akker moeten gebeuren. Verschillende per celen aardappelen konden (nog steeds) niet gerooid worden, en ook het wintervoorploegen is niet overal gereed. Om het bouwplan voor 1975 geheel rond te kunnen zetten moeten bij velen de sporen en/of gewassen van oogst 1974 nog weggewerkt worden. Deze week op de middenpagina's een aan tal adviezen over bouwplan, grondbewerking en bemesting van oogst 1975 in het artikel „De maand februari op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 1