ER BLIJFT NOG VEEL TE DOEN!
van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
maatschappij tot bevordering
VRIJDAG 11 OKTOBER 1974
H m m 62e Jaargang No. 3252
land- en
tuinbouwblad
zlm
Na de tegenslag van de ernstige droogte in het voorjaar heeft de land- en tuinbouw nu te kampen met aan
houdende en overvloedige regen. De ene depressie volgt op de andere en volgens de weerkaart van het
K.N.M.I. is het einde daarvan nog niet in het zicht. De tijd gaat echter door! Normaliter zou in het Z.-W. klei
gebied de oogst van aardappelen, uien, bruine bonen enz. grotendeels reeds geborgen moeten zijn en een
flink areaal van de suikerbieten gerooid. Nu staat naar ruwe schatting nog 70 a 80 op het veld en zijn
de gevolgen van kwaliteitsachteruitgang nog niet te overzien. Een week goed drogend weer kan nog hope
lijk iets van de tegenslag goed maken!
ONS COMMENTAAI
£*RAAG wil ik dit commentaar beginnen met alle le-
den der ZLM van harte dank te zeggen voor het
grote vertrouwen in mij gesteld, door mij via het Hoofd
bestuur te benoemen tot uw nieuwe algemeen voorzitter.
Ik ben mij ervan bewust dat daarmee een moeilijke taak
op mijn schouders wordt gelegd. Te meer indien ik terug
zie naar diegenen die gedurende de laatste 30 jaar aan
de ZLM op zo'n voortreffelijke wijze leiding hebben ge
geven en geven.
Daar komt bij dat vandaag de dag de land- en tuinbouw
een wel bijzonder moeilijke periode doormaakt, hetgeen
natuurlijk in alle geledingen van een belangenorganisatie
als de ZLM doorklinkt.
Niettemin geeft juist het feit dat U mij deze eervolle
en boeiende taak wilt toevertrouwen èn dat er nog zo
ontzettend veel voor boer en tuinder te doen valt, mij de
moed vanaf 1 januari de teugels van de heer Becu over
te nemen. Ik hoop daarbij, met inzet van alle werkkracht
die mij gegeven is en me gesteund wetend door een
voortreffelijke staf medewerkers, althans een deel van
het in mij gestelde vertrouwen te kunnen waarmaken.
Daarbij neem ik mij voor steeds te handelen en te
werken in het besef dat de ZLM geen doel op zich is,
maar vooral een uiterst belangrijk middel om de belan
gen van boer en tuinder zo goed mogelijk te behartigen.
En om die belangen gaat het immers toch in de aller
eerste plaats! Ik hoop daarbij ook na 1 januari, indien
enigszins mogelijk ,,Ons commentaar" te kunnen voort
zetten. Immers ook de afgelopen roerige maanden heb
ben weer duidelijk gemaakt dat ons landbouwblad één
van de mogelijkheden bij uitstek is om het kontakt met
U als leden te onderhouden. Het zijn overigens ook deze
roerige maanden die mij dwingen nu weer snel tot de
orde van alle dag over te gaan.
TOCH NOG OVEREENSTEMMING
Yv|A een betrekkelijk korte vergadering hebben de
ministers van landbouw (en buitenlandse zaken!)
op 2 oktober dan alsnog overeenstemming over het pak
ket maatregelen voor de land- en tuinbouw, dat op 20
september was vastgesteld, weten te bereiken.
Er is daarbij in feite niets aan de oorspronkelijke voor
stellen veranderd. Alleen is afgesproken dat voor maart
door de Europese Commissie een nadere inventarisatie
van het Europese Landbouwbeleid zal worden opgesteld
in het kader van een nadere beziening op de totale Euro
pese landbouwpolitiek. Daarnaast zullen de nationale re
geringen erop toezien dat alleen nationale steunmaatrege
len worden toegepast in overeenstemming met het E.G.-
Verdrag. Door de lidstaten zal voorts voor 1 januari 1975
een volledig overzicht van alle in 1974 in hun land be
staande steunmaatregelen worden overgelegd.
Al met al zo op het eerste gezicht dus geen opzien
bare besluiten, die West-Duitsland er alsnog toe hebben
bewogen de eerder overeengekomen prijs- en marktbe
sluiten te aanvaarden. Toch geloven wij niet dat hiermee
nu de kous af is.
Ongetwijfeld zullen bij de komende prijsronde voor
1975/76 de Westduitse ideeën en bedenkingen weer een
rol spelen. Overigens zijn ook wij van mening dat het
geen kwaad kan het hele Europese landbouwbeleid eens
grondig door te lichten. Al was het misschien alleen maar
om vast te stellen dat de grondslagen van het landbouw
beleid in de E.G. wel goed zijn en dat het in feite het
falen van de E.G. op andere terreinen (monetair-, sociaal-,
industrieel-, belastingbeleid) is dat het landbouwbeleid
in Brussel de das omdoet.
In dit nummer o.m.:
Pagina
Notulen Buitengewone Alg. Verg.
5, 6, 7
Uit de praktijk
8, 9 en 11
Rassenkeuze bij karwij
11
Werktuigennieuws van het DLG
12-13
Hoe bouw ik een schuur op
andermans grond
15
Tuinbouwnieuws
17
HOGERE REKENKUNDE
C^VER de nu per 7 oktober in werking getreden 5
hogere richt- en interventieprijzen en de paar wij
zigingen in het marktbeleid en het effect op het boeren-
inkomen hebben wij een paar weken geleden al genoeg
geschreven.
Voorop blijft voor ons staan dat de Europese Commis
sie en Ministerraad in "december en januari ook werke
lijk hun afspraak nakomen de prijzen voor 1975/76 vast
te stellen op basis van de ontwikkeling van de produktie-
kosten gedurende de jaren 1973 en 1974. Wij zijn er ove
rigens nog lang niet gerust op dat deze doorbraak naar
geïndexeerde landbouwprijzen nu ook werkelijk zal plaats
vinden. Zeker niet wanneer we zien dat de E.G.-minister
raad heeft gekonstateerd dat bij de prijsbesluiten ook
rekening gehouden moet kunnen worden met ondermeer
de inkomenssituatie en de toestand van de economie.
Men heeft dus toch nog een ontsnappingsclausule inge
bouwd, wanneer b.v. op basis van de harde gegeven kos
tenstijgingen er een zeer sterke prijsstijging uit zou rol
len. Als het dan maar niet meer gaat op de wijze zoals
"liet volgens een Belgisch landbouwblad deze keer wel
eens gegaan zou kunnen zijn. Het blad rekent ons voor
dat het COPA 8 vroeg en de E.G.-Commissie 4
voorstelde, zodat volgens goed rekenwerk en toepassing
van het oude koopmansgebruik laten we het verschil
delen" het Europese parlement tot de opstelling van
8 4 12:2 6% kwam.
Met deze gegevens moesten nu de landbouwministers
een besluit nemen. Onze Belgische schrijver veronder
stelde dat dit als volgt ging.
4 (Kommissie) 6 (Parlement) 10 2 5. Aldus
rolde de bekende 5 er 'dan uit. Of het in Brussel ook
werkelijk zo gegaan is zal, gezien het feit dat de Raads
zittingen niet openbaar zijn, wel nooit bekend worden!
Niettemin zijn wij het in zoverre met deze Belgische
schrijver eens dat de Brusselse prijsbesluiten soms wel
verdacht veel op deze handje-klap methode lijken. Het is
juist van deze methode 'dat de land- en tuinbouw in de
toekomst verschoond wenst te blijven!
GLASTUINBOUW
]N de laatste bestuursvergadering van het Land
bouwschap werd zeer terecht opgemerkt dat de
E.G.-ministerraad in het geheel geen aandacht heeft be
steed aan de tuinbouw en met name aan het referentie
prijspeil voor groenten en fruit. Men vond dus wel erg
stiefmoederlijk behandeld te zijn en terecht. Degenen
onder de lezers die met name een glastuinbouwbedrijf
exploiteren, zullen overigens wat ons commentaar be
treft we leens dezelfde gedachte hebben gehad. Wij zijn
ons daarvan bewust en hopen ook aan hun problemen
eens wat meer aandacht te kunnen besteden. Deze pro
blemen zijn immers voorwaar niet gering. Er is geen
sector die zo sterk de gevolgen van de gestegen energie
prijzen ondervindt als juist de glastuinbouw. Ook in ons
gebied zijn vele daarbij voor de beslissing gesteld op
aardgas om te schakelen. Zij werden daartoe door de
overheid extra gestimuleerd doordat de omschakelings
regeling ook van kracht werd voor de wat kleinere be
drijven (verbruik tussen 30.000 en 130.000 ma gas per
jaar). Vele zijn tot omschakeling overgegaan of zijn daar
nog mee bezig. Het is duidelijk dat daarbij het gevecht
om de aardgasprijs voor de tuinbouw voor al deze onder
nemers van levensbelang is.
De onlangs door het ministerie bekend gemaakte aard-
gasprijzen voor de tuinders-grootverbruikers van 8,11
cent/m:{ per 1 oktober en 8,88 cent/m3 per 1 april, gel
den slechts voor een verbruik boven 170.000 m:! jaar. Af
gezien van het feit dat deze verhoging volstrekt niet over
eenkomt met de eis der 3 CLO's, moet gekonstateerd
worden dat juist in Zeeland en Brabant vele glastuin
bouwbedrijven beneden deze grootverbruikersgrens blij
ven. Voor hen gaat het nieuwe aardgasprijsjaar eerst per
1 januari in!
(Vervolg op pagina 2)