De oogst
van snijmais
Kopziekte
bij melkvee
KORTE WENKEN c.A.K. - Zevenden
9
C.R.A. - Tilburg,
H. BASTIAANSSEN.
De laatste Jaren zijn er vele ervarin
gen opgedaan met het inkuilen van
mals. Toch worden er nog fouten ge
maakt waardoor een minder volwaar
dig produkt ontstaat en dat hoeft niet
altijd. Om eventuele fouten in het
komende seizoen te voorkomen, lijkt
het gewenst om op enkele punten te
wijzen
voordelen. Voor de boer b.v. dat de kuil geen afrit meer
nodig heeft en dus ruimte bespaart. Er kan in etappes wor
den gekuild. Ht ene perceel is eerder deegrijp dan het ander
er* kan tegen het eerder geoogste worden gekuild. De moge
lijkheid is er ook om hoger te kuilen wat ook weer ruimte
uitspaart.
Voor de loonwerker speelt de grotere veiligheid een be
langrijke rol, omdat dan niet met de wagens over de kuil
wordt gereden en de kipwagens minder aan slijtage onder
hevig zijn. Een bezwaar kan zijn dat het aandrukken min
of meer in de verdrukking komt en dit kan nodig zijn voor
de kwaliteit. Bij, dit systeem hoort een zware trekker, voor
zien van een schuif, waarmee de dikke laag mais uit elkaar
wordt getrokken of geduwd en daarna goed wordt aange
drukt. Als de boer hier zijn aandacht aan schenkt en aan
wijzingen geft, dan is dit goed uit te voeren.
DE KUIL VORM
^E fout wordt nogal eens gemaakt dat .de zijkanten te
steil wordeni gemaakt, vooral bij de hogere kuilen. Na
het opbrengen van grond, zien we op vele plaatsen dat de
zijkanten gaan zakken en bovenaan ht plastic bloot komt te
liggen. De schade welke op deze plaatsen door gevogelte
kan worden toegebracht is soms aanzienlijk. Daarom is het
aan te raden om de kanten wat schuiner te maken. Ook is
het raadzaam om de op te brengen grond niet te dicht bij d€
kuil weg te halen om inkolven te voorkomen.
ALGEMEEN ADVIES
0E oogst van; snijmais geschiedt mrendeels door de loon»
werker, maar de eigenaar moet bepalen in welke week
dit zal gebeuren. Verstandig is het, om het werk volledig in
handen van de loonwerker te geven. De boer moet echter
toezien dat dit goed gebeurt en zorgen dat het produkt ge
lijkmatig wordt verdeeld en aangedrukt, ongeacht het
systeem dat zal worden toegepast. Hij moet er op toezien
dat de kanten niet te steil worden en later het onderstopper
vakkundig gebeurt. Hieronder vallen ook het luchtdicht toe
dekken met plastic van goede kwaliteit en zonder bescha
diging hiervan een grondlaag aanbrengen. Als U dit kunt
bpreiken, dan bent U verzekerd van een volwaardige mais-
kuil.
HET TIJDSTIP VAN OOGSTEN
/^LS algemeen advies geldt,nog steeds het stadium van
degrijpheid. Het vak niet altijd mee om op het goede
tijdstip de loonwerker te krijgen, doch een week verschil is
meestal geen bezwara. Gaan we te vroeg hakselen, dan is
niet alleen het droge stofgehalte lager, maar ook de op
brengst. Ook is er de kans op perssapverlies aanwezig.
Oogsten we te laat dan hebben we weliswaar een hogere
opbrengst, maar het bezwaar kan zijn dat te veel onverteer
de korrels de koe verlaten. Zoals in veel gevallen, is ook hier
„de gulden middenweg" het beste, dus deegrijp. Vanuit het
standpunt van het loonbedrijf bekeken, is het begrijpelijk
dat deze tijdig wil beginnen cm een zo groot mogelijke op
pervlakte te kunnen hakselen en ook om tijdig klaar te ko
men. Dit is altijd mogelijk, omdat er een groot verschil is
in de rijpingstijdi van verschillende percelen.
De mais belooft een uitstekende opbrengst te geven.
HET INKUILEN
I^AAST diverse loswagens, al of niet met verdeelwalsen
zien we een verschuiving in de richting van kipwa
gens. Wanneer rijdend over de kuil wordt gelost, zijn e
wat verdeling en aandrukken betreft, weinig moeilijkheden.
Bij kipwagens ligt dit iets anders. Deze hebben bepaalde
C. R. A. Tilburg,
JAC.. BOGERS.
In de nazomer komt jaarlijks nog te veel kopziekte
voor. Wanneer voldoende voorzorgsmaatregelen geno
men worden kan kopziekte sterk beperkt worden. Kop
ziekte treedt op als het magnesiumgehalte van het bloed
te laag is, daarom moet men er voor zorgen dat de die
ren voldoende magnesium verstrekt wordt. De oudere
koeien zijn het gevoeligste, omdat er meer magnesium
uit het lichaam verdwijnt naarmate de koe meer melk
geeft. Vaak zullen de melkrijkste dieren het slachtoffer
worden.
OP WELKE PERCELEN IS KOPZDEKTE-GEVAAR
AANWEZIG?
Percelen met weinig magnesium in de grond, percelen
die te zwaar met kali <drijfmest) zijn bemest en boven
dien bemest zijn met een hoge stikstofgift, zijn gevaar
lijk voor het optreden. Vooral op pas ingezaaide grasland
komt vaak kopziekte voor.
WAT IS ER TEGEN TE DOEN?
Zorg dat de koe voldoende droge stof op kan nemen. -
Onder ongunstige weersomstandigheden, b.v. bij nat
weer, nemen de koeien te weinig gras op, waardoor
ook een te kort aan magnesium kan ontstaan. Het bij
voeren van snijmaiskuil, 'hooi, droge pulp of energie-
brok is dan nodig voor het voorkomen van kopziekte,
maar ook voor het op peil houden van de melkproduk-
tie. Zo mogelijk worden de koeien 's nachts opgestald.
BIJVOEREN VAN MAGNESIUM
In veel gevallen is het niet mogelijk de magnesium
voorziening volledig veilig te stellen. Het is dan nodig
om extra magnesium te vertrekken in de periode dat
kopziekte te verwachten is. Dit kan op twee manieren:
A. Voer per dag per koe één kg magnesiumkoek of
t t
brok bij waarin 5 magnesiumoxyde is verwerkt,
wanneer kopziekte voorkomt, de dieren direkt la
ten behandelen door de dierenarts en na deze be
handeling moet aan deze dieren zo snel mogelijk
twee kg magnesiumkoek verstrekt worden en daar
na dagelijks één kg.
B. Verstuiven van magnesium over net weidegras.
Bij deze methode wordt poedervormige gebrande
magnesiet voor 'het inscharen op het gras gesto
ven. Het poeder kleeft aan het gras en zo krijgen
de koeien het magnesium binnen.
Het komt er op aan goed te letten op de volgende
punten:
1. 30 kg magnesiet per ha vóór het inscharen is vol
doende voor een week: niet meer of minder gebrui
ken.
2. Worden de koeien om de 2 a 3 dagen omgeweid; in
dat geval kan volstaan worden met 15 kg per ha.
3. Bij voorkeur strooien bij windstil weer en wanneer
het gras nog iets vochtig is.
4. Begin met verstuiven zodra de weersomstandighe
den ongunstig worden.
5. Na het strooien de trekker en strooier direkt reini
gen.
NITRA ATVERGIFTIN GEN
Grasland.
Te hoge nitraatgehaltes komen voor in percelen die
te zwaar bemest zijn met drijfmest stikstof uit
kunstmest. Dit kan voorkomen in hooi en voor-
droogkuil. vooral wanneer het gewonnen is van nieuw
ingezaaid grasland en in het najaar wanneer de eer
ste snede na het inzaaien beweid wordt.
Stoppelknollen.
1. Nitraatvergiftiging kan optreden bij stappelknollen
die gegroeid zijn ap gescheurd grasland waarbij een
te hoge stikstofgift werd verstrekt.
2. Op percelen die te zwaar bemest werden met b.v
drijfmest en stikstof uit kunstmest.
3. Laat gezaaide stoppelknollen hebben een hoger ni-
-|83A3oq apjpzap frq apieezag jagaojA uep 3Heij3g;ee.n
beid stikstof per ha.
In twijfel gevallen kunnen deze produkten op nitraat
gehalte worden onderzocht voordat men gaat voeren;
er wordt dan advies gegeven hoeveel per dier per dag
mag worden verstrekt. Als u zelf twijfelt, tijdig de
stoppelknollen laten onderzoeken, opdat een hoog ni
traatgehalte u niet verrast; voor de dieren kan het
dodelijk zijn.
Het bijvoeren van zetmeelrijke produkten is gunstig
en is bovendien nodig voor een goede eiwit z.w.
verhouding bij snijmaiskuil.
AKKERBOUW
AKKERBOUWERSdie ten gevolge van de ■prijsont
wikkeling in financiële moeilijkheden dreigen te komen
moeten niet alleen denken aan hogere prijzen, maar ze
dienen er ook rekening mee te houden, dat niet levens
vatbare bedrijven moeilijk op een kunstmatige wijze in
stand te houden zijn. Op bedrijven waar de bedrijfsvoe
ring niet optimaal is, zou de boer eens kunnen overwegen
het bedrijf aan te passen.
DE BESTE ZAAITIJD voor wintertarwe ligt tussen eind
oktober en half november. Hierbij worden de hoogste
zaadopbrengsten verkregen. Uit proeven en praktische
ervaringen is gebleken dat bij late zaai minder voetziekte
voorkomt dan bij vroege zaai. Daar het klimaat bij ov
erg wispelturig is, zullen we elke dag na half oktobe.
wanneer grond en weer geschikt zijn, moeten benutten
om tarwe te zaaien.
DE HOEVEELHEID ZAAIZAAD bij wintertarwe wordt
mede bepaald door het ras als gevolg van verschillen in
zaadgrootte en uitstoeling van de plant. Grote rasver
schillen zijn er niet. Is van Manella en Cyrano gemiddeld
140 kg zaaizaad nodig, dan kan bij Clement, Lely en Cari-
bo worden volstaan met 130 kg per ha.
HET VERDIENT AANBEVELING direkt na de oogst
van het gewas de perceelskanten te maaien en zo nodig
met een korfmaaier de sloten schoon te maken. Na een
droge periode kan dan dit materiaal nog in de nazomer
worden verbrand. Dit helpt mee aan de bestrijding van
onkruid en ongedierte.
VOETZIEKTE IN GRANEN worden door verschillende
grondschimmels veroorzaakt. Wintertarwe op kleigrond
wordt in hoofdzaak aangetast door Cercosporella herpo-
trichoïdes, de veroorzaker van de oogvlekkenziekte. Het
ene ras is meer vatbaar dan het andere b.v. Clement wordt
minder aangetast dan Manella. Verder is voetziekte tegen
te gaan door niet te vroeg en te dicht te zaaien, een goe
de struktuur en ontwatering van de grond, een ruime
vruchtwisseling en ondiep zaaien.
VEEHOUDERIJ
KOPZIEKTE BIJ MELKVEE treedt niet alleen in het
voorjaar op. maar ook in het najaar. Bijvoeding van mag
nesium via anti-kopziektekoek of het strooien van ge
brande magnesiet (30 kg/ha) 1 x per week. zijn midde
len, naast het gebruik van magnesamon ter voorkoming
van deze gevreesde ziekte.
ISOLATIEMATERIAAL wordt in allerlei soorten en
prijzen ov de markt gebracht. De prijs is echter niet hel
belangrijkste. Waar u vooral op dient te letten, is een
goed isolatievermogen. Van belang zijn verder vochtafsto-
ting, niet kunnen rotten, vrij blijven van ongedierte, zich
gemakkelijk laten verwerken en onbrandbaar zijn.
ER IS NU NOG EVEN TIJD om kleine verbouwingen
uit te voeren .Bijvoorbeeld jongvee op roostervloeren. kal
veren in eenlingboxen, erfverharding en dergelijke. Stel
niet langer uit om het te verwezenlijken. De komende
winter hebt u er dan reeds profijt van.