UIT DE
PRAKTIJK
„Kluiten in de rug
vindt men op de wagen terug'
Vergelingsziekte en rooitijd
Kweekbestrijding in de stoppel
Het wordt opschieten geblazen
Rond de
Schelde
ft
0
De vorige week is voor OOST ZEEUWS-VLAANDE-
REN een week geweest met veel regen en is zodoende
slecht geweest voor de vorderingen met de werkzaam
heden. Speciaal de stambonenoogst die in volle gang
was heeft zodoende bijna een gehele week gestagneerd.
Wat de oogst-verwachtingen betreft zullen er hier en
daar voor de bonen nog wel eens tegenvallers te incas
seren zijn. Hoewel we globaal genomen wel kunnen aan
nemen dat de opbrengst normaal tot goed zal zijn.
zich aan voorspellingen wagen is altijd een riskante
zaak. Dit is wel weer gebleken met de wintertarwe die,
vorig jaar op tijd en onder gunstige omstandigheden ge
zaaid, zich verder goed ontwikkelde, aanleiding gaf tot
de verwachting dat ze een normale opbrengst zou geven.
Het is alleszins meegevallen en 'het ras Clement heeft
evenals vorig jaar bewezen, wat de opbrengst betreft,
er belangrijk boven uit te komen..
Een geheel ander geluid moeten wet laten horen als
we het over de suikerbieten hebben, want deze zullen
"het ongetwijfeld laten zitten en de vroege en bijna al
gehele aantasting der vergelingsziekte doet er nog een
schep bovenop.
Het jaargetijde gaat verder en de fabrieken haasten
zich koortsachtig om op 23 september klaar te zijn voor
de ontvangst der eerste bieten. Premies worden in het
vooruitzicht gesteld om het enigszins aantrekkelijk te
maken vroegtijdig bieten te leveren. Ongetwijfeld is het
in ieders belang dat de suikercampagne zo regelmatig en
vlot mogelijk verloopt.
Maar voordat het zover is moet er nog heel wat ge
beuren! De uien en aardappelen moeten ook nog geoogst
worden. Er staan weer drukke weken voor de deur!
Wanneer de weergoden ons nu maar goedgezind zijn,
kan er met de huidige oogstmaahines in een korte tijd
veel gebeuren! We zullen aan de afstelling en de juiste
rijsnelheid van onze aardappelrooimachines deze oogst-
periode wel zeer bijzondere aandacht moeten schenken
willen er geen rooibeschadigingen optreden. Gezien de
struktuur van de grond in het afgelopen voorjaar, kun
nen zich nog wel eens moeilijkheden voordoen. Het ge
zegde „kluiten in de rug, vindt men in de zak terug",
gaat nog steeds op! Dit in deze zin dat ze thans op de
wagen belanden en bij het rooien van het pootgoed zijn
er al sprekende voorbeelden geweest
Met instemming heeft men in onze streek kennis ge
nomen van een artikel in een huis aan huis verspreid
advertentieblad, waarin een interview is opgenomen
ven een 'boerin uit onze streek, die op deze wijze een
strik public relations heeft verzorgd dat het image van
onze landbouw ten goede komt. Daarvoor onze waar
dering!
WAAR opkomstmoeilijkheden en vergelingsziekte de
groei van de suikerbieten hebben gehinderd zijn
de oogstverwachtingen niet optimistisch.
De neiging om de bieten zo lang mogelijk te laten
doorgroeien om tenminste een deel van de achterstand
in te lopen is 'begrijpelijk. Althans daar waar uitslui
tend de opkomstmoeilijkheden verantwoordelijk zijn voor
de achterstand. Een dergelijk gewas is namelijk wel
laat maar verder gezond. Anders ligt het waar de ver
gelingsziekte ook of bij uitstek een rol speelt. Dergelijke
bieten zijn ziek.
Bij het vaststellen van de begindatum van de campag
ne heeft de suikerindustrie zeker rekening gehouden
met de bijzondere omstandigheden van 1974. In 'het zui
den zal de campagne later starten dan de laatste jaren
bij gelijke oppervlakte het geval was. Ook op dit latere
tijdstip zal de teler moeten beslissen welke percelen
voor vroege levering bestemd zullen worden. Behalve
de gebruikelijke overwegingen van ligging van het per
ceel, grondsoort, ontwateringstoestand, volgend gewas,
afrijpingstoestand van 'het bietengewas ras enz., zullen
dit jaar ook het ziek-zijn en de mate daarvan onder
ogen gezien moeten worden.
MOG steeds isde .s&hade die door de vergelingsziekte
wordt aangericht moeilijk te begroten. Gezien het
weersverloop ziet het er naar uit dat deze in zijn tota-
Op vele bouwlandpercelen is kweek een probleem. Tij
dig maatregelen treffen zal meestal het minst aan geld
en arbeid kosten. Bij de chemische bestrijding zijn vier
typen middelen toegelaten. De werking van deze midde
len is afhankelijk van de vochtigheidstoestand van de
grond en van de hoeveelheid neerslag na de toeslag.
Het resultaat van de bestrijding kan vaak aanzienlijk
worden verbeterd, wanneer na de bespuiting nog laat in
de herfst, in de winter of in het vroege voorjaar een
extra grondbewerking plaats heeft.
Het middel dalapon tegen 29 kg per ha werkt alleen
bevredigend als op een goed groeiende kweekmat
kan worden gespoten. Die is zelden aanwezig.
Amitrol-bevattende middelen vereisen dezelfde vlot
te groeiomstandigheden van de kweek, maar hebben
het voordeel dat ze tevens o.a. distels en kkin hoef
blad bestrijden. Na de bespuiting moet tenminste
zes weken worden gewacht met de inzaai van een
volgende vrucht. Bij dalapon zelfs tot in het vol
gende voorjaar.
TCA heeft in het verleden de beste resultaten te
zien gegeven; vooral als wordt gespoten in de loop
van de maand oktober, daar er dan meestal voldoen
de regen valt >om een goed effect te mogen verwach
ten.
Er zijn in de WESTHOEK nog niet zoveel aardappelen
doodgespoten. En toch wordt het hoog tijd. dat de aard
appeloogst een aanvang gaat nemen. Het weer is er
echter niet naar, maar dat houdt niet in, dat we voor
het afstervingsproces toch altijd zo'n veertien dagen
moeten rekenen. Meestal is 'het dan nog uitkijken met
de vervellingen en vooral wanneer er gepoederd wordt,
is het extra oppassen! We hebben altijd de indruk dat
Bintje zich wat eerder laat rooien na het doodspuiten
den de Eigenheimers. Ook de uien zijn op de meeste
plaatsen nog niet gerooid, ook dat is dus niet vroeg.
Met de prijzen van de beide produkten gaat het niet
geweldig; nee het gaat zelfs uitgesproken slecht en
met name van deze produkten moet het eigenlijk echt
wel komen.
De bonen, die tot nu toe geplukt zijn, geven een goe
de opbrengst. Men hoort zelfs opbrengsten van 17 ton
per ha. Algemeen is er 'wel een beetje angst, dat mis
schien niet alle kontrakten geeffectueerd kunnen wor
den.
I. R. S.
BERGEN OP ZOOM
liteit beperkt zal blijven. Toch moet op grond van vroe
gere ervaringen aangenomen worden dat de schade al
naar de toestand van het gewas en het tijdstip en de
mate van infectie sterk zal variëren. Voor het vaststel
len van de rooitijd moeten de percelen in dit opzicht
dan ook nauwkeurig gewaardeerd worden. Het gaat in
de eerste plaats om de te verwachten groei. In de twee
de plaats dient de kans op hergroei van blad overwogen
te worden.
Het verdient onzes inziens aanbeveling om de meest
zieke gewassen, gekenmerkt door een zeer geel uiterlijk
en dor blad, niet alleen het eerst maar ook vroeg te
oogsten.
Zeer zieke bieten nemen minder toe in gewicht en
verdienen dus voorrang boven zieke bieten die op dit
punt meer mogelijkheden hebben.
Zeer zieke bieten waarvan het grote blad geheel geel
en zelfs deels dor is, dreigen door hergroei van blad een
deel van de opgeslagen suiker te verspelen zonder dat
deze later weer terug komt.
Zeer zieke bieten moeten zo snel mogelijk verwerkt
en dus niet langer dan strikt nodig is bewaard worden.
De mogelijkheden daartoe zijn het gunstigst in het be
gin van de campagne.
Naarmate de gewassen minder ziek en nog of al weer
enigszins groen zijn kunnen zij voor latere leveringen
bestemd worden.
C. J. GO VERS.
C. A. R. Goes,
Op zandgrond kan 50 kg TCA per ha, 8<10 cm diep
worden ingefreesd. Bespuitingen uitgevoerd na 1 no
vember verhogen de kans op schade in het volgend
jaar, vooral in mais.
Op kleigrond kan 'het beste een normale stoppelbe
werking worden uitgevoerd en na het op winter-
voor ploegen 75 kg TCA per ha worden gespoten, na
dat zonodig de grond eerst wat is vlak getrokken
met een cultivator.
Na half november niet meer spuiten i.v.m. de ge
voeligheid van in het voorjaar in te zaaien gewas
sen.
Goede ervaringen zijn verkregen door op een per
ceel v/aar bieten zullen worden geteeld op de win-
tervoor te spuiten met plm. 6075 kg TCA per 'ha,
gevolgd door een bewerking met de cultivator vier
tot zes weken later, en een tweede bespuiting met
TCA in het vroege voorjaar met 20 kg per ha. Deze
tweede bespuiting dient tenminste vier weken vóór
het zaaien van de bieten te geschieden.
Chloralhydraat is een vloeibaar produkt, sinds kort
in de handel en in de toepassing enigszins te ver
gelijken met TCA. Bij toepassing op de winter voor
is een vochtige grond en temperatuur beneden 15° C.
gewenst.
Al met al wanneer we de velden zo inkijken, is er al
een echte herfststemming. Daar kan nog veel verande
ring in komen, want de maand september kan nog wel
een aardige nazomermaand zijn. Vooral het afgelopen
weekend met flinke wind en forse buien was het geen
pretje. Natuurlijk heeft ook de nazomer zijn aantrek
kelijkheden wanneer we door 't land lopen en we zien
de patrijzen van schrik opvliegen als we te dicht bij
hen komen. Ook de fazanten doen 'hun best en vooral
de randen 'van de percelen zijn geliefde plaatsen waar
dit wild toeft, 't Lijkt ons, dat de wildstand dit jaar
een goed jaar heeft, vooral 't gevogelte is flink uitge
breid. Met de hazen moet je 'het nog maar afwachten,
want i;.et doodspuiten der aardappelen met arsenieten
doet nogal wat hazen sneuvelen.
Zo heeft ieder seizoen zijn aparte 'bekoorlijkheden,
maar ook zijn aparte drukte. En 't najaar en met na
me in de maand september weten we goed wat we te
doen hebben en dat is dan wdl aantrekkelijk als het maar
wil vlotten. (Zie verder pag. 12)
Wanneer we de cijfers van de proefrooiïngen van
van de suikerbieten eens nader bestuderen, dan blijkt
de te verwachten opbrengst van de goede percelen niet
tegen te vallen. Bekend is, dat de minder goede perce
len zelden of nooit in dit onderzoek worden opgeno
men en tevens mogen we toch wel stellen, dat er dit
jaar veel minder goede percelen zijn dan in andere
jaren. Over de gehele linie zitten we dus niet" zo best.
Bovendien hebben we hier in 'het zuiden des 'lands een
geweldige infectie van de vergelingsziekte en dit kan
soms wel een oogstdepressie van 2030 ten ge
volge hebben. Of echter de vergelingsziekte dit jaar nu
werkelijk zoveel schade heeft gedaan menen we te
mogen betwijfelen, want dan hadden de bieten beslist
nog veel minder moeten zijn. Opvallend is dat de bie
ten welke meer stikstof hebben gekregen duidelijk meer
groen blad hebben. Ditzelfde constateren we in de bie
ten waar in 'het vroege voorjaar bij het zaaien Temik is
toegepast en ook op die percelen waar in het 'vooraf
gaande jaar een grote hoeveelheid drijfmest is gegeven.
Wonderlijke reacties dus waarvoor we niet direkt een
antwoord kunnen vinden.
Gaan de bladluizen evenals de waterschappen ook
grotere eisen stellen aan het milieu? Is een zekere mate
van luchtverontreiniging ook van invloed op de blad
luispopulatie? Het lijkt allemaal een geheel andere visie
dan we in het verleden gewend waren. Het voornaamste
is of we in dit uitzonderlijk moeilijke voorjaar iets heb-
De bladluisbestrijding in de bieten
dit jaar grote problemen
ben geleerd van deze nieuwe ervaringen? Met de tra
ditionele luisbestrijding dreigen we vast te lopen en nog
erger lijkt ons de doolhof van resistentie waarvoor
eigenlijk nog geen kruiden gewassen zijn. Typisch is
echter ook, dat dit jaar het aantal 'luizen in de tarwe
en in de aardappelen praktisch nihil was. Zo blijkt
weer overduidelijk hoe moeilijk heel deze materie is.
De bladluizen hebben een ingewikkelde levencyclus en
het is bekend, dat in het voorjaar de 3e en meestal de
4e generatie pas uit gevleugelde luizen bestaat. Deze
luizen zijn dus in staat om van de winterwaardplanten
weg te vliegen naar de gewassen, maar al deze luizen
zijn dan nog „virus-vrij". In de bieten hebben we op
14 mei de eerste bladluistelling uitgevoerd en vrij
spoedig daarna is reeds een waarschuwing via de radio
gegeven. Een gedeelte van de telers heeft een bestrij
ding uitgevoerd en een ander gedeelte meende toen nog
geen gewas te hebben en heeft geen maatregelen ter
bestrijding genomen. Maar toch blijft het onverklaar
baar, waar die zeer vroege infectie van de vergelings
ziekte vandaan is gekomen. Daarom rijst nog steeds de
vraag wat er nu eigenlijk fout is gegaan en of de be
strijding wel effectief genoeg is geweest. Een heel be
langrijk punt dus om ons deze winter gezamenlijk eens
in te Verdiepen.
Vorige week waren we te gast bij een zuster-standor-
ganisatie in een naburige provincie. .In deze algemene
vergadering werd de stand van zaken van dit moment
voor wat betreft de prijzen, de kosten, de genomen
maatregelen en de visie op de toekomst uitvoerig be
handeld. Tevens werd dieper ingegaan op de vraag:
„Wat kost ons een boer?" Maar bij nader inzien bleek
juist het tegendeel aan de orde te zijn, namelijk: .Wat
wordt er aan een 'boer verdiend?" Hiermede werd dui
delijk onderstreept het grote verschil in prijzen van de
tarwe en de suiker op de wereldmarkt en de prijzen
welke de boer hiervoor ontvangt. ,Havergeld is gauw
geteld", was vroeger grootvaders gezegde, maar van het
E.E.G.-geld kunnen we nu beslist hetzelfde zeggen!