Rooien van consumptie-aardappelen in 1974 UIT DE PRAKTIJK Heeft koolzaad afgedaan? Gedwongen rust op het oogstfront 4 In WEST ZEEUSCH-VLAAND EREN heeft koolzaad een aantal jaren een vrij aanzienlijke plaats ingenomen. Tot en met oogstjaar 1972 was dit gezien de goede kg- opbrengst wel begrijpelijk. De twee laatste oogstjaren werden gekenmerkt door zeer lage opbrengsten. Het ariaal is zeer sterk teruggelopen en wel om reden van begrijpelijke aard zoals een sta-in-de-weg-gewas bij een intensieve bietenteelt en de steeds maar moeilijker te verwezenlij ke gunstige kg-opbrengsten. Veel boeren zijn van mening dat dit vrijwel alleen koimt door de steeds maar grotere wordende insekten- druk waarvoor koolzaad erg gevoelig is en waartegen chemische bestrijdingsmaatregelen moeilijk zijn te ver wezenlijken, doordat enerzijds de beste tijdstippen moeilijk zijn te bepalen en anderzijds de middelen on voldoende werken. Het is waar dat dit bij koolzaad moeilijk ligt, doch ook vele andere aspekten krijgen te weinig aandacht. Zo zien we vaak percelen ingezaaid, waarvan de struk- tuur, ontwatering of bemestingstoestand niet goed zijn, waar veel onkruid in groeit en niet tegen wordt gespo ten, waar een gewenste stikstofgift in het najaar ech- terwege blijft, of er te laat wordt gezaaid. Als dan no| zoals het afgelopen voorjaar het geval was, het weer erg droog en koud is, zodat de bloei zeer laat op gang komt en diezelfde bloei ook nog lang duurt, waardoor de instektenbestrijding moeilijk wordt en zelfs meestal veel te weinig aandacht krijgt kan het niet anders dan dat de opbrengsten laag uitvalen. Kort voor de oogst waren op de meeste percelen de houwen voor deel of nog meer aangetast door insekten. Maar er was dan ook onvoldoende of helemaal niet tegen gespoten. Wil len de koolzaadtelers voor oogst 1975 een acceptabel ge was telen, dan zal niet licht gedacht mogen worden over de insektenbestrij'ding, anders heeft dit gewas zeer zeker afgedaan. Reeds eerder werd door ons vermeld dat minder last werd ondervonden van aardappelopslag in diverse ge wassen, daar waar de ploegdiepte het grootst was o.a. op de lichtere perceelgedeelten. Vermoedelijk gaan de ondergebrachte rooiverliesknollen op dergelijke per ceelgedeelten ook vlugger rotten als gevolg van ver- slemping van de grond. Wij vragen ons af of diep-ploe- gen met ons klimaat toch niet beter is dan niet-ploegen en cultivatoren. Wel zal dan getracht moeten worden zoveèl mogelijk alle knollen onderin de ploegvoor te werken. Dit kan misschien door aangepaste voorscharen of hiervoor in de plaats een soort harkje Er moet snel een oplossing voor dit probleem gevonden worden! In Brussel waren de Duitsers, Denen en Britten de grootste tegenstanders voor een tussentijdse prijsverho ging van 4 procent. Een dergelijk besluit is nog niet gevallen. De sterk uiteenlopende inflatiepercentages in de Eluropamarktlanden, plus de monetaire problema tiek maken het steeds lastiger het gemeenschappelijk landbouwbeleid in stand te houden. Er blijft nog altijd de mogelijkheid over van betere nationale maatregelen voor ons agrariërs. Dr. D.E VAN DER ZAAG, Proefstation voor de Akkerbouw, Wageningen. Ieder jaar heeft zo zijn bijzonderheden. Afwijkende omstandigheden zullen zo goed mogelijk door de akker bouw moeten worden onderkend om de juiste maatre gelen te nemen. Ook bij het aardappelrooien zal men deze herfst bepaalde dingen goed in de gaten moeten houden. In het kort willen we ze hier noemen om daar na aan te geven waar speciaal op moet worden gelet. SITUATIE NU De struktuur van de grond en ook van de ruggen is op vele percelen slecht. Het zal op zulke velden niet gemakkelijk zijn aardappelen en grond goed van elkaar te scheiden. De consumptie-aardappelen zijn op de meeste perce len bijzonder grof gegroeid. Percelen met 75 bo ven de maat 50 mm zijn dit jaar geen uitzonderingen. Dikke knollen stoten door hun gewicht harder dan kleine knollen. De kans op rooibeschadiging en blauw is daarom bij grove partijen veel groter dan bij fijne partijen. Het droge-stofgehalte (of onderwatergewicht) ligt, zoals het zich nu laat aanzien, vrij hoog. De kans dat de aardappelen daarom wel eens wat blauwgevoelig kunnen zijn, mag niet worden uitgesloten. Het laten onderzoeken van de aardappelen op blauwgevoelig- heid vóór het rooien, is daarom zeker aan te bevelen. De opbrengst lijkt goed tot zeer goed. Een grove partij heeft per ton meer opslagruimte nodig dan fijne partij. Men zal dus de be waarruimte, die men nodig heeft, niet moeten onderschatten. Het is een bekend verschijnsel dat op een krappe markt minder naar kleine gebreken wordt gekeken dan op een markt, waar veel aanbod is. Het is nu eenmaal zó dat dit vaak ook geldt voor atardappelen die op kontrakt zijn geteeld. WAAROP LETTEN Gezien het voorgaande doen de telers er zeker deze herfst verstandig aan hun aardappelen met zo weinig mogelijk beschadigingen te rooien en te transporteren Dit geldt ook voor aardappelen op kontrakt, omdat bijna altijd wel normen staan aangegeven over rooibeschadi- gingen en blauw. Aan de ene kant is het dus voor een enigszins redelijke afzet erg belangrijk partijen te heb ben zonder beschadigingen, anderzijds zijn de omstan digheden zeer gunstig voor vele beschadigingen. Waar moet men nu vooral op letten? Wachten met het rooien totdat de schil goed is af gehard. Gelukkig komt er zeer weinig doorwas voor, zodat men op de meeste percelen niet bang voor „glas" bchceft te zijn en de aardappelen dus rustig wat langer in de grond kan laten zitten. Ga goed na waar de aardappelen hard stoten of val len en neem maatregelen, zoals: afschermen met rubber of plastic, eventueel ook de eerste rooiket- ting; kettingen of banden langzamer laten lopen of minder sterk laten schudden; valhoogte beperken, enz. Zeker geen zak met grond op de rooiketting leg gen om de kluiten maar kapot te krijgen. Daar waar harde kluiten kapot gaan, worden ook knollen be schadigd. Als het niet mogelijk is op voorzichtige wijze knollen en grond te scheiden, dan maar wat meer grond en kluiten naar de bewaarplaats meenemen. Bij voor keur voor het in de cel brengen nog grond zien kwijt te raken zonder dat de aardappelen worden bescha digd. Lukt dit ook niet, dan maar genoegen nemen met wat meer grond en kluiten in de bewaarplaats. Voorkom dan echter wel stortkegels, anders is men nog verdei1 van huis. Ga tijdig na of er voldoende opslagruimte is voor al uw aardappelen en neem tijdig voorzorgmaatregelen. Let bij de opslag efop dat er voldoende lucht goed verdeeld door de partij kan worden geblazen, voor al als er veel grond in de partij zit. Komt er boven dien nog jong ziek voor1 in de partij, dan is goede vemtiiatiemogelijkheden wel heel belangrijk. Neem tijdens het rooien af en toe de tijd om goed na te gaan waar beschadigingen kunnen optreden. Het zouden wel eens uw best betaalde uren kunnen worden. De eerste helft van september steekt wel zeer ongun stig af tegenover de 2e helft van augustus. De eerst genoemde periode gaf ook op SCHOUWEN-DUIVE- LAND weinig mogelijkheid oogstwer kz aamheden uit te voeren, terwijl in de laatst genoemde periode zeer veel oogstwerk verricht kon worden. Het mooie weer in de 2e helft van augustus heeft tot gevolg gehad, dat de graanoogst praktisch vóór september geborgen is. Om nu nog even terug te komen op de resultaten van die graanoogst, kunnen we het volgende resumeren. De wintertarwe heeft een goede opbrengst gegeven. Zelfs waren er enkele percelen, die meer dan 8000 kg per ha opbrachten! Gezien net feit dat er nogal percelen waren met afwijkingen hetgeen uiteraard de op brengst ongunstig beïnvloed heeft kunnen we in het algemeen wel stellen, dat de gemiddelde opbrengst dit jaar boven de verwachting uitviel. De gemiddelde op brengst zal hier liggen bij ongeveer 6200 kg per ha. Het ras G.ement kwam wel het gunstigst uit de bus. De stro-opbrengst was minder. Vrij veel stro is gehakseld. Gezien de prijzen momenteel, kon persen wel uit. De opbrengst van de zomergerst is erg tegengevallen. Wél grote perceelsverschillen, ook rasverschillen, maar gemiddeld zitten we hier op ongeveer 4000 kg per ha. Het percentage brouw was veelal aan de lage kant. De haver gaf dit jaar ook een zeer gunstige opbrengst bo ven de 5000 kg per ha. De schokkers, inmiddels geoogst op een enkel perceel of deel van een perceel na, zijn in opbrengst en kwaliteit meegevallen. Bovendien een goede prijs wat van de andere bovengenoemde produk- ten niet gezegd kan worden. De gemiddelde kg-op- brengst ligt vermoedelijk bij de 4000 kg per ha. De brui ne bonen zijn momenteel deels aan de ruiter, deels nog vast. Het weer is nu spelbreker om deze oogst af te ma ken. De opbrengst lijkt goed te worden. De zaaiuien, eerst niet erg hoopvol, hebben zich goed herstejd al is het dan ook wat later. De opbrengst zal meevallen en hopenlijk zal dat ook geschieden met de prijs, alhoewel T.a.v. de aardappelen moeten we jammer genoeg ver melden dat de oogst door het slechte weer stagneert. Veel wind belemmerde het spuitschema en veel regen de oogst. De kg-'opbrengst tot nu toe viel mee, niet de kg-prijs. Het uitvalpercentage was nog niet hoog. Een grove sortering. Het uitvalpercentage kan nog wel ongunstig beïnvloed worden door het ontstaan van igroeischeuren. Hierbij van zelfsprekend uitgaande van: a. het oogsten van een kwaliteitsprodukt; 'b. het oogsten zonder technische mankementen en c. beperking van rooiverliezen tot een minimum. Mocht het weer tegen zitten, denk er dan terdege om dat haastige, spoed zelden goed is. Neem alle vereiste maatregelen voor een goed produkt in acht. De suikerbieten vertonen een miserabel beeld. De vergelingsziekte is dusdanig opgetreden dat we een be hoorlijke opbrengst-depressie kunnen verwachten. Te- mik-behandelde percö.en vertonen een gunstiger beeld. Nieuwe bladvorming kan vermoedelijk ook nog een ongunrtige invloed te weeg brengen. Al met al geen gunstig vooruitzicht t.a.v. opbrengst en suikergehalte. Hopen'lijk zal de gedwongen rust spoedig overgaan in grote en bovenal gunstige aktiviteit t.a.v. de hakvruch- tenoogst. (Zie verder pagina 5). MET spanning wordt de miljoenennota a.s. dinsdag tegemoetgezien. Meer dan andere jaren nog wordt er naar uit gekeken. Het is de eerste begroting die volle dig naar de inzichten en het patroon van de regering Den Uyl tot stand komt. Door de langdurige formatieperiode vorig jaar had de begroting 1974 reeds vorm gekregen vóór dat de tegen woordige bewindslieden hun ambt aanvaarden. Zal soulaas worden geboden aan de kreperende mid denstand? Zullen maatregelen worden getroffen om zowel de producerende als handeldrijvende-agrarische en niet- agrarische-middenstandsbedrijven levensruimte te ge ven? Het moet toch ook Den Haag niet onverschillig zijn dat gehele bedrijfstakken dreigen te verdwijnen, de werk gelegenheid bijkans geheel afhankelijk wordt van een ge ring aantal veelal multi-nationale-mammoetbedrijven; het welzijn wordt aangetast omdat eenvoudige dienstver lening b.v. de hulp inroepen van een ambachtsman niet meer mogelijk is! 5PREEKT wat dat betreft de teruggang van het aan tal middenstandsbedrijven in 1973 met een totaal van 9000 bedrijven geen duidelijke taal? Laat ook deze zelfde tendens die in de agrarische sector valt te constateren de overheid volkomen onberoerd? Trekt de regering het zich ook aan dat het aantal fail lissementen in het eerste halfjaar van 1974 met 25 toe namen, terwijl het cijfer over juli zelfs een toename van 30 te zien geeft? De sAtuatie is ongunstig, enerzijds is er de absolute in flatie, die mondiaal gezien ongekende vormen heeft aan genomen, en ook in ons land voortwoekert, en waarvan monetaire autoriteiten beweren dat deze moet bestreden worden door een strenge geldpolitiek, terwijl het geld krap en duur moet worden gehouden; en beperking van de overheidsuitgaven een dwingende eis is. Anderzijds is er de stelling dat de stagnerende economie impulsen behoeft omdat anders de teruggang zal leiden tot een crisis met grote werkloosheid. TiET ondernemingsklimaat is ongezond, een door de tegenwoordige regering zoal niet geschapen dan toch wel zeer bevorderde sAtuatie en de roep dat het bedrijfs leven floreert is naar wij menen op een foutieve weerga ven van de feiten dan wel foutieve interpretatie van deze gebaseerd. Wanneer enkele bedrijfstakken, speciaal de mammoet ondernemingen, grote winsten maken, is dit geen of niet alleen een gevolg van Nederlandse omstandigheden, ter wijl voor deze en ook voor andere bedrijven geldt dat door de geweldige prijsstijgingen en de gebruikelijke boek- houdmethodes voorraad-winsten zijn opgetreden. De prij zen van de ingekochte goederen zijn b.v. verdubbeld (of meer) zoals olie en suiker en hierdoor kan de „winst" in niet belangrijke mate worden beïnvloed. Wij zouden voorbeelden kunnen aanhalen ook uit onze praktijk dat „winsten" werden gemaakt om de vinger:, - te likken, terwijl de liquiditeitsmoeilijkheden zo groot zijn dat er van verleefbaar" inkomen nauwelijkssprake is. E vraag kan worden gesteld of een bedrijf dat boek houdkundig rendabel draait, cijfermatig een goede winst te zien geeft, terwijl de gehele winst nodi het bedrijf gaande te houden, een gezond bedrijf is. Teveel bedrijven bevinden zich op de rand van hun be staan omdat zij niet kunnen voldoen aan de voorwaarde om in de voor de onderneming benodigde gelmiddelen te voorzien en de ondernemer in staat te stellen om een vol doende „verleefbaar" inkomen te verschaffen. De berekeningsmethoden van de „fiscale wi' t" bete kenen veelal een bedreiging voor de continuïteit van de onderneming. De in overheidskringen bestaande mening betreffende de „rechtvaardige" verdeling van inkomen wijkt af van de onze. De ondernemers worden onrechtvaardig behan deld. Onze verwachtingen met betrekking tot het soulaas dat de ondernemers te wachten staat zijn niet hoog gespan nen. Laten wij hopen dat het meevalt! PAAUWE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 4