T <~Üoor de <^Orouw Gezellige dagen bij Duitse plattelandsvrouwen 17 onder redaktie van de Bond van Plattelandsvrouwen Voor Zeeland en Brabant: Els Deurloo Markt 1 Tholen Tel. 01660-504 „Wij vrouwen van het land zijn hecht aaneen verbonden Wij gaan zo graag op reis altijd op studiegronden Ook dit keer was 't weer feest dank zij twee aktieve dames Daarom, hulde aan chauffeur Frau Gijsberts - Frau van Geest". Zo luidt de tekst van het danklied dat 25 plattelands vrouwen van de afdeling Noord-Brabant eerder dit jaar zongen tijdens de reis die zij per bus naar Duitsland maakten. Zij brachten een tegenbezoek van 4 dagen aan de Duitse plattelandsvrouwen uit Mellendorf en om geving die in 1973 in Nederland zijn geweest. Een reis en verblijf die erg interessant en afwisselend zijn ge weest, dat is de conclusie die je trekt uit het 14 pagina's tellende verslag waarin c."c belevenissen van de dames door vier van hen zijn opgetel nd. Dit zijn mevr. Voor de Poorte uit Drongelen, mevr. De Jager uit Werkendam, mevr. Bakker uit Sleeuwijk en mevr. Zwart uit Woud- richem. HARTELIJK was het weerzien met de gastvrouwen in Mellendorf om half zes 's avonds op de eerste dag. De een na de ander ging met haar gastvrouw mee naar huis, waar ieder het reuze naar de zin had en bovendien erg verwend werd. Het eerste reisdoel de volgende dag was Goslar, een stad van 9*22, waar een rondwandeling werd gemaakt. Zo bezocht men het oude slot en via de smalle straatjes met de goed onderhouden vakwerkgevels kwam men in het tehuis voor alleenstaande bejaarde dames. Op het 'marktplein te Goslar genoot men van het klokkenspel, waarbij taferelen tevoorschijn kwamen. Langs de Markt- kirche met zijn 450 jaar oude opgelapte lindebomen gin gen de dames terug naar de wachtende bus. Al rijdend bekeek men de overblijfselen van de oude vestingswer- ken, de nieuwbouw, gebouwd voor de vele mensen uit de Oostzone en de Grauhöferklosterkirche, een kloosterge meenschap enkele kilometers buiten Goslar. In Goslar werd het „Haus am Steinberg" bezocht. Dit is een huis van en voor de Duitse plattelandsvrouwen sa men met de Landjugend (plattelandsjongeren). Hier wor den vormingscursussen en gezelligheidsweken gehouden. Voor de Landjugend zijn er weekenden en 's winters cur sussen. De aanwezige Duitse plattelandsvrouwen zorgden voor een hartelijk onthaal en koffie met gebak. Door dit vrij nieuwe gebouw werd een rondgang gemaakt, waarbij bleek dat ongeveer 40 dames tegelijk in het huis kunnen logeren. In de bus luisterden de dames belangstellend naar de vraag die aan één van hen was ges'teld: „Mevrouw, is het waar, dat u in Nederland belasting moet betalen voor gordijnen?" „Neen". ,JMaar waarom houdt men alles dan zo open?" Ook hier: 's lands wijs, 's lands eer! iIVE derde dag had als reisdoel Celle, waar een slot werd bezichtigd. In een zaal hingen schilderijen van de Vlaamse schilder Maarten de Vos en zijn leerlingen en van de Vlaming Jordaens over het Driekoningenfeest. Tenslotte was er nog een oude keuken waarin zelfs al een kast was waarin 'borden verwarmd konden worden. In Celle werd vervolgens gewinkeld en met veel pak jes voor de thuisblijvers .beladen, werd de reis naar Han nover aanvaard. Daar werd een rondrit door de stad ge maakt, waarbij in de Herrnhausergarten een prachtige tuin, die 300 jaar geleden in Franse stijl werd aangelegd werd gewandeld. In Wennebostel werd in gezelschap van de gastvrouwen en andere Duitse plattelandsvrouwen de avond doorge bracht. Na de broodmaaltijd was er zang, spelletjes en een volksdansdemonstratie van de Landjugend. Mevr. Gijsberts dankte de gastvrouwen hartelijk voor de geweldige gastvrijheid en voor de organisatie. Zij bood de drie reisleidsters een fotoboek over Neerland aan, waarbij de dames aan de Duitse gastvrouwen ook een cadeautje aanboden. |\E laatste dag werd het vogelpark in Walsrode be- zocht. Door het rhodondendrondal en langs een wa terval kwam men in de vlieghal waar kroonduiven en oranjekleurige vogels een vrij leven hadden. Bij de afde ling gewijd aan zeevogels waande men zich door de kunst matige golfslag m-et recht aan zee! Daarna naar het pas geopende papegaaienhuis, waar een bonte herrie en kleu renpracht heersten. Nadat men de koffie had gedronken en de laatste souvenirs gekocht waren, vertrok men om half twaalf huiswaarts. De terugtocht ging door het Teutoburgerwoud over Os- nabrück naar Gronau. Men reed langs steden en dorpen, langs de rivier de Wesel, langs industriegebieden, boeren bedrijven en aspergekwekerijen. AM twee uur arriveerde men in een dorpje al dicht bij Osnabrück en daar kon men bij hotel Hencke wat te eten krijgen. Er werd een uitsmijter besteld, maar de caféhouder kende alleen maar brood, ham en eieren. De juke-box draaide de ene dansplaat na de andere en Wil helm, blijkbaar een stamgast, nam zijn kans waar en greep de ene dame na de andere om een dansje te maken. Na het eten werden de dames uitgeleide gedaan door Wilhelm, die ook nog mee de bus inging. Na veel gejoel reed de bus dan weg. Vlak bij de grens kwam de bus na enig gespetter zon der dieselolie te staan. Nu zou het duwen worden. Maar zoals de verslaggeefster meedeelde, een lekkere dikke „oliesheik" bracht uitkomst door olie bij te vullen met eer gieter. Eindelijk kon men verder en om 6 uur werd d« grens bij Gronau gepasseerd, een feit dat voor de mees ten ongemerkt voorbijging. In het Motel bij Arnhem werd de laatste gezamenlijke maaltijd gebruikt. Om 9 uur begonnen de dames aan het laatste deel van de reis. Mevr. Hendriks dankte namens het hele gezelschap de reisleiding voor deze vier fijne en gezellige dagen, waarna het hele koor het eerdergenoem de danklied zong. In schrille tegenstelling tot de Nederlandse boeren, zijn onze boeren hier dit jaar zeer tevreden over de behaalde resultaten. Misschien doet het u een beetje goed te horen dat er ook nog boeren op de aarde zijn die het goed gaat. Waar je ook rondloopt en een praatje maakt in Hola, overal hoor je het zelfde geluid. De oogst is prima en de prijs is pas verhoogd. Vorig jaar kregen de mannen hier nog maar één shilling en dertig cent per kilo en nu ineeps twee shilling. Natuurlijk zijn de kosten ook wel wat gestegen maar de winst die er overblijft is toch groter dan vorig jaar. Toen was ook de kilo-opbrengst lager. Het viel me mee, of tegen, hoe moet ik het zeggen dat de akkerbouwers er niet op uit waren om weer een nieuwe vrouw bij te nemen. Nee, helemaal niet! Integendeel, bijna iedereen wil in de koei en gaan. Vrouwen zijn een beetje op de achtergrond ge raakt, want ook hier staat de tijd niet stil. Je kunt ze niet meer alleen zoet houden met één nieuwe lap per jaar en nieuwe ring door hun neus. Ze willen nu minstens drie nieuwe lappen en ook nog ringen in hun oren. En de rivaliteit wordt ook groter. Dat kun je dus gewoon jaloezie noemen. Overigens hebben de boe ren die last ook weer aan dat goede scheme te danken. Vroeger hoorden ze uit de buitenwereld nauwelijks iets. Of het moest zijn uit het andere dorp. Maar sinds ze bijna allemaal wel een transistor-radio hebben, die de hele dag kwettert, komen er ook verhalen van vooruit strevende Keniaanse vrouwen in de eenvoudige hutten van de Pokomo's, waar het polygame huwelijk niet meer zo hoog wordt aangeslagen. En die vrouwen in Hola hebben ook oren om te horen. Nee, deze keer wordt het verdiende geld niet meer zo maar verkwist. Trouwens ze hebben bijna alle luxe die nu binnen hun bereik ligt. Wie heeft er geen fiets? Die behoort dan tot de uitzon deringen, of het moet zijn dat hij zich dan veel te hard over 's heren wegen voelt gaan en er gewoon geen wil. Maar als je tegenwoordig bij het kantoor kijkt, dan staan de fietsen rijen dik. Allemaal met stevige sloten er op! En als je dan weggaat en je fiets hebt geparkeerd, neem je het fietspompje mee, want dat wil nog wel eens gestolen worden. Zoals gezegd de van huis uit akkerbouwer, de Po- komo gaat in het vee. En ook dat is een goede zaak ge worden, want de bush waar de dieren grazen is groot genoeg en het weiden kost niks meer dan vroeger. Wel zijn de prijzen van het slachtvee enorm gestegen. Kon je een jaar geleden nog een volwassen zebu-koe kopen voor een vierhonderd shilling nu is dat al gauw zo'n zeshonderd. Maar ook is er een goede afzet voor melk. Alleen zou er hier iemand moeten zijn die de boeren ter zijde kon staan en inp'laats van die waardeloze bush- melkkoeien te kopen, eens een kijkje te gaan nemen in Mombasa en daar wat raskoetjes aan te schaffen. Als je die dieren binnenhoudt en er wat moeite voor doet, dan kun je ongeveer per koe zo'n vijftien liter melk per dag halen. Maar misschien komt dat later nog wel. Dit jaar hebben ze het ook anders aangepakt met het be talen. Voorheen kon de boeren iedere keer voorschot ten opnemen. Met een briefje van de kassier gingen ze dan naar de winkels en kochten maar raak. En als het dan op de grote uitbetaaldag aankwam, viel het natuur lijk tegen. Het was alleen de kassier die goede zaken had gedaan. Want hij schreef die voorschotbriefjes al leen maar uit voor één winkel die toebehoorde aan een Arabier.. Het was een publiek geheim dat de kassier vij procent van de winst kreeg die de Aarabier maakte. Nu wordt de laatste katoen alweer geplukt. De eerste gezaaide katoen is al weer van het veld verdwenen en de trekkers grommen over het veld om het land te ploegen voor de maisoogst. Maar voor één ding moesten die boeren flink op hun donder krijgen. Ze worden steeds zongelozer wat betreft de onkruidbestrijding in hun katoen. Kon je een aantal jaren geleden nog on- kruidvrije velden vinden als de katoen er af was. Nu moet je die velden echt gaan zoeken. En dat het gemak kelijk kan, dat tonen die veldjes aan van de boeren die nog wel hebben gewied. Maar bij de meesten is het een bende. Allerlei sporten onkruid die al lekker rijp zijn en vrachten zaad in de grond brengen. Straks, als er voor de eerste keer wordt geïrrigeerd vóór de mais, komt dat allemaal prachtig op in een ijltempo. En dan zijn ze natuurlijk weer te beroerd om te wieden, of ze zeg gen dat ze het niet aankunnen omdat er zoveel vuil staat. Als de mais er dan af is, is er alweer meer on kruid bij gekomen op het veld, wat dan weer onder- geploegd woi^dt als de katoenoogst komt. En 'zo ga je maar door! Er is land bij dat we nog maar drie jaar geleden aan de bush onttrokken. Op dat maagdelijke land komt het eerste jaar nauwelijks onkruid voor. Het onkruid wordt er voornamelijk in gebracht door het irrigatiewater dat de zaden gemakkelijk vervoert. Ook al omdat de irrigatiekanalen vaak aan de kanten rij kelijk zijn begroeid met onkruid. Die maagdelijke vel den zijn nu vergeven van het vuil. En vraag je dan aan zo'n boer hoeveel keer heb je nu gewied? Dan beweert hij met een stalen gezicht dat hij zeker drie keer heeft gewied. Eln ik zeg dan met een dubbelstalen gezicht dat ze het liegen. Dan moeten ze vreselijk schateren om die blanke, die zo gelijk heeft. Maar ze hebben dit jaar een goede oogst, de prijs is ook goed. Wie doet me wat? denken ze dan. Er zijn er ook bij die doen helemaal niks meer. Gelukkig maar een paar. Daar heb je Jozef Mesjocho, een oud Mau-Maulid, die hier nog een jaar of vier in Hola in het konsentratiekamp zat. Hij is een man die wat je noemt van een stevige borrel houdt. Hij is de laatste maanden zelden meer op zijn akker gezien. Meestal trapt hij op zijn fiets naar het dorp en gaat dan lekker maisbier of palmwijn drinken. Als je het zo hoort lijken het onschuldige drankjes, maar als je Jozef s' avonds na zonsondergang naast zijn fiets ziet waggelen, richting hut, dan weet je wel beter. Zijn katoen is geplukt door arbeiders van het scheme, daarna was hij te beroerd om de struiken af te kappen en te verbranden. Dat moets ook weer door arbeiders gebeuren. Dat arbeidsloon wordt straks afgetrokken van zijn netto-winst. Maar 't zal Jozef een zorg zijn. Nu kan hij ook niet altijd op het veld zijn, want na een buik vol palmwijn wil hij nogal eens onenigheid krijgen met zijn drinkmaats, en dan kraken de koppen stevig. Tot de politie er bij kamt en Jozef weer eens een week ol drie achter het prikkeldraad moet. Het is wel jammer dat de boeren het niet zo nauw nemen met het onkruid. Want als je werkelijk schone velden kreeg na de katoen, dan is het zeer de vraag of het nodig zou zijn om de velden allemaal weer U ploegen. Je zou dan kunnen volstaan met een herrugger van het land en daarna mais zaaien. Vorig jaar hebber we daar een paar proeven mee gedaan en die warer zeer belovend. Je zou een enorme kosten- en tijdsbespa ring kunnen verkrijgen. Om die boeren echter precies te laten doen wat je graag zou willen, dat is* niet ge makkelijk. En in een wereld, ook hier, waar de kosten met de dag stijgen zou iedere gelegenheid om die kos ten te drukken, met handen en voeten moeten worden gegrepen. Maar de Pokomo-boer staat bekend om zijn koppige eigenwijsheid. En het praten krijgt je niet alles gedaan, en veel andere middelen zijn er niet meer SCHRIJFKOUTER r

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 17