TUINBOUW
Niet beschermen
door dik en dun
EHSi
Veel peren
DINGEN VAN DE WEEK
Wl
13
"EEN veel gebruikt, maar ondeugdelijk argument is dat
een bedrijfstak moet worden beschermd tegen in
voer uit landen met lage lonen. Prof. drs. J. de Veer, ad
junct-directeur van het Landbou w-Economisch Instituut,
zei dit op het Nationaal Tuinbouwcongres dat de vorige
week te Wageningen werd gehouden. Het gaat hi'er vol
gens hem om invoer uit arme landen die voor hun verdere
economische ontwikkeling of om verdere verarming te
voorkomen weinig anders kunnen doen dan zich te rich
ten op een produktie, waarmee zij door hun relatieve
overvloed van weinig geschoolde arbeid een concurren
tievoordeel hebben.
Als welvarender landen met veel ruimere mogelijkhe
den zich tegen zulke import beschermen is dat laakbaar.
In principe geldt dat ook en vaak juist voor land- en tuin
bouw. Het probleem daarbij is echter dat het binnen die
welvarende landen het vaak juist de in welvaart achter
blijvende gebieden en sectoren zijn die door deze concur
rentie worden getroffen. Veelal zijn het ook sectoren met
kleine ondernemingen waar structurele aanpassingen
traag verlopen. Voor de overheid is er in zulke gevallen
de keus tussen nationale en internationale solidariteit.
Een bedrijfstak die in deze problematiek betrokken
raakt, zal volgens prof. De Veer, toch, met alle begrip en
inzet voor het eigen belang, de vraag onder ogen moeten
zien of de maatschappelijke ontwikkelingen in eigen land
en elders niet hebben geleid tot een blijvende verschui
ving in concurrentieverhoudingen. In dat geval is het niet
juist deze verschuiving blijvend te compenseren met be
scherming en steun.
Aanpassing in de oriëntatie van de produktie of in de
omvang van de bedrijfstak moet dan tenslotte de oplos
sing bieden en de steun van de overheid moet erop wor
den gericht deze aanpassing zo snel mogelijk ieni met zo ge
ring mogelijke sociale problemen en financiële verliezen
te doen geschieden. Deze vorm van steun is te rechtvaar
digen, omdat 't niet billijk is de lasten van de „niet minst
effectieve vorm van ontwikkelingshulp" te laten dragen
door een kleine groep mensen.
i
DE CONCURRENTIE UIT ONTWIKKELINGSLANDEN
/1VER de concurrentie uit ontwikkelingslanden sprak
ook de directeur tuinbouwmarktordening van de
EEG, drs C. P. Driesprong, die dit aan de concurrentie
positie van de Nederlandse tuinbouw gewijde congres
opende. De nulrechten, die de gemeenschap aan bepaalde
landen uit Afrika voor hun naar de gemeenschap uit te
voeren tuinbouwprodukten wil toestaan, zulleni zijns in-
Het door de 3 C.A.O.'s en Nede. Tuinbouwraad voor de 5e maal georganiseerde Tuinbouwcongres had ditmaal
de concurrentiepositie van de Nederlandse tuinbouw als onderwerp.
ziens niet tot 'n „concurrentiebloedbad" behoeven te lei
den. Het gaat slechts om een kleine lijst van produkten.
Grote cultures zullen de betrokken landen niet kunnen
beginnen en zij hebben het nadeel van de grote afstand.
De verlaagde rechten die de gemeenschap aan een aan
tal Middellandse-Zeelanden wil toestaan, tracht zij bui
ten het eigen produktieseizoen van de gemeenschap te
houden. De invoer kan dan dienen als een aanvulling op
de eigen produktie van de gemeenschap; de Europese con
sument krijgt een ruimer assortiment zander dat de Euro
pese teler veel schade lijdt. Over de toepassing van het
referentieprijzenstelsel in het algemeen merkte drs Drie
sprong op dat pas echt iets tegen de invoer wordt onder
nomen als het bewijs is geleverd dat de leverancier van
buiten de gemeenschap zich niet aan de minimuminvoer
prijs heeft gehouden.
Op het congres aanwezige functionarissen van het Cen
traal Bureau van de Tuinbouwveilingen bleken zi^h wat
de nulrechten voor Afrikaanse landen en de verlaagde
rechten voor Middellandse-Zeelanden betreft het niet met
drs Driesprong eens zijn. Zij vreesden voor de Nederland
se telers concurrentie van paprika's uit Afrika en, juist in
het Nederlandse stookseizoen, van tomaten uit het Mid-
dellandse-Zeegebied.
De heer D. A. Spoor, hoofd van de sectie groenten- en
fruit van het L.E.I., was dienaangaande van mening, dat
de concurrentiepositie van de Nederlandse verwcrmde-
kasprodukten ten opzichte van die uit andere Noordwest-
europese landen niet slechter zal worden. Het Neder
landse produkt zal wel wat terrein verliezen tegenover
kwalitatief goede produkten uit plastic kassen in het Mid-
dellandse-Zeegebied, zoals komkommers van Kreta en de
Canarische Eilanden, paprika van Sicilië en sla uit Zuid-
Frankrijk. Voor produkten uit verafgelegen landen zoals
Israël, Afrika en Zuid-Amerika hoeft Nederland niet te
vrezen, gezien de hoge luchttransport- en verpakkings-
kosten.
Een onzekere factor blijft de manier waarop de Oost-
europese landen de ook bij hen sterk gestegen verwar-
mings- en transportkosten zulleni doorberekenen in de
prijzen van verwarmde-kasprodukten als tomaten, kom
kommers en paprika's. Een goed functionerend EEG-re
ferentieprijzenstelsel tegen te goedkope invoer uit derde
landen zal nog noodzakelijker worden dan het al was.
Zijn slotconclusie was, dat bij een goede begeleiding van
de structurele aanpassingen het voortbestaan van de Ne
derlandse glastuinbouw niet in gevaar hoeft te komen.
Het is nu volop perentijd. Iedere dag zijn er op de
fruitveilingen in ons gebied duizenden kisten te koop.
In de afgelopen periode nog in hoofdzaak Beurré Hardy
en Triomphe de Vienne, maar in de komende week zul
len naast de Hardy ook de Bonne Louise en Cenference
van betekenis worden. De prijzen hieiden zich vorige
week bijzonder goed. In vergelijking met 'het begin van
de week werd in het eind voor de grote en middelmaten
Beurré Hardy ruim '5 cent pef kg meer betaald. Dat wil
zeggen dat de grote maten (boven 70 mm) rond 70 cent
per kg werden verkocht, de maat 65/70 mm rond 56 ct
en de maat 60/65 mm rond 40 ct.
Er was vraag voor export naar verschillende landen
en vooral naar West-Duitsland en Engeland, an grote
betekenis voor de perenafzet is verder een transaktie
van CB 2 voor de levering van 2xk miljoen kg peren
naar de D.D.R. In de maand september zullen deze ge
leverd worden.
De eerste partijen Bonne Louise deden rond 60 cent
voor de grote maten. Triomphe de Vienne trok voor de
meest gevraagde maten aan van rond 60 ct tot rond 65 ct.
Een voorverkoop van 550 ton Beurré Lebrun peren
bij de centrale veiling Kapelle-Terneuzen, leverde een
prijs op van 35 ct voor de I 60/70 mm en 28 ct voor de
I 55/60 -mm.
Bij de appelen kon het sterk toegenomen aanbod van
James Grieve goed worden opgevangen tegen een prijs
van 5560 ct voor de klasse I, grote maat en 4045 ct
voor de I 65/70 mm.
Een toenemend aanbod van Cox's Orange Pippin
werd dagelijks verkocht voor 90 ct tot 1 voor de
klasse I 70 en op 7590 ct voor de I 65/70 mm. Het
aanbod van pruimen liep in de tweede helft van de vo
rige week hard terug. De prijs van de klasse I Reine
Victoria handhaafde zich op ƒ1,25 per kg. Klasse Et
daalde van 35 ct tot 15 ct. Volgende week zal er alleen
nog wat Warwich Droper worden aangevoerd.
IJET was een goed bericht dat deze week afkwam
met betrekking tot de uitvoer van Nederlandse
peren: naar de D.D.R. zullen gedurende de maand sep
tember 2y2 miljoen kg peren van verschillende rassen
uitgevoerd kunnen worden.
Dank zij de bemiddeling en garantie van C.B. 2 de af
zetorganisatie van de Nederlandse fruitveilingen en met
inschakeling van een aan het C.B. gelieerde exporteur,
kon deze grote transaktie worden afgesloten. Het had
zonder meer een positieve invloed op de prijsvorming
van de totale perenaanvoer in ons land en daarom is het
van zeer grote betekenis. Het bewijst opnieuw dat men
op de goede weg is met het zoeken van afzetmogelijk
heden naar landen waar anders ons fruit niet kwam. Nim
mer tevoren immers konden in het najaar zaken met de
D.D.R. in peren worden gedaan.
Ook de export van peren via C.B. 2 naar Engeland en
de Canarische eilanden kwam op gang. Daarnaast toon
den de gewone exporteurs veel interesse naar ons pro
dukt voor de normale handelskanalen. C.B. 2 heeft trou
wens ook steeds vooropgesteld dat zij slechts daar wil
werken waar men op de oude manier van handel doen
in ons fruit, niet meer terecht kon. Daarom zal men via
C.B. 2 geen fruit naar West-Duitsland zien gaan. Onze
exporteurs hebben in dit land voldoende relaties en han
delskanalen opgebouwd dat zij de markt daar kunnen
voorzien. Verheugend is het, dat er zulk een goede vraag
is naar ons produkt waarvan de oogst groot is. Toen twee
maanden geleden tijdens een vergadering van de fruit
veilingen naar voren kwam dat het Centraal Bureau van
de Tuinbouwveilingen niet pessimistisch was over de
afzetmogelijkheden voor peren haalde menigeen de
schouders op en in feite geloofde men het niet. Er wa
ren ook in ons gebied veel stemmen die spraken over een
te verwachten enorme doordraai van peren in dit najaar.
Gelukkig is hiervan tot op heden geen sprake geweest.
Een voorverkoop van 550 ton peren van één ras in één
keer, vorige week bij de centrale veiling KapelleTer-
neuzen, had een voor de telers zeer bevredigend resul
taat. De prijs die werd gemaakt lag niet hoog maar bij
de huidige grote produktie was ze redelijk.
De Beurr Hardy, waarvan eind vorige week de centrale
veiling GoesKrabbendijke een dagaanvoer had van
ruim 200 ton, brengt hogere prijzen op dan men bij het
begin van het seizoen hadden durven hopen.
A L met al is er reden om tevreden te zijn over de
gang van zaken op dit moment binnen de fruitteelt.
Het bewijs wordt geleverd dat er een goede markt is
voor onze produkten. Het komt er enkel op aan dat de
produktie niet te groot is. Op een vergadering over de
afzet en bewaring, vorige week in Goes, vertelde de heer
Van Diepen, verbonden aan C.B. 2 dat uit een onderzoek
was gebleken dat het bij de Nederlandse huisvrouw die
appelen en peren koopt, het in de eerste plaats gaat om
een goede kwaliteit.
De prijs komt zeker niet op de eerste plaats van be
langrijkheid. Het is goed daarmede rekening te houden.
Ook in dit seizoen met hoge appelprijzen zien we dat voor
de mindere kwaliteiten en kleine maten aanzienlijk min
der wordt betaald dan voor de betere kwaliteiten. Het is
bedroevend wanneer we bekijken hoeveel fruit van min
dere kwaliteit er nog altijd op de veilingen wordt aan
gevoerd. De heer Van Diepen noemde in Goes percen
tages van de aanvoer van klasse II en III op de veilingen
gedurende de afgelopen jaren en dat is bijzonder veel.
Ongeveer tweederde van de totale Nederlandse appel-
aanvoer in de afgelopen jaren bestond uit klasse II en
III. In ons gebied zal de situatie gemiddeld niet zoveel
beter liggen. In de jonge gebieden van West-Brabant en
Zeeland zal het iets anders zijn maar toch komt ook daar
uit nog veel teveel van mindere kwaliteit.
Soms kan men daar niets aan doen omdat de hagel
of vorst voor een ernstige kwaliteits-achteruiigang heeft
gezorgd. Soms ligt het ook aan verwaarloosde cultuur-
zorgen. Wanneer men veel te veel kleine vruchten oogst
dan heeft men dat van tevoren kunnen bekijken. Wan
neer men door zwammen of insekten aangetast fruit naar
de veilingen brengt, heeft men niet voldoende opgelet.
De afgelopen tijd zien we nog al eens partijen fruit die
in ernstige mate zijn bezoedeld door het afscheidings-
vocht van de bladvlooien. Het was moeilijk ze te bestrij
den in dit seizoen maar wanneer men er niets aan heeft
gedaan oogst men thans een produkt dat 2030 cent
per kg minder opbrengt dan de goede kwaliteit.
zouden op die manier door kunnen gaan. Er zijn
gelukkig ook tal van andere voorbeelden te noe
men. Er zijn veel telers die het goed doen en veel bedrij
ven waarvan een eerste kwaliteit fruit in de goede ma
ten wordt geoogst. Het gaat ons echter om de nog altijd
veel te grote groep van hen die het niet goed doen.
Terecht heeft de heer Goud in de vergadering van het
hoofdbestuur van onze organisatie met nadruk gewezen
op de noodzaak dat er spoedig een Europese rooipre-
mie komt. Er zijn nog bijzonder veel boomgaarden, ook
in Nederland, die in aanmerking komen om opgeruimd
te worden. Er is in heel West-Europa onder normale om
standigheden veel te veel fruit om een rendabele teelt
te mogen verwachten. We moeten ons beslist niet blind
staren op de prijzen van de appels van dit moment. Ze
worden veroorzaakt door incidentele faktoren en daar
op is geen gezonde bedrijfsontwikkeling op te bouwen.
Het is dringend noodzakelijk dat er een beslissing komt
over de Europese rooiregeling voor het plukseizoen 1974
is geëindigd want dan kunnen door degenen die willen
rooien nog tijdig de nodige maatregelen worden geno
men. Wanneer men langer wacht gaat men op de bedrij
ven weer snoeien en blijven veel boomgaarden in heel
Europa weer een jaar langer staan dan de bedoeling was
met als het tegenzit in een volgend jaar flinke steun voor
uit de markt te nemen fruit en een ongezonde situatie
voor de gehele bedrijfstak. Aandringen op spoed is in
dezen geboden.