Naar een nieuw
profiel van een
bestuurder
Maisprijs
zal tarweprijs bepalen
Nog weinig voortgang bij aardappeloogst
Maken wat er van te maken valt!
12
Dra. J. DIJKGRAAF,
L.C.C. - Goes.
m
WELEN met ons hebben de laatste tijd geschreven en
gesproken over de voormannen van onze organi
satie en nogal eens in minder vleiende bewoordingen.
Een prettige bezigheid voor hen die er behagen in schep
pen hun mening over anderen te geven waarbij ze dan
zelf buiten schot blijven. Je loopt dan echter al gauw vast.
leder mens is namelijk ook lid van de gemeenschap, zo
dat je er met kritiek op anderen alleen niet komt. Zelfs
zij, die zakelijk objectief en eerlijk willen zijn in hun be
oordeling van anderen zullen als lid van de gemeenschap,
voorman en bestuur of niet ,ook bij zichzelf te rade moe
ten gaan. Dat wil zeggen ieder moet zich afvragen: wat
is mijn houding, hoe gedraag ik me, hoe stel ik me op
en dat met zo objectief mogelijke maatstaven. Elk individu
behoort dan buiten zichzelf te treden, zichzelf op een af
standje te bekijken om over zichzelf een beoordeling te
maken. Met andere woorden: kijk niet alleen naar ande
ren, maar vooral ook naar jezelf. Zeker als lid van een
organisatie. Dat schrijven we niet neer om de aandacht
van bestuurders af te leiden, maar wel om tot een wat
evenwichtiger beeld te komen.
ANDERE EISEN
pR zijn bestuurders en bestuurden. Beide groepen
hebben een eigen taak en positie. Dat ligt in de
rede. Eén van de taken van de bestuurden s het kie
zen of zo U wilt het uitverkiezen van de voormannen.
En over dat kiezen willen we het heel even met U heb
ben. Wij hebben namelijk uit de gebeurtenissen van de
laatste tijd de indruk overgehouden, dat we met een ver
ouderd profiel (beeld) van bestuurders werken. In deze
zin, dat aan de orde moet komen een herwaardering
van het profiel. Of om het wat eenvoudiger te zeggen:
aan welke eisen moet een goed bestuurder voldoen? Dit
vooral tegen de achtergrond van de maatschappelijke
ontwikkelingen. Andere tijden andere eisen, maar dan
niet zo, .dat we direkt moeten gaan denken aan weg
werp "-bestuurders! We zijn er ons terdege van bewust,
dat we met dergelijke opmerkingen beslist de landelijke
pers niet zullen halen. Dat is ook niet belangrijk, maar
wel, dat U ten aanzien van Uw eigen organisaties en
coöperaties komt tot een aangepast eisenpakket voor
een goed bestuurder. Het heeft natuurlijk geen zin om
in het kader van dit artikeltje een soort programma van
eisen op te stellen. We moeten wel in het algemene vlak
blijven zonder te gaan vertalen naar speciale organisa
ties in hun bijzondere taken en omstandigheden. Toch
vragen enkele algemene punten in dit verband wel de
aandacht. In de eerste plaats dan, dat een bestuurder
vooral in deze tijd maatschappelijk ingesteld moet zijn.
Hij kan niet hooghartig en puur intelectueel afstand ne
men van wat er in de maatschappij aan de hand is en
hij moet vooral terdege weten wat de problemen van
de leden zijn, wat ze denken en voelen en in het bijzon
der ook hoe ze reageren. De tijd van het leven in een
ivoren toren lijkt onsmisschien overbodig om dit te
zeggen wel voorgoed voorbij.
Wie nog op een voetstuk staat moet er nu wel af.
Zo niet, dan wordt hij er wel afgestoten. Het gaat er
om tussen en achter de leden te staan en je daar als
voorman volkomen mee te vereenzelvigen.
BEWUST KIEZEN
JTEN ander punt dat we willen noemen'is het beschik
ken over sociale en maatschappelijk vaardighe
den. Hoe ga je een probleem te lijf, hoe pak je het aan,
hoe breng je het om geloofwaardig en eerlijk over te ko
men? Met het bedrijven van public relations alleen kom
je er niet. Verpakking en inhoud zijn namelijk niet het
zelfde. En vooral niet te bang zijn voor gezichtsverlies,
want ieder mens maakt fouten en heeft z'n feilen. Inzicht
en kennis zijn en blijven belangrijk, maar inzet, trouw
en openheid zijn eveneens belangrijke zaken voor een
goed bestuurder. Verantwoordelijkheid dragen is een
uitdaging enerzijds, maar vraagt anderzijds een brede en
open opstelling. Leden van organisaties, die te kiezen
hebben zullen een duidelijk beeld moeten hebben van
de eisen, die aan de bestuurders van hun organisatie
gesteld worden. We zullen daarom naar een nieuw pro
fiel van bestuurders moeten. Discussie vooraf kan daar
om zinvol zijn, voordat de stembriefjes ingeleverd wor
den. Democratie is bewust kiezen van mensen, die in de
komende tijd op bekwame wijze de richting aangeven,
waarin de organisatie moet gaan. Kiezers en gekozenen
dragen wat dat betreft een gezamenlijke verantwoorde
lijkheid. Vertrouwen geven en vertrouwen ontvangen lig
gen in eikaars verlengde.
PRODUKTSCHAF VOOR GRANEN,
ZADEN EN PEULVRUCHTEN
jPEN van de dingen, die in de akkerbouw terecht tot
grote ontevredenheid aanleiding geven is de gang
van zaken rond het tarwebeleid.
Bij een wereldmarktprijs, die flink boven de EEG-prijs
ligt, moet men nog steeds ervaren, dat bij verkoop de
richtprijs nog lang niet gehaald wordt.
Weliswaar is na het begin van de oogst de prijs aan
getrokken, maar deze lag volgens de gegevens van het
Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten, eind
augustus nog maar juist tussen de richt- en interventie
prijs in.
KRAP AANBOD
0EGRIJPELIJK is dat in de Bestuursvergadering van het
Produktschap veel aandacht is besteed aan de voor
uitzichten voor de graanafzet. Door het sekretariaat was
voor deze diskussie een aantal elementen in een nota neer
gelegd. Volgens deze nota zal, volgens de voorlopige ramin
gen, de totale graanproduktie in de EEG maar weinig min
der zijn dan vorig jaar. Daarbij is er dan rekening mee ge
houden, dat de ha-opbrengsten van tarwe en gerst lager zul
len zijn en die van mads gelijk aan die van oogst 1973. In
tussen is wel gebleken, dat voor tarwe en gerst deze aan
name niet juist is en dlat de opbrengst gelijk of wellicht
hoger zal zijn. Daarentegen wordt b.v. voor Frankrijk ver
wacht dat de maisopbrengst wel 10 a 15 lager kan uitval
len dan eerst was geraamd.
De graansituatie in Europa kan niet losgezien worden van
die in Amerika. De tot nu toe bekende oogstramingen geven
voor dat. land een toename van de tarweproduktie aan, maar
een aanzienlijke teruggang van de voergranen. Sommigen
verwachten, dat de uiteindelijke produktie nog wel kan mee
vallen, maar volgens de voorzitter van het Produktschap
moet men zich daar niet veel van voorstellen. Eén van de
konklusies van de nota 'is tenslotte, dat de wereldmarkt,
vanuit het oogpunt van de voorziening bekeken, er mietaroos-
kleurig uitziet. Zowel voor tarwe als voor de voergranen
ligt de wereldmarkt dan ook behoorlijk hoger dan het EEGL
prijspeil.
BEPERKTE UITVOER
JUIEDE gezien deze vooruitzichten wordt er door Brussel
een beleid gevoerd, dat er op gericht is de voorzie
ning binnen de EEG zoveel mogelijk veilig te stellen. Door
het opleggen van hoge uitvoerheffingen wordt verhinderd,
dat graan naar derde landen kan worden geëxporteerd. Al
leen voor tarwe zijn er twee kontingenten vastgesteld, één
lopend tot 20 december van 600.000 ton en de tweede alleen
bestemd voor landen in Oost-Afrika van 300.000 ton. Voor
deze hoeveelheden kunnen exporteurs inschrijven voor een
bepaalde heffing. Tot nu toe is daarop echter nog maar voor
moedelijk te lage schattingen, verwacht exportoverschot
94.500 ton en 10.000 ton gegund. Bij een, op grond van ver
van 10,5 miljoen ton tarwe, waarvan 1,5 miljoen ton bestemd
is voor voedselhulp en 3 miljoen ton in de vorm bloem, zijn
dit uiteraard veel te kleine hoeveelheden.
Duidelijk blijkt ook hieruit, dat het 'beleid zodanig wordt
gevoerd dat de export maar mondjes-maat kan plaatsvindén
of m.a.w. het aanbod binnen de EEG ruim blijft met de
daaruit voortvloeiende druk op de prijzen.
Met name Frankrijk is een groot voorstander van dit be
leid om op deze wijze bij te dragen tot een beteugeling van
de inflatie. Voor de Franse graanteler heeft dit beleid in
tussen nog de minste konsekwenties. De marktprijs ligt
daar toch ad 12 k 13 boven de interventieprijs.
FRANSE TARWE IN GUNSTIGE POSITIE
QANKZIJ het naar beneden zweven van de Franse franc,
met op dit moment 8 a 8,5 kan de Franse tarwe
heel goed konkurreren, terwijl de teler toch een behoorlijke
prijs ontvangt Nu heeft onze Minister van Landbouw bij het
kamerdebat over de inkomenspositie in de landbouw toege
zegd te proberen aan deze valuta-konkurrentie iets te doen.
Thans kan namelijk op produfcten, waarvoor geen heffingen
op import uit derde landen worden opgelegd, het voordeel
van verschillen in valuta's niet weggeheven worden. Door
deze beperking te laten vervallen zou er ook nu door Frank
rijk bij export van tarwe een heffing moeten worden opge
legd.
In de Ministerraad van 17 en 18 september zal hierover
beslist worden. Zo'n maatregel zou wel weer gevolgen heb
ben voor de importeurs, die reeds komtrakten hebben afge
sloten, om welke reden door het Komité van Graanhande
laren gepleit werd' voor een overgangsperiode. Van land-
bouwzijde kan hiermee wel akkoord worden gegaan, onder
voorwaarde evenwel, dat daardoor de doorwerking op de
(Zie verder pagina 14.)
UIT DE PRAKTIJK
Zo vlot en prachtig de graanoogst op ZIUD-BEVE-
LAND weer geborgen kon worden, zo zouden we dit
ook wel met de aardappeloogst willen doen. De laatste
dagen hebben we nog al wat regen gehad en nu gaat
wel blijken dat tot nog toe, 9 september, maar zeer
weinig aardappelen zijn doodgespoten. De gewassen
zijn nog wel groen en ze groeien ook nog wel wat,
maar daar tegenover zijn toch wel enige nadelen te noe
men, n.l. dat we steeds later in het jaar komen en dat
dan de omstandigheden om te oogsten geleidelijk meest
al minder worden. Het feit dat de knollen steds groter,
grover en minder fraai van vorm worden, zou aanlei
ding kunnen zijn om het doodspuiten niet meer uit te
stellen. Ook zullen we met de vlot gegroeide knollen op
moeten passen voor het blauw-worden van de knollen.
Hoe rijper, dus hoe verder afgestorven ze van nature
al zijn, hoe groter de kansen op het blauw-worden bij
verwerking en bewaring kunnen worden.
In het begin van de zomer waren we wat pessimis
tisch over de groei en de te verwachten opbrengst van
de aardappelen. Nu op dit moment kunnen we wel zeg
gen dat er een grote opbrengst in de grond zit en dat
we zullen moeten trachten deze zo goed mogelijk te
oogsten.
Nog enkele weken en dan gaat de oogst van de sui
kerbieten beginnen. De opbrengsten zullen van perceel
tot perceel zeer sterk uiteenlopen, maar het gemiddelde
van de streek zal niet hoog zijn. Laten we hopen dat het
suikergehalte en de prijs nog iets zullen goedmaken.
Het afsterven van de uien verloopt ook nog traag.
Tot nog toe zijn nog niet zo veel uien geplukt of ge
rooid. Het deel van de uien dat behandeld is met een
anti-spuitmiddel loopt van dorp tot dorp nogal wat uit
een. Jammer is dat de prijs op dit moment niet zo aan
trekkelijk is.
De opbrengstgegevens over de wintertarwerassen zijn
weer bekend. Een ieder zal nu zijn keuze moeten be
palen. Het is te hopen dat er een kuze gemaakt zal
worden van meerdre rassen en dat we ons niet te veel
op één ras zullen gaan richten. Risico's van bepaalde
ziektes kunnen dan wel eens te groot worden. Het lijkt
ook niet nodig om alles op één kaart te zetten, vooral
omdat er toch een aantal rassen zijn, die hier in het
Zuid-Westen onder de omstandigheden van dit jaar niet
zo heel ver uit elkaar liepen.
Op de veehouderijbedrijven speelt al enige tijd het
probleem van het al of niet aanschaffen van een melk
tank. Het logische gevolg daarvan is het uitbreiden van
de melkstapel of het afstoten daarvan. Het lijkt ons bij
het overwegen van een en ander van het allergrootste
belang eens na te gaan hoe het financiële resultaat van
de melkveestapel is. Op vele gemengde bedrijven zal
blijken dat met het afstoten van de melkveestapel ook
en groot deel van het arbeidsinkomen zal verdwijnen.
Hoewel de investering niet gering is zou het voor vele
bedrijven bedrijfseconomisch wel eens van het grootste
belang kunnen zijn om een melktank aan te schaffen
om daarmede het bedrijf in stand te houden met een
aanvaardbaar arbeidsinkomen
Bij het begin van de herfstmaand kregen we op WAL
CHEREN ook al te maken met een herfstachtig weer
type. Veel wipd en regen, maar weinig zon. Zo tussen de
40 en 50 mm regen de eerste tien dagen. Daar zouden
we het de rest van september ook wel mee kunnen doen.
De werkzaamheden zijn deze week niet te best gevor
derd. Door dit weertype wordt de afrijping van bruine
bonen en uien gestagneerd. We zien duidelijk dat de
groei en ontwikkeling maar laat op gang gekomen is,
waardoor ook de oogsttijd van deze gewassen aanzien
lijk verlaat is. Hopelijk krijgen we nog een periode
met gunstige weersomstandigheden, waardoor het werk
vlot kan verlopen. Zoals het er nu voorstaat, ziet het
er naar uit dat er een tamelijke achterstand in het werk
gaat optreden, ele percelen aardappelen moeten nog
doodgespoten worden. Lukt het deze week, dan wordt
het toch weer eind september eer er gerooid kan wor
den. Van dit gewas zal de kg-opbrengst op de meeste
percelen nog wel goed zijn. Met de prijs van dit pro
dukt wil het niet best. Ook t.a.v. de prijs op langere
termijn zijn we niet erg optimistisch. Wat dat betreft
kunnen we wel jaloers zijn op de olieproducenten. Deze
hebben meer troeven in de hand voor een gunstig prijs
peil dan de aardappeltelers. De tijd dat er hongersnood
dreigde omdat door de aardappelziekte de oogst groten
deels verloren ging, ligt al lang achter ons. Laat je ze
in de igrond zitten dan zijn ze na enkele maanden ver
loren. Daarom maar weer er tegenaan om er nog van
te maken wat er van te maken valt. Maar de aardigheid
gaat er wel af. Mogelijk ligt er voor de aardappelen
nog wel een bodem in de markt voor veevoer, maar
deze is toch niet meer dan omstreeks de helft van de
kostprijs.
Met de uien is het al niet véél beter. Ook hiervoor
een huidige prijs die maar 2/3 van de kostprijs be
draagt. Hoe het hiermee verder zal gaan is moeilijk te
voorspellen. Het is en blijft een speculatief produkt.
Vele faktoren kunnen bij de prijsontwikkeling een rol
spelen. De kans dat we nog eens een uitschieter naar
boven krijgen in de loop van het afzetseizoen is bij
de uien toch nog wel iets groter dan bij de aardappelen.
De teelt van uien is, Europees gezien, toch véél minder
algemeen dan van aardappelen. Beschikt men over een
goede bewaarruimte en een produkt geschikt voor be
waring, dan is opslag voor langere termijn wel de
meest aangewezen weg.
Dit zijn zo enkele overwegingen die mogelijk tot een
zekere besluitvorming bij kunnen dragen. Verschillende
kollega's staan nu weer voor de vraag wat gaan we
met ons produkt doen. Ieder zal voor zich uit moeten
maken welke mogelijkheid het meest perpektief voor
zijn omstandigheden biedt. De berichten over een hoge
re bieten prijs zijn verheugend, maar voor ons gebied
maar een kleine pleister op de wonde, omdat we toch
blijven zitten met een veel te lage kg-opbrengst. Helaas
geen optimistische geluiden deze keer, maar de reali
teit is nu eenmaal niet anders. Slechts een klein aantal
bedrijven profiteert van de goede prijs van erwten en
blauwmaanzaad, doordat ook de kg-opbrengst goed is
op deze bedrijven.