Voorlopige uitkomsten C.B.S.
meitelling 1974 veehouderij
u
Steeds wordt nagegaan of het resultaat d.w.z. de bekend
heid en uiteindelijk de afzettoename zich gunstig ontwik
kelt. Ook hier geldt, imet zo weinig mogelijk kosten zo'n
hoog mogelijk rendement bewerkstelligen.
De adlvertentiekosten zijn ca. 11 cent per consument, kos
ten die uiteindelijk door heffingen van het produktschap
moeten worden betaald. Gewezen werd op de belangrijkheid
van een goede presentatie voor het publiek. Te oude produk-
ten dienen op eigen kosten uit de handel te worden geno
men. Hier en daar kan door een nog betere service bijv. een
betere koellijn, de smakelijkheid van het eindprodukt wor
den opgevoerd. Van dr. P. P. Koks hebben wij vernomen, dat
de melkproduktie in Nederland jaarlijks met ca. 6 stijgt
en dus zal hiervoor een juiste markt moeten worden gevon
den. Trouwens de heer Baart kon nog witte vlekken op de
kaart van Europa aangeven, waar weinig of geen Neder
landse zuivelprodukten warden verkocht. Zo is bijv. Italië
een land waar onze produkten nog volledig moeten worden
geïntroduceerd. Voorlopig dus voldoende werk voor het
Zuivelbureau!
HOE IS HET MET DE STIKSTOFVOORZIENING
OP DIT MOMENT
|R. H. VAN DER MOLEN, hoofd Landbouwkundig Bu
reau van de Ned. Stikstofmeststoffen Industrie hield
een causerie over de afzet van de stikstof in den lande. Op
dit mament is het een zeer urgente zaak in de landbouw nu
wij de ervaring hebben dat kunstmest in zijn totaliteit ver
schrikkelijk in prijs is gestegen. Eind augustus, begin sep
tember op het moment dat we dit schrijven stagneert de
stikstofaanvoer op de landbouwbedrijven in Oost-Brabant.
De melkveehouders kunnen echter gerust zijn, omdat de
Ned. Stikstof Industrie de belofte heeft gedaan, eerst de
eigen markt te zullen fourneren (ca. van de prodiuktie)
en daarna pas haar afspraken met de andere landen na te
komen. Wat wil nu het geval: in België is de stikstof tot ca.
40,de 100 kg gestegen terwijl de Nederlandse prijs ca.
26,bedraagt. Enkele zeer ondernemende particulieren
hebben hier een boterham in gezien en hebben het voor
Nederlandse markt bestemde produkt naar het buitenland
geëxporteerd, wat eigenlijk niet de bedoeling was. O.i. is
hier sprake van een legale handel, maar de eigen afnemers
hier en daar wel wat dn gedrang. De heer Van der Molen
stelde duidelijk, dat door de reeds verhoogde kwantum ad.
925.000 ton K.A.S. de Nederlandse behoefte duidelijk gedekt
zal zijn. De voorlopige prijs ligt slechts 2,9 boven de
groothandelsprijs van 1 januari 1974, zodat volgens zijn zeg
gen met gesproken kan worden over het maken van mis
bruik van de dreigende tekorten. De verwachtingen zijn wel,
dat bij de inschrijvingen! van 20 september a.s. er een flinke
prijsverhoging in zit.
OP BEZOEK BIJ DE HEER A. VERHOEVEN TE BERGEUK
Over geheel Nederland zijn ruim 10 stikstofproefbedrijven,
die door de gezamenlijke Nederlandse Stikstofindustrieën
worden onderzocht. Het is niet alleen belangrijk voor de in
dustrie hoeveel kunstmest een boer per ha optimaal kan
strooien, de rentabiliteit voor de man in kwestie is nog ur
genter. In nauwe samenwerking met de Rijkslandbouwvoor-
Lichtingsdienst worden de resultaten van vele onderzoekin
gen ter beschikking gesteld, zodat ieder er zijn profijt van
kan hebben. De heer Verhoeven is zo'n proefkonijn. In onze
kringen is hij een bekend figuur omdat hij o.a. bestuurslid
is van de afdeling Hilvarenbeek/De Kempen van de ZLM.
Zijn bedrijf bestaat uit 22 ha met daarnaast zo'n 18 ha
pacht, waarop voornamelijk snijmais wordt verbouwd. In
ruilverkavelingsverband is hij in 1968 verplaatst. Gelijk is
Ster-reclame. Ieder herkent dit beeld.
een ligiboxenstal voor 44 melkkoeien gebouwd met daar
naast stalling voor 35 stuks jongvee. Op dit moment zijn
door uitbreiding 70 stuks melkvee aanwezig en 60 stuks
jongvee. Plannen bestaan om een nieuwe ligboxenstal te
bouwen, vandaar dat er nu al erg veel stuks jongvee worden
aangehouden. Mede gezien het feit dat t.z.t. een zoon op
de boerderij mee gaat werken, is volgens zijn zeggen de uit
breiding gewenst.
ENKELE TECHNISCHE GEGEVENS VAN DIT BEDRIJF
Op het grasland wordt reeds 2 jaar lang, 520 kg zuivere
stikstof gestrooid. De jonge grasmat verdraagt deze hoge
gift tot op heden goed, terwijl de gezondheid van het vee
er, niet onder te lijden heeft. Naast 50 ton mengmenst wordt
al naar gelang de behoefte 100 a 200 kg zuivere stikstof op
de mais bijgestroodd. Aan de 9nijmais worden tijdens het
kuilen 2 ureum plus de nodige mineralen bijgevoegd
Daarnaast wordt er eiwitarme brok in de melkstal bijge
voerd tot een gift van 8 kg per dag bij de hoogst produktieve
dieren. De maisgift per dier is 30 40 kg met daarnaast een
voldoende en vrije beschikbare graskuil voedering. Men
komt dan in totaal aan 8 2 10 kg droge stof. Een en
ander resulteert in een melkopbrengst van ca. 6.000 kg per
dier per jaar d.w.z. een standaardkoeproduktie in de zomer
1973 van 32,7 en in de winter 1973/'74 van 36,6. Dit laatste
'bezoek was tevens het einde van deze excursie van de com
missie melkveehouderij. Het kan gezegd worden: ondanks
het korte tijdsbestek hebben we een redelijk inzicht kunnen
krijgen, wat men zoal voor de boer doet om zijn produkt
aan de markt te brengen.
A. M. VERBRUGGE.
MEER RUNDEREN (6,5%), VARKENS (4,5%),
SCHAPEN (14%) EN PLUIMVEE
De totale rundveestapel nam toe van 4.675.000 stuks in
1973 tot 4.978.000 in 1974 6,5 Dit blijkt uit de voor
lopige uitkomsten van de Landbouwtelling mei 1&74 van
het C.B.S. Het aantal stuks fokvee, jonger dan een jaar
is bijna gelijk aan dat van vorig jaar (902.000 resp. 908.000
stuks). De jonge vrouwelijke fokdieren van 1 jaar en
ouder namen toe in aantal van 900.000 in 1973 tot 1.008.000
in 1974 (-f- 12 Het aantal melk- en kalfkoeien steeg
van 2.113.000 stuks in 1973 tot 2.199.000 in 1974 4
De totale mestveestapel breidde uit van 711.000 stuks in
1973 tot 813.000 in 1974 14 Het aantal bedrijven
met rundvee liep terug met ruim 2 De bedrijven met
melkvee namen af met bijna 4.000 stuks of 4
VARKENS. De totale varkensstapel nam toe van
6.425.000 stuks in 1973 tot 6.713.000 in 1974 4,5 Het
aantai biggen tot 20 kg nam, t.o.v. 1973, toe met ruim
4 De mest varkensstapel nam toe van 3.411.000 in 1973
tot 3.534.000 in 1974 3,5 Het aantal fokvarkens
gaf een uitbreiding te zien van 901.000 in 1973 tot 975.000
in 1974 (-f 8%). Binnen de stapel fokvarkens namen
de opfokzeugen en opfokberen, beide categorieën 50 kg
en meer, het sterkst toe 18%). Het aantal gedekte
zeugen breidde uit van 409.000 in 1973 tot 448.000 in 1974
(-f 10%).
PAARDEN. Bij paarden zette de ontwikkeling van
de laatste jaren door. Het aantal landbouwpaarden nam
af, terwijl de overige paarden in aantal toenamen. Het
aantal landbouwpaarden, 3 jaar en ouder, bedroeg in
1974 24.200 stuks tegen 27.300 in 1973 11 De
„overige paarden van 3 jaar en ouder" namen toe van
24.700 in 1973 tot 28.900 in 1974 17
SCHAPEN. De totale schapenstapel is uitgebreid van
657.000 stuks in 1973 tot 749.000 in 1974 14 Het
aantal schapenhouders nam in dezelfde periode toe met
7
KIPPEN. Het aantal slachtkuikens nam toe van
35.900.000 stuks in 1973 tot 36.500.000 in 1974 (-f 2%).
Bij de leghennenstapel valt op de toeneming van het
aantal kuikens en hennen, jonger dan 5 maanden (-f
13 Het aantal hennen aan de leg was in 1974 vrijwel
gelijk aan dat van 1973 (17.900.000 respectievelijk
17.800.000 stuks).
voeg bij erg koud water (bijv. bij gebruik door jongvee
in het begin van die winter) een paar bussen warm water
aan het (bad toe;
maak een goede afvoermogelijkheid naar de mestkelder,
bedenk dat hoewel formaline na verloop van tijd wordt
afgebroken toch de beplanting die in aanraking zou ko
men met formaline, wordt vernietigd;
formaline moet met mate en met overleg worden 'toege
past;
wanneer kreupelheid optreedt mag het formalinebad niet
meer worden gebruikt, maar moet eerst deskundig advies
worden gevraagd.
Het werkzame bestanddeel van formaline is formalde
hyde. Het handelsprodukt bevat 40 hiervan en wOrdt for
maline genoemd Dit produkt wordt vaak ten onrechte van
het etiket „formaline 40 voorzien.
WANNEER ONTSMETTEN?
Wanneer de behandeling niet regelmatig herhaald wordt,
komen de ziekteverschijnselen na kortere of langere tijd
onderhoudsbad
terug. De gunstigste tijd voor het toepassen van een voetbad
is het einde van de weideperiode. Dit geldt voor alle stal-
typen, zowel boxenstallen als grupstallen.
HET STABAD
Door de dieren (koeien en jongvee) gedurende een uur in
een stabad met formaline-oplossing te laten staan, wordt een
diepgaande ontsmetting van de tussenklauwhuid verkregen.
Dit is de aangewezen methode voor alle bedrijven, waar in
de weidetijdi niet op een vaste plaats wordt gemolken. Één
maal in september en daarna in een schone weide en in iedef
geval éénmaal vóór het opstallen en daarna in een schone
stal. Een weide kan „schoon" worden genoemd, wanneer
deze 3 k 4 weken niet is beweid door rundvee of schapen.
Een stal is „schoon" wanneer deze de gehele zomer leeg
heeft gestaan. Is de stal wel gebruikt dan moet de stal eerst
grondig worden gereinigd en ontsmet met een halamid-op-
lossing (300 g op 100 liter water) of een formalinenoplossing
(3 liter formaline op 100 liter water). Wanneer het opstallen
verspreid over enkele weken plaatsvindt, is het niet nodig
telkens een nieuwe oplossing te maken. Éénmaal een op
lossing maken is dan voldoende tenzij het bad vol regent.
Denk eraan dat bij zonnig ween zoveel water kan verdampen
dat de oplossing te sterk wordt.
De afmetingen van een stabad zijn bijv. als volgt: lang 5
m, breed 1,80 m en ddep 15 cm met daarin 10 cm formaline-
oplossing (3 liter formaline op 100 liter water). In dit bad
bevindt zich 50 x 18 x 1 900 liter water. Daaraan moet
9 x 3 27 liter formaline worden toegevoegd om de juiste
sterkte te verkrijgen. In een 5 meter lang bad kunnen 7 tot
8 koeien naast elkaar staan. Wie meer koeien tegelijk in een
bad wil zetten moet een langer badl maken.
Om te voorkomen dat de dieren uit het bad gaan drinken,
is het gewenst wat mest in het bad te doen. Let ook dan nog
op dat de dieren er niet uit drinken. Dit geldt vooral voor
het doorloopbad!
HET DOORLOOPBAD
Het doorloopbad kan worden gebruikt op die bedrijven
waar altijd of althans in het najaar op een vaste plaats wordt
gemolken. Bedrijven die in september beginnen 's nachts op
te stallen moeten dus in augustus al het voetbad gaan ge
bruiken.
De resultaten van een doorloopbad zijn zeker zo goed als
die van een stabad. Bovendien is de toepassing van een door
loopbad gemakkelijker en is het aantal herhalingen gemak
kelijk aan te passen aan de behoefte.
De dieren moeten na het doorlopen van het bad in een
schone ruimte terecht komen. Hoe langer ze daar verblij
ven, des te 'beter zijn de resultaten. Deze schone ruimte kan
bestaan uit een gereinigde en ontsmette wachtruimte voor
de melkstal of een andere gereinigde en ontsmette vloer,
afhankelijk van de gebouwenindoling. Komen de dieren na
het bad direkt weer op een vuile, dus besmette vloer, dan
ooft de behandeling weinig effekt.
De afmetingen van een doorloopbad zijn: lang 2,50 3 m
en diiep 15 cm met daarin evenals bij het stabad 10 cm fior-
malineoplossinig (3 liter formaline op 100 liter water). De
breedte van een doorloopbad is sterk afhankelijk van de
plaats waar het ibad wordt aangebracht.
Een doorloopbad wordt 25 dagen tweemaal daags ge
bruikt. Na enkele dagen vervuilt het bad sterk, afhankelijk
van de grootte van de koppel. Bovendien heeft de behande
ling dan lang genoeg geduurd. Drie van deze doorloopperio
den met een tussentijd van 2a 3 weken in het najaar vóór
het opstallen, geven een voldoende bestrijding van de stink-
pootinfeotie. Wanneer de dieren blijk geven van overgevoe
ligheid (slaan met de benen) moet met het doorloopbad wor
den gestopt. Na 14 dagen kan opnieuw worden begonnen.
WELK VOETBAD?
Bij de meeste grupstallen is een stabad de aangewezen
weg voor de bestrijding van stinkpootinfectie's. Bij een lig
boxenstal, die meestal ook in de zomer in gebruik is, een
doorloop bad, waarbij het van belang is dat er over een
aparte wachtruimte beschikt kan worden. Het vlugschrift
geeft enkele tekeningen waarin mogelijke situering van door-
loopbad(en) wordt aangegeven, al naar gelang wel of geen
Wachtruimte aanwezig is. Een dergelijke situatieschets var.
doorloopbaden voor een ligboxenstal zonder aparte wacht
ruimte geven wij! hier bij weer.
Tenslotte worden nog enkele belangrijke punten vermeid
zoals:
vergeet bij gebruik van een doorloopbad het! jongvee niet.
Laat de jonge dieren er ook enige malen doorlopen en
doe ze daarna in een schone ruimte of geef ze vóór het
opstallen de behandeling met een stabad;
vergeet ook niet om uitgeschaard jongvee en aangekocht
vee een voetbad te geven alvorens ze bij de koppel toe
te laten;
stinkpoot bij rundvee en rotkreupel bij schapen zijn aan
verwant. Gebruik daarom voor de schapen ook het sta
bad;
gebruik ook een doorloopbad bij keuringen, tentoonstel
lingen e.d.