Nu bijvoeren melk moet op peil blijven ïundvleesproducenten dreigen uit de boot te vallen ingezonden LORTE WENKEN 7 C.R.A. Eindhoven Ing. L. ROMPELBERG per 2 a 2.5 1 melk bijgevoerd te worden. Het meest ge schikt zijn ruwvoederprodukten die de voederwaarde van gras het dichtst benaderen, zoals snijmais, goede voordroog of aardappels. De totale opname aan z.w. is lager omdat totaal minder kg droge stof opgenomen wordt en de voederwaarde van de andere ruwvoeders meestal lager is dan van gras. Daarom moet steeds extra krachtvoer verstrekt wor den naast ruwvoederprodukten als snijmais en goede voordroog. Hooi, natte kuil en matige voordroog vraagt extra krachtvoer om evenveel energie in de koeien te krijgen. TN een tijd dat de beurs dun dreigt te worden staat zuinigheid voorop. Zuinig zijn is een goede deugd. Wij moeten echter oppassen voor verkeerde zuinigheid. Vooral in de herfst is de kans groot dat niet terecht be- soaard wordt aan bijvoeding voor de koeien. T}E ervaring van de laatste jaren is dat in de herfst de standaardkoeproduktie op veel bedrijven daalt. Daarnaast zijn de herfsten van de laatste 3 jaren zonder meer goed te noemen. De produktie zou bij slechter weer in het najaar wellicht nog meer gedaald zijn. Het is bij zonder moeilijk, meestal onmogelijk om de liters melk die extra verloren zijn gegaan in de herfst weer op te halen in het begin van het stalseizoen. Toch zijn er een aantal bedrijven die de produktie goed op peil kunnen houden. Welke maatregelen nemen deze bedrijven? GOED GRAS VOOR DE KOEIEN yOORiAL in het najaar loopt het droge stof gehalte en de smakelijkheid van het gras tetrug. Daarnaast daalt in verhouding de zetmeel waarde van het gras. Bij -7ldoende weidegras kunnen de koeien in september 15 melk en in oktober 10 1 melk geven zonder bijvoeding, ij veebezettingen van 3 a 4 of meer koeien per ha gras- nd zal in september/oktober onvoldoende gras voor inden zijn. Een andere factor die hier een rol speelt is toestand van het grasperceel. Vooral bij zware vee- ïzettingen is reeds voor september 3 of meer keren :hter elkaar beweid. Vaak zien we bossige percelen in »ze tijd. De fout wordt echter veel gemaakt dat men eent dat toch nog voldoende gras in de wei staat ter ijl het merendeel bestaat uit onsmakelijke bossen. (JDIG BIJVOEREN BIJ voldoende gras dient in september boven de 15 1 en in oktober boven de 10 T melk 1 kg krachtvoer IN HET KORT Op veel bedrijven zakt (de melkproduktie in de herfst te veel. Het is zeer moeilijk in het begin van de win ter de produktiedaling van de herfst weer enigszins goed te maken. De kwaliteit, droge stof en smakelijkheid van het gras zijn in de herfst meestal iets minder. In september aan koeien boven de 15 1 en in oktober hoven de 10 1 melk bijvoeren tegen 1 kg krachtvoer per 2 a 2,5 1 melk. Bij grastekort ruwvoer (bijvoeren. Snijmais vers of ingekuild past zeer goed naast het eiwitrijke herfstgras. Extra krachtvoeraanvul ling is dan wel gewenst. In het voorjaar en zomer wordt vaak te veel bijgevoerd, in de herfst vaak te weinig. Bossige weilanden geven indruk dat nog vol doende gras aanwezig is; dit valt echter vaak tegen. Percelen die enkele (keren achter elkaar be weid zijn uit bossen; dit bevordert de smake lijkheid en de opname. Najaarsgras bevat veel eiwit. Bijvoeding van energie staat dus voorop. Eiwitrijke kracht- en ruwvoeders komen pas in aanmerking bij gro te hoeveelheden eiwitarme bijvoeding (b.v. meer dan 20 kg snijmais/d./d.). Vergeet droogstaande koeien en hoogdragend jongvee niet tijdig bij te voeren. Kalveren bij slecht weer opstallen. Pinken die na 1 november nog in het weiland lopen bij voeren. Tijdig ruwvoeder bijvoeren voorkomt, dat in de hlerfst de melkproduktie terugloopt KOEIEN 'S NACHTS OP STAL IVE nachten worden langer, kouder en vochtiger. Het verdient daarom aanbeveling' de koeien in de herfst 's nachts op stal te houden. De koeien zijn dan minder afhankelijk van het weer. terwijl ze goed bijgevoerd kunnen worden. Aan de koeien, die 's nachts op stal staan, kunnen de hoeken en kanten van de snijmaisper- celen goed opgevoerd worden. Een aantal bedrijven heeft een kleine hakselaar om deze hoeken en kanten voor bijvoeding te hakselen. Het voeren van hele plan ten kan echter ook goed. De koeien moeten wel enkele dagen wennen aan het lange produkt. Aanvankelijk zijn de voederverliezen dan ook de hoge kant, maar na ge wenning zijn ze minimaal. Een overjarige snijmaiskuil is een goede oplossing voor bijvoeding in het najaar. Is in oktober alleen ingekuilde snijmais van dit seizoen be schikbaar dan kan voor bijvoeding de kuil zonder be zwaar enkele dagen na het hakselen weer opengemaakt worden. Ter voorkoming van broei dient de kuil wel goed aangereden te zijn. DROOGSTAANDE KOEIEN EN JONGVEE f\(EZE groepen vee worden in de herfst vaak stiefmoe- derlijk behandeld. De droogstaande koeien dienen de laatste maand van de dracht een rantsoen te krijgen van 10—20 1 melk. In de herfst zullen deze dieren dus bijgevoerd moeten worden. Door de dieren twee weken voor het afkalven mee door de melkstal te laten gaan is er voldoende mogelijkheid voor krachtvoerbijvoeding. De kalveren dienen bij slecht weer opgestald te worden, doch uiterlijk 1 oktober ongeacht het weer. De pinken kunnen bij voldoende gras nog lang in het weiland blij ven. Na 1 november verdient het echter aanbeveling de ze dieren bij te voeren als ze slechts de beweidingsresten moeten afgrazen. Het hoogdrachtig jongvee dient als droogstaande koeien gevoerd te worden. Ze moeten daarom tijdig bij het koppel melkgevende koeien ko men. 1IIET begint er op te lijken, dat de verantwoordelij k- heid van de huidige overproduktie aan rundvlees öieel wordt afgewenteld op diegenen, die enkele jaren ileden gehoor hebben gegeven aan de aandrang van de /erheid om deze produktietak uit te breiden of ter and te nemen! Door de betreffende ondernemers zijn grote investe- ngen gedaan. Dank zij de eerste niet ongunstige jaren jn .de bij iedere nieuwe bedrijfsopzet voorkomende uiloopverliezen beperkt gebleven, maar van het te ver achten rendement is tot nu niets gebleken. Juist het gendeel is de werkelijkheid: na de moeilijke aanvangs- ren worden nu onvoorstelbare verliezen geleden. Deze ïrliezen belopen reeds het gehele jaar 1974 250 tot 300 per afgeleverd slachtdier; dit is nog onlangs in het LM-blad met cijfers ondubbelzinnig aangetoond. Dezelfde overtieid die de vleesproduktie met allerlei et ingeloste beloften heeft gestimuleerd en daarna >or een absoluut falend en achter de markt aanlopend arktordenend beleid de huidige desastreuse toestand ;eft veroorzaakt, tracht nu de verantwoordelijkheid af schudden en trekt de handen terug! Dit geldt over de »le lijn, zowel de nationale overheid als het commando Brussel! l|VE BTW-compensatie als gevolg van de revaluatie werd ingetrokken; als tegemoetkoming werd een •drag uitgetrokken waaruit toeslagen zouden worden tgekeerd aan de hiervoor in aanmerking komende sec toren. Naast meerdere komen alle granen voor toeslag in aanmerking, uitgezonderd snijmais; juist deze snijmais is een basisprodukt voor de rundvleesproduktie. In deze sector wordt 36 per ha door de neus geboord. De door Brussel geboden mogelijkheid om reeds in augustus en september een produkttoeslag te geven in de vorm van de slacht-aanhoudpremie werd van de hand gewezen, omdat „de tijd van voorbereiding voor een goede regeling te kort was". Het scheelt deze bedrijfstak 100 per gedurende deze periode afgeleverd slachtdier. De verliezen zouden hier door met 100 per dier zijn verminderd (niet 100 meer inkomen, maar 100 minder verlies). Over de uitvoering van deze regeling vanaf 1 oktober is tot op heden nog niets bekend; voor de producent dus onmogelijk om een hierop gericht beleid uit te stippelen. IVE als minimum-eis gestelde BTW-verhoging met 2 procent is in de Tweede Kamer afgestemd; dit scheelt per af te leveren slachtdier 35 tot 40. Hier voor in de plaats werden inkomenstoeslagen in het voor uitzicht gesteld voor die sectoren, die hiervoor het meest in aanmerking komen. Op het lijstje van sectoren welke voor deze toeslagen worden getipt ontbreekt vooralsnog de rundvlees-produ cent. De garantieprijsverhogingen van 4 welke momen teel in Brussel worden besproken gaan aan het rund vlees voorbij, „omdat gezien de grote overproduktie een prijsverhoging onverkoopbaar is". Wordt voor alle an dere produkten als motief voor deze prijsverhoging de sterk gestegen kosten en de daarmee verband houdende daling van de inkomens aangevoerd, voor de rundvlees produktie worden blijkbaar andere maatstaven gehan teerd. Door het ontbreken van de hiervoor benodigde infor matie is het voor mij onmogelijk om de formele juistheid van de genomen of juist niet genomen maatregelen te bestrijden. Ik kan wel met stelligheid vaststellen, dat de overpro duktie in deze sector voor 100 te danken is aan het falend markt- en prijsbeleid van de EEG! Het is onfatsoenlijk en immoreel om eerst de produk tie te stimuleren .met niet ingeloste beloften, daarna als gevolg van een onjuiste prognose en een falend markt- ordenend beleid een puinhoop te doen ontstaan en zich dan onttrekken aan de verantwoordelijkheid door te stellen dat prijsaanpassingen onverkoopbaar zijn. ALS er uit hoofde van de geweldig gestegen produk- tiekosten voor andere produkten en sektoren wel prijsverhogingen uit de bus komen, is het onfatsoenlijk om rundvlees hiervan uit te sluiten, want voor deze sec tor gelden de gestegen kosten in niet mindere mate. Bo vendien zullen de bovengeschetste genomen en nog te nemen maatregelen eveneens moeten gelden voor deze sector, niet ondanks de huidige overproduktie, maar juist omdat de overheid de volle verantwoordelijkheid voor deze overproduktie moet dragen en niet mag afwentelen op de producent! E. VAN HOOTEGEM Kruiningen C.A.R. - Zevenbergen KKERBOUW IS HET NOG WEL VERANTWOORD een akkerbouw- 'drijf van 30 ha over te nemenHoe kan een jonge boer t het beste doen? Kan aan de rente- en aflossingsver- ichtingen worden voldaan? Wat zijn de kosten van de ciale voorzieningen? Hoeveel huishoudgeld is er voor t jonge gezin beschikbaar? Dit soort vragen worden be sroken op de E.V.T.O.-kursus. Elke adspirant boer en irder iedere jonge boer van 23 jaar en ouder dient deze '.drijfsekonomische kursus te volgen. U kunt zich aan- elden bij uw standsorganisatie of bij uw bedrijfsvoor- ihter. OVER HET ALGEMEEN wordt bij wintertarwe te veel aizaad gebruikt, wat extra kosten met zich mee brengt i nadelig is voor de opbrengst. Te veel zaaizaad gebrui- in geeft immers een te dicht gewasi met een aantal te fij- halmen, die geen of een te kleine aar vormen. Wanneer j een goed zaaibed en goed afgestelde zaaimachine vol gens verwachting minstens 75 van het zaad uitgroeit tot een graanplant, verdient het aanbeveling maar 120 tot 140 kg zaaizaad te gebruiken. HET BREEDWERPIG ZAAIEN van wintertarwe mag geen „mode" worden, maar moet beperkt blijven voor die gevallen dat rijenzaad grote moeilijkheden geeft, b.v. op erg kluiterig en nat land. Bij breedwerpig zaaien is onge veer 10 meer zaad nodig dan bij rijenzaai, omdat hierbij veel zaad niet op de gewenste diepte van 2 cm in de grond komt. Verder is een extra hoeveelheid zaaizaad nodig op erg kluiterig land, grond die sterk dichtslempt, bij gevaar van vogelschade en zaaien na half december. VOGELSCHADE BIJ WINTERTARWE in het najaar kan meer of minder worden tegengegaan door het zaai zaad kort voor de zaai te behandelen met 3 gr. antrachi- non of ziram per kg zaaizaad. Jammer genoeg weren deze middelen alleen maar de kraaiachtigen. HET DOODSPUITEN VAN AARDAPPELLOOF en onkruid is nodig om tijdig en gemakkelijk te kunnen rooien. Dit moet 14 dagen, maar beter is 3 weken voor het rooien geschieden om ontvellingen van de knollen bij het rooien tegen te gaan. Nodig is 20 l natriumarseniet, dat alleen op klei- en zavelgrond mag worden gebruikt. Het afsterven van het loof wordt bevorderd door te spuiten met veel water bij een hoge luchtvochtigheid. Voorkom overwaaien op nog te velde staande gewassen en gras land, daar natriumarseniet een zwaar vergif is. VEEHOUDERIJ HIER EN DAAR ziet men nog kuilen zitten met alleen plastik afgedekt. U vergeet toch niet om het plastik regel matig te kontroleren op scheurtjes en gaten? Door kapot plastik loopt het regenwater in de kuil, waardoor het voer gaat broeien en schimmelen. De verliezen zijn dan groot. Scheuren en gaten direkt dicht plakken. STREEF STEEDS naar zolang mogelijk voldoende wei degras. De wintervoorraad ruwvoer die dit jaar gewon nen is, is niet groot. Geef dus nog regelmatig stikstof op grasland, zodat u voldoende weidegras houdt. Ook stik stof strooien in september is noodzakelijk en rendabel. IN NIEUW AANGELEGD GRASLAND komt vaak veel onkruid voor wat door maaien en beweiden voldoende wordt teruggedrongen. Dit geldt echter niet voor muur. De muur kan zich vaak zo sterk ontwikkelen dat met maaien en/of beweiden onvoldoende resultaat te berei ken valt. Door bespuiting met 34 l M.C.P.P. per ha wordt de muur goed bestreden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 7