Het lcmdbouw- beleidsdebat in de Tweede Kamer 4 |iwmt TtM2>CHnGf\ "TEN extra ƒ15 miljoen verhoging inkomenshulp op korte termijn en ƒ10 miljoen verhoging van de oliekre- ■k dietgarantie is het uiteindelijke resultaat geweest van het beleidsdebat in de Tweede Kamer naast hetgeen reeds door de regering in de „Nota inzake de inkomenspositie in de land- en tuinbouw" was toegezegd. De behandeling van genoemde nota mondde uit in aanvaarding van de volgende drie moties: van de heer Waalkens, waarin wordt gevraagd een nadere uiteenzetting te geven inzake het energiebeleid voor de tuinbouw; van de heer Ter Woorst, die directe financiële hulp voor de zwaarst getroffen sectoren geboden acht, maar de B.T.W. hiervoor niet het geschikte instrument vond. Het beschikbare bedrag, berekend naar de maatstaf van 2 B.T.W.dient zo spoedig mogelijk gericht oo deze sectoren te worden uitgekeerd. Daarnaast zou moeten worden bezien of verdere maatregelen noodzakelijk zijn; van de heerVan der Sanden waarin gevraagd de problemen rond de aardgasprijs voor de tuinbouw voor het stookseizoen 1974/75, in goed overleg met het Landbouwschap tot een oplossing te brengen. Tijdens de stemming ever de moties werden de twee die de heer Tolman had ingediend (waarvan één in laat ste instantie werd gewijzigd) alsmede drie moties van de heer Waalkens verworpen. De motie Van Rossum, in zake de verlaging van het B.T.W.-tarief voor de sierteeltsektor van 16 tot 4% werd aangehouden tot de komen de algemene financiële beschouwingen in de Kamer. pEHOORGEVENDE aan verlangens uit £e agrarische sectoren, die algemeen als redelijk worden erva ren, is de regering bereid ten behoeve van de verbete ring der agrarische inkomens een bedrag ter beschik king te stellen gelijk aan een verhoging van het BTW- forfait met 2 tot 1 februari 1975. Dit betekent een verhoging van de inkomenshulp met 15 miljoen tot 115 miljoen. In overeenstemming met de uitspraak van de Kamer is besloten om het beschikbare bedrag voor verbetering van de agrarische inkomens op korte termijn selectief uit te keren. Hiermede wordt een methodiek van uitkering bedoeld, gericht op bedrijven die door de recente ontwikkelingen het sterkst in hun inkomen zijn getroffen. Dit ondanks het feit dat het Landbouwschap zich voor een meer globaal beleid via verhoging van he B.T.W.-forfait heeft uitgesproken. Op basis van de landbouw-mei-telling is het thans gekozen systeem technisch uitvoerbaar. Minister Van der Stee sprak daarbij de verwachting uit dat de uitkeringen nog vóór het einde van dit jaar hun beslag hebben gekregen. Hij hoopte daarbij op zeer korte termijn over de uitwer king van de regeling in overleg te treden met de Vaste Commissie voor Landbouw en Visserij uit de Tweede Kamer en ook met het Landbouwschap. Daarbij zal een keuze moeten worden gemaakt uit enkele eenvoudige, gemakkelijk toepasbare, rekenmodellen. Desgevraagd noemde de minister zonder op bedoeld overleg te willen vooruitlopen als categorieën die het meest voor inkomenshulp in aanmerking komen, de varkens houderij, de kuikenmesterij, de legpluimveehouderij, de glastuinbouw, de bloembollenteelt, alsmede gemengde bedrijven met een belangrijk veredelingsaandeel. De provinciale diensten van het ministerie zullen met de uitvoering van de regeling worden belast. VERRUIMDE OLIE KREDIETGARANTIEREGELING I TENEINDE verschil in behandeling tussen gebruik van lichte-en zware stookolie weg te hemen geldt vanaf 1 augustus 1974 één, uniforme, maximumgaran tie voor alle oliesoprten op niveau van het voorschot voor zware olie. namelijk van 50 per ton, resp. per 1000 liter olie. Dit betekent dan een verhoging van' de maximumgarantie voor alle oliesoorten van 20 per ton, resp. 1000 liter. Door deze hogere toeslag worden de kredietgaranties voor tuinbouw en visserij 10 miljoen hoger geraamd dan in de Nota was voorzien. HET AARDGASBELEID TYE beslissing de nieuwe aardgasprijs, gebaseerd op een oliepariteit van 100 per ton te koppelen aan de 95% clausule (bedoeld om het gebruik in de tuin bouw binnen bepaalde grenzen te houden) lichtte de bewindsman als volgt toe: Nadat het Kabinet dezer dagen had besloten op zijn aanvankelijke beslissing te rug te komen waarbij sociale overwegingen een wat zwaarder accent dan de energiepolitieke/economische hebben gekregen werd het nodig geoordeeld via een directe maatregel het verbruik in de tuinbouw aan eni ge beperkingen te onderwerpen. De functie die aan de aanvankelijk vastgestelde hogere prijs was toegedacht, wordt in de nieuwe opzet door de 95 clausule vervuld. Hiermede is gepoogd een beleid uit te stippelen dat zowel sociaal aanvaardbaar als economisch verantwoord kan worden geacht in een situatie waarbij beide ge zichtspunten met elkaar in botsing komen. De bewinds man verklaarde zich bereid, gelet ook op de moeilijkhe den bij de uitvoering van dit beleid, over deze clausule opnieuw overleg te plegen met zijn collega van econo mische zaken en met het bedrijfsleven. INKOMENSVERBETERING UIT HET NATIONALE PRIJSBELEID WOG nationaal wordt voor consumptiemelk en suiker een prijsbeleid gevoerd. Voor beide produkten zijn de vorige week beslissingen gevallen die mede gericht zijn op een betere opbrengstprijs voor de landbouw. Het Produktschap voor Zuivel is verzocht, overleg met de besrokken partijen te openen om zo mogelijk de uitwas sen van de ongebreidelde concurrentie in de consump- tiemelksector weg te nemen die met name de prijs voor de melkveehouders in het westen ongunstig beinvloedt. De ministers Lubbers en Van der Stee hebben zich be reid verklaard, een dergelijke ontwikkeling te onder steunen door bijvoorbeeld de afstand tussen de mini mum- en maximumprijs voor consumptiemelk te ver kleinen. Ten aanzien van de suiker hébben beide bewindslie den enkele wijzigingen in het nationale prijsbeleid ge bracht. Dit nieuwe beleid zal leiden tot een hogere uit betalingscapaciteit van de suikerindustrie die onder de huidige marktverhoudingen voor de komende oogst op ten minste 10 per ton bieten wordt geschat. Dit be tekent een prijsverhoging met bijna 15 ofwel 500 per ha, ofwel een totale extra opbrengst voor de sui kerbietentelers van circa 50 miljoen. Daartoe is sedert 26 augustus j.l. de af-fabrieksprijs voor suiker in klein verpakking gesteld op maximaal 109.64 per 100 kg, hetgeen naar verwachting tot een consumentenprijsver hoging van hoogstens 7 cent per kg leidt. Tevens kan sedert dezelfde datum de prijs van suiker voor de ver werkende industrie tot stand komen in samenhang met de positie van suiker op de E.E.G.-markt. Hierdoor kan deze prijs een sterkere stijging ondergaan dan de af- fabrieksprijs voor suiker in kleinverpakking. Een en an der is gevolg van wijziging in het tot dusver gevoerde beleid bij het vaststellen van de binnenlandse suiker prijs, waarbij tot genoemde datum geen onderscheid tussen die voor suiker in kleinverpakking en die voor de verwerkende industrie werd gemaakt. Aanleiding tot deze beleidswijziging was voor de bewindslieden de ge spannen situatie op de suikermarkt, die ook binnen de E.E.G. tot prijsstijgingen in het onderlinge handelsver keer van suiker heeft gevoerd. HET BELEID IN DE RUNDVLEESSECTOR ïjTT de Tweede Kamer bereikten minister Van der Stèe vragen, waarom de toepassing in ons land van de E.E.G. slachtpremieregeling voor volwassen run deren (exclusief melkkoeien) per 1 oktober zal ingaan, en niet 14 dagen eerder, zoals het Landbouwschap wen selijk en mogelijk heeft geacht. De minister onderstreep te, dat hier geen sprake van een principieel menings verschil aanwezig is, maar dat het tijdstip van invoe ring van de regeling alléén bepaald wordt door de om standigheid dat eerst dan de premieregeling op zorg vuldige en verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd. Desgevraagd verklaarde hij voorts dat de regering geen verlenging nastreeft van de voor de E.E.G. gel dende invoerstop voor rundvlees, die 31 oktober afloopt, dit mede gelet op de belangen van bepaalde ontwikke lingslanden. De minister kan zich voorstellen dat de Europese Commissie met betrokken derde landen over leg opent inzake regulering van de importen in de Gemeenschap op een vrijwillige basis. Tot op bepaalde hoogte was de Commissie daarin overigens al geslaagd, zoals hij een dezer dagen in de zitting met de Vaste Com missie al uitvoerig had betoogd. Hij wees daarbij nog eens op de uiterst kortzichtige politiek van deze im portstop en zijn bezwaren op nuchtere, commerciële gronden. DE E.E.G.-RAAD VAN 3 SEPTEMBER UET enige agendapunt voor de E.E.G.-Landbouwraad, die 3 sepfember op verzoek van minister Van der Stee zal bijeenkomen, luidt als volgt: De actuele situatie in de landbouw in het bijzonder voor wat betreft de gevolgen van de ontwikkeling van kosten en prijzen; De harmonisatie van het steunbeleid in de lidstaten teneinde in de huidige situatie een escalatie van na tionale steunmaatregelen te voorkomen. Wat het Kabinet ten' aanzien van het Brusselse beleid voor ogen staat, gaat in drieerlei richting: In de eerste plaats is een „gap" ontstaan tussen de stijging van kosten en van opbrengsten, dat de inkomens van de boeren aantast. De regering wenst deze aantas ting niet. Het is duidelijk dat in de Raadsdiscussie een tussentijdse prijsverhoging centraal komt te staan. Een verhoging van bijvoorbeeld 4%, zoals de Centrale Landbouworganisaties wensen, lijkt op het eerste gezicht een aantrekkelijk voorstel. Minister Van der Stee zei al onlangs op een persconferentie dat hij dit dan ook niet zonder meer verwerpt. Het is namelijk een eenvoudig voorstel, dat de zogenaamde hiërarchie de onderlinge verhouding der prijzen (waar elk jaar moeizaam over wordt geschreven) niet verbreekt. Het geeft verder een ve°l bpter uitgangspunt voor de prijsdebatten van het komende jaar. Tenslotte kan het meehelpen, de escalatie van nationale steunmaatregelen te beteugelen. Maar men kan veel kanttekeningen bij het voorstel maken. In de zuidelijke landen is immers de oogst grotendeels reeds verkocht en verwerkt. De vraag rijst dan of de boeren van die tussentijdse 4 %-verhogmg profijt hebben. Ver volgens kan men zich afvragen, of bijvoorbeeld voor rundvlees een dergelijke prijsverhoging kan werken. De Franse en Duitse koelhuizen zijn vol; het interventie- mechanisme werkt daar nog maar zeer ten dele. De bewindsman heeft uiteraard inmiddels ter voorbereiding van deze Raadszitting een discussie met de partners op gang gebracht. Die discussies zijn nog niet afgerond. In zo'n situatie dient het geen enkel belang, dat hij de Ne derlandse kaarten nu meteen op tafel zou leggen. Overi gens dient zijns inziens het inkomen van boer en tuin der ten principale, en in de eerste plaats, uit de markt te komen. De gedachtengang van het COPA ten deze spreekt hem daarom aan en hij zal er zorgvuldig reke ning mee houden. DE NEDERLANDSE GRAANPRIJZEN ÜEN tweede lijn is, verbetering te brengen in ihet stelsel van moftetair-compenserende bedragen. De Nederlandse graanprijzen maar ook de Duitse en Belgische hebben het afgelopen half jaar onder ster ke druk van goedkope invoer uit Frankrijk gestaan. Dit als gevolg van het feit dat het naar beneden zweven van de Franse franc bij invoer in ons land niet werd gecompenseerd. Dit wegdrukken van onze tarwe heeft de minister al in juli te Brussel onverteerbaar voor de Nederlandse graanboeren gekwalificeerd. Aan derge lijke onrechtvaardigheden moet een einde komen. Op dit punt zal Nederland voorstellen aan de EjE.G.-Raad doen. LANDBOUWSCHAP: MINIMUM EISEN GEORGANISEERDE LANDBOUW SLECHTS GEDEELTELIJK INGEWILLIGD WAAR aanleiding van het beleidsdebat in de T weede Kamer en de gedane toezeggingen van de minister van landbouw is het D.B. van het Land bouwschap van mening dat de regering de minimum eisen van de landbouw op het terrein van het binnen lands beleid niet helemaal ingewilligd heeft. Zo blijkt de meerderheid van de Tweede Kamer met de rege ring af te wijken van het voorstel van het Landbouw schap, waarin voor een direkte inkomensverbetering een uitkering via de B.T.W. aanbevolen werd. Het Landbouwschap vreest dat eSn billijk systeem van uit kering in de vorm van toeslagen op korte termijn niet te verwezenlijken valt. r\E verhoging van de consumptiemelkprijs acht het dagelijks bestuur een goede zaak. Het vraagt zich af in welke mate deze prijsverhoging op korte termijn leidt tot een inkomensverbetering van de pro ducent. Er bestaat een relatie tussen consumptiemelk en industriemelk. Daarom past bij een prijsverhoging voor consumptiemelk volgens het dagelijks bestuur ook een prijsverhoging voor industriemelk. Daartoe dient in Brussel besloten te worden! Het dagelijks bestuur beoordeelt de overheidsbe- slissing inzake suiker als gunstig. Het meent echter dat een directe inkomensverbetering voor de telers van suikerbieten volgens minister Van der Stee 10, per ton suikerbieten niet alleen afhangt van de huidige marktsituatie, maar ook van de marktontwik kelingen in het komende jaar. Met betrekking tot het aardgasbeeid constateert het dagelijks bestuur, dat de overheid de inkomensontwik keling in de komende jaren betrekt bij de vaststelling van de aardgasprijzen voor de tuinbouw. Het betreurt echter, dat de Tweede Kamer zich niet tegen toepas sing van de 95 clausule in het aardgasverbruik heeft uitgesproken. Het dagelijks bestuur constateert dat na de toezeg ging van de minister om het voorschot voor de lichte olie van 3 op 5 cent per liter te brengen, nog een zeer duidelijk verschil blijft met de eis van het georgani seerde bedrijfsleven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 4