maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
land-
tuinbouwblad
VRIJDAG 26 JULI 1974
62e Jaargang - No. 3241
Deze foto is uit de tijd dat „het leven des ger/usten landmans nog genoeglijk henen rolde". Het genoeglijke is er thans ech
ter af. Er is sprake van een keiharde strijd om zich te handhaven, vooral in verband met „de goedkoop voedsel-politiek" die de
boer tot steeds groter prestaties dwingt. Dit alles brengt onrust en ontevredenheid teweeg: de Franse boeren gingen tot aktie
over en dwongen met wegversperringen concessies af van hun regering; in België VRAAGT de Boerenbond niet om tegemoet
komingen, doch men EIST deze in ongemeen felle bewoordingen. De ZLM gaf reeds eerder op duidelijke wijze weer dat er veel
ongenoegen is in de agrarische sector.
In dit nummer o.a.:
Zal dit jaar een
„blauw"-jaar worden
Pagina 4
Het zesrijige
bietenrooisysteem
Pagina 5
Zeeuwse dag van
het paard Pagina 6
Resultaten van een
aantal kleine
akkerbouwbedrijven
Pagina 7
Thoolse dagen
Pagina 8-9
Vrij kleine appeloogst
in de E.E.G. Pagina 10
■Sfc Tuinbouwklanken
Pagina 11
Goedgekeurde
spanninggevers voor
schrikdraden Pagina 12
ONS COMMENTAAR
Sombere perspectieven voor de E.E.G.-vleesmarkt,
aldus een van de krantenkoppen van een dagblad, dat
zijn lezers regelmatig op de hoogte pleegt te houden
o.a. ook van het wel en wee van de E.E.G.
Het wee overheerst overigens de laatste tijd in de Euro
pese Economische Gemeenschap wel in sterke mate.
De ideële opzet van het verdrag van Rome werd steeds
weer en in toenemende mate doorkruist en gefrustreerd
door nationale belangen en daarop afgestemde maat
regelen. Het nationale hemd is ffTveel gevallen nader
dan de E.E.G.-rok en van de visie van de grote voor
mannen van de Europese gedachte valt bij het huidig
beleid vaak weinig te bespeuren.
Steeds duidelijker blijkt, dat het voeren van een E.E.G.
markt- en prijsbeleid onlosmakelijk is aan het voeren van
een gemeenschappelijk monetair, fiscaal en sociaal be
leid. Elk van de 9 landen revalueert, devalueert en com
penseert al naar de omstandigheden dat vereisen. De
financiële crisis van Italië b.v. noopt plotseling tot maat
regelen, die verstorend werken op de vleesmarkt van de
hele E.E.G. Zonder Italië immers produceert de E.E.G.
meer rundvlees dan zij verbruikt. Daarnaast had reeds
de oliecrisis en de daaruit voortspruitende daling van
de koopkracht een ongunstige invloed op het vleesver
bruik.
Een moeilijkheid is uiteraard dat deze calamiteiten vaak
moeilijk zijn te voorzien. Zij zijn alleen op te vangen
door een gemeenschappelijk slagvaardig beleid vanuit
Brussel. Wij moeten telkens constateren, dat daaraan het
een en ander ontbreekt. Voorts moeten we vaststellen,
dat begrip voor de taak en de positie van de landbou
wers in de E.E.G. bij grote groepen nauwelijks aanwezig
is. Zo werden de besluiten van de E.E.G.-landbouwminis-
ters inzake het vleesbeleid door NRC-Handelsblad als
volgt becommentarieerd:
„De Europese boeren hebben het pleit in Brussel weer
eens gewonnen. De invoerstop voor rundvlees, die de
E.E.G. heeft afgekondigd, zal er waarschijnlijk toe lei
den dat de Europese vleesberg binnen enkele maanden
flink zal slinken en dat de prijsvorming op de rundvlees
markt een krachtige steun in de rug krijgt". Het blad wijst
dan op de gevolgen die deze maatregel zal hebben voor
de consument, namelijk stijging van de vleesprijs en con
stateert, dat dit E.E.G.-probleem nu wordt afgewenteld
op enkele ontwikkelingslanden (o.a. Argentinië), wier
economie toch al zwak staat. De slotconclusie van het
blad is: „De Europese ministers van landbouw hebben
er in Brussel weer eens blijk van gegeven nauwelijks
verder te kunnen zien dan het boerenbelang. Het is dan
ook de vraag, of beslissingen, die zoveel andere belan
gen raken, wel aan deze bewindslieden mogen worden
voorbehouden".
Dergelijke uitlatingen, die veelvuldig voorkomen, ge
tuigen wel van begrip, maar dan eenzijdig gericht op de
problematiek van de ontwikkelingslanden. Van begrip
voor de positie van de eigen landbouw getuigen zij aller
minst. Niets is immers gemakkelijker dan de problemen,
die mede ontstaan zijn door een tekort schietend Brus
sels beleid, af te wentelen op de rug van de boer.
Inflatie met als gevolg steeds verder stijgende pro-
duktiekosten, revaluatie van de munt, de gevolgen van
de oliecrisis en van een financiële debacle bij één der
E.E.G.-partnerlanden kunnen niet eenzijdig worden afge
wenteld op de zelfstandige ondernemer in land- en tuin
bouw.
Begrip voor de positie van ontwikkelingslanden is
prachtig en noodzakelijk. Ons land loopt daarmee zelfs
voorop en trekt daarvoor grote sommen uit op de Rijks
begroting. Hulp en medeleven in die richting zullen ech
ter niet mogen worden bedreven ten koste van een eigen
bevolkingsgroep die bovendien door haar noeste arbeid
een belangrijke bijdrage levert aan de welvaart van van
daag.
De maatregelen, waartoe de E.E.G.-raad van land
bouwministers met betrekking tot de situatie op de vlees
markt heeft besloten zijn in wezen niet toereikend. Wat
daarnaast noodzakelijk is, is aanpassing van de richt
prijzen aan de sterk gestegen kosten, niet per april vol
gend jaar maar nu. Enkele E.E.G.-landen (Frankrijk, Italië)
nemen reeds zelfstandig maatregelen om hun boeren
enigszins tegemoet te komen, waarmee concurrentie
vervalsing wordt bevorderd.
Intussen daalt de stemming onder de boeren steeds
meer, velen zien de komende maanden met grote zorg
tegemoet. Met klem zullen we dan ook moeten aandrin
gen op een slagvaardiger prijs- en marktbeleid.
De Europese boeren hebben echt het pleit in Brussel
niet gewonnen, zoals NRC-Handelsblad schreef, zij drei
gen het steeds meer te verliezen, tenzij duidelijk wordt,
dat zij niet langer als kop van Jut wensen te fungeren.
Het bestuur van de ZLM tracht al geruime tijd dit dui
delijk te maken en zal dit ook doen op de extra hoofd
bestuursvergadering van het KNLC op 29 juli, die spe
ciaal voor bespreking van de aktuele landbouwpolitiek
wordt belegd. KORTEWEG.