ZLO's DRINGEN AAN OP AANVULLENDE
MAATREGELEN DROOGTESCHADEGEVALLEN
van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
maatschappij tot bevordering
VRIJDAG 19 JULI 1974
62e Jaargang No. 3240
land- en
tuinbouwblad
Op verzoek van de drie Zeeuwse Landbouworganisaties kwam de direkteur-generaal van de
landbouw, ir. A. de Zeeuw, zich persoonlijk op de hoogte stellen van de zeer moeilijke situatie
in bepaalde akkerbouwgebieden in het Zuid-Westelijke kleigebied als gevolg van de droogte in het
afgelopen voorjaar. Verschillende bedrijven in West Zuid-Beveland, Walcheren en Noord-Beve
land werden bezocht en ir. De Zeeuw kwam bijzonder onder de indruk van de bijzonder slechte
stand van de gewassen, vooral op de zwaardere gronden. De foto: ir. A. de Zeeuw en kringvoor
zitter J. Nieuwenhuijse van de kring West Zuid-Beveland der ZLM in een bietenperceel. Op pag.
drie een fotoimpressie van hetgeen ir. De Zee/uw zoal te zien kreeg
ONS COMMENTAAR
TERWIJL wij ons zetten om dit commentaar te schrij
ven, valt de regen bij stromen en zijn we kenne
lijk in een periode met een buiig weertype beland. De
regenmeter geeft afwisselend 5-10-15 mm neerslag
aan maar de regen komt te laat, voor veel bedrijven
veel te laat, en is op dit tijdstip bij de oogst van hooi
en vroege teelten alleen maar een spelbreker. Het jaar
1974 zal veel landbouwers vooral in het Zuid-Westen
van ons land nog jarenlang heugen als een uitzonderlijk
jaar waarin veler verwachting op een redelijke oogst als
gevolg van de abnormale droogte volledig de bodem
werd ingeslagen. In grote delen van Zeeland en Weste
lijk Noord-Brabant vertonen diverse gewassen een ma
tige tot slechte stand, met als gunstige uitzondering de
wintertarwe, die over het algemeen weinig van de droog
te had te lijden. De slechte dunne stand van de gewas
sen doet zich met name voor op de zwaardere gronden.
Ernstige droogteschade valt waar te nemen in Midden-
Schouwen, een groot deel van Tholen, het westelijk deel
van Noord-Beveland en Zuid-Beveland, onder Rilland-
Bath, het westelijk deel van West Zeeuws-Vlaanderen
en diverse polders in Oost Zeeuws-Vlaanderen met als
climax het Noord-Westelijke deel van Walcheren. Grote
delen van Westelijk Noord-Brabant vertonen evenmin
een opwekkend beeld. Dit geldt vooral voor de Bies-
bosch en het land van Heusden en Altena, terwijl in de
Westhoek vooral de polders rond Dinteloord ernstig van
de droogte hebben geleden. Veel percelen suikerbieten
zijn uitgereden vanwege te dunne stand, deels zijn op
nieuw suikerbieten gezaaid, deels zijn op deze percelen
snijmais of bruine bonen gezaaid. Ook zijn hier en daar
percelen braak blijven liggen. De stand van de suiker
bieten is in deze gebieden matig tot slecht. De stand
is veel te dun en een gewas, dat op het eerste oog nog
wat lijkt, valt wanneer men er in komt danig tegen. Ve
len zullen het met een halve opbrengst moeten doen,
er zijn ook telers, die hun hele areaal suikerbieten heb
ben moeten omrijden. De vergelingsziekte, die zich de
laatste dagen steeds sterker manifesteert, doet de op-
brengstverwachtingen nog verder dalen. Ook de ver
wachtingen van de consumptieaardappelen zijn niet hoog
gespannen. Rekening wordt verder gehouden met een
aanzienlijke opbrengstderving. De uien vertonen in de
droogtegebieden een veel te dunne stand. Het vlas bleef
kort en sterk vertakt. Opbrengst en kwaliteit zullen tegen
vallen. Hetzelfde geldt voor gewassen als karwij-, blauw-
maanzaden en diverse graszaden.
ZEER GROTE VERSCHILLEN
A L bij al vertoont de stand van de gewassen in
Zuid-West Nederland een sterk wisselend beeld
/en nog nooit zijn de verschillen zo groot geweest. Ook
de verschillen in bedrijfsresultaten zullen zodoende dit
jaar bijzonder groot zijn. Dat geldt voor het Zuid-Wes-
In dit nummer o.m.:
De ramp van de
droogteschade in beeld
Pagina 3
Kring Zuid-West
N.K.T.V. gaat door I
Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5/6/7
■fc Het bouwen van
sleufsilo's voor
zelfvoedering Pagina 9
Op bezoek bij:
Iz. J. Risseeuw te Oostburg
Pagina 10/11
Selderijmozaïekvirus
bedreiging voor
knolselderijteelt
Pagina 12
Biedt druppel-
bevloeiing perspektief in
de Zeeuwse fruitteelt
Pagina 13
Bakens worden in de
preiteelt geleidelijk verzet
Pagina 14
Discussienota
Veehouderij Pagina 16
ten tussen de bedrijven onderling, maar zeker ook voor
de gehele Nederlandse akkerbouw.
In de akkerbouwgebieden in het noorden en in de Zui
derzeepolders, waar op tijd regen viel, vertonen de ge
wassen over het algemeen een goede tot zeer goede
stand. Het is met name het Zuid-Westelijk kleigebied dat
dit jaar op een ongekende wijze geconfronteerd is met
het risico van droogteschade. Duidelijk zijn we er weer
eens bij bepaald, hoe kwetsbaar onze bedrijven zijn en
hoe groot de risico's zijn, waarmee de boer als onder
nemer te maken kan krijgen. In één van de zwaarst ge
troffen gebieden, Noord-West Walcheren, spraken wij
met boeren, die van hun gewassen gemiddeld niet meer
dan 30 van een normale opbrengst mogen verwach
ten. Alle kosten zijn er aan gemaakt, de holle stand vraagt
ekstra zorg en wiedwerk.
Met tegenzin en een gevoel van machteloosheid blijft
men bezig in gewassen, die straks nauwelijks de kos
ten van het oogsten zullen opleveren. Er zijn gewassen
weggegeven aan wie ze na het oogsten wilde hebben.
Zo'n jaar brengt niet alleen financieringsproblemen met
zich mee rente en aflossing van leningen, de nota's van
leveranciers, ze zullen op tijd betaald moeten worden
het doet ook een aanslag op het geestelijk incasserings
vermogen vooral voor veel jonge boeren dreigt 1974
een uitermate moeilijk jaar te worden. Er zijn er, die uit
zien naar een bijbaan, om daarmee in ieder geval in het
gezinsonderhoud te kunnen voorzien.
ERNSTIGE SITUATIE
T}E ernst van de situatie gaf de drie Zeeuwse land-
bouworganisaties aanleiding om directeur-gene
raal van de landbouw, ir. De Zeeuw, uit te nodigen om
zich persoonlijk hiervan op de hoogte te komen stellen.
Deze bracht woensdag j.L, vergezeld van de H.I.D.
voor de bedrijfsontwikkeling, de voorzitters van de 3
ZLO's, enkele bedrijfsvoorlichters en een aantal boeren
uit de betreffende gebieden, een bezoek aan diverse
bedrijven in Zuid- en Noord-Beveland en Walcheren. Uit
de gesprekken tijdens deze rondrit kwam naar voren,
dat men in het algemeen de gevolgen van de droogte
als behorend tot het bedrijfsrisico van de ondernemer
in de landbouw aanschouwt. Het al jaren gevoerde prijs
beleid stelt echter de boer niet in staat om een derge
lijk risico te dragen, omdat geen reserves gevormd zijn
kunnen worden.
De kostprijsberekeningen en richtprijzen gaan uit van
normale opbrengsten. Ondanks alle moderne hulpmid
delen blijft de boer echter afhankelijk van het weer en
nog steeds geldt, dat zijn portemonnaie voor een groot
deel van het jaar buiten ligt.
Op de directeur-generaal is dan ook een dringend be
roep gedaan om bij minister en regering te bepleiten,
dat via het markt- en prijsbeleid betere inkomensmoge
lijkheden noodzakelijk zijn om de continuïteit van de land
bouwbedrijven te waarborgen.
(Zie verder pagina 3)