HOOFDBESTUUR 9Czlm VERGADERDE
N AAR aanleiding van de besluiten in de Ledenraad
van eind mei werd uitvoerig gediscussieerd over de
mogelijkheid hoe de georganiseerde landbouw in de toe
komst haar gerechtvaardigde wensen op meer overtui
gende wijze naar buiten kan brengen.
KRUIMELWERK
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 28 JUNI 1974
62e Jaargang - No. 3237
In dit nummer o.m.:
Verzekeringszaken:
schadefrequentie neemt af
Pagina 3
Nieuwe hoop voor
Europa - ir. C. S. Knottne-
rus. Pagina 4
Veiiigheidsdagen in
Schoondijke II. Pagina 5
Uitkomsten vermeer-
deringsbedrijven varkens
houderij in 1973. Pagina 6
Vrijdag 21 juni j.l. heeft Prof. J. Mol afscheid genomen als sekretaris van de Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Op 1 september 1964 werd de heer Mol
sekretaris van de Gezondheidscommissie voor Dieren van het Landbouwschap, welke in 1970 werd omge
vormd tot een Stichting. Op de foto gemaakt tijdens een druk bezochte afscheidsreceptie worden de
heer en mevrouw Mol geflankeerd door de heren Ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het Landbouwschap
en W. J. Lokhorst, voorzitter van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren.
ALGEMEEN BEELD AKKERBOUW SOMBER
L.E.I.-CIJFERS KLOPPEN NIET!
GROTE VERLIEZEN VEEHOUDERIJSECTOR
QP de Hoofdbestuursvergadering van maandag 24 juni
j.l. werd een uitvoerige inventarisatie opgemaakt
van de stand van de gewassen naar aanleiding van de
voortdurende droogte.
Naar voren kwam dat de verschillen van gebied tot ge
bied bijzonder groot zijn. Vooral de zware gronden heb
ben zeer veel van de droogte te lijden gehad. Zozeer
zelfs dat in sommige gebieden zelfs sprake is van
slechts een halve oogst op deze zware kleigronden. Dat
geldt dan met name voor de suikerbieten, graszaad, uien,
erwten en vlas, maar ook voor de aardappelen moet
steeds meer met ernstige opbrengstderving worden re
kening gehouden.
Bepalend voor de ontwikkeling van de aardappelen is
uiteraard ook de hoeveelheid regen die de laatste 2 we
ken is gevallen. Dat bleek plaatselijk uiteen te lopen van
0 tot meer dan 30 mm. Vanuit Oost Zeeuws-Vaanderen
werd gemeld dat er plaatselijk sinds half maart minder
dan 20 mm regen is gevallen.
Het enige gewas dat zich gunstig heeft ontwikkeld dit
voorjaar bleek de wintertarwe te zijn, die naar verwach
ting goede opbrengsten zal geven.
Al met al staat er in het Zuid-Westelijk kleigebied een
oogst die in zijn totaliteit toch wel als slecht gekwalifi
ceerd moet worden, al zijn de verschillen van streek tot
streek en zelfs van bedrijf tot bedrijf dit jaar wel zeer
groot. Niettemin moet gevreesd worden dat vele bedrij
ven het dit jaar bijzonder moeilijk zullen krijgen.
Veel optimistischer waren de geluiden uit het Brabant
se zandgebied waar wel voldoende regen is gevallen.
De grasgroei is hier dan ook redeijk bevredigend, terwijl
de akkerbouwgewassen er over het algemeen goed bij
staan.
AKTIEPROGRAMMA
T^E aktiviteiten aan het landbouwpolitieke front, zijn
zowel in eigen land als in E.G.-verband dit voorjaar
wel bijzonder groot. Meestal neemt het aantal vergade
ringen en besprekingen na het tot stand komen van de
Brusselse prijsbesjuiten belangrijk af om eerst in sep
tember weer op gang te komen. Dit jaar evenwel werd
er ook gedurende de maanden mei en juni koortsachtig
door vergaderd.
De affaire rondom de btw-compensatie, de exportbe
perkingen van Italië, de naweeën van de oliecrisis en de
bijzonder ongunstige marktpositie voor vele prodiukten in
met name de akkerbouw, fruitteelt en vleessector zijn
daar ongetwijfeld de oorzaak van.
•Sfc Misbruik uw grasland
niet! Pagina 7
De maand juli op het
Z.W. landbouwbedrijf
Pagina's 8/9
It's a long way to
Tipperary. Pagina 10
Tuinbouwklanken
Pagina 11
Besloten werd, zo mogelijk, samen met de beide an
dere Zuid-Westelijke landbouworganisaties, op korte ter
mijn een werkgroep in te stellen die als taak krijgt te be
studeren op welke wijze het landbouwstandpunt duide
lijker naar buiten kan worden gebracht. Met name zal
daarbij ook onderzocht worden of een nauwere samen
werking met andere organisaties binnen de landbouw,
zoals op het gebied van de afzet en toelevering mogelijk
is.
De vergadering was van mening dat daarnaast een
heroriëntatie van de opstelling der georganiseerde land
bouw op landelijk niveau gewenst is.
Wat de afhandeling van de btw-compensatie betreft,
konstateerde het Bestuur dat de gedeeltelijke voortzet
ting van de btw-compensatie voor de gegarandeerde ak-
kerbouwprodukten tarwe, suikerbieten en fabi teksaard-
appelen via een ha-toeslag in feite volstrekt onvoldoen
de is. Immers voor alle andere akkerbouwprodukten,
voor de zuivel en voor de fruitteelt valt elke vorm van
compensatie volledig weg. Met name het niet voortzetten
van enige compensatie voor de fruitteelt achtte de ver
gadering onjuist.
AANVECHTBARE L.E.I.-CIJFERS
\7OORTS besprak het Bestuur een door het secreta-
riaat opgestelde nota over de representativiteit van
de L.E.I.-berekeningen. Dit naar aanleiding van het feit
dat door de minister bij zijn verdediging van de btw-
maatregelen weer herhaaldelijk op volstrekt ontoelaat
bare wijze van deze L.E.I.-gegevens is gebruik gemaakt.
De vergadering konstateerde dat de uitkomsten van
de L.E.I.-berekeningen, zoals weergegeven in het Land
bouw Ekonomisch Bericht een veel te gunstig beeld te
zien geven en wel om de volgende redenen:
40 50 van de uitgeselecteerde bedrijven weigert
medewerking te verlenen, waardoor nog nauwelijks
van een representatieve steekproef gesproken kan
worden.
Ibij de, vooral ook door de overheid gebruikte, publi-
katies van inkomensberekeningen en prognoses wor
den akkerbouwbedrijven kleiner dan 25 ha buiten be
schouwing gelaten; de gemiddelde bedrijfsgrootte
van de L.E.I.-bedrijven in het Zuid-Westen is daardoor
bijna 2 keer zo hoog dan de realiteit.
(Zie verder pag. 4)
ONS COMMENTAAR
Het zal voor vele lezers niet eenvoudig zijn uit de la
wine van vaak niet zo gemakkelijk leesbare persberich
ten en verslagen van al deze vergaderingen zich een
enigszins helder beeld te scheppen van wat er nu werke
lijk aan de gang is en welke resultaten er voor de land
bouw bereikt zijn.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat velen door de
bomen het bos niet meer zien en zich sceptisch afvragen
wat er rju uiteindelijk door al dit vergaderen daadwerke
lijk voor hun wordt bereikt. Een houding die wij ons kun
nen indenken en waar we zeker ook gerede gronden
voor aanwezig achten. Wat is immers het geval?
(Zie verder pagina 3)