Resultaten
L.E.I. akkerbouwbedrijven
in het Z.W. zeekleigebied
Enkele gegevens L.E.I.-bedrijven Zeeuwse Eilanden
over 10 boekjaren -
1963/73
UIT de L.E.I.-bedrijven in het Z.W. zeekleigebied is een
overzicht samengesteld van de L.E.I. akkerbouwbe
drijven in West-Brabant. Dit is gedaan om een inzicht te
hebben in de situatie op deze bedrijven en zo mogelijk ver
gelijkingen te kunnen maken meit alle L.E.I. akkerbouwbe
drijven in het Zuid Westen.
5
Tabel I
Bedrijfsresultaten akkerbouwbedrijven Z.W. zeekleigebied
Ing. P. A. DEN HOLLANDER
C.A.R. - Zevenbergen
Enige tijd geleden verschenen de
standaardoverzichten met de bedrijfs
resultaten van de daarin opgenomen
akkerbouwbedrijven in het Z.W. zee
kleigebied. De deelnemende bedrijven
zijn ingedeeld naar bedrijfsgrootte, n.l.
bedrijven van 2040 ha, groter dan
40 ha en akkerbouwbedrijven met
rundveehouderij. De overzichten
geven in een aantal kengetallen weer
hoe de opbrengsten, de kosten, het
netto-overschot, het arbeidsinkomen
enz. in het boekjaar 1972/1973 zijn
geweest. Daardoor geven de L.E.I.-be-
drijven een goed inzicht in de bedrijfs-
ekonomische resultaten van het be-
drijfstype dat zij in het gebied ver
tegenwoordigen. In het artikel wordt
nader ingegaan op de resultaten van
de akker bouwbedrijven.
1969/1970
1970/1971
1971/1972
1972/1973
kengetallen
20-40 ha
>40 ha
20-40 ha
>40 ha
20-40 ha
>40 ha
20-40 ha
>40 ha
aantal bedrijven
33
32
26
29
36
31
34
26
oppervlakte kultuurgrond/ha
29.61
52.05
30.43
53.28
30.62
54.37
30.30
57.13
aantal volwassen arbeidskrachten
1.8
2.6
1.5
2.5
1.6
2.3
1.6
2.0
arbeidskosten
769
650
766
708
918
726
1.041
675
werk door derden
383
404
458
406
420
410
446
461
machines en werktuigen
390
374
393
389
426
416
403
396
bewerkingskosten
1.541
1.428
1.617
1.502
1.764
1.552
1.890
1.532
grond en gebouwen (PJB.1)
339
360
360
388
412
421
408
431
totale kosten (P.B.)
2.686
2.490
2.803
2.759
3.020
2.816
3.181
2.840
totale opbrengsten
3.270
3.474
2.846
2.900
3.273
3.263
3.929
4.307
netto-overschot per ha (P.B.)
583
984
43
141
253
447
748
1.467
ondernemers overschot per ha 2)
149
373
619
1.435
arbeidsinkomen ondern./ha (P.B.)
1.021
1.196
531
395
802
732
1.399
1.819
granen
41
40
33
38
39
37
37
42
aardappelen
12
17
17
19
13
21
11
18
suikerbieten
22
20
22
20
23
19
22
21
P.B. pachtbasis.
2) resultaat op basis van die werkelijke situatie ten aanzien van eigendom en pacht.
DE BEDRIJFSRESULTATEN
|N tabel I zijn de belangrijkste kengetallen over enkele
jaren samengevat, waarbij een indeling is gemaakt
in de bedrijfsgrootte 20—40 ha en groter dan 40 ha. Deze
indeling, die door het L.EJ. wordt gemaakt, is nodig voor
de vergelijkbaarheid. Een bedrijf van 25 ha is moeilijk te
vergelijken met een bedrijf van 60 ha en omgekeerd. Boven
dien geeft deze indeling een goede vergelijkingsmogelijkheid
tussen twee groepen bedrijven met een verschillende gemid
delde bedrijfsoppervlakte. Een samenvatting over vier jaren
maakt een betere onderlinge vergelijking mogelijk. Het valt
dan direkt op dat oogstjaar 1969 goed is geweest, oogstjaar
1970 slecht was, terwijl 1972 zich aandient als een zeer gun
stig jaar. De boeren weten dat wel. De grote schommelingen
tussen de verschillende jaren komen duidelijk naar voren.
Goede of slechte aardappelprijzen zijn van zeer grote in
vloed op het resultaat. Vooral om de gedachte te temperen
dat de resultaten in de akkerbouw steeds beter worden is
oogstjaar 1969 toegevoegd
Bijna steeds zijn de totale kosten per ha op het grotere
bedrijf lager dan op de kleinere bedrijfsgrootte terwijl de
totaal opbrengsten op de grotere bedrijven bijna altijd hoger
zijn. Dit resulteert in een hoger netto overschot per ha op
deze bedrijven.
De resultaten in tabel I zijn weergegeven op pachtbasis,
hetgeen een goede bedrijfsvergelijking mogelijk maakt. De
resultaten zijn daarbij niet afhankelijk van het hebben van
„toevallig" eigendom of pacht, maar van de behaalde op
brengsten waarbij de kosten van grond en gebouwen zijn
gebaseerd op pachtbasis.
Vanaf boekjaar 1971/1972 is het ondernemersoverschot
berekend. Dit is een korrektie van het netto-overschot op
basis van de werkelijke situatie ten aanzien van eigendom
en pacht. Door het L.E.I. wordt van de grond in eigendom
3lA grondrente als kosten berekend plus de te betalen
polderlasten. De rente wordt berekend van de geschatte
waarde van de grond en dus niet van het bedrag dat een
eigenaar daarvoor heeft betaald.
Voor de gebouwen wordt 7 rente van de gemiddelde
boekwaarde als kosten berekend. De afschrijving is 3 van
die boekwaarde van gebouwen ouder dan 10 jaar en 7 van
gebouwen jonger dan 10 jaar. Daarnaast worden kosten voor
onderhoud en verzekering in rekening gebracht. De kosten
van drainage bedragen 7 rente en 7 afschrijving van
C.A.R. -
GOES
VERSCHIL NETTO OVERSCHOT TUSSEN HOOGSTE EN LAAGSTE STEEDS GROTER
STERKE STIJGING BEWERKINGSKOSTEN/HA I
OPBRENGSTPRIJZEN STIJGEN TE LANGZAAM I
Boekjaar
63/64
64/65
65/66
66/67
67/68
68/69
69/70
70/71
71/72
72/73
Aantal bedrijven per groep
31
33
26
24
20
21
17
19
21
16
Ha per bedrijf
Cultuurgrond
37,60
38,00
37,30
38,34
37,27
38,93
42,31
40,93
41,74
42,79
Bouwland
34,80
35,70
34,90
36,12
33,73
35,41
38,41
37,29
37,11
36,72
van het bouwland beteeld met:
Granen
38
39
42
44
41
43
38
38
42
46
Peulvruchten
11
12
9
7
10
9
9
9
8
5
Aardappelen
13
10
10
12
15
17
15
18
15
14
Suikerbieten
16
16
18
19
22
23
23
22
23
23
Melkkoeien per bedrijf gem.
2
0,9
0,8
0,3
1,5
1.6
2,1
2,2
3,8
6,7
Waarde werktuigeninventaris
1628
1637
1806
2020
1823
2024
2387
2448
2650
2460
Arbeid sbezetting
Volwaardige arbeidskrachten
2,8
2,6
2,3
2,1
2,1
2,1
2,1
2,0
2,0
2,0
Ha cultuurgrond per volwaardige
arbeidskracht
13,4
14,6
16,2
18,3
17,9
19,3
21,08
20,93
24,94
23,54
Opbrengsten/kosten
Totaal opbr./ha cultuurgrond
1933
2513
2597
2604
2628
2869
3497
2699
3179
4153
Totaal kosten/ha cultuurgrond
1732
1827
1953
2001
2232
2362
2515
2772
2852
3256
Netto-overschot/ha cultuurgrond
201
685
644
603
396
507
982
73
327
897
Hoogste netto-overschot
694
1105
1211
1204
942
1151
1716
1202
1338
2614
Laagste netto-overschot
—202
117
58
179
231
52
73
—996
—268
—235
Bewerkingskosten per ha
Arbeidsloon
507
533
530
496
596
618
662
753
844
1040
Werktuig- en trekkerkosten
269
281
306
345
332
367
429
441
424
402
Werk door derden
255
276
334
330
362
370
320
367
382
439
Totaal bewerkingskosten
1031
1091
1170
1170
1290
1355
1411
1561
1650
1881
Opbrengstprijs per 100 kg
Wintertarwe
32,68
35,08
35,88
35,41
35,38
35,12
36,42
38,14
37,42
39,78
Zomergerst
28,93
30,87
33,95
32,58
31,72
32,03
34,41
38,06
37,23
38,77
Groene erwten
46,94
37,15
42,88
53,75
43,88
50,01
63,35
51,47
40,30
Schokkererwten
54,14
46,51
52,80
55,01
49,96
59,38
69,32
55,76
43,89
Consumptieaardappelen
8,98
11,43
16,37
13,01
5,91
11,30
22,50
6,79
8,13
22,26
Suikerbieten/1000 kg
63,91
76,86
77,83
74,23
64,14
58,62
66,77
66,34
78,65
77,47
Kg-opbrengst per ha gewas
Wintertarwe
4757
5842
5282
5093
5626
5032
5164
4681
5289
4908
Zomergerst
4135
4624
4352
3954
4934
3984
4187
3399
4146
4889
Groene erwten
3983
3650
3365
2888
4228
3378
3559
3196
3697
Schokkererwten
2988
3260
2942
2266
4643
2765
3513
2961
3355
Consumptieaardappelen
27479
40587
32399
37644
41893
38395
38651
35850
40077
44497
Suikerbieten
1
41791
54217
47262
49376
57388
56626
55023
49127
56477
45058
de boekwaarde plus de onderhoudskosten. Bij pacht worden
de kosten van de door de pachter gelegde drainage op de
zelfde wijze berekend). Het ondernemersoverschot is be
rekend door de meerkosten op eigendomsbasis van net net
to-overschot per ha af te trekken.
DE RESULTATEN IN WEST-BRABANT
In tabel II zijn over dezelfde jaren als in tabel I een aantal
kengetallen weergegeven. Wegens het gering aantal bedrij
ven is het niet mogelijk een splitsing te maken in die be
drijfsgrootte zoals in tabel I is gedaan. De vergelijking
wordt daardoor wat moeilijker.
Tabel II Westbrabantse bedrijven
kengetallen
1969/
1970/
1971/
1972,/
1971
1971
1972
197."
aantal bedrijven
18
13
20
opp. kultuurgrond in ha
38.59
43.83
35.38
36,93
aantal volw. arb. krachten
1.8
1.9
1.5
1.5
arbeidskosten
646
642
756
774
werk door derden
376
485
392
390
machines en werktuigen
364
367
395
393
bewerkingskosten
1.386
1.489
1.543
1.557
grond en gebouwen (P.B.)
364
390
528
572
totale kosten (P.B.)
2.687
2.844
3.075
3.238
totale opbrengsten
3.391
2.942
3.466
4.111
netto-overschot per ha (P.B.)
704
98
391
970
ondernemersoverschot/ha
296
873
arbeidsinkomen ondernemer/
ha (P.B.)
1.031
450
860
1.517
granen
39
30
32
33
aardappelen
39
39
13
13
suikerbieten
39
39
19
20
VAAK MISVERSTAND
WAT de verschillende kengetallen nu feitelijk te vertel
len hebben, is in de praktijk niet altijd duidelijk. Daar
over heerst gemakkelijk een verkeerde gedachte. Allereerst
moet worden opgemerkt dat de verkregen cijfers een be
drijfsekonomische betekenis hebben en iets zeggen omtrent
de rentabiliteit van de bedrijven!
Het netto-overschot wordt verkregen door alle kosten op
bedrijfsekonomische basis van de opbrengsten af te trekken.
Zo worden niet alleen de betaalde, maar ook de niet betaal
de, de zogenaamde berekende arbeidskosten, als kosten af
getrokken. Evenzo wordt de berekende rente voor de ge
wassen en de werktuigen en de berekende rente bij eigen
dom van de gebouwen en de grond als kosten afgetrokken.
Geschiedt dit op pachtbasis, dian verkrijgt men het netto
overschot op pachtbasis. Zijn de grond en de gebouwen
eigendom, dan wordt er een korrektie aangebracht en krijgt
men het ondernemersoverschot.
Het arbeidsinkomen van de ondernemer verkrijgt men
door bij het netto-overschot de berekende kosten van de
eigen arbeid op te tellen. Ook het arbeidsinkomen is een
bedrijfsekonornisch begrip. Het arbeidsinkomen van de on
dernemer kan weer worden gekorrigeerd met de berekende
rente voor het bedrijf en de werkelijk betaalde rente voor
eventuele geldleningen.
Voorbeeld: Arbeidsinkomen van de ondernemer 15.530,
Berekende rente 15.829,
Te betalen rente
Ondernemersinkomen
ƒ31.359,—
7.625,—
23.734,—
Het ondernemersinkomen is te vergelijken met de behaalde
bedrijfswinst volgens de fiskale boekhouding, zij het dat
toch verschillen aanwezig zijn, zoals b.v. verschillen in af
schrijving bij de fiskale en bedrijfsekonomische boekhouding.
L.E.I.-CIJFERS MET KENNIS LEZEN!
QE jaren 1969/'70 en 1972/'73 laten ?ich zien als gun-
stige jaren voor de akkerbouw. Vooral oogstjaar 1970
is ongunstig. De totale kosten stijgen regelmatig, gemiddeld
met 138,— per ha per jaar. De opbrengsten geven van
jaar tot jaair verschillen te zien die voor een zeer 'belangrijk
deel voortvloeien uit de geldopbrengsten van aardappelen
en uien.
De L.E.I.-cijfers moeten met de nodige kennis worden ge
lezen omdat anders gemakkelijk onjuiste konklusies worden
getrokken. In de praktijk wordt het begrip arbeidsinkomen
dikwijls verkeerd begrepen.