Bedrijfsleven financiert in
belangrijke mate mee aan
kosten landbouwkundig
onderzoek
Bespreking
minister van Landbouw
en Landbouwschap
Uitbreiding Grondbank-
proef over gehele land
Aanvragen vanaf 15 maart
4
In de vorige week gehouden openbare vergadering van
het bestuur van het Produktschap voor Granen, Zaden
en Peulvruchten werd wederom een aantal bijdragen
vastgesteld voor de financiering van landbouwkundig
en technologisch onderzoek in de sector granen, zaden
en peulvruchten. De bijdragen, waarvan het totaal
ƒ813.000 (vorig jaar ƒ626.000) bedraagt, zijn bestemd
voor de volgende instituten en instellingen.
Nederlands Graanc entrum 645.00.
Deze subsidie wordt verleend ter voortzetting van de
financiering van het meerjarenplan graanonderzoek
door een aantal Waigeningse instituten. Dit onderzoek
is gericht op de verhoging van ae areaaiopbrengst en
de verbetering van de kwaliteit van de verschillende
granen, alsmede de bestrijding van graanziekten.
Verder zal een literatuur-onderzoek worden gefinan
cierd met het doel de kennis in de wereld op het
gebied van stof-explosies (explosiegevaar in bedrij
ven die graan of meel opslaan of verwerken) te in
ventariseren.
Instituut voor Granen, Meel en Brood-TNO 48.500.
Met deze subsidie draagt het produktschap bij in de
financiering van onderzoekingen, die van belang zijn
voor de bloemverwerkende industrieën.
Nationaal Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier-
TNO ƒ90.000.
Deze bijdrage is bestemd voor de financiering van het
landbouwkundig onderzoek dat tot doel heeft de pro-
duktiviteit en de kwaliteit van brouwgerstrassen te
verbeteren.
Peulvruchten Studie lOoanbinatie 15.000.
Met dit bedrag wordt met name bijgedragen in de
kosten van voorlichtingsactiviteiten van deze organi
satie.
- Stichting voor de bevordering van de teelt van olie
houdende zaden 4.500.
Deze bijdrage komt ten goede aan de voortzetting van
een tweetal onkruidbestrijdingsprojecten op het ter
rein van oliehoudende zaden.
- Instituut voor Bewaring en Verwerking van Land-
bouwprodukten 10.000.
Dit bedrag is toegekend om een lopend onderzoek,
dat betrekking heeft op oogst- en bewaringsmethoden
voor bruine bonen, voort te zetten.
Deze subsidies worden gefinancierd uit bestemmings
fondsen, die hun inkomsten ontvangen uit kleine hef
fingen, die door het bedrijfsleven op daarvoor in aan
merking komende produkten worden betaald. Tterecht
kan worden gesteld, dat het bedrijfsleven door het ver
lenen van deze bijdragen een zeer belangrijk aandeel
heeft in de ontwikkeling van het (graanonderzoek in ons
land. De voorzitter van het produktschap, dr. C. H. J.
van Beukering, gewaagde dan ook van zijn grote waar
dering voor de wijze waarop het bedrijfsleven, ondanks
steeds hogere eisen, die in verband met de stijgende on-
derzoekkosten aan de diverse bestemmingsfondsen wor
den gesteld, zijn medewerking blijft verlenen!
QP woensdag 6 maart vond het maandelijkse gesprek
plaats tussen het Landbouwschap en de minister
van Landbouw. Er is o.m. gesproken over het rundvlees-
marktbeleid, het E.G.-prijsbeleid, de ernstige situatie in
de glastuinbouw, belasting toegevoegde waarde (btw),
en de financiering van de gezondheidszorg voor dieren.
BTW-COMPENSATIE POOLPRODUKTEN
IIET Landbouwschap deed een beroep op de minister
1 om een bevredigende regeling te bevorderen voor
de extra btw van 2 °7c bij zogenaamde poolprodukten. Het
gaat hierbij om landbouwprodukten waarvoor bij leve
ring door de boer vooraf geen prijs overeengekomen is.
De prijs die de boer ontvangt is afhankelijk van de ver
koop van het produkt gedurende het gehele seizoen van
de afnemer (of pool). Volgens het Landbouwschap gaat
het in wezen om een bedrag van ongeveer 2Vz miljoen
gulden voor granen en graszaden.
De heer Van der Stee zei bereid te zijn dit verzoek
te ondersteunen en zal hierover contact opnemen met de
Staatssekretaris van Financiën.
NOTA OVER BEHEERSOVEREENKOMSTEN
UET Landbouwschap heeft met minister Van der Stee
gesproken over de uitvoering en toepassing in Ne
derland van de E.G.-regeling voor bergboeren. Volgens
het georganiseerd bedrijfsleven is deze regeling bedoeld
voor bedrijven en gebieden die door natuurlijke handi
caps in de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling wor
den belemmerd. De regeling mag in geen geval gezien
worden als een vergoeding voor opgelegde beperkingen
van planologische aard of uit een oogpunt van milieu
beheer of natuurbehoud. Het Landbouwschap heeft de
minister gevraagd naar de procedure die gevolgd zal wor
den bij de verdere uitwerking en aanwijzing van gebie
den.
De heer Van der Stee deelde de mening van het Land
bouwschap dat genoemde E.G.-regeling het vraagstuk van
beheersovereenkomsten onverlet laat. Ten aanzien van
deze beheersovereenkomsten zal een nota verschijnen
van de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappe
lijk Werk (Mr. H. W. van Doorn), Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening (drs. J. P. A. Gruyters) en Land
bouw en Visserij (mr. Van der Stee).
De bewindsman stemde ermee in dat de uitwerking
en toepassing van de E.G.-bergboeren regeling zal ge
schieden in overleg met het bedrijfsleven. Het Land
bouwschap wees er bij de minister op dat bij de uitvoe
ring van de regeling de nadruk gelegd wordt op de mo
gelijkheden van de bedrijfsontwikkeling.
GEZONDHEIDSZORG VOOR DIEREN
JVE besprekingen omtrent de georganiseerde gezond-
heidszorg voor dieren hebben geleid tot een finan-
cieringsopzet waarmee het Landbouwschap zich kan ver
enigen. Voor de komende drie jaren zal de financiering
op zogenaamde fifty-fifty-basis geschieden. Dat betekent
dat de overheid voor 1974 ten hoogste 19 miljoen gulden
beschikbaar stelt voor de gezondheidszorg gericht op het
voorkomen van dierziekten. Het Landbouwschap zal voor
de komende drie jaren de helft bijdragen in de kosten
van noodentingen en stamping-out (afslachten van be
smette veestapels). Deze bijdrage is voor de drie jaren
ten hoogste 24 miljoen gulden. Landbouwschap en minis
ter zijn voorts overeengekomen dat tijdig overleg zal
plaatsvinden over de financiering van de gezondheids
zorg voor dieren na de overeengekomen termijn van drie
jaren.
RUNDVLEESBELEID
IN verband met het nog steeds voortdurende lage prijs-
peil voor slachtvee heeft het Landbouwschap op
nieuw bij minister Van der Stee aangedrongen om de
door de E.G. geboden mogelijkheid van permanente in
terventie voor rundvlees nu ook in Nederland toe te pas
sen. Alle andere E.G.-landen maken reeds sinds vorig
jaar gebruik van deze door Brussel geboden mogelijk
heid ter ondersteuning van de slachtvee- en rundvlees
markt.
Sinds enkele weken is door de E.G. de mogelijkheid
gegeven om de zogenaamde vrijwaringsclausule toe te
passen voor vleesimporten uit derde landen. Een aantal
lid-staten heeft de invoer reeds aan banden gelegd. Als
Nederland een uitzonderingspositie inneemt ontstaat vol
gens het Landbouwschap het gevaar dat de E.G.-landen
maatregelen nemen aan de binnengrens van de gemeen
schap. Daarom heeft het Landbouwschap de minister ge
vraagd om de vrijwaringsclausule ook voor Nederland
toe te passen.
De heer Van der Stee is in beginsel bereid de perma
nente intervantie in Nederland toe te passen. Hij heeft
daarbij nadrukkelijk gesteld grote voorzichtigheid te be
trachten bij de uitvoering van deze interventie-maatre
gel. De bewindsman zal met het bedrijfsleven overleggen
over de nadere uitwerking.
E.G.-PRIJSBELEID
UET Landbouwschap en de minister yan Landbouw
betreuren het dat het E.G.-prijzenoverleg door poli
tieke verwikkelingen opgeschort is. Met het oog op de
te verwachten beslissingen inzake de richtprijs voor melk
vroeg het Landbouwschap aan de minister om een on
middellijke doorberekening hiervan in de consumptie
melkprijs. De heer Van der Stee had begrip hiervoor,
maar merkte tevens op dat naast het E.G.-prijsbeleid ook
andere factoren medebepalend zijn voor de prijs van de
consumptiemelk. Hij meende daarom dat een geleidelijke
prijsverhoging de voorkeur verdient.
Hoewel het standpunt van het Landbouwschap inzake
de E.G.-landbouwprijzen meerdere malen aan de minis
ter bekend gemaakt is, werd tijdens dit gesprek nog
weer eens de noodzaak onderstreept om het negatief cor
rectief (een prijsaanpassing naar beneden in verband
met de opwaardering van de gulden in 1971) af te schaf
fen. Gebleken is namelijk dat de Belgische minister van
Landbouw niet afwijzend staat tegenover een dergelijke
afschaffing. De bewindsman zal met dit verzoek reke
ning houden in het kader van het E.G.-prijsberaad in
Brussel.
TUINBOUWZORGEN
UET Landbouwschap verzocht de minister het refe-
rentieprijssysteem voor verschillende tuinbouwpro-
dukten (komkommers) uit te voeren overeenkomstig de
E.G.-verordeningen. De minister zou over de toepassing
en de prijswaarneming overleg plegen met zijn Duitse
collega en de E.G.-andbouwcommissaris. Dat overleg is
bijna afgerond. De bewindsman verwachtte op korte ter
mijn gunstige resultaten.
Het Landbouwschap wees ook op de zeer ernstige
situatie en de grote onrust in de glastuinbouw tengevolge
van de jongste prijsontwikkelingen voor olie waardoor
de inkomens van vele glastuinders door de hoge stook
kosten in gevaar gebracht zijn. Het Landbouwschap be
sprak met de minister enkele mogelijkheden om tot een
oplossing te komen van de moeilijkheden in de tuinbouw.
Uitgaande van een stijging van de olieprijzen wordt
door het Landbouwschap een zeer geleidelijke prijsaan
passing voor aardgas geëist. De glastuinbouw moet vol
gens het Landbouwschap de mogelijkheid krijgen zich
aan te passen aan de stijgende energiekosten. De minister
erkende de grote zorgen in de tuinbouw en wees tevens
op de relatie tussen olie- en aardgasprijzen. Hij deelde
mede dat er thans overlegd wordt met de minister van
Economische Zaken over het energiebeleid voor de tuin
bouw. Zodra dit overleg het mogelijk maakt, zal de be
windsman het Landbouwschap nader informeren.
Het Landbouwschap pleitte bij de minister voorts voor
een ruimere omschakeling van olie naar gas, vooral in
gebieden waar de aansluitingskosten hoog zijn. Samen
hangend hiermee achtte het Landbouwschap het gewenst
dat de huidige beëindigingsregeling voldoende soelaas
biedt voor tuinders die in moeilijkheden raken en het
bedrijf moeten beëindigen. De heer Van der Stee deelde
in antwoord hierop mee dat de toegezegde inventarisa
tie van de behoefte aan omschakeling in zgn. onrendabele
gebieden nog niet helemaal voltooid is. Zodra een afge
rond beeld verkregen is, zal hij met het Landbouwschap
nader overleg plegen over de omschakelingsmogelijk
heden en de beëindigingsregeling.
In een telegram aan de minister van Landbouw heeft
het Landbouwschap opnieuw de aandacht gevestigd op
het reeds eerder ingenomen standpunt betreffende de
uitbreiding van de bevoegdheden van veeverloskundi
gen.
Het Landbouwschap acht het wenselijk en verantwoord
dat veeverloskundigen de keizersnee mogen toepassen
onder bepaalde voorwaarden. In verschillende veehou
derijstreken, vooral in het Westen des lands, vervullen
de veeverloskundigen een nuttige en soms onmisbare
functie.
Voor het gebruik van antibiotica zullen bepaalde regels
gesteld moeten worden ten einde misbruik te voorko
men.
Ook de bevoegdheden van de castreurs dienen te wor
den uitgebreid.
Vanaf 15 maart a.s. kunnen gegadigden, die een be
roep willen doen op de Grondbank hun aanvragen in
dienen bij de H.I.D.'s voor de landinrichting in de pro
vincie waarin hun bedrijf is gelegen. De minister van
landbouw heeft het bestuur van de Stichting Beheer
Landbouwgronden (S.B.L.) gemachtigd de grondbank-
proef over het gehele land uit te breiden. Het principe
van de Grondbank is, dat de S.B.L. in de in aanmerking
komende gevallen gronden aankoopt en deze na het
sluiten van een erfpachtscontract met de betrokken on
dernemers overdraagt aan Domeinen.
De bedoeling van de proef is na te gaan of de Grond
bank hulp kan bieden aan ondernemers die moeilijkhe
den hebben met de financiering van grond bij overname
of vergroting van hun bedrijf. Deze financieringspro
blemen kunnen zich vooral voordoen wanneer grond
van ouders of van een verpachter overgenomen moet
worden, maar ook als vergroting van de oppervlakte
gewenst is. In deze gevallen kan de ondernemer over
wegen of hij eigenaar van de over te nemen grond wil
worden, of dat hij in verband met financieringsproble
men er beter aan doet alleen het recht van erfpacht op
de grond te verwerven. De prijs wordt bij overnamege-
vallen (verpachter/pachter of ouder/kind) gebaseerd op
de verkeerswaarde van verpachte grond en bij gevallen
van bedrijfsVengroting op de prijs van gebruiksvrije
grond.
Het recht van erfpacht is een zakelijk recht, dat in
beginsel overdraagbaar is, al dient de eigenaar van de
grond daar toestemming voor te geven. Bij de grond-
bankproef wordt het recht van erfpacht voor een perio
de van 26 jaar gevestigd. Na deze periode is verlenging
mogelijk, als ondernemer en bedrijf aan de dan gelden
de voorwaarden voldoen. In dit verband is met name
van belang dat in de loop der jaren de bedrijf sgrootte-
normen kunnen worden verhoogd. In dat geval krijgt
de erfpachter echter geruime tijd om het bedrijf aan
deze verhoogde normen aan te passen. Als gebruiksrecht
betaalt de erfpachter een canon, die per jaar 3^®/o van
de grondprijs bij uitgifte vermeerderd met aankoopkos-
ten bedraagt. Deze canon kan aan de hand van wijzigin
gen in de prijs van landbouwgrond om de 13 jaar wor
den herzien. Daarnaast betaalt de erfpachter alle lasten
die op de grond drukken. Gebouwen worden in geen
geval overgenomen en blijven dus buiten deze uitgifte
in erfpacht.
Ondernemers, die van deze mogelijkheid gebruik wil
len maken, zullen na inschakeling van de Grondbank
een bedrijf van tenminste 30 ha moeten gaan exploite
ren als ze een gemengd bedrijf of een weidebedrijf heb
ben. Voor akkerbouwbedrijven, die door een onderne
mer worden geëxploiteerd, bedraagt deze oppervlakte
tenminste 50 ha, voor samenwerkingsvormen bedragen
deze oppervlakten tenminste 50 ha, resp. 80 ha.
Belangstellenden voor deze mogelijkheid kunnen zich
voor verdere inlichtingen wenden tot de hoofdingenieur-
direkteur voor de landinrichting in hun provincie.