Produktschap
voor Granen, Zaden en
Peulvruchten
Te grote
uitbreiding
van
legstapel
Met UTD op pluimveebezoek in Engeland
15
De laatste ramingen van de Tarweraad geven aan, dat
de wereldtarwevoorraad op het einde van dit oogstjaar
op een minimaal peil van ruim 20 miljoen ton zal zijn
aangeland. Het prijsniveau op de wereldmarkt heeft zich
dienovereenkomstig ontwikkeld; per half februari lagen
de prijzen bijna 150 hoger dan een jaar eerder. Alleen
de Nederlandse teler merkt daar weinig van! Zelfs kan
de laatste weken niet eens meer de richtprijs gehaald
worden.
ONGENOEGEN
HET is dan ook volkomen begrijpelijk, dat de land-
bouwvertegenwoordigers in het Bestuur van het
Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten hun
ernstig ongenoegen hebben uitgesproken over de tot nu
toe gevoerde tarwepolitiek.
Het werd onaanvaardbaar genoemd, dat het onder de
huidige omstandigheden niet mogelijk blijkt om de richt
prijs te realiseren. Enige weken eerder kwam men nog
Wel tot dit niveau, maar nu ligt de prijs weer ongeveer
1,50 per 100 kg lager, dit ondanks het feit, dat de mais,
nu de grootste konkurrent voor de 'Nederlandse tarwe, in
die tijd nog wel 4,— duurder is geworden.
De afzet van tarwe in de veevoersektor is dit jaar weer
belangrijker dan vorig jaar. De maalindustrie heeft tot nu
toe 20.000 ton minder opgenomen dan in dezelfde periode
van vorig jaar.
Ook de export naar derde landen is door de Brusselse
marktpolitiek veel lager, namelijk van oogst 1973 nog
maar 4.000 ton tegenover ruim 31.000 ton over hetzelfde
tijdvak van oogst 1972. Volgens de ramingen moet er nog
een kwantum van 250.000 ton Nederlandse tarwe een be
stemming vinden; voor de gehele EEG gaat het om 1,5
miljoen ton. Desondanks worden er in Brussel maar
mondjesmaat exportvergunningen afgegeven.
Voor de eerste periode, waarin het systeem van in
schrijvingen op exportheffingen werkte, welke periode
tot 1 maart liep, wilde de EEG-Commissie niet verder
gaan dan 200.000 ton. Voor de tweede periode is nog geen
hoeveelheid vastgesteld, maar volgens de heer v. d. Berg,
direkteur van het Produktschap, wordt wel gedacht aan
een verhoging. Van landbouwzijde werd er zeer sterk op
aangedrongen tot een behoorlijke verruiming van de ex
portmogelijkheden te komen. Wanneer wij in een situatie,
waarin de export met een hoge heffing wordt belast nog
niet tot de richtprijs kunnen komen, betekent dit, dat
deze prijs alleen gehaald zal worden in incidentele geval
len, van havenstakingen e.d. Maar als dit zo is, dan zul
len wij dit de telers ook duidelijk moeten laten weten.
De voorzitter meende, dat er in ons land inderdaad niet
op gerekend mag worden, dat de richtprijs wordt bereikt.
Zelfs als er nu een verruiming van de export zou komen,
moet hier, gezien onze kwaliteit, niet op vertrouwd wor
den. Welke prijs er voor onze tarwe gemaakt kan wor
den, zal voornamelijk afhangen van het verdere verloop
van de maisprijs.
Overigens had de voorzitter de indruk, dat de Euro
pese Commissie eeni uitbreiding van de export niet aan
durft. Naar de mening van de vertegenwoordiger van de
koöperaties in het Bestuur kunnen wij dit jaar in de won
derlijke situatie terecht komen, dat er straks tarwe geïn
tervenieerd wordt, waarvoor de teler de minimumprijs
ontvangt, die op de wereldmarkt een veel hogere prijs
opbrengt. O.
BROUWGERSTCONTRACTEN LEVERING OOGST
1974, 1975 EN 1976
Het overleg tussen het Centraal Brouwerij Kantoor,
het Landbouwschap, de Vereniging voor de Coöperatieve
Handel en de Federatie van Verenigingen van Handela
ren in Granen, Zaden en Peulvruchten heeft er toe geleid,
dat de regeling voor de zogenaamde vooraankoopkontrak-
ten zal worden gecontinueerd.
In 1974 zal worden gecontracteerd:
voor levering uit oogst 1974 in totaal 40.000 ton,
waarvan reeds in voorgaande jaren
afgesloten 20.000 ton;
voer levering uit oogst 1975 in totaal 20.000 ton,
waarvan reeds in voorgaande jaren
afgesloten 10.000 ton;
voor levering uit oogst 1976 10.000 ton.
In 1975 zal opnieuw overleg worden: gepleegd over de
hoeveelheden, waarvoor dan opnieuw contracten kunnen
worden afgesloten.
Alhoewel omtrent de calculatie van de contractprijs in
1974 geen verschil van mening bestaat, is de definitieve
contractprijs nog niet vastgesteld, dit in afwachting van
de prijzen, die in het kader van de EEG voor h'et ver
koopseizoen 1974-1975 nog vastgesteld moeten worden.
Enkele detailpunten van de regeling zullen overigens nog
nader moeten worden vastgesteld.
BEDREIGING VOOR EIERPRUZEN
In de EEG was in het laatste kwartaal van 1973
de inleg van broedeieren van legrassen niet onaan
zienlijk groter dan vorig jaar. Dat betekent dat de
kans groot is dat na Pasen de eierprijzen weer on
der de druk van een te ruim aanbod komen in de
EEG. In Poultry World, Brits vakblad voor de pluim
veehouderij, wijst Terry Evans op deze ontwikkeling.
Weliswaar was de inleg in de EEG in 1973 van vrij
wel gelijke omvang als in het jaar daarvoor, doch
ip het laatste kwartaal was de inleg ten opzichte
van de Overeenkomstige maanden in 1972 Ongeveer
16#/o groter. In december werden in de EEG van de
Negen ongeveer 18 meer kuikens opgezet dan in
1972. Alleen Engeland en Italië en Denemarken
hebben in 19(73 wat meer legkuikens opgezet dan in
1972.
GESTEGEN PRODUKTIE
VAN BRAADKUIKENS IN DE EEG
In 1973 is de produktie van braadkuikens in de
EEG met 131 milj. stuks of ongeveer 9"/o gestegen
van 1599 tot 1640 milj. stuks. In België, Denemarken
en Ierland was er in 1972 slechts van geen of nauwe
lijks enige uitbreiding sprake en in Nederland be
perkte de stijging zich tot iets meer dan 1 In Italië
evenwel steeg de produktie met rond 2®°/o ten op
zichte van 1972. In Frankrijk zou de toeneming on
geveer 10"Vo hebben bedragen tot ongeveer 350 milj.
In Groot-Brittannië steeg de produktie met
een 5% tot 330 milj. stuks, terwijl in Duitsland de
toeneming iets minder dan 5 bedroeg tot 300 milj.
stuks. Voor 1974 rekent men, voorlopig, op een groei
die duidelijk zal achterblijven bij vorig jaar.
KALKOENPRODUKTIE STEEG 28'/.
De produktie van kalkoenvlees steeg met ongeveer
28 c/c. Er werden ongeveer 71 milj. kalkoenkuikens
opgezet vergeleken met 55,3 milj. in 1972. Ongeveer
een kwart van de toeneming vond haar oorzaak in
de gestegen produktie in Italië, waar de produktie met
11,5 milj. stuks ongeveer 2 x zo groot was als in 1972.
In Frankrijk, de grootste producent in de EEG,
steeg de produktie met ruim eén derde tot 26,4 milj.
stuks, terwijl in Groot Brittannië de produktie met
ongeveer 11 steeg tot ongeveer 20 milj. stuks. In
Duitsland steeg de produktie met 21 tot iets min
der dan 3 milj. stuks. In Nederland vertoonde de
produktie weinig verandering. Wel is van daar een
recorduitvoer van broedeieren gemeld, aldus de heer
Evans, namelijk rond 5 milj. stuks. In België steeg
de produktie met 30 tot 1,1 milj. v. d. W.
De ontwikkelingen, met name ook in de pluimveehou
derij, staan niet stil. Nieuwe bedrijfssystemen, verbete
ring van het voer, onderzoek, enz., het moet allemaal bij
dragen aan de verhoging van de bedrijfsresultaten. UTD
werkt op dit gebied nauw samen met haar zustermaat
schappij in Engeland BOCM/Silcock. Daarom is het bij
zonder interessant om eens met eigen ogen te zien, wat er
zo al in Engeland op dit gebied gedaan wordt en bereikt
is. Het verruimt de blik, kan nieuwe perspektieven ope
nen en men ziet het eens van een andere kant. Voor
pluimveehouders, die hun licht weieens in het buitenland
willen opsteken, organiseert UTD mengvoeder van 6 tot
en met 8 mei a.s. een 3-daagse studiereis naar Engeland.
De reisdata zijn met opzet zo gekozen, dat ook een be
zoek kan worden gebracht aan de Internationale Poultry
Fair, een jaarlijks gehouden pluimveetentoonstelling. Dat
er in Engeland anders „geboerd" wordt, is een ding dat
zeker is. De pluirnveebedrijven zijn er over het algemeen
een stuk groter dan de Nederlandse. Denkt u maar aan
bedrijven met 100.000 en meer dieren.
Om u een goed beeld te geven van „pluimveehoudend"
Engeland worden ook een aantal bezoeken aan zowel leg
kippen- als slachtkuikenbedrijven gebracht. De kosten
van deze 3-daagse, geheel verzorgde reis bedragen slechts
f 360,per persoon, waarbij een W.A.- en reisongeval-
lenverzekering is inbegrepen. Bovendien zijn deze stu
diereiskosten voor de belasting aftrekbaar.
Wilt u nadere inlichtingen over deze studiereis, schrijf
of bel dan omgaand naar: Mengvoeder UT-Delfia B.V.,
Postbun 8, Maarssen, tel. 03465 5555 toestel 318, of één
van de buitendienstfunktionarissen van de UTD. U wordt
dan een uitvoerig programma van de reis toegezonden.
Wilt u mee, boek dan snel. Om organisatorische redenen
is het aantal deelnemers beperkt.
£JOEWEL het, gelukkig voor de redaktie, slechts zeer
zelden voorkomt bleek ons eerst dinsdagnamiddag
dat we deze week niet op een Geld en Goed"-artikel be
hoefden te rekenen. Deze keer dus geen deskundige bijdrage
maar wel een onderwerp dat op „geld" betrekking heeft.
In de Staatscourant van 8 maart j.l. n.l. troffen we de
gegevens aan over de opbrengsten van de Rijksbelastingen
over het jaar 1973. In feite een droge en dorre opsomming
van een groot aantal cijfers met toelichtende tekst over de
bruto-opbrengst van de belastingen begrotingsjaar 1973,
waarvan een gedeelte nog op ramingen betrekking heeft
omdat de desbetreffende aanslagregelingen nog geenszins
voltooid was.
Cijfers die een inzicht geven omtrent belastinginkomsten
waarin door ons allen door het betalen via aanslagen, accijn
zen enz. in de een of andere vorm wordt bijgedragen en
waaruit de vele soorten belastingen blijkt die de Nederland
se burger moet opbrengen. Het zijn bepaald niet alleen de
belastingen op inkomen, winst en vermogen die een belang
rijke rol daarbij spelen. Voor het huishoudboekje van de
Staat zijn de zgn. kostprijs verhogende belastingen bepaald
niet van minder belang. Want aan kostprijsver hogende be
lastingen werd in 1973 bijna 19 miljard gulden ontvan
gen en aan belasting op inkomen, winst en vermogen ruim
26 miljard gulden.
ETTEN we de verschillende van de per 31 december
door het Rijk ontvangen belastingmiddelen eens op
een rijtje dan geeft dat het volgende beeld in guldens weer.
KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN
Invoerrechten
1.027.511.000
2.
Omzetbelasting
11.152.300.000
3.
Verbr.bel. auto's
629.760.000
4.
Benzineaccijns
2.025.625.000
5.
Olieaccijns
345.061.000
6.
T abaksaccijns
1.043.400.000
7.
Alcoholaccijns
536.465.000
8.
Bieraccijns
213.840.000
9.
Wijnaccijns
90.411.000
10.
Suikeraccijns
24.462.000
11.
Alcohol vrije dr. accijns
114.577.000
12.
Rechten van zégel (Min.)
285.000
13.
Rechten van registratie
2.424.000
14.
Overdracht-, assurantie- en
kapitaalbel.
729.018.000
15.
Mot or rijt.bel. hoofdsom
334.597.000
Motorrijt.bel. opcenten
643.790.000
18.912.956.000
BELASTINGEN OP INKOMEN
EN VERMOGEN
18.
Commissarissenbel.
134.000
19.
K ansspelbelastin g
19.176.000
20.
Rechten van successie
361.187.000
21.
Inkomstenbelasting
5.975.345.000
22.
Vennootsch. belasting
4.986.277.000
23.
V erm ogensbelasting
374.341.000
24.
Grondbelasting
137.951.000
25.
Personele belasting
190.029.000
14.366.600.000
TOTAAL
11.663.943.000
44.943.499.000
16. Loonbelasting
17. Dividendbelasting
13.480.270.000
505.826.000
0P basis van de Raming Miljoenennota 1973 ontving de
Nederlandse Staat het lieve sommetje van 543 miljoen
gulden meer dan geraamd war. Zo war bijv. de meevaller
bij de loonbelasting 200 miljoen gulden meer dan destijds
geschat was! Ook de motorrijtuigenbelasting laat hogere in
komsten van 49 miljoen gulden zien, die te danken zijn aan
de betalingen van de zwartrijders onder de automobilisten
i.v.m. de benzinedistributie.
De inkomsten uit de vennootschapsbelasting zijn met 19.9
procent gestegen in vergelijking met de kasontvangsten 1972
en hangt samen, aldus de toelichting, met een sterke toene
ming van het aantal opgelegde aanslagen. Daartegenover
staat een daling van 15.9 procent van de ontvangsten aan
grondbelasting, met als motivering een vergroting van de
achterstand bij de landmeetkundige dienst en op de bewa
ringen van de hypotheken en het kadaster.
Bij dit, zeer onvolledig beeld, willen we het ditmaal laten.
Rekening houdend met hetgeen de doorsnee Nederlandse
burger naast de belastingen aan sociale en andere vaste las
ten moet opbrengen blijft er steeds minder als verteerbaar
inkomen voor hem over. Bekijken we het lijstje met belas
tingen en accijnzen dan moet hij vooral niet meer roken,
drinken, autorijden, snoepen, enz
BI.