agrarisch opleidingscentrum
LAGER AGRARISCH ONDERWIJS
MIDDELBAAR
LANDBOUWONDERWIJS
HOGER LANDBOUWONDERWIJS
Centrale Suiker
had gunstig jaar
winst 20% omhoog
Akkerbouw Internationaal
14
T^E Centrale Suiker Maatschappij h'eeft een gunstig
^■boekjaar 1972/73 (afgesloten per 30 september) ach
ter de rug. Het bedrijfsresultaat ging omhoog naar 42,4
miljoen, vergeleken met 40,2 miljoen in het voorafgaan
de boekjaar. Deze verbetering was praktisch geheel te
danken aan de hogere uitkomsten van het suikerbedrijf,
welke gedeeltelijk werden veroorzaakt door incidentele
factoren, w.o. 0,8 miljoen voortvloeiend uit een hogere
waardering van de voorraad binnenlandse suiker.
Naast een stijging van het bedrijfsresultaat stegen door
een andere fiscale behandeling van een van de deelnemin
gen de rentebaten tot 2,7 (v.j. 0,8) miljoen. Voorts le
verden de post Buitengewone Baten 1,35 miljoen op en
Voorzieningen 0,4 miljoen.
Na o.m. afschrijvingen tot een bedrag van 18,4 (17,1),
afdracht van vennootschapsbelasting ad 13 (8,6) miljoen
en reservering van 7 (5) miljoen resteert een 20 ho
gere winst van ƒ10,7 (8,9) miljoen. Deze winst komt
overeen met 71 (59) per aandeel van honderd gulden
bij een vrijwel onveranderd geplaatst kapitaal van 15,1
miljoen. De directie stelt een onveranderd dividend voor
van 24 per aandeel.
IN het lopend boekjaar bereikte de 'bietenoogst in Ne-
derland een nieuw hoogtepunt. De voorlopige cijfers
zijn:
het bietenareaal bedroeg 117.308 ha
de bietenoogst 5.784.000 ton 2.225.000 ton
de 3uikerproduktie 764.000 ton 296.000 ton
Het suikergehalte was bijzonder laag, n.l. ca. 15,3
Van de suikerproduktie is wederom 632.500 ton (CSM
237.000 ton) bestemd voor het binnenland; de overige
131.500 ton (CSM 59.000 ton) moeten buiten de EEG wor
den afgezet.
De campagne had voor de CSM een voorspoedig ver
loop en duurde gemiddeld 97 dagen. Het was de eerste
maal dat de produktie plaats vond in 5 fabrieken. De ver
werkingscapaciteit van de gesloten fabriek te Oud-Beijer-
land kon door de overblijvende fabrieken goed word'en
opgevangen.
Na de revaluatie is de minimumprijs voor suikerbieten
gedaald met 5 In verband hiermede werd op 9 oktober
1973 de (maximum) af-fabriek-prijs voor suiker verlaagd
tot 86,17 (excl. belastingen). De prijs van verpakte sui-
xer voor ae consument wera verminderd met U,U3 per
kg en kwam daardoor op 1,27 per kg.
De deelneming Chemie Combinatie Amsterdam (vijftig
procent) heeft enkele moeilijke jaren achter de rug. Te
genvallende ontwikkelingen op markten en de moeilijk
heden die gepaard gaan met het betreden van nieuwe
markten waren daar de voornaamste oorzaken van. Naar
thans verwacht mag worden zal CCA in de loop van 1974
winstgevend worden.
Bij de Zuid-Nederlandse Spiritusfabriek wordt in het
lopende boekjaar de produktiecapaciteit niet onbelang
rijk vergroot om aan de stijgende vraag naar alcohol te
kunnen voldoen. De winstverwachtingen zijn gunstig.
MILIEU
In het milieubeleid van de CSM, aldus het jaarverslag,
heeft de bestrijding van het met biologisch afbreekbaar
materiaal verontreinigde afvalwater reeds lange tijd de
meeste aandacht gekregen. Deze ontwikkeling is aanzien
lijk versneld doordat in 1971 de Wet Verontreiniging Op
pervlaktewateren met zijn heffingensysteem als eerste van
de milieuwetten in werking trad. Het beleid, gericht op
verliesbeperking, recirculatie en zuivering, heelt deze
vorm van milieuvervuiling in de afgelopen 15 jaar reeds
tot ca 10 beperkt en een verdere daling tot ten hoogste
enkele procenten is in de komende 3 a 4 jaar te verwach
ten. In dit stadium wordt het van toenemend belang de
milieubeschermende maatregelen als een geïntegreerd
geheei te bekijken. Met enkele voorbeelden wordt geïl
lustreerd hoezeer water- en luchtverontreiniging, ge
luidshinder, energie- en bodemgebruik met elkaar en met
de totale kosten van maatregelen samenhangen:
organische afvalstoffen kunnen biologisch worden af
gebroken door zuivering met behulp van energie-vra
gende beluchters. De daarvoor opgebouwde circuits
eisen veel oppervlakte en geven soms problemen bij
de fabricage die slechts met extra gebruik van diverse
'hulpstoffen zijn te bestrijden. Afgezien van de kosten
hiervan kunnen deze hulpstoffen op zichzelf ook weer
milieuproblemen veroorzaken.
thermische verontreiniging van het buitenwater kan
worden voorkomen door recirculatie van koelwater
via koeltorens of koelvijvers. Koelvijvers vragen wei
nig energie, maar veel grondoppervlakte en produce
ren veel damp nabij de grond. Koeltorens vragen min
der grond en brengen de damp hoger in de lucht. Ze
vragen maer energie dan koelvijvers. Typen die de
minste energie vragen produceren vaak weer het mees
te geluid.
deze reeks zou aan te vullen zijn met opmerkingen
over natte stofvangers en watervervuiling, over anae
robe waterzuivering die weinig energie vraagt, maar
wellicht stank produceert en in elk geval technisch
nog onvoldoende ontwikkeld is, over geluidsproblemen
die soms met weinig kostbare maatregelen kunnen
worden opgelost, maar waarvan de technische gege
vens nog slechts 'beperkt beschikbaar zijn, enz.
Het streven is erop gericht door metingen en onderzoek
tot een pakket maatregelen te komen waardoor een even
wichtige oplossing wordt verkregen.
De technische problemen kunnen hiebbij niet los wor
den gezien van het overheidsbeleid inzake heffingen en
vergunningen. Over dit beleid bestaat in verschillende
sectoren nog allerminst duidelijkheid. Op lange termijn
moet in elk geval rekening worden gehouden met belang
rijk hogere heffingen. Door middel van verdere investe
ringen zal getracht worden de kostenstijgingen op dit ge
bied zoveel mogelijk in de hand. te houden. Evenals in
het verleden houdt de CSM hierbij een open oog voor de
niet-financiële aspecten van het milieu in en rondom
hun bedrijven.
VERWACHTINGEN EN DE FUSIESTRUD
AVER de verwachtingen ten aanzien van de CSM op
v langere termijn zegt de directie: „De toekomst van
de suikerindustrie mag naar onze overtuiging met ver
trouwen tegemoet gezien worden. Wij weten uiteraard niet
hoe het EEG-suikerreglement, dat op 1 juli 1975 in wer
king moet treden, uiteindelijk zal worden vastgesteld,
maar de thans ingediende voorstellen doen de CSM ver
wachten dat het quotum voor de CSM groter zal zijn dan
in de huidige EEG-overgangsregeling het geval is.
Voorts wordt verwacht dat zal blijken dat onder wis
selende economische omstandigheden de suikerindustrie
een relatief stabiele bedrijfstak is.
Wat betreft de deelnemingen mag worden verwacht dat
de CCA een positieve bijdrage aan het resultaat van de
CSM zal gaan leveren, terwijl wij voorts aannemen dat
de uitkeringen van de ZNSF een stijgende lijn te zien zul
len geven", aldus de directie.
In het verslag wordt tenslotte nog een overzicht ge
geven van de fusiestrijd die vorig jaar rond de CSM
ontbrandde. De CSM heeft vorig jaar in de onderhan
delingen en bij elk genomen besluit de fusiegedraigs-
regels 19711 van de SER in het oog gehouden, zo staat
in het jaarverslag. De CSM-directie doet hierin een aan
val op de 'berisping die de SER-fusiecommissie heeft
uitgedeel d aan de drie fusiepartners en ten gevolge
waarvan de voorgenomen fusie niet kon doorgaan. „Wij
zouden zonder aarzelen tegen de uitspraak in beroep
zijn gegaan indien daartoe de gelegenheid had bestaan.
Zoals bekend ontbreekt deze mogelijkheid hetgeen een
te betreuren leemte is", aldus de directie. Op 22 novem
ber maakte de KSH bekend in het bezit te zijn van
circa ƒ.5 miljoen nominaal aandelen en certificaten van
aandelen CSM. Naar wordt aangenomen heeft de Suiker
Unie zidh een pakket van dezelfde orde van grootte
verworven door aankopen ter beurze, aldus CSM. Het
geplaatste aandelenkapitaal van CSM bedraagt 15,1
miljoen. Ook wordt in het jaarverslag het standpunt
herhaald dat de CSM bereid is met de Suiker Unie te
overleggen over de mogelijkheid van samenwerking op
deelgebieden. Volgens de directie worden deze moge
lijkheden thans onderzocht. „Het in ons vorig jaarverslag
geuite streven naar verdere diversificatie heeft (door de
fusiestrijd) geen uitvoering gekregen. Thans wordt on
derzocht naar mogelijkheden om tot een verantwoorde
uitbreiding van de diversificatie te komen", aldus de
directie. In de algemene jaarvergadering van aandeel
houders die op vrijdag 29 maart a.s. om 11.00 uur in
Amsterdam gehouden zal worden komen de jaarstukken
aan de orde.
WERELDMAISPROD UKTIERECORD
De wereldmaisproduktie heeft in 1973 een re
cord-omvang bereikt. Volgens ramingen van het
Amerikaanse ministerie van landbouw lag de pro
duktie met 309 milj. ton ongeveer 8% boven die
van 1972 en 6 boven het voorgaande record van
291 milj. ton in 1971. Het maisareaal is geraamd
op 113 milj. ha, dat is 7 meer dan het voorgaan
de record van 1971. In Noord-Amerika bedroeg de
maisproduktie 158,5 milj. ton of 3 meer dan in
1972. De produktie in West-Europa is geraamd op
19,8 milj. ton of 13% meer dan in 1972. Het aan
deel van de EEG was met 15,7 milj. ton ongeveer
16 groter dan in 1972. In Oost-Europa bedroeg
de produktie naar ramming 47,4 milj. ton. of 3
meer dan in 1972. In Hongarije steeg de produktie
zelfs met 8%. In de Sovjet-Unie steeg de produk
tie met een derde tot ongeveer 13 milj. ton.
CANADESE TARWE NAAR U.S.A.
Een kwantum van 550.000 bushel Canadese win
tertarwe is naar de Verenigde Staten uitgevoerd,
zo wordt uit Canada vernomen. Bericht wordt dat
de prijs die de Verenigde Staten betaald hebben
ongeveer overeenkomt met de huidige wereld
marktprijs. Het is wat ongewoon dat Ontario-win-
tertarwe vermaald wordt.
FRANSE GRAANAREAAL
De laatste berichten over de omvang van het
graanareaal 1973/'74 geven voor zachte tarwe ten
opzichte van vorig jaar een uitbreiding aan van
100.000 ha, voor harde tarwe van 15.000 ha, voor
mais van 60.00 ha en voor gerst een inkrimping
met 40.000 ha.
Tot 1 februari werd 12 milj. zachte tarwe in
openbare afslag afgegeven. De voorraden lagen op
deze datum op vrijwel gelijk niveau als vorig jaar.
De afleveringen van gerst stegen met 900.000 ton
tot 5,9 milj. ton. De gerstvoorraden bedroegen naar
raming 2,48 milj. ton (+0,36 milj.). Tot eind
maart werd 6,54 milj. ton mais afgeleverd 1,88
milj.). Per 1 februari bedroegen de maisvoorraden
3,33 milj. ton, dat is 1 milj. ton meer dan vorig
jaar.
GRAANOOGST SOVJETS BEDREIGD
Februari was in de Sovjet-Unie warmer dan
ooit sinds de laatste 50 jaar. Dat betekent een be
dreiging voor de Sovjet-graanoogst. De sneeuw is
op vele akkers gesmolten, waardoor mogelijk te
verwachten vorst Kans krijgt het graan te bescha
digen of zelfs te vernietigen, de sneeuwlaag bete
kende een bescherming voor het wintergraan. Ter
opvoering van de produktie van granen wil men
o.a. de produktie van kunstmest opvoeren. Boven
dien wil men de opslag- en transportfaciliteiten
verbeteren. Dat is dringend nodig. Door onvol
doende opslag- en transportcapaciteit is steeds veel
graan verloren gegaan. v. d. W.
VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS LANDBOUW-COMITE
Groenezoom 400 (Noordendijk) te Dordrecht. Tel 078-60666.
AANGIFTE van LEERLINGEN voor het cursusjaar 1974-1975
4-jarig individueel tuinbouwonderwtys (ook wel I.L.O. of Mei genoemd)
Toelating na psychologisch onderzoek.
4-jarige lagere land- en tuinbouwschool (algemeen vormend en agrarisch
ónderwijs)
2-jarig leerlingstelsel akkerbouw (de leerling moet werkzaam zijn in de
landbouw)
2-jarige algemene tuinbouwavondcursus (kan de partiële leerplicht vervangen en
is tevens voor vakmensen en liefhebbers ouder dan 16 jaar)
2-jarig leerlingstelsel Mel-tuinonderhoud
(na Mei- of Ito-opleiding, voor leerlingen die in het hoveniersbedrijf werkzaam
zijn)
3-jarig middelbare landbouwschool (toelatingseis diploma 4 jarige mavo of A-
diploma lagere land- en tuinbouwschool)
4-jarige hogere landbouwschool (toelatingseis havo-diploma met speciaal
vakkenpakket of diploma 3 jarige middelbare agrarische school)
Voor degenen, die niet aan de toelatingseisen voldoen is toelating tot het
oorbereidend jaar mogelijk.
Voor INLICHTINGEN en AANMELDING zie bovenstaand adres.
AANMELDEN vóór 15 april