Langs de
melkweg
(C)
De ontwikkelingen gaan door!
Synthetische lysine
kan waarde van
granen verhogen
11
--#^51-
Ing. J. H.
LANTINGA
Consulentschap voor de akkerbouw
en rundveehouderij Goes
AP het gebied van de melkveehouderij is gedurende
de laatste jaren een enorme ontwikkeling gaande.
De ontmenging van de bedrijven die de laatste tijd in
versneld tempo voortschrijdt, maakt dat een bepaalde
produktietak wordt uitgebreid en een andere in meer
of mindere mate wordt afgestoten. Zo zien we een af
name van het aantal melkveehouders, doch een belang
rijke toename van het aantal melkvee-eenheden op de
bedrijven. De huidige mogelijkheden van mechanisatie
in deze sector maakt een belangrijke toename van het
aantal te verzorgen en te melken koeien per man moge
lijk. Dit geeft gelegenheid voor arbeidsverkorting en ar-
beidsverlichting.
Het vorenstaande schreven we vier jaar geleden als
aanloop van het eerste artikel in deze serie! In feite had
het ook vandaag geschreven kunnen zijn daar deze ont
wikkeling nog steeds gaande is en verder voortschrijdt.
Echter met dit verschil dat reeds veel tot stand is geko
men en deze mechanisatie reeds ruime bekendheid ge
niet. We maakten in het eerste artikel kenbaar dat het
in de bedoeling lag om in een aantal artikelen nader op
deze ontwikkelingen in te gaan. Het zijn er inmiddels hon
derd geworden!
Bij de schaalvergroting die gepaard gaat met verdere
mechanisatie is andere en uitgebreidere kennis nodig. We
hebben gepoogd om over onderwerpen met betrekking
tot de melkveehouderij, de melkwinning, -bewaren eft
-afzet wat meer achtergrondinformatie te geven. Bij elke
ontwikkeling is te zijner tijd weer een aanpassing nodig.
Het één is het gevolg van het ander. Het is daarom dat
we willen wijzen op enkele facetten met betrekking tot
de melkwinning die de aandacht verdienen.
VOORUITGANG VRAAGT WEER AANPASSING
ANDER invloed van het machinaal melken is de aan-
dacht voor een goed melkbare veestapel sterk naar
voren gekomen. In eerste instantie was er een zogenaam
de negatieve selectie door het uitstoten van koeien, die
minder goed met de machine gemolken konden worden.
Met het invoeren van het melkbaarheidsonderzoek bij
dochtergroepen van stieren dat sinds 1962 in ons land
wxjrdt toegepast is langs foktechnische weg al veel voor
uitgang geboekt. De maximale melksnelheid gecorrigeerd
naar een produktie van 7 kg bij vaarzen steeg in de
achterliggende 12 jaren van 2.22 kg tot 2.56 kg per mi
nuut bij het zwartbonte F.H. ras.
Dit is een stijging van 15 Door de voortgaande se
lectie door middel van dit onderzoek zal de melkbaar
heid van de koeien nog beter worden. Het is de laatste
jaren een nagenoeg vrijwel algemene regel dat het va
cuüm van de melkmachine wordt ingesteld op 38 cm, het
geen gelijk is aan 12 inch en 0,50 kg/cm2. Door de stij
ging van de melksnelheid lijkt het verantwoord het va
cuüm af te stellen op bijvoorbeeld 35 cm zonder dat dit
de melktijd van betekenis beïnvloedt. Verlagen van het
melkvacuüm heeft een gunstige invloed op de uierge
zondheid. Bij het optreden van uierontstekingen heeft het
verlagen van het vacuüm altijd een gunstige invloed op
een spoedige genezing.
CONTROLE IS NODIG
DIJ het melken heeft de melker in het algemeen meer
aandacht voor de koe dan de melkmachine. Het ver
trouwen in de goede werking van de machine is vaak
te groot. Van deze apparatuur, die tweemaal daags wordt
gebruikt, verdient de werking meer aandacht en is de
reiniging alleen niet voldoende. Regelmatig controle op
de werking is noodzakelijk, terwijl een volledige onder
houdsbeurt één keer per jaar in feite onmisbaar is. Elke
machinemelker moet zich dit gaan realiseren. Dit komt
een goede en gezonde melkwinning ten goede.
HET EEN IS HET GEVOLG VAN HET ANDERE
|JjE schaalvergroting van het aantal melkvee-eenhe-
den per bedrijf gaat gepaard met een enorme terug
gang van het aantal melkveehouders. Zo is het aantal
melkleverende bedrijven in twintig jaren gedaald van
rond 5500 tot 1300. Dit heeft verregaande gevolgen daar
deze ontwikkeling zich voortzet en uitstrekt over de toe
levering, de verwerking en de afzet met betrekking tot
de melk en dus ook op organisatorisch gebied grote ver
anderingen teweeg brengt. Als gevolg van een excen
trische ligging en de geringe melkveebezetting zijn er
veel kernen, die bij een provinciale opstelling aanwezig
waren, als gevolg van schaalvergroting en fusies uit deze
provincie verdwenen.
Zo zijn de oorspronkelijke zes verenigingen met K.I.,
die gezamenlijk een Centraal stierenstation exploiteer
den, opgegaan in een ruimer verband en is het stieren
station opgeheven. De zuivelindustrie heeft sinds enkele
jaren aansluiting gevonden in grotere verbanden, waar
van de hoofdkantoren buiten Zeeland liggen. Als gevolg
hiervan zal het aantal zuivelfabrieken nog verder afne
men. Over enkele jaren zal dit er in Zeeland nog hoog
stens één zyn. Proef boerderij en of voorbeeldbedrijven
met betrekking tot de melkveehouderij zijn er niet meer.
Ook de Zeeuwse Melkfederatie is na een veertig jarig
bestaan verdwenen. Dit geldt ook voor het Centraal La
boratorium van de Provinciale Vereniging voor de Melk-
produktiecontrole. Sinds 1971 vindt dit onderzoek ook
van monsters uit Zeeland plaats in een centraal labora
torium te Hoornaar. In Zeeland zijn geen importfirma's
of produktiebedrijven gevestigd van melkmachines en
melkkoeltanks.
Het aantal Landbouwscholen is in de laatste jaren
sterk ingekrompen. Van de vijftien Lagere Land- en
Tuinbouwscholen is er nog slechts één overgebleven, ter
wijl er van de vier Middelbare Landbouwscholen er nog
twee functioneren. Het praktijkonderwijs in de veeteelt
vakken bereikt hierdoor slechts een zeer gering aantal
leerlingen meer.
Cmn
In de afgelopen vier jaar verzorgde de heer Lantinga
van het C.A.R. te Goes regelmatig zijn bijdragen in
de bekende serie Langs de Melkweg"Deze week
de honderdste en, tot onze spijt mogen we wel zeggen,
tevens de laatste. Je moet echter, zo zei de heer Lan
tinga ons, ermee stoppen voordat ze ervan gaan zeg
gen, wanneer scheidt hij er eens mee uit! Om „Bram
uit de Slikhoek" van destijds na te 'volgen: pluim van
de week voor de heer Lantinga!
De uitdunning van deze kernen van kennis die door
hun aanwezigheid reeds een activerende functie hadden
is op het eerste gezicht een verlies. Het kunnen mee
draaien in grotere verbanden is echter nodig om bij te
blijven bij de ontwikkelingen die op het nationale en
ook internationale vlak tot ontplooiing komen. Het gun
stig effect ervan is duidelijk zichtbaar. Vooral de jongere
generatie zal zich bewust moeten worden dat voor scho
ling en training op het gebied van de melkveehouderij
in vergelijking met andere provincies meer inspanning
nodig is gezien de ligging van de opleidingscentra buiten
onze provincie. Er zullen grotere reizen voor moeten wor
den afgelegd. Deze moeite en extra kosten zullen moe
ten worden opgebracht.
SLOT - 100e VAN DEZE SERIE
IN enkele jaren is op het gebied van de mechanisatie
rond de melkwinning en -bewaring reeds veel tot
stand gekomen. Een rondzetting van deze mechanisatie
van de melkwinning en -bewaring op de Zeeuwse be
drijven is reeds in zicht. Immers op veel bedrijven met.
melkveehouderij van betekenis is dit reeds het geval. Het
gebruik van de melkkoeltank neemt immers snel toe.
Elke melkveehouder kan in zijn naaste omgeving kennis
nemen van deze ontwikkeling op het gebied van de me
chanisatie van melkwinning en -bewaring.
Elke melkveehouder streeft naar het leveren van zui
vere en gezonde melk en verwacht een goede prijs voor
deze grondstof.
Met de wens dat dit gerealiseerd wordt sluiten we de
serie artikelen Langs de melkweg" met nummer hon
derd af.
Er is, zo schrijft ons de Cehave nv te Veghel, de wense
lijkheid de produktie van synthetische lysine door de
chemische industrie te stimuleren. Daaiibij zou er spra
ke zijn dat een dergelijke lysine-produktie tegenstrijdige
belangen zou kunnen inhouden vootn de akkerbouw en
intensieve veehouderij.
Ondermeer binnen de kringen van de Veghelse coöpe
ratie, welke ook de belangen van vele aangesloten
akkerbouwers vertegenwoordigt, ontkent men dit ten
stelligste. Naar hun oordeel kan een produktie van lysi
ne langs chemische weg en tegen een redelijke prijs juist
een bijdrage leveren tot verhoging van de granen, wel
ke binnen de E.G. worden geproduceerd. En het is juist
het EG.-landbouwbeleid dat de graanteelt zo gestimu
leerd heeft. Met een dergelijke produktie van lysine
is zeker niet alleen de intensieve veehouderij gediend,
maar dus ook de akkerbouw.
ONGUNSTIGE START
Het is inmiddels twaalf jaar geleden, dat men zich
onder andere in ons land ook ging toeleggen op de pro
duktie van lysine. Dat was toen direkt een ongunstige
start, omdat destijds soja en vismeel door een groot aan
bod goedkoper werden, terwijl de granen door E.G.-
maatregelen op dat moment juist veel duurder werden.
Granen, waarvan zoals gezegd de eiwitten juist een te
kort aan lysine hebben. De mengvoederindustrie had
toen natuurlijk weinig belangstelling voor die kunstma
tig geproduceerde lysine.
Thans is de graanprijs in vergelijking met de eiwit
rijke grondstoffen weer in een dusdanige verhouding
gekomen, dat lysine weer meer waard is geworden. In
dat verband kan nog gezegd worden dat men in Ame
rika, waar men al weer vele jaren lage graanprijzen
kent en betrekkelijk hoge eiwitprijzen, werkt aan de
ontwikkeling van maisrassen met een hoger lysinegehal-
te. Dat blijkt echter erg moeilijk, zonder de kg-opbrengst
schade toe te brengen.
Duidelijk is het dan echter dat in een dergelijke si
tuatie, die we nu dus ook binnen de E.G. kennen, de ak
kerbouw juist wel zeer gebaat zou zijn met goedkope
lysine; dat wil zeggen langs chemische weg geprodu
ceerd. Als we bijvoorbeeld aan 100 kg gerst 1,2 lysine
toevoegen, hebben we een grondstof die gelijk is aan
100 kg erwten. Als een mengvoederfabrikant de beschik
king heeft over goedkope lysine, heeft deze dus ook
meer mogelijkheden met de voedergranen dan tot dus
ver het geval is.
Door cultuurmaatregelen zoals een overbemesting met
stikstof, kan het eiwitgehalte van graan bovendien nog
gemakkelijk wat worden opgevoerd. Onvolwaardige ei
witten weliswaar, die echter met aminozuren kunnen
worden aangevuld. Met goedkope lysine kan daardoor
een hogere waardering van de voedergranen worden
bereikt. Een zeer belangrijk punt, met name voor de
akkerbouwer, omdat granen nu eenmaal hogere op
brengsten per ha geven dan erwten, sojabonen en der
gelijke.
ONAFHANKELIJKER
De mengvoederindustrie wordt bovendien daardoor!
een stuk onafhankelijker van de invoer van hoogwaar
dige, eiwitrijke grondstoffen, zonder dat de energie
voorziening uit eigen produktie wordt afgeremd.
Aminozuren moeten echter ook ip een juiste verhou
ding ter beschikking van het dier komen. Een zaak,
welke met name met kunstmatig geproduceerde amino
zuren, uitstekend en heel nauwkeurig kan worden ge
realiseerd. Een onevenwichtige opbouw van het amino-
zurenpatroon geeft voor de dieren immers problemen,
terwijl er meer via de mest en urine ongebruikt verlo
ren gaat. Aspecten die geld kosten en nadelig zijn voor
de milieubeheersing.
Vandaar de mening van C.H.V. dat de kunstmatige
produktie van lysine ook voor. de akkerbouw perspec
tieven biedt. Akkerbouw, intensieve veehouderij en in
dustrie hebben daarmee de mogelijkheid om met ge
zamenlijke inspanning de produktie van hoogwaardige,
smakelijke en betaalbare voedingsprodukten voor de
mens ook in de toekomst mogelijk te maken, aldus de
C.H.V.
E.V.O.-OPLEIDING HEFTRUCKRIJDERS
Op 25 maart a.s. start de eerste cursusweek van de EVO-
Opleiding Heftruckrijder. Dat gebeurt in Woerden, waar de
EVO als organisatie van transportgebruikers een totaal
nieuw en uniek Opleidingscentrum heeft ingericht. In dit
Opleidingscentrum kunnen iediere week 20 cursisten vaar
digheid verwerven in het manoeuvreren met vorktrucks en
reachtrucks, alsmede met behandeling van de last. Boven
dien ontvangen de cursisten een veiligheidstraining en wordt
hun de technische kennis bijgebracht, die nodig is voor een
juist gebruik, het dagelijks onderhoud van de apparatuur
en het kunnen signaleren van storingen.
Door middiel van deze nieuwe opleiding biedt de EVO aan
bedrijven, die van heftrucks gebruik maken, de mogelijkheid
om meer dan voorheen te gaan beschikken over vakbekwa
me bestuurders. Uit de zeer grote belangstelling van gebrui
kerszijde blijkt het belang van een dergelijke opleiding.
Het grootste deel van het Opleidingscentrum wordt in be
slag genomen door een praotikum met een vloeroppervlak
van ruim 550 m2 (30,10 x 18,46 m). In deze hal is een com
pleet magazijn opgebouwd, waarin geopereerd wordt met
verschillende typen hef- en reachtrucks. Op een buitenter
rein is accomodatie geschapen voor het oefenen in het be
laden van extern vervoer materieel.
Informatie over de nieuwe EVO-Opleiding Heftruckrijder
kan worden verkregen bij het EVO-Opleidingscentrum, Hoge
Rijndijk 3, Woerden, tel. 034807314, en bij het Bureau
Vorming en Opleiding van de EVO, Rooseveltplantsoen 3 in
Den Haag, tel. 070—51.22.01.
RENTESUBSIDIE OP AKKERBOUW-
EN GEMENGDE BEDRIJVEN
(Vervolg van pag. 6)
In dit artikel is getracht in kort bestek de betekenis
van rentesubsidie voor de ontwikkeling van het bedrijf
naar voren te brengen. Natuurlijk is dat zeer onvolledig
gebeurd. Overweegt men bepaalde aanpassingen voor het
bedrijf, dan zou men dat tevoren eens kunnen bereke
nen. Hierdoor krijgt men inzicht in de gevolgen van de
voornemens, de konsekwenties van de investering voor
het bedrijf, de financiering, de ontwikkeling van het in
komen, de besparingen en de liquide middelen. Vervol
gens krijgt men inzicht of er eer. eventuele rentesubsi
die uit kan voortkomen. Berekeningen geven altijd veel
inzicht in de situatie van het bedrijf. Te weinig wordt
daar gebruik van gemaakt. Steeds kan men daarvoor een
beroep doen op de landbouwvoorlichting in het gebied.