GELD MAAKT NIET LANGER RIJK van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant maatschappij tot bevordering VRIJDAG 1 MAART 1974 62e Jaargang - No. 3220 land- tuinbouwblad zlm Dit jaar zijn vanaf januari tot nu toe gemiddeld gemiddeld de temperaturen hoger geweest dan zelfs de ouderen onder ons zich kunnen herinneren. Het vrij vroege voorjaar in 1971 wordt door dit van 1974 ruimschoots overtroffen! Bomen, struiken, planten enz. passen zich aan deze hogere temperaturen aan en gaan al op uitbundige wijze uitlopen. Dit vroege voorjaaregebeuren kan tot gevolg hebben dat ook met het voorjaarswerk te vlot begonnen wordt. In onze rubriek „Uit de praktijk" wordt er nog eens op gewezen dat ook hierbij geduld „een schone zaak" kan zijn! ONS COMMENTAAR Dat geld niet gelukkig maakt wisten we al lang. Dat geld nu ook niet langer bepaalt of een land rijk of arm is, heeft de huidige olie- en energiecrisis wel duidelijk gemaakt. Immers zelfs de landen met de grootste valuta- en goudreserves lijken niet of nauwelijks in staafde geste gen uitgaven als gevolg van de hogere prijzen voor olie en ook voor vele andere grondstoffen te kunnen opbren gen. Dat heeft tot gevolg dat men steeds meer zijn toevlucht neemt tot ruiltransacties, waarbij de westerse wereld in ruil voor olie onder meer fabrieksinstallaties en andere duurzame goederen teruglevert. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de rol van het geld, de internationale va luta's dus, bij de wereldhandel aan belangrijkheid inboet. Op zich geen onlogische zaak na alle manipulaties die door bijna alle nationale overheden met de natio nale munteenheid de laatste jaren zijn uitgevoerd en die het-wternationale betalingsverkeer eigenlijk konstant ontwricht hebben. Daar komt nog bij dat de sterk ge stegen wereldhandel vandaag de dag dermate grote be talingen en geldtransacties vergt dat geen enkele valuta van een individueel land nog aan de gestelde eisen kan voldoen. Zelfs de dollar niet! Zeker nu de jongste olieprijsverhogingen een extra geldstroom ter waarde van vele tientallen miljarden dol lars naar de olieproducerende landen tot gevolg zal heb ben, zullen deze landen naar nieuwe betalings- en beleg gingsmogelijkheden moeten uitzien. Het is daarbij van wezenlijk belang dat betaling en belegging in onderling overleg tussen de producerende en verwerkende landen geregeld kan worden. Eén van deN mogelijkheden is dat de olieproducerende landen met de verkregen gelden belangrijke investerin gen ten behoeve van de egien economische ontwikke ling plegen. Daarbij kunnen dan de westerse landen een belangrijke bijdrage aan materiaal en kennis leveren. BETALINGSBALANS Niet alleen de olie, m§ar ook zeer vele andere grond stoffen vertonen bijzonder sterke prijsstijgingen. Dat is niet zo verwonderlijk. Immers vele landen die over grond stoffen beschikken zullen hun betalingsbalans zo veel mogelijk in evenwicht trachten te houden door, waar mo gelijk is, de exportprijzen van de in hun land aanwezige grondstoffen te verhogen. Deze noodzaak geldt met name ook voor vele ontwik kelingslanden, die wel de grootste klappen van de geste gen olieprijzen te verduren krijgen. Het heeft er dus alle schijn van dat de rijkdom van een land, althans voor de komende 5 a 10 jaar, steeds meer bepaald zal worden door de voorraad grondstof fen waarover dat land kan beschikken. Wat dat betreft staat West-Europa er zeker niet gun stig voor, al maakt ons land daar met zijn grote reserves aan aardgas min of meer een uitzondering op. Dat be tekent ongetwijfeld dat de betalingsbalans van de mees te EEG-landen de eerstkomende jaren onder sterke druk zal komen te staan. Veel zal daarbij afhangen van de extra exportmogelijkheden die men kan creëren naar met name de over grote sommen geld beschikkende oliepro ducerende landen. In dit nummer o.m.: O.V.M.-verzekeringen - Gaat het de goede kant uit? Pagina 3 Uit de praktijk Pagina 5/6 De Bintje in de branding Pagina 6 Sfr De snel veranderende landbouw Pagina 7 Ervaringen met het buiten voeden van rundvee Pagina 9 De maand maart op het Z.W. landbouwbedrijf Pagina 10/11 Op bezoek bij het Varkensfokbedrijf van de heer Filius te Kortgene Pagina 12/13 Spruitenteelt op het Z.W. landbouwbedrijf Pagina 15 Pluimvee en eieren - Voor de vrouw - en Erf en akker Pagina 17/21 Voor ons land wordt daarnaast vooral nog eens zeer duidelijk het belang van onze omvangrijke agrarische export onderstreept. Zeker in de komende jaren zullen we een verdere stijging van het agrarisch exportsaldo hard nodig hebben om althans enigermate de gestegen importprijzen van de industriële grondstoffen te kunnen betalen. Dat geldt met name zolang de inkomsten uit het aardgas niet in dezelfde mate toenemen als de olie uitgaven. Men zal in de komende tijd dan ook dubbel voorzichtig dienen te zijn met het opleggen van beper kingen aan de landbouwproduktie, uit welke overwegin gen dan ookl Dat geld niet meer rijk maakt, blijkt ook uit de voedsel situatie die we in verschillende olieproducerende landen aantreffen. Die is immers naar onze begrippen vaak bar slecht en wordt door de toenemende stroom olie-dollars nog nauwelijks verbeterd. Mogelijk liggen hier voor onze Europese landbouw in de naaste toekomst belangrijke ex portmogelijkheden, zowel op het gebied van direkte voed- selleverancies als via inschakeling van onze landbouw kundige kennis ter ontwikkeling van de eigen landbouw produktie in die landen. GOED INITIATIEF Wij maakten.voorgaande opmerkingen met name naar aanleiding van de inleiding die de heer Hilterman vorige week over de wereld voedsel- en energiesituatie hiel'd voor de Kring Hulst van onze organisatie. Deze kring heeft van oudsher de gewoonte om in haar voorjaarsver gadering een spreker aan te trekken die een aktueel on derwerp brengt, waarvan verwacht mag worden dat er een zo breed mogelijke belangstelling voor bestaat. Dat betekende ook nu weer dat zich in de met enige honder den aanwezigen gevulde zaal weer vele genodigden ei belangstellenden van buiten de landbouw bevonden. Wij brengen deze gewoonte binnen cJe kring Hulst wat meer onder de aandacht, omdat andere kringen hier mo gelijk, voor zover dat al niet gebeurt, hun voordeel mee kunnen doen. Waar immers met name in de afdelingsvergaderingen meestal vooral aandacht aan de landbouwproblemen in enge zin wordt besteed, zouden de kringvergaderingen daardoor wat meer mogelijkheden kunnen bieden om de leden op een wat breder vlak te oriënteren. Daarnaast wordt zo de gelegenheid geboden om ook de contacten tussen landbouw en niet landbouwende bevolking te ver stevigen. Bovendien wordt in dit kader de mogelijkheid geboden om, zoals ook in Hulst gebeurde, de andere landbouworganisaties erbij te betrekken. Wat dat laatste betreft zijn wij er overigens toch voor stander van om, zowel op afdelings- en als kringniveau, te streven naar meer gecombineerde vergaderingen van de in het betreffende gebied werkzaam zijnde stands organisaties. Dat kan de overvolle vergaderagenda's wat ontlasten, maar bovenal het onderling begrip en de onder linge samenwerking bevorderen. Een onderlinge samen werking die steeds dringender noodzakelijk wordt, willen we als georganiseerde landbouw ook in de toekomst de belangen van de landbouw op goede wijze kunnen blij ven behartigen. LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 1