VEE EN VLEES Uitkomsten 1973 fok- en vermeerderingsbe- drijven varkenshouderij 8 PERSPECTIEF PLUIMVEEHOUDERIJ GEEFT REDEN TOT BEZORGDHEID De toekomst voor de pluimveehouderij geeft bij voortdu ring redien tot zorg. Zoveel is wel duidelijk geworden tijdens de openbare bestuursvergadering van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren op woensdag 21 november in Zeist ge houden. Het was vrijwel aan het einde van de vergadering dat de heer J. M. Verkuil mede naar aanleiding van „mede delingen van de voorzitter" de aandacht vestigde op de moei lijkheden in de legsektor. Hij maakte'melding van de moei lijke situatie bij de energie-voorziening, die een aantal be drijven reeds genoopt heeft van propaan-gas op andere brandstof om te schakelen, wat met hoge kosten gepaard is gegaan. De hoge prijzen voor de energie-voorziening nivel leren het voordeel dat is ontstaan door lagere voederprijzen. Ook voor de slachtsektor zag de heer Verkuil „als dat zo doorgaat" weinig perspectief. Hij pleitte voor een ander be leid bij het bedrijfsleven. Blijkens mededelingen van de voorzitter was de moeilijke situatie in de pluimveehouderij reeds punt van bespreking in de besloten vergadering en hij stelde dat ook na de ver grote EEG de situatie voor Nederland er bepaald niet ge makkelijker op geworden is. Het blijkt moeilijk om duidelijke adviezen aan de Com missie uit te brengen. De heer Mellema constateerde in de Europese politiek duidelijke accentverschuivingen, die be paald voor Nederland zeker geen onverdeeld gunstige eco nomische konsekwenties zullen opleveren. De heer J. M. Boersma sprak reeds van een concurrentie-slag in de slacht sektor ,die reeds slachtoffers geëist zou hebben, althans een aantal ondernemingen in moeilijkheden gebracht heeft. Het is wenselijk dat op niet al te lange termijn het gehele be drijfsleven duidelijk en klaar op de hoogte gesteld wordt van de mogelijke gevaren die de sektor bedreigen. UITVOER BLUFT STUGEN In de eerste tien maanden van 1973 is de uitvoer van pro- dukten van de pluimveehouderij naar waarde met ongeveer 27,5 gestegen. Inderdaad een belangrijke stijging, doch bedacht dient dat dq kostprijs van de uitgevoerde produkten ook zeer sterk is gestegen. De feitelijke stijging is mindier groot dan men op grond van de toegenomen waarde zou aannemen. VOEDERPRIJZEN De toekomstige ontwikkeling van de verbruikersprijzen van voeders hangt in belangrijke mate af van de prijsont wikkeling van de belangrijkste grondstoffen, die voor de produktie van pluimveevoeders worden gebruikt. Er zijn in dit opzicht een aantal onzekerheden, gelet op de ontwikke ling van de groothandelsprijzen, vooral van november ver geleken met oktober. Met uitzondering van de prijzen voor vismeel zijn de prijzen van de grondstoffen in november weer oplopend. SITUATIE EIERMARKT Eind oktober liep de exportprijs voor eieren op tot 21,7522,25, een prijspeil dat slechts enkele dagen houd baar was. Op 12 november trad een vrij sterke prijsdaling in tot 17,5017,25. Het is niet duidelijk, of de gebruike lijke prijsdaling die begin december altijd optreedt, zich nu reedis heeft ingezet of dat er nog een licht herstel plaats vindt, doordat in het algemeen de vraag in de periode eind november/begin december toeneemt. Gezien de onzekere situatie op de eiermarkt is het bijzonder moeilijk om aan te geven hoe de prijsontwikkeling in december zal kunnen zijn. Het LEI gaf de volgende producentenprijzen weer: augustus 2,30 (1,73); september ƒ2,46 (1,71); oktober ƒ2,74 (1,81); 29 okt.3 nov. 2,98 (1,91); 5—10 nov. ƒ3,11 (1,89). EIERPRODUKTIE Op grond van de inleg van broedeieren is het waarschijn lijk dat ;de eierproduktie in het eerste halfjaar van 1973 wat groter geweest is dan vorig jaar, maar dat in de tweede helft van 1973 de produktie wat zal achterblijven bij vorig jaar. Voor 1973 is te rekenen met een totale produktie van 4.550 miljoen eieren, wat ongeveer 150 miljoen stuks meer is dan in 1972. In hoeverre door de relatief hoge eierprijzen van de laatste maanden de leghennen langer dan 15 maan den worden aangehouden is nog moeilijk te becijferen. GEVOGELTE Er is sprake van een verslechtering op de Duitse markt voor braadkuikens. Half oktober bedroegen de Nederlandse prijzen voor panklare kuikens DM 3,103,60 franko, aan het eind van de tweede week in november waren de prijzen gedaald tot DM 2,803,45, terwijl de Belgische prijzen op DM 2,70—3,40 lagen. Algemeen bestaat de indruk dat de consumptie teleurstelt, bij een toenemend aanbod van Duit se zijde. In de eerste acht maanden was de Duitse produk tie van kuikens bijna 10 groter. Op grond van de inleg broedeieren mag met een preduktie-uitbreiding in 1973 ge rekend worden van 8 9 waar tegenover staat dat in Nederland de uitbreiding rond 2 zal bedragen. Indden men mag aannemen dat Frankrijk zich richt op een grotere uit voer en Italië reeds in ernstige moeilijkheden is gekomen door een grote uitbreiding van de produktie van slachtkui- kens (ongeveer 35 dan zal het wel duidelijk zijn, dat de ontwikkeling van de afzet van braadkuikens toch wel met enige zorg tegemoet moet worden gezien, aldus de heer Mel lema. PRODUCENTENPRIJZEN Het LEI verstrekte de volgende gegevens over producen tenprijzen: aug. sept. okt. contractkui kens t/1400g. ƒ2,16 2,23 ƒ2,21 dagprijzen: geel ƒ2,15 2,23 ƒ2,18 wit 2,17 ƒ2,27 ƒ2,22 1-6 okt. 8-13 okt. 15-20 okt. 22-27 okt. tot 3 nov. dagprijzen kuikens 2,23 2,23 2,22 ƒ2,19 ƒ2,18 geel 2,24 ƒ2,22 ƒ2,19 ƒ2,15 ƒ2,10 wit 2,27 2,26 2,23 ƒ2,19 ƒ2,13 In de week tot 10 nov. was de gemiddelde prijs voor con tractkuikens 2,14, die dagprijzen resp. ƒ2,07 en ƒ2,10 voor geel en witte kuikens. De laatste informaties van het LEI wijzen erop dat de prij zen voor contractkuikens tenderen naar een niveau van ƒ2,07, terwijl ook reeds contractprijzen genoemd worden van 2,00. v. d. W. SLACHTVEEPRIJZEN OMLAAG In de week tot 24 november waren zowel de gemiddelde marktprijs voor slachtrunderen in Nederland, zowel als de gemiddelde EEG-marktprijs lager dan voorgaande week. Alleen in Luxemburg en Frankrijk waren de gemiddelde marktprijzen hoger dan voorgaande week. De uitvoer van varkensvlees is de laatste tijd van wat meer betekenis. In de week tot 16 nov, ging 373 ton rundvlees het land uit, waarvan 191 ton naar Duitsland. Aan mestrunderen werden 158 stuks naar Italië en 163 stuks naar Frankrijk uitgevoerd. Uit Duitsland kwamen er 172 binnen. Voorts werden 519 levende slachtdieren ingevoerd, waarvan 263 uit Engeland; 140 uit Hongarije en 94 uit Duitsland. Aan vers/gekoeld vlees kwam 874 ton binnen, waarvan 323 ton uit Ierlandi, 164 ton uit Engeland en 206 ton uit België. De invoer van bevroren vlees, goeddeels uit overzeese landen bedroeg 130 ton. De invoer uit derde landen blijft belast met 2,36/100 kg, basis levend gewicht. KALVERPRIJZEN OMHOOG De gemiddelde marktprijs voor gemeste kalveren in Ne derland zowel als de gemiddelde marktprijs in de EEG was in de week tot 23 november hoger dian voorgaande week. De uitvoer van kalfsvlees bedroeg in de week tot 16 november 2428 ton, waarvan 1372 ton naar Italië ging, 649 ton naar Duitsland en 213 ton naar Frankrijk. Ingevoerd werden 1453 nuchtere kalveren waarvan 561 uit Engeland, 672 uit Duits land en 220 uit Frankrijk. Aan (zwaardere) mestkalveren werden 643 stuks ingevoerd, waarvan 599 uit Duitsland en 44 uit Frankrijk. In de afgelopen week was de harfdel in nuka's vrij willig, en goed prijshoudend. Overzicht prijzen in de EEG in de week tot 24 november excl. BTW. EEG-gemiddelde Nederland België Luxemburg Duitsland Frankrijk Italië Denemarken Engeland Ierland WOLVEE De markt voor wolvee was in de afgelopen week geken merkt door een vrijwel gelijkblijvend prijsbeeld. De handel werd redelijk genoemd. In Sneek noteerde men voor ge slachte lammeren 7,007,50 per kg (7,508,00) en voor vette schapen 4,50—5,00 (4,805,40). Voor weidelam- meren liepen de prijzen van 140185 per stuk (130 180). Purmerend noteerde voor weidelammeren 135 165 (145—160); vette lammeren ƒ165—ƒ220 (165—220); vette schapen 120195 110^185). DE VARKENSPRIJZEN VERHOOGD De Coveco heeft per 23 november de uitbetalingsprijzen voor de in de week tot 23 november overgenomen varkens met 5 cent verhoogd. De uitgangsprijs wordt 3,91 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij, exclu sief de revaluatie-toeslag van 2 Ingehouden wordt een korting van IV2 voor dekking van kosten van vracht en commissie. Nadat per 20 november de NCB (Boxtel) en VAKO (Oss) de uitbetalingsprijzen tussentijds, dus voor de week tot 24 november met 5 cent hadden verhoogd waar door de uitgangsprijs daarmee 3,95 voor varkens van 75/90 kg kl. I werd en waarin de HOVA (Cuyk) met deze prijs verhoging niet is meegegaan hebben op vrijdag 23 november de VAKO en de NCB de uitbetalingsprijzen voor de week tot 1 december opnieuw met 5 cent verhoogd. Dat betekent een uitgangsprijs van 4,00 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij. Voor varkens van de kl. E geldt een toeslag van 5 cent en voor varkens van de kl. II, III en IV gelden de gebruikelijke kortingen van 5, 10 en 15 cent per kg. Voor varkens van 91/100 kg wordt 2 cent ge kort voor elk kg boven de 90 kg. HOVA heeft voor de week tot 1 december de uitbetalingsprijzen met 12 cent verhoogd, zodat de uitgangsprijs voor HOVA ƒ4,02 is geworden. In de week tot 17 november werden ca. 204.000 varkens geslacht, een vrijwel gelijk aantal als in de week daarvoor. De uitvoer naar de partnerlanden daalde in de week tot 24 november met een goede 10.000 stuks. Er gingen 15.800 levende en 30.161 geslachte varkens naar de partnerlanden, waarvan resp. 8594 en 15.987 naar Duitsland; 10.994 naar Frankrijk en 3896 en 3176 naar Italië. Aan magere deelstuk- ken steeg de uitvoer tot bijna 2700 ton. De markt is willig en vrij algemeen spreekt men van een, in verhouding tot de vraag, kort aanbod. In de week tot 24 november werden nog 300 levende slachtvarkens en 605 biggen uit Duitsland aangevoerd. In de week vanaf 5 november was de gemiddelde EEG- referentieprijs 3,89 (3,91). In de partnerlanden waren deze prijzen de volgende: Nederland 3,65 (3,75); België ƒ3,85 (3,83); Luxemburg ƒ4,15 (4,08); Duitsland 3,82 (3,83); Frankrijk ƒ4,10 (4,07); Italië ƒ4,24 (4,34); Engeland! 3,83 (3,81); Denemarken 3,73 (3,79); Ierland 3,73 (3,74). BIGGENPRIJZEN Het Landbouwschap gaf voor de week van 1924 novem ber een richtprijs voor biggen uit van 117,60 (biggen van 22 kg) excl. Noord-Brabant en Limburg. De biggenprijzen voor Zuid Nederland luidden voor die week 120,95, even eens voor biggen van 22 kg. VEE EN VLEES IN DE E.E.G. België. De varkensmarkt was oplopend zo wordt uit An- derlecht gemeld. De handel was, bij betrekkelijk kort aan bod vlot en prijzen liepen voor de goede vleesdieren op met rondi Fr. 1 per kg. Ook uit Tongeren en St. Truiden worden oplopende prijzen gemeld. Het aanbod aan slachtrijpe var kens is kort gemeten aan de goede vraag in binnen- en bui tenland. De uitvoer van deelstukken verloopt bevredigend tegen oplopende prijzen. De slachtveemarkt was nogal wat lager dan voorgaande week. De aanvoer was zeer ruim voor deze tijd van het jaar. Een redelijk goede belangstelling bleek geen compensatie voor de druk van het grote aanbod. Overigens was er weinig belangstelling van de zijde van buitenlandse kopers. De laatste tijd gaat nogal was vlees naar Nederland. Ook voor gemeste kalveren waren de prij zen lager. Er kwamen ruim 700 slachtrunderen uit Ierland binnen. v. d. W. Runderen 297,91 (299,42) ƒ265,83 (268,49) ƒ295,21 (302,58) ƒ313,34 310,20) ƒ275,14 (275,23) ƒ317,01 (316,69) ƒ319,77 (322,10) ƒ259,41 (262,83) ƒ303,40 (305,07) 277,73 (281,69) Kalveren ƒ471,84 (469,14) ƒ471,18 (456,73) ƒ438,84 446,07) ƒ481,41 (471,07) ƒ461,90 (454,01) ƒ489,57 (488,51) ƒ490,17 (493,17) ƒ313,08 (317,62) ƒ517,85 (502,81) 393,73 (415,74) Enkele weken geleden is het verslag verschenen waar in het Consulentschap voor de Varkens- en Pluimvee houderij voor Noord-Brabant en Zeeland de uitkomsten fok- en vermeerderingsbedrijven varkenshouderij in de periode 1 mei 19721 mei 1973 publiceert. Ir. E.. H. Ketelaars schrijft in zijn voorwoord bij dit verslag dat de deelname van de kant van de leden van de Bond van Varkenshouders aan de intensieve voorlichting en technische bedrijfs-administratie zich nog steeds uit breidt. Dit boekjaar werden weer 719 bedrijven in de administratie opgenomen. Met de gegevens van ruim 40.000 zeugen en 600.000 biggen is dit ca 25 van de Brabantse en Zeeuwse fokstapel, waarbij Zeeland met 19 bedrijven slechts een ondergeschikte rol speelt. Het gemiddeld aantal zeugen per bedrijf is dit jaar toege nomen n.l. tot 58,6 stuks. Het zijn vooral de grotere be drijven die meedoen en dat zullen de „blijvers" moeten zijn. Grotere eenheden moeten stru'ktureel enige voordelen bieden. Toch is dat nog steeds niet duidelijk gebleken uit de cijfers. Vorig jaar leek er voor het eerst een ze kere samenhang te bestaan tussen de omvang van de zeugenstapel en de economische resultaten. Dit jaar ook enigszins, maar opvallend is het niet. Zuiver technisch-economisch bezien is er weer een lichte vooruitgang, maar ook deze is niet van dien aard dat van een duidelijke verbetering gesproken kan wor den. Vooral niet als bedacht wordt dat de rassenkrui sing waarschijnlijk nog verder toegenomen zal zijn en een deel van de verbetering hier zeker aan toegeschre ven kan worden. De laatste 3 jaren waren de resul taten als volgt: Gemiddeld aantal zeugen per bedrijf: 1971 47,7, 1972 53,6, 1973 58,6. Grootgebrachte biggen per zeug per jaar: 1971 14,90, 1972 15,13, 1973 15,34. Uitval percentage biggen: 1971 15, 1972 14, 1973 13. Omzet en aanwas per omgerekende zeug: 1971 1060, 1972 1091, 1973 1389. Saldo per omgerekende zeug: 1971 377, 1972 395, 1973 633. Zuiver economisch bekeken was 1973 wèl duidelijk beter. Dit is hoofdzakelijk toe te schrij'ven aan een ho gere biggenprijs, terwijl het voer (per 1 mei 1973 werd afgesloten) nog niet in dezelfde mate in prijs gestegen was (gem. ƒ42,80 tegenover in 1972 ƒ41,07 per 100 kg). De- 33 „fokbedrijven" die als zodanig afzonderlijk zijn opgenomen, zagen hun kosten zodanig stijgen, dat een gering overschot in omzet en aanwas niet toereikend was om het saldo per zeug hoger uit te laten komen dan bij de grote groep*). Daarmee is de ontwikkeling naar een steeds kleiner wordende voorsprong van deze groep bedrijven nu omgezet in een achterstand. De alom te bespeuren oplossing in de handel van fokmateriaal zal hier verandering in moeten brengen, terwijl het ook duidelijk is dat ook de technische resultaten beter moeten worden. Resultaten „fokbedrijVen" (tussen haakjes die van de hele groep). Aantal bedrijven: 1971 57 (625), 1972 28 (660), 1973 33 (686). Omzet en aanwas per omgerekende zeug: 1971 1147 (1060), 1972 1189 (1091), 1973 1403 (1389). Saldo: 1971 435 (377),, 1972 444 395), 1973 594 (633). Groot gebrachte biggen per worp: 197il 14,19 (14,90), 1972 14,71 (15,13), 1973 14,68 (15,34). Zowel fokkers als vermeerderaars zullen door dit verslag er ongetwijfeld toe kunnen komen om samen met hun bedrijfsadviseur na te gaan hoe ze hun bedrijfs resultaten verder op kunnen voeren, aldus Ir. Ketelaars.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8