Bedrijfsuitkomsten in de landbouw 1968/'69 t/m 1972/73
Definitieve oogstraming
akkerbouwproduktie-oogst 1973
T
Aan de hand van de cijfers van de L.E.I. boekhoudingen heeft het L.E.I. de
definitieve bedrijfsuitkomsten in de landbouw over de jaren 1968/69 t/m 1971/72
gepubliceerd en tevens de voorlopige resultaten over 1972/73. Voorlopig omdat
de bedrijfsuitkomsten over dit boekjaar nog niet volledig beschikbaar zijn en
diverse boekhoudingen nog moeten worden uitgewerkt.
De volgende tabel geeft per bedrijfstype en per gebied het (gemiddelde) ar
beidsinkomen van de ondernemer. Dit op basis van pacht en waarbij het in
komen de beloning omvat voor de verrichte arbeid en de bedrijfsleiding, alsmede
het netto-overschot.
ARBEIDSINKOMEN VAN DE ONDERNEMER OP PACHTBASIS
Arbeidsinkomen van de ondernemer
1969/ 1970/ 1971/ voorlopig
1970 1971 1972 '72/'73
in guldens per bedrijf
GROTERE BEDRIJVEN
Akkerbouwbedrijven
Noordelijk zeekleigebied
29.850
22.100
38.200
40.000
Veenkoloniën Noordelijk zandgebied
19.400
27.150
34.650
35.000
Droogmakerijen IJsselmeerpolders
49.400
30.200
39.600
55.000
Zuidwestelijk kleigebied
48.200
17.750
32.850
55.000
Weidebedrijven
Noordelijk kleiweidegebied
18.250
- 16.800
30.950
36.000
Noordelijk veenweidegebied
17.700
19.650
37.150
38.000
Westelijk weidegebied
13.600
13.150
22.750
28.000
Noordelijk zandgebied
12.300
14.700
27.150
31.000
Oostelijk Centr. -f Zuidelijk zandgebied
14.050
12.600
21.050
GEMENDE BEDRIJVEN
met overwegend akkerbouw
Noord, klei Droogm. IJsselmeerpolders 25.100
Zuidwestelijk kleigebied 19.900
Zandgebieden 13.500
17.700
9.300
12.700
33.550
19.100
22.550
met overwegend rundveehouderij
Noord. Oost. -j- Oentraal zandgebied
Zqidplijk zandgebied
13.950
14.250
7.300
9.950
19.100
17.350
25.000
26.000
met aanmerkelijke veredeling
Noord. Oost. 4- Centraal zandgebied
Zuidelijk zandgebied
18.000
27.000
9.350
11.750
19.800
21.300
38.000
40.000
KLEINERE BEDRIJVEN
Kleinere bedrijven zijn bedrijven met een be
drijfsomvang die in het algemeen onvoldoen
de rendabele werkgelegenheid biedt voor één
man.
W eidebedrijven
Klei- en veengebieden 9.500
Zandgebieden 8.350
9.100
7.050
14.200
13.950
17.000
17.000
Gem. bedrijven met overwegend (rundveehouderij
Zandgebieden 7.050
5.400
9.000
12.000
Gem. bedrijven met aanmerkelijke veredeling
Zandgebieden 13.650
3.750
13.600
18.000
DE BEDRIJFSUITKOMSTEN IN 1971/72
I-JET arbeidsinkomen op de grotere akkerbouwbedrijven was in 1971/72 ge
middeld belangrijk beter dan in het voorafgaande minder gunstige
jaar. Dit resultaat was zowel te danken aan de ontwikkeling van de opbrengsten
als van de kosten. De opbrengsten zijn gestegen door hogere kg-opbrengsten
per ha en doordat de suikerbietenprijs 15% hoger was dan in het vooraf
gaande jaar. De kosten per ha zijn weinig gestegen doordat het aantal arbeids
uren met betrekking tot de bedrijfsomvang is afgenomen.
De ondernemers op de grotere weidebedrijven behaalden eveneens gemid
deld oien veel hoger arbeidsinkomen dan in beide voorgaande jaren. Dit was
vooral te danken aan de hogere melkprijs 10% t.o.v. 1970/71) en de sterke
stijging van de vleesprijzen 23%). Ook de melkproduktie per koe steeg
met 4 Bij de bewerkingskosten zijn de arbeidskosten het meest gestegen.
Houdt men rekening met de kostenstijging per gewerkt uur van 18% dan blijkt
dat de hoeveelheid arbeid vooral bij de grotere bedrijven is afgenomen.
Op de grotere gemengde bedrijven, zowel met overwegiend akkerbouw, met
overwegend rundveehouderij als met aanmerkelijke veredeling, is het arbeids
inkomen van de ondernemer t.o.v. het matige jaar 1970/71 gemiddeld bijna ver
dubbeld. De hogere resultaten van de akkerbouwgewassen, van de rundvee
houderij, van de legkippen en van de varkens hebben op deze gemengde be
drijven tot betere opbrengsten geleid.
Het arbeidsinkomen op de kleinere bedrijven is ook in 1971/72 gemiddeld sterk
gestegen. Doch bleef dit inkomen bij alle vier onderscheiden groepen gemid
deld beneden de ƒ16.450,het c.a.o.-loon van een vakarbeider op de vee
houderijbedrijven in 1971/72.
VOORLOPIGE BEDRIJFSUITKOMSTEN IN 1972/73
T}E stijging van het gemiddeld arbeidsinkomen van de ondernemer, die zich
in 1971/72 heeft ingezet, kon zich in 1972/73 op de meeste groepen be
drijnen voortzetten. Een belangrijke bijdrage hiertoe leverden de gestegen op-
brengstprijzen van consumptieaardappelen en van rund- en varkensvlees.
Het arbeidsinkomen van de ondernemer op de grotere akkerbouwbedrijven in
heet noorden van Nderland is t.o.v. 1971/72 nauwelijks gestegen; in de Droog
makerijen en IJsselmeerpolders en in het Zuidwestelijk kleigebied bedraagt de
stijging resp. ca ƒ15.000,ten ca. ƒ22.000,De betekenis van de consumptie
aardappelteelt in de onderscheiden groepen verklaart een belangrijk deel van
de verschillen in de inkomensstijging.
Op de weidebedrijven varieerde de stijging van het gemiddelde arbeidsinko
men van ca. 1.000,tot ca ƒ5.000,De stijging van de prijzen van rundvlees
en kalveren en in mindere mate van de melk hebben hiertoe bijgedragen. Ook
de voerkosten per melkkoe namen echter toe.
De uitkomsten van de gemengde bedrijven met overwegend rundveehouderij
stegen gemiddeld per groep met ca. 7.000,voornamelijk als gevolg van be
langrijk hogere rundvlees- en kalverprijzen.
De gemengde bedrijven met aanmerkelijke veredeling profiteerden van de
cyclische prijsstijging van het varkensvlees, waardoor het arbeidsinkomen van
de ondernemer op deze bedrijven bijna is verdubbeld.
De kleinere weide- ,en gemengde bedrijven vertonen een overeenkomstige
ontwikkeling als de grotere bedrijven.
De publikatie „Bedrijfsuitkomsten in de landbouw", waarin ook de uitkomsten
van bedrijven op eigendomsbasis zijn opgenomen, kan uitsluitend worden be
steld door overschrijving van ƒ12,op girorekening no. 412235 t.n.v. het L.E.I.
te Den Haag. Vermeld dient te wordjen: „Zend publikatie no. 3.43".
GROTERE PRODUKTIE VAN TARWE, GERST, PEULVRUCHTEN,
SUIKERBIETEN EN ZAAIUIEN; KLEINERE VAN ROGGE, HAVER,
MENGSELS VAN GRANEN, KOOLZAAD, VLAS EN
ZANDAARDAPPELEN
Van de medio oktober j.l. gehouden definitieve raming van oogst 1973 zijn
door het C.B.S. uitkomsten gepubliceerd, waaraan het volgende wordt ontleend.
GRANEN
De gemiddelde opbrengst per ha van tarwe geeft ten opzichte van verleden
jaar een stijging te zien met 23 tot 5.300 kg. Door een inkrimping van het
areaal is de totale produktie slechts 8 hoger dan in 1972 en bedraagt dit jaar
725.000 ton. De totale produktie van gerst (383.000 ton) is ten opzichte van ver
leden jaar 13 groter, waartoe in hoofdzaak een grotere uitzaai heeft bijge
dragen. Het rendement van rogge ligt met 3.400 kg per ha 21 hoger dan in
1972. Als gevolg van een aanzienlijke inkrimping van het areaal daalde de
totale produktie met 31% tot 105.000 ton. Vrijwel eenzelfde beeld vertonen de
haver en de mengsels van granen, waarvan de totale opbrengst met resp. 5 en
46 daalde tot 134.000 en 2.100 ton.
PEULVRUCHTEN
By de groene erwten steeg de opbrengst van 2.300 kg per ha in 1972 tot 3.050
kg 33 Door een geringere uitzaai steeg de totale produktie met slechts
23 tot rond 7.100 ton. Hoewel het rendement van de schokkers een stijging te
zien geeft met 57 tot 3.300 kg per ha, bleef, als gevolg van een aanzienlijk
geringere oppervlakte, de totale opbrengst met 2.200 ton vrijwel gelijk aan die
van verleden jaar. Bij de capucijners en grauwe erwten steeg de opbrengst van
2.450 kg naar 3.450 kg per ha 41 en de totale produktie naar 3.200 ton
20 Het rendement van de bruine en witte bonen geeft een toeneming te
zien met 6 tot 2.600 kg per ha, de totale produktie wordt geraamd op 12.400
ton 8
HANDELSGEWASSEN
De handelsgewassen vertonen met uitzondering van het karwijzaad een lagere
opbrengst per ha. De koolzaadproduktie (40.600 ton) wordt 10 lager geraamd
dan in 1972. Door een uitbreiding van de betaalde oppervlakte en een stijging
van de opbrengst per ha 29%) geeft de totale produktie van karwijzaad
een stijging te zien met 63 tot 4.000 ton.
Blauwmaanzaad vertoont een rendement per ha wat 29 lager is dan in 1972.
Deze daling wordt ruimschoots teniet gedaan door een aanzienlijk grotere uit
zaai. De totale produktie wordt geraamd op 2.200 ton, wat 34 hoger is dan
verleden jaar. Vlas geeft een 9 lagere opbrengst per ha dan in 1972. Door
een kleiner areaal daalde de totale produktie van zowel het ongerepelde als van
het gerepelde vlas met 27 tot resp. 40.600 ton en 28.700 ton.
KNOL-, BOL- EN WORTELGEWASSEN
Van de consumptie-aardappelen (incl. poot-, vroege en voeraardappelen) wordt
de brutoproduktie van de klei-aardappelen 6 hoger geraamd dan verleden
j?.ar- P00r een groter uitvalpercentage zal de nettoproduktie echter ongeveer ge
lijk zijn aan die in 1972, n.l. 2.292.000 ton. Bij de zand- en veenaardappelen wordt
de nettoproduktie geraamd op 400.000 ton, wat 6 lager is dan verleden jaar.
De fabrieksaardappelen zullen een totale produktie leveren van 2.595.000 ton,
wat vrijwel overeenkomt met 1972.
De opbrengst per ha van de suikerbieten wordt 8 hoger geraamd; de totale
produktie zal, mede als gevolg van een uitbreiding van de beteelde oppervlakte
13 groter zijn dan in 1972, n.l. 5.592.000 ton.
Als gevolg van een inkrimping van het areaal en een lagere opbrengst per ha
2 daalde de totale opbrengst van de voederbieten, met 27 tot 348.000
ton. Hoewel de zaai-uien een lager rendement per ha te zien geven dan verleden
jaar 12 wordt deze teruggang ruimschoots gecompenseerd door een
areaaluitbreiding, waardoor de totale produktie 30.000 ton hoger is, n.l. 335.000 ton.
Geoogste
Opbrengst
Totale opbrengst
opper
per ha
vlakte '73
GRANEN
ha
kg
ton
Tarwe
137.879
4.300
5.300
673.482
724.577
w.v. wintertarwe
116.200
4.400
5.400
598.478
630.064
zomertarwe
21.599
3.600
4.400
75.005
94.513
Gerst
40.066
4.100
4.200
339.712
382.651
w.v. wintergerst
10.444
4.100
4.400
40.962
46.313
zomergerst
79.622
4.100
4.200
298.750
336.337
Rogge
31.041
2.800
3.400
151.459
105.212
Haver
30.308
4.200
4.400
140.304
133.645
Mengsels van granen
595
3.300
3.500
3.884
2.085
PEULVRUCHTEN (droog geoogste)
Groene erwten
2.335
2.300
3.050
5.746
7.078
Schokkers
665
2.100
3.300
2.210
2.187
Kapucijners en grauwe erwten
i 921
2.450
3.450
2.633
3.162
Bruine en witte bonen
4.740
2.450
2.600
11.472
12.407
HANDELSGEWASSEN
Koolzaad
15.219
3.000
2.650
45.199
40.634
Karwijzaad
2.957
1.050
1.350
2.467
4.029
Blauwmaanzaad
2.132
1.400
1.000
1.628
2.181
Vlas: ongerepeld
4.850
9.050
8.200
55.339
40.603
gerepeld
6.400
5.800
39.130
28.658
KNOL-. BOL- EN WORTELGEWASSEN
Aardappelen (incl. uitval)
156.686
37.500
37.000
5.581.122
5.770.621
w.v. consumptie-aardappelen1):
op kleigrond:
incl. uitval
69.390
39.000
38.500
2.525.995
2.666.222
excl. uitval
35.000
33.000
2.271.332
2.292.489
op zand- en veengrond:
incl. uitval
16.921
32.500
30.000
497.884
508.983
excl. uitval
28.000
23.500
424.805
400.080
fabrieksaardappelen2)
70.365
37.000
37.000
2.557.243
2.595.416
Suikerbiet
117.308
44.000
47.500
4.957.300
5.592.182
Voederbieten
4.654
76.500
75.000
477.374
348.048
Zaai-uien
9.135
41.500
36.500
304.744
334.702
STRO VAN:
Tarwe
102.905
4.400
4.400
637.517
454.293
w.v. wintertarwe
84.844
4.500
4.500
555.335
380.765
zomertarwe
18.061
4.000
4.100
82.182
73.528
Gerst
73.603
2.800
2.800
220.363
205.269
w.v. wintergerst
9.698
3.400
3.400
32.905
33.265
zomergerst
63.905
2.800
2.700
187.458
172.004
Rogge
30.092
3.800
4.100
186.857
123.028
Haver
24.816
4.000
3.800
126.426
94.859
Mengsels van granen
591
3.000
2.800
3.385
1.669
Groene erwten
2.073
1.700
1.800
3.781
3.764
Schokkers
341
2.000
1.950
1.142
673
N.B. Exclusief oppervlakten van bedrijven met minder dan lOsbe. Oppervlakte
en opbrengst per ha gemeten maat. Opbrengst per ha afgerond.
1) Inclusief vroege, voer- en pootaardappelen.
2) Inclusief pootaardappelen.