LANDBOUW EN ENERGIESCHAARSTE
ALGEMENE
VERGADERING
9Czlm
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
Evenementen
terrein
Polilieburo
in «nhoiwA
r i c h t i n g s^v^\C\.v
verkeer en j
Parkeergelegen^^y
he id binnen-
stad van Goes
Voor de bezoekers n;
aan de Algemene Ver-S<£\
gadering der ZLM, di e\\
minder goed in Goes dei
weg weten, kan de hier-\
bij geplaatste platte-
grond hulp bieden. Hier1
op is aangegeven de jm\\ wmmrxiim
ligging van de "Prins J/ 52L
van Oranje", het één-/// J^AVi /rrrrr-rnp"
richtingsverkeer in '$j ^ÊÈÊ^^\r'pJn Zuat'">v'">
de binnenstad en de 'ij
parkeergelegenheid.;/// \\jfi
Daar voor parkeren V// i
op de Grote Markt de
"blauwe zone" met V Jü \NV
parkeerschijf en ma-
ximale parkeertijd van'-r^®»»^^.^! raS^ \v%;
IJ uur geldt, wordt geadviseerd gebruik teS^%|l
maken van het parkeerterrein in de omgevingto^
van de "Prins van Oranje" op het evenementen^
terrein. Dit terrein is op de kaart met een s; t
grote P aangegeven en 't gemakkelijkst via 1 I
de Ringbaan-West te bereiken. f
ONS COMMENTAAR
1-IET wordt steeds duidelijker dat allerlei vormen van
energiebronnen in onze hedendaagse wereld
schaars dreigen te worden. Dat geldt dan natuurlijk in de
eerste plaats voor de centraal in het nieuws staande olie,
maar indirekt ook voor bijvoorbeeld aardgas. Daarnaast
lijken ook andere onmisbare grondstoffen als ijzererts,
koper, tin, fosfaat om er maar een paar te noemen, niet
onuitputtelijk voorradig te zijn.
Dat we uiteindelijk zuinig met onze aardse rijkdommen
zullen moeten omspringen, werd een paar jaar geleden
al door de z.g. „club van Rome" voorspeld. Het heeft er
steeds meer de schijn van dat de recente maatregelen
der olieproducerende Arabische landen deze noodzaak
tot bezuiniging alleen maar hebben versneld.
Hoewel natuurlijk de olieboycot het meest spectaculair
is, lijkt op wat langere termijn vooral de geplande pro-
duktieinkrimping van groot belang te zijn. Dat betekent
immers dat we ook na het einde van de boycot met min
der olie-aanvoer zullen moeten leren leven. En dat zal
ongetwijfeld de druk op de andere energiebronnen blij
vend vergroten.
Hoewel de uiteindelijke gevolgen hiervan nog moeilijk
te overzien zijn, wordt het wel iedere dag duidelijker dat
de autoloze zondag nog slechts het topje van de ijsberg
is. Een totale herbezinning op een aantal primaire peilers
waarop onze welvaart rust, lijkt dan ook dichter bij dan
ooit.
Bij de huidige situatie moeten we dan nog bedenken
dat het energieverbruik in grote delen van de wereld nog
slechts op een zeer laag pitje staat. Verhoging van de
welvaart zal hier de vraag naar energie nog enorm kun
nen doen toenemen.
TUINBOUW
PINNEN de landbouw is het vooral de glastuinbouw
sector die op korte termijn met de gevolgen van de
oliecrisis geconfronteerd dreigt te worden. Dat geldt dan
natuurlijk vooral voor die glasbedrijven waar nog met olie
gestookt wordt en dat is voor de meeste Zeeuwse en
Brabantse glasbedrijven het geval. Drie zaken bepalen in
feite de toekomst voor deze bedrijven. Ten eerste de
vraag of er gedurende de komende winterperiode wel
voldoende olie beschikbaar zal zijn. Immers de tuinbouw
gebruikt aan lichte en zware olie tezamen meer dan 1
miljoen ton per jaar, of wel 4 van het totale Nederland
se olieverbruik. Voorzover op dit moment overzien kan
worden lijkt de overheid in elk geval bereid bij de ver
deling der voorraden aan de tuinbouw prioriteit te ver
lenen.
Zeker even belangrijk is daarnaast de vraag tegen
welke prijs deze olie beschikbaar zal komen. Immers de
prijsstijgingen tussen oktober 1972 en oktober 1973 be
tekenen voor het gemiddelde glasbedrijf met oliestook
in ons werkgebied al gauw 10.000 gulden extra stookkos
ten. Nogmaals een drastische prijsstijging zal voor vele
bedrijven catastrofale gevolgen hebben. Een bevriezing
van de olieprijzen voor de tuinbouw op het huidige niveau
lijkt hier dan ook de enig mogelijke oplossing.
Wij hopen dat de regering eveneens snel tot dit in
zicht zal komen. In de derde plaats is er de omschake
lingsmogelijkheid van olie op aardgas. Dit zal evenwel
vele bedrijven op korte termijn geen soulaas kunnen bie
den. Daar komt bij dat de omschakeling op zich al een
zeer kostbare zaak is en voor de vele, verspreid liggende
bedrijven in ons werkgebied vaak nog extra kosten met
zich mee zal brengen in verband met de extra aanleg-
kosten der leidingen.
Toch lijkt op langere termijn overschakeling op aard
gas de enige aanvaardbare oplossing te zijn. Duidelijk
komt hier nog eens naar voren dat verspreid liggende
glasbedrijven in een aanmerkelijk nadeliger positie ver
keren dan bedrijven in centra als het Westland. Al met
al ziet de toekomst er voor heel wat glasbedrijven niet
erg rooskleurig uit en zullen alle zeilen bijgezet moeten
worden om voor ieder individueel geval de meest aan
vaardbare oplossing te zoeken.
OOK PROBLEMEN VOOR ANDERE SECTOREN
AT ook andere sectoren in belangrijke mate afhan
kelijk zijn van een gestage olievoorziening, blijkt
onder meer uit de ernstige verontrusting in de pluimvee
sector. Zo zijn in de slachtpluimveesector de verschillen
de schakels van de bedrijfskolom sterk onderling afhan
kelijk. Stagneert bijvoorbeeld de energievoorziening bij
de kuikenmesters, dan heeft dit onmiddellijk invloed op
de toeleverende en afnemende bedrijven, zoals vermeer-
deringsbedrijven, kuikenbroederijen, mengvoederleve
ranciers en slachterijen. En ook een groot aantal kuiken-
mesters hebben vanwege de ligging van hun bedrijf niet
op aardgas kunnen overschakelen en zijn aangewezen
op flessengas en olie.
Hoe ver de olie-invloed reikt komt ook tot uiting in de
door de kunstmestindustrie aangezegde, waarschijnlijk
forse, prijsverhogingen. Verhogingen vooral voor fosfaat
als gevolg van de sterk verhoogde prijzen van ruw-fos-
faat, maar uiteraard ook door de stijgende transportkos
ten van dit bulk-produkt en verhoging van de stikstofprijs
omdat één van de grondstoffen hiervoor aardgas is.
Zo zouden nog legio voorbeelden kunnen worden op
genoemd van invLoeden van de olieschaarste op de land
en tuinbouwproduktie. Meer dan ooit is een duidelijke
energiepolitiek van de Nederlandse, maar ook Europese
overheid, dus noodzakelijk. Daarbij gaat het in de eerste
plaats om een acceptabele verdeling van de beschikbare
hoeveelheden op korte termijn en een duidelijke duur
zame voorzieningspolitiek op langere termijn.
In dat kader achten wij bijvoorbeeld het besluit van
Provinciale Staten van Zeeland om de voorbereidingen
voor een 2e kerncenrale onverminderd voort te zetten
getuigen van een op de toekomst gericht juist beleid.
Wat de voedselproduktie betreft geven de laatste cij
fers omtrent de wereldvoedselvoorraden aan dat de tar-
wevoorraden nog nauwelijks voldoende zijn om 1 maand
consumptie te dekken, terwijl de voorraden van voergra-
nen met meer dan 10 ten opzichte van vorig jaar zijn
gedaald en ook de suikervoorraden nog gestaag dalen.
In dat licht lijkt de landbouw dan ook zeker niet een van
de eerste sectoren te zijn, die voor een mogelijke pro-
duktiebeperking onder invloed van de energieschaarste
in aanmerking dient te komen.
LUTEIJN.
OP MAANDAG 3 DECEMBER 1973 TE 14.00 UUR
IN DE „PRINS VAN ORANJE", NIEUWSTRAAT TE
GOES.
AGENDA:
1. OPENINGSREDE door de algemeen voorzitter
de heer J. B. Becu.
2. NOTULEN van de algemene vergadering van
20 juni 1973.
3. MEDEDELINGEN en ingekomen stukken.
4. REKENING EN VERANTWOORDING van de
ZLM over het jaar 1972.
Verslag van de financiële kommissie over het
nazien van de rekening en verantwoording van
de ZLM over het jaar 1972.
5. BEGROTING en CONTRIBUTIEVASTSTELLING
voor het jaar 1974.
6. BENOEMING VAN een lid van het Hoofdbe
stuur:
Ingevolge artikel 17 lid 2 van het huishoude
lijk reglement wordt door de Plattelands Jon
geren Gemeenschap Zuid ter benoeming tot
lid van het hoofdbestuur voorgedragen de heer
Iz. Haartsen, Schoondijke, zulks in de vaca
ture van de heer Ph. v. d. Hoek, Anna Jacoba-
polder.
7. MEDEDELING VAN de benoeming door het
hoofdbestuur van leden tot lid van verdienste.
8. RONDVRAAG.
PAUZE
9. INLEIDING DOOR de weledelgestrenge heer
Ir. A. de Zeeuw, direkteur-generaal van de
landbouw, over het onderwerp:
„DE POSITIE VAN DE NEDERLANDSE
LANDBOUW IN DE E.E.G."
ia GEDACHTENWISSELING.
11. SLUITING.
zlm
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1973
61e Jaargang - No. 3208
en tuinbouwblad