MEER BELANGSTELLING VOOR DERDE GEWASSEN
ALGEMENE VERGADERING I
f ZEEL^Q
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
lm
land-
:C^U L'
VRIJDAG 16 NOVEMBER 1973
61 e Jaargang - No. 3206
en tuinbouwblad
In dit nummer o.m.:
Wereldaccoord
suiker van de baan
Pagina 3
Nieuwe bijdrage
regelingen O.- en S.-fonds
Pagina 3
■fc De fiscale
oudedagsreserve voor
zelfstandigen Pagina 4
Heeft de vlasteelt nog
toekomst Pagina 5
Vee en vlees -
Langs de melkweg enz.
Pagina 8 - 9
Op bezoek bij
G. Boom, Land van
Heusden en Altena
Pagina 10-11
Van allerlei en overal -
kunstmesttekorten en
prijsstijgingen
Pagina 10-11
Tuinbouw Pagina 13
Erf en akker Pagina 15
Tijdens de maandag j.l. te Utrecht gehouden jaarvergadering van de Unie van Waterschappen is door de voorzit
ter mr. Th. A. J. Vosters in zijn jaarrede veschiSllende aktuele watei schapsproblemen behandeld. De afsluiting
van de Oosterschelde dient zo spoedig mogelijk te worden verwezenlijkt en aan de voorlichtingszaken dienen
de waterschappen meer te (gaan) doen. Ook de financiering van het waterschapsbestel blijft nog steeds een on
derwerp van voortdurende zorg. Meer bijzonderheden over deze jaarrede op pagina 7.
ONS COMMENTAAR
Nog altijd wordt meer dan 20 van het akkerbouw-
areaal in het Zuid-Westen beteeld met z.g. derde ge
wassen, voornamelijk peulvruchten en handelsgewassen
als vlas, karwij, koolzaad, blauwmaanzaad en graszaad.
Dat is niettemin aanzienlijk minder dan 10 jaar geleden
toen ruim 1/s van de oppervlakte met deze gewassen
werd beteeld.
De belangrijkste oorzaken van deze teruglopende be
langstelling zijn bekend. Gewassen als erwten, bonen
en vlas vragen relatief veel arbeid, vooral voor de oogst-
werkzaamheden. Daardoor passen deze gewassen steeds
minder in een bouwplan dat er op gericht is het werk
met een minimum aantal of helemaal geen vreemde ar
beidskrachten rond te zetten. We zien dan ook dat voor
al voor deze gewassen de belangstelling zeer sterk is
teruggelopen.
De veel minder werk vragende gewassen als graszaad
en koolzaad Konden zich goed handhaven en gaven zelfs
nog een niet onaanzienlijke areaaluitbreiding te zien. Dit
hing dan meestal ten nauwste samen met de tweede fak-
tor die een belangrijke invloed uitoefende op de belang
stelling voor de derde gewassen, te weten de rentabili
teit van de teelt.
Met af en toe eien uitzondering kan gesteld worden
dat de bruto-opbrengst van vooral de peulvruchten en
vlas de laatste 10 jaar in een steeds ongunstiger ver
houding is komen te staan tot het meest concurrerende
gewas tarwe. Niet alleen de prijzen bleven achter, maar
ook de kg-opbrengsten van b.v. erwten en bruine bo
nen vertoonden de laatste 10 jaar nauwelijks een stij
gende tendens.
Gunstiger lag de situatie voor de graszaadteelt, zeker
ook na invoering van de EG-subsidie. Het graszaadareaal
bleef dan ook voortdurend toenemen. De toegenomen
belangstelling voor de koolzaadteelt blijkt daarentegen
van zeer tijdelijke aard te zijn. Overigens niet zo ver
wonderlijk waar dit produkt toch eigenlijk niet past in
een bouwplan met zeer veel suikerbieten.
BETERE PRIJZEN
De laatste tijd zijn de prijzen van bijna al deze derde
gewassen aanzienlijk gestegen. Dat geldt voor de peul
vruchten, voor vlas en voor karwij, blauwmaanzaad en
graszaad. Ongetwijfeld zal dat betekenen dat bij normale
opbrengsten het netto-overschot per ha voor deze ge1
wassen in vele gevallen hoger zal liggen dan voor tarwe
of gerst. Te meer nu de prijsvorming van de zachte tarwe
zo bijzonder teleurstellend verloopt. Velen zullen bij de
opstelling van hun bouwplan voor 1974 dan ook onwille
keurig de gedachten naar één of meer van deze derde
gewassen laten uitgaan.
Dat daaruit een aanzienlijke areaaluitbreiding voor deze
gewassen zal voortkomen, lijkt ons evenwel niet erg
aannemelijk. Daarvoor zijn te veel bedrijven onvoldoende
op deze teelten ingesteld, zowel wat de aanwezige ar
beid en machines als de teeltkennis betreft. Bovendien
blijft het natuurlijk de vraag of het verhoogde prijsniveau
ook in de toekomst zich zal handhaven.
Op korte termijn is dus al min of meer automatisch
e*en verzekering ingebouwd opdat deze teelten niet te
sterk uitbreiden, met alle eventuele gevolgen voor de
prijszetting vandien. Dat betekent niet dat nu ook zon
der meer verwacht mag worden dat de prijsvooruitzich-
ten ook voor oogst 1974 gunstig zijn. Immers in heel wat
gevallen is de prijszetting voor een belangrijk gedeelte
van de produktie in het buitenland en de daarmee ver
band houdende afzetmogelijkheden, afhankelijk. Toch
achten wij de kans dat deze produkten in heel wat geval
len een beter rendement dan de granen zullen geven
groter dan gedurende de laatste jaren het geval is ge
weest.
ARBEID NIET ALTIJD KNELPUNT
Als sen in toenemende mate belangrijker pluspunt van
de teelt van peulvruchten en handelsgewassen zal door
velen het vruchtwisselingsvoordeel gezien worden.
(Zie verder pag. 4.)
OP MAANDAG 3 DECEMBER 1973 TE 14.00 UUR IN DE „PRINS VAN ORANJE", NIEUWSTRAAT TE GOES
AGENDA:
1. OPENINGSREDE door de algemeen voorzitter de heer J. B. Becu.
2. NOTULEN van de algemene vergadering van 20 juni 1973.
3. MEDEDELINGEN en ingekomen stukken.
4. REKENING EN VERANTWOORDING van de ZLM over het jaar 1972.
Verslag van de financiële kommissie over het nazien van de rekening en verantwoording van de ZLM over het
jaar 1972.
5. BEGROTING EN CONTRIBUTIEVASTSTELLING voor het jaar 1974.
6. BENOEMING VAN een lid van het Hoofdbestuur:
Ingevolge artikel 17 lid 2 van het huishoudelijk reglement wordt door de Plattelands Jongeren Gemeenschap Zuid
ter benoeming tot lid van het hoofdbestuur voorgedragen de heer Iz. Haartsen, Schoondijke, zulks in de vaca
ture van de heer Ph. v. d. Hoek, Anna Jacobapoldert
7. MEDEDELING VAN de benoeming door het hoofdbestuur van leden tot lid van verdienste.
8. RONDVRAAG.
PAUZE
9. INLEIDING DOOR de weledelgestrenge heer Ir. A. de Zeeuw, direkteur-generaal van de landbouw, over het
onderwerp:
„DE POSITIE VAN DE NEDERLANDSE LANDBOUW IN DE E.E.G."
10. GEDACHTENWISSELING.
11. SLUITING.