BLIJVENDE DRUK OP HET LANDBOUWINKOMEN officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant In dit* nummer o.m.: De Belgische landbouw in opmars Pagina 3 O.V.M.-verzekeringen - Rijden onder invloed Pagina 4 Rekenen en rekenen is twee Pagina 5 Veranderingen op akkerbouwbedrijven en de stikstofbemesting bij granen Pagina 7 De 18e Prov. Zeeuwse Fokschapendag Pagina 10 Prijzenschema voor fokvarkens in Z.-Nederland Pagina 11 Tuinbouwnieuws Pagina 13 Auto-aktualiteiten Pagina 15 VRIJDAG 19 OKTOBER 1973 61e Jaargang - No. 3202 land- tuinbouwblad Zelfbediening in de voedersector is een aantrekkelijk alternatief om tot werkbesparing te komen. Op deze foto van het Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. v. d. Have N.V. worden stoppelknollen door het vee zelf „gerooid". Van be lang daarbij is dat schone knollen met weinig aanklevende grond gemakkelijk door het vee zelf uit de grond getrok ken kunnen worden. Door de schrikdraad dagelijks te verplaatsen, bereikt men een simpele /en arbeidsbesparende voedering. Een bezwaar van deze methode is ongetwijfeld, dat de individuele opname per koe per dag niet te contro leren is. Dit zal van temeer belang zijn daar dit jaar blijkt dat door de hoge nitraatgehalten bij een te grote opname stoppelknollen zeer gevaarlijk voer kunnen zijn. Men leze hiervoor het artikel op pagina 9 van het Proefstation voor de Rundveehouderij. ONS COMMENTAAR De regering Den Uyl heeft de algemene beschouwin gen overleefd en kan voor het komende jaar verder gaan op de ingeslagen weg. Dat is de belangrijkste conclusie die we uit het debat over de miljoenennota kunnen trek ken. Wat de landbouw betreft is het duidelijk dat de overal gehouden protestvergaderingen wel degelijk ertoe heb ben bijgedragen dat meer dan gewoonlijk de landbouw één van de belangrijkste onderwerpen van gesprek was. Dat had tot gevolg dat aan het einde van de beschouwingen een motie werd aangenomen waarin het kabinet wordt uitgenodigd, in overleg met het bedrijfsleven, een zoda nig beleid te voeren dat landbouw en middenstand geen nadelige gevolgen voor hun inkomen door de revaluatie ondervinden. Dat klinkt mooi, maar de tijd zal moeten uitwijzen of er ook werkelijk iets uitkomt. Immers Minister Duisenberg heeft duidelijk laten blij ken van mening te zijn dat de landbouw al meer dan voldoende wordt gecompenseerd. En premier Den Uyl heeft daarnaast te kennen gegeven de motie volstrekt overbodig te achten. Daartegenover staat dan de mening van het Landbouwschap, neergelegd in een zeer gede gen nota die elders in dit blad is opgenomen, dat de landbouw volstrekt onvoldoende wordt gecompenseerd. Ook de voorstemmers van de betreffende motie zijn er blijkbaar niet van overtuigd dat de landbouw al voldoen de wordt gecompenseerd! WIE HEEFT GELUK Ongetwijfeld vraagt men zich in den lande af wie nu eigenlijk gelijk heeft; Minister Duisenberg met zijn be rekening dat de landbouw al meer dan voldoende gecom penseerd wordt of het Landbouwschap dat heeft bere kend dat de landbouw 133 miljoen gulden tekort komt. Naar onze mening heeft het Landbouwschap volledig ge lijk en wel om de volgende redenen. De kennelijk in grote haast opgestelde, zeer globale calculatie van de Minister gaat uit van een totale pro- duktiewaarde van land- en tuinbouw die minstens 2 3 miljard gulden te laag is. Daardoor wordt ook het inko mensnadeel uiteraard te laag berekend. Daarnaast wordt er van uitgegaan dat van de 5 re valuatie ca. 3,5 a 4 effektief zal doorwerken. In plaats van voor de berekening nu van het gemiddelde (3,75 uit te gaan, heeft de minister het laagste percentage, n.l. 3,5 genomen. Kennelijk om de berekening zo gunstig mogelijk te laten uitkomen en nog afgezien van de vraag of ook 3,75 niet te laag zou zijn! Tenslotte wordt in deze berekening mede opgenomen ©en voordeel van 60 miljoen gulden voor de landbouw door toekomstige lagere loon- en prijsstijgingen. Het is ons niet duidelijk hoe dit bedrag iets met deze berekening te maken heeft. Het gaat toch om het inko men waar de landbouw nu mee geconfronteerd wordt. Wat hier wordt voorgesteld komt erop neer dat de boer in 1973 maar met een lager inkomen genoegen moet ne men in de hoop dat de loon- en prijsstijgingen in 1974 wat zullen meevallen. De hele berekening wekt bij ons de indruk dat uitgegaan is van de stelling dat de landbouw al volledig gecompenseerd wordt en dat men door wat met cijfers te goochelen getracht heeft daaraan een con crete basis te geven. Het is teleurstellend dat op dat moment in het parle ment blijkbaar niet de deskundigheid (of de wil!) aanwe zig was om door deze cijfer-ballon heen te prikken. Natuurlijk kan ook van de berekeningen van het Land bouwschap niet gesteld worden dat ze tot de laatste gul den nauwkeurig zijn. Maar wel dat hieraan tenminste een gedegen studie en kennis van zaken ten grondslag ligt. Dat het Landbouwschap zeker niet enkel de voor de boer voordelige kant heeft willen belichten, blijkt wel uit het feit dat bijvoorbeeld in de Landbouwschapscijfers het di- rekte voordeel door goedkopere importen veel hoger is berekend dan door de Minister. Bovendien heeft het Landbouwschap een berekening per sektor gemaakt die duidelijk aansluit bij de bereke ning voor de landbouw in zijn totaliteit. Wij hopen dat het kabinet alsnog in het overleg met het Landbouwschap haar inzichten en berekeningen zal herzien, zodat aan de gerechtvaardigde verlangens van de land- en tuin bouw wordt tegemoetgekomen. HOE NA 1 APRIL In de zienswijze van het kabinet zou rond 1 april be keken moeten worden of de berekeningen en veronder stellingen juist zijn geweest en of alsnog nadere maat regelen genomen dienen te worden. Dat de landbouw dan nog wordt schadeloos gesteld voor een intussen gele den verlies, kunnen we wel vergeten. Dat heeft de melk prijsaffaire wel geleerd. Zeer bedenkelijk is daarbij ook de gedachte van de minister van Financiën dat bij de bepaling of ook na 1 april compensatie noodzakelijk blijft, mede rekening gehouden dient te worden met de dan bekende nieuwe Brusselse landbouwprijzen. Dat kan niet anders betekenen dat eventuele verho gingen van de garantieprijzen voor deze minister aanlei ding zullen zijn om de BTW-compensatie dan geheel of gedeeltelijk te laten vervallen. Met andere woorden zit de kans erin dat in april de landbouw nogmaals het slacht offer van deze revaluatie-affaire wordt! Naar onze mening dient dan ook blijvend gehamerd te worden op een voortzetting van de compensatie-rege ling ook na 1 april. Al met al blijft grote waakzaamheid door het landbe- drijfsleven noodzakelijk omdat er bij deze regering ken nelijk nog steeds weinig begrip bestaat voor de inko menspositie in de land- en tuinbouw. EENSGEZINDHEID Het zal velen zijn opgevallen dat niet alle regionale landbouworganisaties aan de protestbijeenkomsten heb ben meegewerkt. Met name de NCB in Noord-Brabant en de LLTB in Limburg hebben zich van enige aktie ont houden. Uit het Commentaar van Schouten in „Boer en Tuin der" blijkt dat hiervoor twee redenen zijn. In de eerste plaats is men binnen deze organisatiekringen niet zo'n voorstander van protest-akties als het overleg nog gaan de is. Overigens geeft Schouten verderop in zijn betoog wel toe dat deze protestbijeenkomsten een goede onder steuning van de aktiviteiten van het Landbouwschap zijn geweest. Nu is het naar onze mening één van de twee, of men ziet geen heil in dergelijke akties, handelt daar naar en zegt het ook óf men vindt dat er wel degelijk ef- fekt vanuit gaat en doet dan ook mee! In de tweede plaats stelt de heer Schouten dat, althans voor wat de varkens- en pluimveehouderijsector betreft, de nadelige gevolgen van de revaluatie zeer beperkt zijn en er daardoor met name in het Zuidelijke Zandgebied nauwelijks een noodzaak om te protesteren was. Maar hoe zit het dan met de toch talrijke akkerbouwers, rundveehouders en tuinders onder de NCB- en LLTB-le- cüen? Daarvoor was er dan toch wel een reden tot pro test! (Zie verder pagina 2)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1