HET KAN VERKEREN officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant In dit nummer o.m.: Grond ontsmetten t.b.v. aardappelteelt Pagina 4 Rassenkeuze wintertarwe Pagina 6 Uit de praktijk Pagina 5 - 7 Produktievererving en zwartbonte stieren in Noord-Brabant Pagina 11 Indrukken werktuigendemonetratie Pagina 12 Snijmaissilage voor melkvee met of zonder ureum Pagina 12 Dingen van de week Pagina 17 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1973 61e Jaargang No. 3197 land en tuinbouwblad Aardappelopslag is de laatste jaren één van de lastigste problemen waar de aardappelteler mee te kampen heeft Daar roefrooiingen reeds aangetoond hebben dat het aantal kleine knolletjes dit jaer zeer groot zal zijn, zullen in het bijzonder bij het rooten onder de huidige droge weersomstandigheden ook de rooiverliezen uitzon derlijk groot zijn. Om deze rooiverliezen van kleine knollen zo veel mogelijk te beperken worden er in dit num mer op pagina 7 enkele adviezen gegeven om het risico van doorval te verminderen. zlm Zelden is de situatie, waarin de landbouw zich bevindt, op zo'n korte termijn zo drastisch gewijzigd als juist ge durende het laatste jaar. Van een situatie met, vooral in de Westerse landen, overwegend overschotten zijn we terecht gekomen in een situatie waarbij voor bijna alle landbouwprodukten de voorraden sterk zijn ingekrom pen en zich hier en daar reeds tekorten voordoen. De suiker was daarbij het eerste produkt, waarbij da lende voorraden en daardoor stijgende wereldmarktprij zen zich voordeden. Algemeen overheerst de verwach ting dat de stijgende vraag naar suiker in de eerstkomen de jaren nauwelijks door de produktie zal kunnen wor den bijgehouden. Begonnen met een slechte oogst in Rusland, gevolgd door het stopzetten van de visvangst in Peru en daarna de soja-crisis is ook de situatie op de wereldmarkt voor granen en veevoergrondstoffen het afgelopen jaar to taal omgeslagen. De gevolgen waren dat de wereldvoor raden van granen tot het laagste niveau van de laatste 20 jaar zijn teruggelopen. Werd daarbij in eerste instan tie nog gedacht aan slechts incidentele oorzaken voor deze tekorten, die in het volgende seizoen wel weer door hogere produkties zouden worden opgevangen, het gaat er nu steeds meer op lijken dat de tekortsituatie meer dere jaren zal voortduren. Immers de consumptie blijft met 2 3 per jaar stijgen. En nu de gunstige oogst- vooruitzichten in de belangrijkste productiegebieden in de praktijk, met name in Amerika, Canada en delen der Sovjet-Unie, niet geheel lijken uit te komen, moet reke ning worden gehouden met een daling der wereldvoor raden van granen en andere veevoederijprodukten tot wel zeer minimale hoeveelheden. De verwachting is dan ook gewettigd dat er de eerstkomende jaren bij normale tot goede oogsten geen sprake zal zijn van grote over schotten. VLEESPRODUKTIE Ook de markt voor dierlijke produkten wordt steeds meer door tekorten gekenmerkt. Met vleestekorten en dito hoge prijzen worden we in de Westerse wereld al leen geconfronteerd. Al blijven de prijsverhogingen voor met name het rundvlees in ons land nog aan de beschei den kant. De veredelingssector, in het bijzonder de var kens- en pluimveehouderij, is door deze hoge prijzen in feite voor een catastrofe als gevolg van de sterk ge stegen voerprijzen behoed. Of de hoge vleesprijzen stimulerend zullen blijven ONS COMMENTAAR werken op uitbreiding van de vleesproduktie valt moei lijk te voorspellen. Wat de rundvleesproduktie betreft zal dat voor ons land zeker niet het geval zijn. Voor lan den waar de omstandigheden voor dezs produktie veel gunstig zijn, kan dit evenwel heel anders liggen. Daar naast zien wij nog wel een verdere toename van de var- kensvleesproduktie in ons land, zoals ook de C.B.S.- statistieken duidelijk aangeven. Al met al verwachten wij niet dat het verbruik van veevoer voor de vleesproduktie binnen Europa op korte termijn sterk zal teruglopen. Daarvoor zijn ook te wei nig vervangingsmogelijkheden aanwezig. BOTERBERG VERDWIJNT Eén van de sectoren waar tot voor kort binnen de EEG nog van overschotten gesproken kon worden was de zuivel. Inmiddels evenwel zijn de botervoorraden in de EEG tot minder dan 300.000 ton geslonken. Hier en daar hoort men reeds stemmen opgaan die de verwach ting uitspreken dat er voor de komende winterperiode nauwelijks voldoende boterreserves gevormd zullen kun nen worden. Met andere woorden de boterberg, voor zover die er dan al geweest is, is weer verdwenen! Van enige drang tot inkrimping van de melkproduktie lijkt dan ook nauwelijks meer sprake te zijn. Dat bete kent dat ook binnen de melkveehouderijsektor, ondanks de hoge prijzen, nauwelijks de neiging tot een vermin dering van het veevoerverbruik zal bestaan. Enerzijds zien we dus een blijvend krap aanbod op de wereldmarkt voor granen en veevoergrondstoffen, ter wijl anderzijds de vraag zeker niet de neiging heeft la ger te worden. Het hoge prijsniveau zal dan ook onge twijfeld blijven voortduren. Toch moet het in deze situatie niet geheel uitgesloten worden geacht dat enige afslacht, vooral binnen die sec toren van de veehouderij met de laagste rentabiliteit, noodzakelijk zal blijken te zijn. Afslacht op grote schaal in ons land zien wij daarbij niet plaatsvinden. Wel ligt naar onze mening in het ka der van de komende Brusselse prijsbesluiten de weg open voor reële prijsverhogingen voor de gegarandeer de produkten. Met name de stimulering van de produk tie van plantaardige produkten door verhoging der inter ventie- en richtprijzen is daarbij niet meer alleen van belang voor de Europese akkerbouwer, maar ook voor die arme landen die grote hoeveelheden plantaardige produkten voor menselijke consumptie moeten invoeren. BRABANTSE MESTBANK Een heel andere zaak waarop het gezegde ,,het kan verkeren" van toepassing Is, betreft het probleem van de mestoverschotten in sommige streken. Het is nog niet zo lang geleden dat de ontwikkeling op de zandgronden werd geremd door een gebrek aan stalmest om de akkerbouwers voldoende produktiever- mogen te geven. Vandaag de dag evenwel is dit tekort aan stalmest, vooral door de opkomst van gespecialiseerde varkens- en pluimveebedrijven, in sommige zandgebieden met name ook in Oost- en Midden-Brabant, omgeslagen in een overschot. Steeds meer bedrijven zien geen kans meer om alle mest binnen het eigen bedrijf aan te wen den. Waar in sommige akkerbouwgebieden de vraag naar organische mest toenam, lag het dan ook voor de hand te trachten de overschotten in bijvoorbeeld Oost- Brabant aan te wenden in de akkerbouwgebieden van overig Brabant en Zeeland. Twee problemen dienden daarbij in eerste aanleg op gelost te worden. In de eerste plaats moesten de be drijven met een mestoverschot in kontakt gebracht wor den met bedrijven die mest kunnen gebruiken. En in de 2e plaats moest het vervoer geregeld worden. De prijs die de afnemer voor de mest moet betalen wordt immers volledig bepaald door de vervoerskosten. De in 1969 opgerichtte Stichting Brabantse Mestbank lijkt er steeds meer in te slagen beide problemen tot een oplossing te brengen. Zo is de vraag naar vaste mest, voornamelijk afkomstig van slachtkuikens, dit jaar reeds groter dan het aanbod. Voor deze vaste mest moet bij transport vanuit Oost- en Midden-Brabant naar West- Brabant en Zeeland ca. 10,f 13,per ton betaald worden. Veel moeilijker ligt het transport en opslagproblemen bij de dunne mest. Waar de veredelingsbedrijven hun dunne mest regelmatig kwijt moeten en de akkerbouwer deze mest slechts kan aanwenden indien er op de be treffende percelen geen gewas meer staat, is tussenop- slag noodzakelijk. Daartoe worden nu een aantal proe ven met open grondputten genomen. Rest dan nog het probleem van de vervoerskosten voor dunne mest, die in verhouding tot de bemestings- waarde veel hoger liggen dan bij vaste mest. Nu medio juli de bijdrageregeling van het O.- en S.-fonds aan mestbanken aanzienlijk is verruimd, bestaat er niette min goede hoop dat de Brabantse mestbank wellicht met succes voor een oplossing van het overschotprobleem der dunne mest kan zorgen. Veel zal daarbij ongetwijfeld afhangen van de belangstelling die de akkerbouw ook voor deze dunne mest aan de dag zal leggen. LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1