Europees suikerbeleid op de helling officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant mm 1 land- VRIJDAG 27 JULI 1973 61e Jaargang No. 3192 en tuinbouwblad 9 V y. i -I Ook deze week nog wordt uitvoerig aandacht besteed aan de „Zeeuwse Dag van het Paard" op de ZLM ten toonstelling Delta '73 te Kamperland. Op pagina 8 en 9 o.m. het vervolg van het door I. Hamming en J. J. Zonder land van het C.A.R. te Goes hierover verzorgde verslag. De foto laat het bestgaand rijpaard; de keurmerrie Istrid zien van R. de Badts te Hulst. ONS COMMENTAAR Binnen het E.E.G.-landbouwbeleid neemt de suikerpro- duktie een uitzonderingspositie in. Dit is immers de enige sektor waar een produktiecontingentering wordt toege past, ook al betreft het hier in principe een overgangs maatregel. Na juli 1975 zou in de oorspronkelijke opzet ook de suikerproduktie vrij moeten worden. Het huidige systeem gaat uit van een per land te pro duceren basishoeveelheid suiker. Voor de met deze hoe veelheid overeenkomende suikerbieten, de zogenaamde vette bieten, wordt de minimum bietenprijs (ƒ64,65 per ton) gegarandeerd. Daarnaast mag elk land een beperk te extra hoeveelheid suiker produceren, waarvoor een lagere minimumprijsgarantie geldt (de half-vette bieten). Wordt er nog meer suiker geproduceerd, dan geldt hier voor de wereldmarktprijs, zonder enige minimumgaran tie (de magere bieten). In wezen hebben we dus te maken met een indirekte beperking, doördat slechts voor een bepaalde hoeveel heid suikerbieten een prijsgarantie wordt gegeven. Iedere teler is overigens vrij zijn areaal uit te breiden. In Frankrijk wordt nu het areaal vette en halfvette bie ten rechtstreeks over de telers verdeeld. Nederland en ook België kennen het mengprijssysteem. Ongeacht het areaal bieten wordt aan de teler het gemiddelde van vette, half-vette en magere bieten uitbetaald. Hoewel de vrees bestond dat onder het mengprijssysteem de oppervlakte bieten sneller zou uitbreiden dan onder het Franse systeem, blijkt dit in de praktijk toch niet het ge val te zijn geweest. Sedert 1965 is de uitbreiding in Frankrijk zelfs aroter aeweest dan in Nederland. De to tale suikerproduktie in de 6 „oude" E.E.G.-landen be droegen in 1971/72 ruim 8 miljoen ton, waarbij vooral Nederland, België en Frankrijk aanzienlijk meer produ ceerden dan het hen toebedeelde basiskwantum. Italië heeft door het teruglopende areaal haar basishoeveel- neid nooit kunnen halen. De 3 nieuwe lidstaten produceren 1,5 miljoen ton sui ker. Vooral Engeland heeft een groot tekort en voert ruim 1,3 miljoen ton in uit de gemenebestlanden. De E.E.G. van de negen is in zijn totaliteit ongeveer zelf voorzienend voor suiker. Tegenover de import uit de ge menebestlanden staat dus een ongeveer evengrote ex port. NIEUW VOORSTEL De Europese Commissie heeft nu voorstellen inge diend om de produktiebeperkende maatregelen voor sui ker nog met 5 jaar te verlengen. Wel wil men de methode en dus het uiteindelijke effekt van de maatregelen be langrijk wijzigen. Voorgesteld wordt een beperking uit sluitend per suikeronderneming. Bij de verdeling der di verse hoeveelheden dient dan als basis uitgegaan te worden van de gemiddelde produktie gedurende de 5 campagnes 19681973. Het basisquotum voor de vette bieten zou dan 93 moeten bedragen. Daarnaast blij ven er wisselende, beperkte quota voor half-vette bie ten bestaan. De produktie van extra hoeveelheden sui ker voor uitvoer tegen wereldmarktprijzen zal niet meer worden toeaestaan. Vervolgens zou de E.E.G. vanuit de ontwikkelingslan den 1,4 miljoen ton suiker moeten importeren, terwijl ge dacht wordt aan een uitvoerkwantum van 800.000 ton. Dat zou betekenen dat de E.E.G. voor 600.000 ton netto importerend werd. Uitgaande van de huidige stiuatie van zelfvoorzienend zijn, houdt dit dus een inkrimping van de produktie met ca. 60Q.000 ton suiker "in, ofwel om streeks 100.000 ha suikerbieten. Houden we rekening met de stijging van de consumptie binnen de E.E.G. van 1 a 11/2 per jaar, dan resteert voor 1975/76 nog een inkrimping van omstreeks 50.000 ha. POLITIEK EN REALITEIT Lardinois heeft met deze nieuwe suikervoorstellen, die overigens nog slechts in grote lijnen bekend zijn, in de eerste plaats een politiek stuk ter tafel gelegd. Er wordt van de gedachte uitgegaan dat inkrimping van de suiker produktie in de E.E.G. meer ruimte op de wereldmarkt vrijmaakt voor de rietsuiker uit de ontwikkelingslanden. Een stuk ontwikkelingspolitiek dus! Daarbij wordt wel wat erg gemakkelijk aan de heden daagse realiteit van dalende suikervoorraden als gevolg van grotere wereldconsumptie dan wereldproduktie, voorbijgegaan. Alle experts voorspellen bij het huidige produktie en consumptieniveau nog verder afnemende voorraden en zelfs de dreiging van een absoluut suiker tekort. Trouwens ook Lardinois gaf tijdens zijn perscon ferentie te kennen dat de tekortsituatie in de suikersek- tor wel eens langdurig zou kunnen zijn. Wij zien dan ook niet goed het praktisch nut,, zeker voor de ontwikkelings landen, van deze maatregel in. Eerder zal het een ver dere verslechtering van de toch al niet rooskleurige voedselsituatie in deze landen bevorderen. Naar onze mening wordt hier in internationaal verband een politiek gebaar, maar ook niet meer dan een gebaar, voorgesteld waar weinigen in de praktijk beter van zul len worden maar waarvoor de Europese akkerbouwer wel het gelag moet betalen. Immers hij wordt beperkt in de produktie van een zijner beste gewassen, hetzij rechtstreeks in- ha, hetzij via een lagere uitbetalingsprijs, wanneer bijvoorbeeld de suikerfabriek in het kader van de beperking meer suiker in de pulp moet laten zitten of extra voorraden moet aanhouden. Ontwikkelingshulp is een goede zaak, maar dan wel op een effektieve wijze en niet alleen op kosten van een bepaalde groep. Wij zijn van mening dat in de huidige wereldmarkt situatie de E.E.G. in staat gesteld moet worden minimaal zijn eigen suiker te produceren. Dit betekent dat tegen over de afgesproken import uit geassocieerde- en ge menebestlanden een evengroot exportkwantum dient te staan. Een lichtpuntje in deze voorstellen is dat bij de toe deling der basishoeveelheden wordt uitgegaan van het geen werkelijk wordt geproduceerd. Overigens blijven wij voorstander van een volledig vrijmaken van de. sui kerproduktie zonder quoteringen, zoals dat ook voor de andere produkten geldt. Wij geloven niet dat daardoor, over langere termijn bezien, een te sterke uitbreiding van de suikerbietenteelt zal plaatsvinden. Kortom met deze voorstellen wordt naar onze mening aan de Euro pese bietentelers èn aan de ontwikkelingslanden geen dienst bewezen! CONCENTRATIE OP DOOD SPOOR Nog steeds sleept een andere suikeraffaire, die rondom de CSM-overname, zich voort. De CSM leek met de aan gekondigde fusie met GistjBrocades en Meneba defi nitief een keuze bepaald te hebben, ware het niet dat de afgewezen partners Suiker Unie en Scholten-Honig blij ven volhouden. Blijkbaar is men er in die hoek nog niet volledig van overtuigd dat de meerderheid der aandeel houders tot elke prijs met Gist-Brocades en Meneba in zee wil gaan. Duidelijk is in ieder geval wel geworden dat in dit spel om de harde knikkers de belangen van de grondstoffenleveranciers, de bietentelers dus, op het tweede plan komen. Het is te hopen dat de Europese Commissie niet te lang meer wacht met haar oordeel over een eventuele fusie tussen CSM en Suiker Unie, zodat op korte termijn aan alle onzekerheden een einde kan komen. De ver warring bij vele houders van CSM-leveringscertificaten of obligaties is immers groot! Het verwondert ons eigenlijk dat er nog geen bod van buitenlandse zijde is gekomen. Dat zou zeer wel denk baar zijn. Zeker nu onlangs ook bekend is geworden dat de grootste Belgische en Italiaanse suikerfabrieken, te weten Tienen en Eridania, een deelneming in de groot ste Franse firma Beghuin hebben genomen. Tegen deze achtergrond vragen wij ons dan ook af of ver op langere termijn aan een concentratie der Neder landse suikerindustrie, hetzij in internationaal verband, nog wel te ontkomen valt. Het laatste fusiegesprek in de suikerindustrie zal dan ook nog wel niet gevoerd zijn! LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1