VERSCHILLEN BINNEN DE EEG NOG GROOT officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant VRIJDAG 25 MEI 1973 61e Jaargang - No. 3183 land-^^^H en tuinbouwblad In dit nummer Ojm.: Geld en goed Pagina 4 Goed dat er coöperatie is Pagina 5 De teelt van winterbloemkool Pagina 6 ■fc Beregening van landbouwgewassen Pagina 7 Tuinbouwklanken - Dingen van de week Pagina 8 Vee en vlees Pagina 9 De huisvesting van mestvee Pagina 10-11 Markt Pagina 13 Voor de vrouw Pagina 15 en 17 Na de uitzaai heeft het bietengewas in wording nogal te lijden gehad van kou en natigheid. Vooral op de lichte en slempige gronden liet de opkomst nog al eens te wensen over en vertoonden sommige per celen een holle stand. Half mei werden de weersom standigheden iets beter en vooral het groeizame weer in de afgelopen week, hogere temperaturen en zo af en toe een regenbuitje zorgen voor een betere ge wasontwikkeling. Vandaar dat het bieten dunnen de volle aandacht heeft! TNDIEN men zich vanuit ons land naar de Mid dellandse Zeekust begeeft, zoals wij afgelo pen weken deden, komt men als bewoner van een klein land steeds weer onder de indruk van de uit gestrektheid der vergrote EEG en met name van een land als Frankrijk. Nu geven de kale cijfers aan dat de EEG een op pervlakte van ruim 40 maal Nederland beslaat met bijna 20 maal zoveel inwoners dan de ruim 13 mil joen bij ons. Het areaal landbouwgrond in de EEG is daarbij met bijna 100 miljoen ha eveneens ruim 40 maal dat in Nederland. Op zich interessante cijfers die evenwel slechts tot leven komen wanneer men ze aan den lijve ondervindt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de verschil len op bijna alle gebieden tussen de diverse lidsta ten en ook binnen sommige lidstaten nog bijzonder groot zijn. Dat geldt in sterke mate ook voor de land bouw, waar de grote verscheidenheid in klimaat, bo demgesteldheid en ondernemerschap de oorzaak is van grote opbrengst- en inkomensverschillen. Wanneer dan ook in dp landbouwministerraad te Brussel de nationale ministers voornamelijk aan na tionale belangenbehartiging doen, kan het niet anders of er ontstaan ver uit elkaar liggende standpunten. De moeizame onderhandelingen over de nieuwe land bouwprijzen waren een goed voorbeeld van deze uit eenlopende nationale belangen. Wil men tot een ver dere uitbouw der EEG komien, dan zal het vooral zaak zijn de, op de optelsom van nationale belangen ge baseerde, compromissen te vervangen door een wer kelijk Europees beleid van één Europees parlemen tair-democratisch gezag. SPECIALISATIETENDENZEN JNTUSSEN blijkt het huidige markt- en prijssy- steem er tegen alle verdrukking in toch steeds meer toe te leiden dat de landbouwproduktie zoveel mogelijk daar plaatsvindt, waar de produktieomstan- digheden het gunstigst zijn. Zo heeft de huidige prijs verhouding tussen plantaardige en dierlijke produk- ten in ons land een sterke uitbreiding van de melk- produktie en de dierveredelingssector tot gevolg ten koste van de akkerbouwsector. Vooral in streken met nog gemengde bedrijven. In sommige delen van Frankrijk daarentegen zien we in vele gevallen juist het tegengestelde. De relatief gunstige produktieom- standigheden voor de akkerbouwproduktie betekenen daar in nogal wat gevallen dat het vee wordt afge stoten. Dit is slechts één voorbeeld van, bij overi gens gelijke prijsverhoudingen, tegengesteld optre dende ontwikkeling als gevolg van sterk verschillen de produktie-omst^andigheden. Indien de EEG-landbouwmarkt blijft funktioneren zullen er ongetwijfeld steeds moer specialisatieten- denzen optreden. Op zich is dit natuurlijk een gun stige ontwikkeling, ook al gaat dat in sommige ge bieden vaak met de nodige pijn gepaard. Helemaal vrede zouden wij evenwel eerst met deze ontwikke ling hebben wanneer ze geschraagd werd door een reëel Brussels prijsbeleid. Dus door een prijsbeleid dat niet op politieke compromissen maar op de wer kelijke gegevens der kosten- en opbrengstontwikke ling is gebaseerd. Ook dan mogen wij niet verwachten dat bijvoor beeld de graanteelt in ons land kan optornen tegen die in sommige graanstreken van Frankrijk en Enge land. Maar de akkerbouw in zijn totaliteit zou zeer zeker in staat blijken met die in de andere partner- landen te concurreren. Het behoeft geen betoog dat onze melkveehouderij- en veredelingssector zeer ze ker met een dergelijk reëel prijssysteem gebaat zou den zijn. Zij nemen tot op heden immers nog een aanmerkelijk gunstiger concurrentiepositie in. De Ne derlandse landbouw in zijn totaliteit heeft dan ook geen behoefte aan politieke prijzen. TOESLAGEN GEEN OPLOSSING TATjJ bestedien nogmaals aandacht aan het markt en prijsbeleid nu de Raad van Landbouwminis ters in haar vergadering van 14 en 15 mei ermee akkoord is gegaan dat, in afwachting var. een gron dig onderzoek omtrent de aard en doelmatigheid van de tot nu toe gevoerde EEG-landbouwprijspolitiek, de Commissie voor 1 januari geen nieuwe prijsvoorstel len indient. Wij zijn hiermee allerminst gelukkig. Im mers in de eerste plaats betekent dit dat voor het seizoen 1974/75 de nieuwe prijzen weer veel te laat bekend zullen worden. leder jaar weet men wel weer een andere reden te vinden om het indienen van de prijsvoorstellen uit ONS COMMENTAAR te stellen tot ver na de oorspronkelijk overeengeko men datum van 1 augustus. En in de tweede plaats verwachten wij bijzonder weinig resultaat van een onderzoek naar de werking van het huidige markt- en prijssysteem en de even tuele invoering van toeslagen. Tenzij men in dit on derzoek vooral ook de wijze waarop de prijsvaststel ling tot stand komt betrekt. Het is immers niet het inkomensbeleid via de markt- en prijspolitiek op zich wat de huidige malaise binnen het Europees land bouwbeleid heeft veroorzaakt. De problemen van overproduktie, onevenwichtige inkomensverdeling en het teloorgaan van de éénheids- markt zijn veeleer het gevolg van de politieke wijze waarop de prijzen tot nu toe worden vastgesteld en het achterwege blijven van een Europese Monetaire Unie. Een toeslagstelsel biedt hiervoor nooit een op lossing en zal eerder de onrechtvaardigheid nog doen toenemen. Zeker waar we dan niet alleen met poli tie prijzen maar tevens met politieke inkomensvast stelling te maken krijgen. Daarnaast vragen wij ons af of een toeslagstelsel de op gezette tijden optredende overschotten zal kunnen voorkomen. Nog afgezien van de vraag of we werkelijk aan inkrimping van de voedselproduktie in West-Europa behoefte hebben bij een nog steeds toe nemende bevolking en de steeds nijpender worden de wereldvoedselschaarste. Wy zullen in de loop van het jaar ongetwijfeld nog uitvoerig op de voor- en na delen van het toeslagstelsel terugkomen. Voorshands zijn wij van mening dat nu de aan dacht te veel van de werkelijke knelpunten wordt af geleid. De Europese landbouwproblemen kunnen uit eindelijk alleen maar dichter tot een oplossing wor den gebracht wanneer werkelijk voortgang wordt ge maakt met het tot stand brengen van één Europese Monetaire Unie en indien de landbouwprijzen worden gekoppeld aan de kostenstijgingen die ook binnen de landbouw plaatsvinden. Gestreefd dient daarbij te worden naar een zo evenwichtig mogelijke prijsver houding tussen dierlijke en plantaardige produkten. Dit om vraag en aanbod zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat de onvermijdelijk optredende overschotten binnen aanvaardbare grenzen blijven! LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1