Landbouw-Comité na Luxemburg officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant VRIJDAG 11 MEI 1973 61e Jaargang - No. 3181 land en tuinbouwblad MEI-VERGADERING HOOFDBESTUUR K.N.L.C. Tijdens de vergadering van het hoofdbestuur van het Kon. Ned. Land bouw-Comité op 1 mei j.l. kwamen vers van de pers de resultaten van de E.E.G.-prijzenslag in Luxemburg ter ta fel en het hoofdbestuur kon ze „tege lijk meenemen". Overigens had het ook voldoende andere belangrijke agenda punten voorhanden; met name ook or ganisatorische onderwerpen, van be lang voor de toekomst van de land bouworganisatie in het algemeen en die van het K.N.L.C. in het bijzonder. Wat dit laatste betreft, gold het im mers de begroting voor 1974 en de di rect daarmee verband houdende voor ziening in de dan ontstaande vacature van algemejsn secretaris. Enkele belangrijke overheidsvoor- stellen vroegen de aandacht: de wijzi ging van het Pachtnormenbesluit en het Hinderbesluit. NIEUW ALGEMEEN SECRETARIS Over een jaar neemt de heer Mr. E. Kuylman wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid van het K.N.LC. Het hoofdbestuur vond het gewenst reeds nu, mede in verband met de opstelling van de be groting voor 1974 een besluit te nemen over de vervulling van de komende va cature. Unaniem werd besloten te be noemen tot algemeen secretaris van het K.N.L.C. per 1 juni 1974 de heer Drs. N. A. Vaandrager te 's-Graven- hage. Omdat deze reeds secretaris van het K.N.L.C. is (secretaris van de af deling Sociale Aangelegenheden), be tekent dit een recrutering uit het thans aanwezige personeel. Een herverde ling van en een herbezinning op de ta ken van het K.N.L.C.-secretariaat zal nog plaatshebben. Het hoofdbestuur besprak oriënte rend de opzet van de K.N.LC.-begro ting 1974 en aanvaardde voorlopig een verhoging van de door de aangesloten landbouwmaatschappijen te betalen contributie van TD ten opzichte van de in 1973 geldende afdracht. Over de verwezenlijking van deze verhoging zal nog nader worden beslist bij de behandeling van gespecificeerde ont- werp-begroting in de volgende verga dering. Voorgesteld is een verhoging toe te passen op de contributie per lid (excl. tuinders) en per hectare (excl. tuinbouw), waarbij dan de nog steeds bestaande toeslag per lid met meer dan 15 ha zou verdwijnen. Ook de (aparte) contributie per tuinder zou worden verhoogd. Dit laatste punt zal ondertussen nog in de afdeling Tuin bouw worden besproken. Het hoofdbestuur stelde ook het nieuw ontworpen huishoudelijk regle ment van het K.N.L.C. vast. ORGANISATORISCHE SAMENWERKING Het hoofdbestuur stond ook stil bij de ontwikkeling van de landbouworga- nisatorische verhoudingen in Neder land, zulks naar aanleiding van de ver wikkelingen rondom het inmiddels af gesloten overleg over een nieuwe c.a.o. in de zuivelindustrie. Met name de veehouders waren en voelden zich direct betrokkien bij de stakingsdrei ging die er heeft bestaan. De land bouworganisaties hebben toch de ver antwoordelijkheid over de gang van za ken daar gelaten waar zij hoorde, n.l. bij do partijen in het zuivel-loonover- leg. Het hoofdbestuur meende te kun nen concluderen dat deze houding ook wel de juiste is gebleken. Het neemt echter niet weg dat toch een bezin ning nodig zou kunnen worden over de mogelijke gevolgen van dergelijke scherpe controverses voor het func tioneren van bestaande organen van overleg en samenwerking, zoals het Landbouwschap. E.E.G.-PRIJSBESLUITEN Het hoofdbestuur kon tijdens zijn vergadering met teleurstelling kennis nemen van de eerste berichten over het resultaat van de Luxemburgse prij- zenmarathon. Alleen het feit op zich zelf van het sluiten van het akelige compromis kon nog enige voldoening geven. Was het niet gesloten dan was de sluimerende crisis volledig open baar en duidelijk geworden en was de E.E.G. de weg terug definitief ingesla gen, met alle ongunstige gevolgen van dien. Een positief punt kan ook nog worden genoemd de wederinvoering van een omschakelings-premieregeling melk-vlees. Het hoofdbestuur vond in materieel opzicht het resultaat voor de veehou derij niet al te ongunstig. Principieel bezwaar had het tegen de verschillen de melkprijsverhoging voor Duitsland- Benelux en Frankrijk-ltalië, omdat die duidelijk en alleen een meningsver schil over de wenselijke melkprijsver hoging voor boer en consument moest In dit nummer o.m.: Jaarverslag Onderlinge Verzekering Maatschappij der ZLM Pagina 5 t/m 8 ZLM-tentoonstelling „Delta '73" komt in zicht Pagina 3 Coöperatie vraagt om mensen met fantasie Pagina 3 De nieuwe E.E.G.- prijsbeslissingen Pagina 9 Zelfvoedering van snijmais Pagina 10 Bewaarplaatsen voor aardappelen en uien (II) Pagina 12 - 13 Onkruidbieten Pagina 11 Tuinbouw Pagina 15-17 Vee en vlees Pagina 19 verhullen. Nauwelijks verteerbaar is het resultaat voor de akkerbouwsector. Hier is feitelijk weer een prijsbevrie zing ingevoerd, die bij de voortgaande inflatie e£n regelrechte aanslag op het voortbestaan van de Nederlandse ak kerbouw betekent. Wat in het algemeen het hoofdbe stuur in deze prijsbesluiten verontrust te, is het systeemloze kort-zicht-poli- tieke ervan. Het landbouwpolitieke stelsel van de E.E.G. zal in de naaste toekomst de grootste aandacht van de georganiseerde landbouw moeten heb ben. NIEUWE PACHTNORMEN In het ontwerp van een wijziging van het Pachtnormenbesluit, waaromtrent het Landbouwschap advies is ge vraagd, heeft de overheid niet alleen een zekere aanpassing aan gestegen eigenaarslasten en kosten toegepast, maar ook een andere opzet van de pachtnormen. Het was vooral deze nu veel globalere opzet, die het hoofd bestuur de meeste stof tot discussie gaf; het aantal vermelde grondsoorten zou sterk worden beperkt en per grondsoort zou slechts één maximale pachtnorm (dus inclusief toeslag/af trek wegens externe produktieomstan- digheden) worden aangegeven. Als de Grondkamers een dergelijke drastische vereenvoudigde richtlijn zouden hanteren, zou het hoofdbe stuur dat zeer bezwaarlijk vinden. Het noodzakelijke inzicht in het effect van belangrijke waardebepalende eigen schappen, vooral die betreffende cul tuurtechnische verbeteringen, zou dan verloren kunnen gaan. Het hoofdbe stuur vond het dan ook noodzakelijk dat in elk geval de provinciale grond kamers voor hun werkgebied verfijnde normen vaststellen en publiceren. De zekerheid, dat dit laatste inderdaad gebeurt, zal moeten worden verkregen. Onder die voorwaarde zou het hoofd bestuur akkoord willen gaan met de voorgestelde globale landelijke pacht normen voor los land. Een bijkomende wens van het hoofdbestuur betreft het tijdstip: een tweede wijziging binnen twee jaar werd onjuist en onpraktisch gevonden. De intervali'en zouden drie jaar of langer moeten belopen. Het zou naar de mening van het hoofdbestuur ook goed zijn als de aan passing van de (verfijnde) pachtnor men geïllustreerd werd met concrete onderzoekcijfers over de opgetreden stijging van eigenaarslasten. (Zie verder pagina 3.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1