nog steeds de beste luzerne in europa! De teelt van aardbeien in de vollegrond Suikerbieten zaaien op eindafstand Rapporten en Publikaties CongresDe mobiliteit van di agrarische ingenieur KORTE WENKEN 8 Het Rijkstuinbouwconsulentschap voor de Fruit teelt heeft, in samenwerking met het Proefstation voor de Fruitteelt, een publikatie doen verschijnen over de teelt van aardbeien in volle grond. Ben groot deel van de tekst van deze uitgaVe werd ver zorgd door de specialisten kleinfruit van verschil lende regionale consulen'schappen voor de tuinbouw. Het is reeds meer dan tien jaar geleden dat een zo volledige publikatie over de vollegrondsaardbeien, vooral ook afgestemd op het gebruik door de prak tische teler, is verschenen. Daar er in deze periode veel veranderd is, onder meer op het gebied van ras- senkeuze en teeltmethoden, geeft dit boekje de mo gelijkheid weer geheel van de laatste ontwikkeling op de hoogte Ie komen. Het boekje behandelt in bijna 50 pagina's, na een algemene inleiding, alle aspecten van de vollegronds aardbeienteelt, zoals grond en bemesting, rassenkeu- ze, vermeerdering, ziekte- en onkruidbestrijding en andere teeltzorgen en de oogst en afzet. Ruime aan dacht wordt echter ook besteed aan de teel', van STERKERE FOLIE VOOR KLEINFRUITVERPAKKING Een Britse fabrikant brengt een nieuwe folie voor een „stolp" in de handel voor verpakking van aardbeien en zachtfruit dat vele malen sterker is dan de nu toegepaste. Volgens de beschikbaar gestelde gegevens is de folie 110 sterker, 45 meer reksterkte in de lengte en 19 in de breedte en scheurt minder gauw in beide richtingen. De folie heeft een dikte van 38 microns en is op rollen van 200 en 600 m leverbaar. De firma is in Nederland vertegenwoordigd. Verdere inlichtingen: Brits-Nederland se Kamer van Koophandel, The Dutch House, 307/8 High Holborn, London WC1V 7LS, attn. Mrs. R. E. Caminez. doordragende of reimonterende aardbeien en aan de zomerteelt met gekoelde wachtbedplanten. Door deze teeltmethoden kan de oogst van aardbeien in de vol legrond van juni-juli verlengd worden tot oktober. In het laatste hoofdstuk worden zowel voor de normale teelt voor verse consumptie en voor de in dustrie als voor de teelt van doordragende rassen en de zomerteelt met gekoeld plantmateriaal enkele economische aspecten behandeld, toegelicht in de vorm van zowel kostprijs- als saldoberekeningen. Tenslotte is het boekje voorzien van een adres lijst met consulentschappen voor de tuinbouw, klein- fruitvoorlichters en onderzoekinstellingen die zich met de aardbeienteelt bezig houden, adressen dus waar men desgewenst verdere inlichtingen kan krij gen. Deze publikatie kan worden besteld door over schrijving van 3,50 op girorekening 49 50 17 t.n.v. Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp, onder vermelding: Verzoeke toezending Publikatie No. 1 „De teelt van aardbeien in de volle grond". Het Belgische Polyx Revue van maart '73 geeft een overwicht over de mate waarop in de verschillende lan den op eindiafstand wordt gezaaid. België en Oostenrijk blijken daarmee voorop te lopen. In van het totale areaal was dit voor oogstjaar '72 België 50 Tjechoslowakije 10 Denemarken 17 Finland 25 Frankrijk 40 Duitsland 25 Ierland 10 Oostenrijk 51 Italië 1 Nederland 8 Zweden 25 Zwitserland 2 Voor technisch éénkiemig zaad voorziet Polyx Revue een uitzaai tot 12 cm. Vanaf 12 cm wordt een uitzaai op eindafstand en wordt aangeraden het speciaal technisch éénkiemig zaad. Sommige bietentelers hebben er zich over verwonderd) dat een afstand van 10 tot 13 cm voor het genetisch éénkiemig zaad wordt aangeraden. Dit zaad wordt echter haast uitsluitend in de vorm van pillenzaad uitgezaaid, waardoor bij afwezigheid van mechanische dubbels het theoretische aantal zaden ook volledig wordt verdeeld. Het grote probleem bij de uitzaai van pillenzaad is de voorbereiding van het kiembed. Aktueel staat het vast dat dit kiembed eerder vast dient te liggen en het pillenzaad liefst niet te diep wordt ingezaaid. Landbou wers die reeds de gewoonte hebben hun kiembed alzo voor te bereiden, kunnen dus gerust hun omhuld (en naakt) genetisch zaad op 15 cm en meer verzaaien. Daar echter het plantenaantal per hectare verhoogd moet worden, overdrijven wij echter beter niet de zaai- afstand; vooral omdat het voorjaar soms vergezeld gaat met zeer ongunstige weersomstandigheden. De onkruid verdelgers zijn bovendien geen kiemverbeterende produk- ten! Forceerproeven met het rabarberras timperly early in 1971 /'72. Prijs ƒ1,50, rapport nr. 66 van het Proef station voor de Groenteteelt in de vollegrond te Alk maar. In dit rapport zijn de resultaten opgenomen van een vergelijking met de proeven met twee-jarige en éénjarige pollen. Organisatorische en economische aspecten van enige systemen voor grote melkveehouderijbedrijven. Ver krijgbaar door storting van 6,75 op giro 880018 t.n.v. Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wageningen met vermelding van publ. no. 173. In 1969 is een „Werkgroep grote melkveehouderijbedrij ven" ingesteld, waarin medewerkers van verschillen de instituten van landbouwkundig onderzoek zijn samengebracht. Deze werkgroep heeft een onderzoek ingesteld naar de vooruitzichten die bedrijven met 300 1000 melkkoeien op grond van de technische mogelijkheden in economisch en sociaal opzicht bie den. In deze publikatie worden zowel de betere als de slechtere plannen die ontwikkeld zijn uitvoerig be licht en met elkaar vergeleken. Samenstellers van het verslag zijn ir. P. B. de Boer (LEI) en G. Postma (ILR). Bij het onderzoek zijn een aantal alternatieven ver geleken ten aanzien van het produktiesysteem (ver schillende combinaties van weidegang, vers gras, kuilvoer en aangekochte graswafels), het afkalf- patroon en de omvang van de veestapel. Per produk tiesysteem is gekozen voor een bepaalde technische uitvoering van het werk. Daarbij is uitgegaan van een hoge graad van efficiency en het gebruik van moderne technische voorzieningen. Gebleken is, dat van de onderzochte produktiesystemen die met in de zomer Het NIRIA (Nederlands Instituut van Registeringe- nieurs en Afgestudeerden van Hogere Technische Scho len) en de FOLHAS (Federatie van Verenigingen van Oud-leerlingen van Hogere Agrarische Scholen) organi seren op 18 april a.s. in het Jaarbeurscongrescentrum te Utrecht een openbaar congres, dat als thema heeft: „de mobiliteit van de agrarische ingenieur". Voor vele ingenieurs van de hogere agrarische scholen is de vraag naar de ontplooiingsmogelijkheden zeer ak tueel. In het agrarisch hoger beroepsonderwijs wordt de basis gelegd voor een loopbaan. Op het congres zal daar om eerst aandacht worden besteed aan de ontwikkelingen in het onderwijs. Daarna zullen de ontplooiingsmogelijk heden in vijf verschillende sectoren worden uiteengezet. Het congres wordt besloten met een paneldiskussie onder leiding van mr. E. Kuylman van het K.N.L.C. Aan het congres zullen als sprekers medewerken de heren: ir. E. H. B. Puylaert (directeur Hogere Agrarische Scholenge meenschap der KjN.B.T.B. te 's-Hertogenbosch) over de ontwikkelingen in het onderwijs. De loopbanen in de ver schillende sectoren worden besproken door de heren: J. C. Duyvis (Koninklijke Nederlandse Zuivelbond F.N.Z. hoofd afdeling opleiding en organisatie) sector tech nologie, J. Hof (Cebeco-Handelsraad hoofd afdeling voorlichting en publiciteit) sector land- en tuinbouw, L. J. Kuipers (N.V. Heidemaatschappij Beheer hoofd af deling opleidingen) sector cultuurtechniek, F. Winckel (Ministerie van Landbouw plv. hoofd Directie Perso neelszaken) sector overheid en ir. Y. van der Wal (Directeur Rijks Hogere Landbouwschool te Deventer) sector buitenland. Het congres begint om 10.15 uur en eindigt om 16.30 uur. Bij deze gelegenheid zal tevens de presentatie plaats vinden van de nieuwe organisatie van de agrarische in genieurs: de vaksectie Landbouw van het NIRIA. Deze vaksectie zal in het NIRIA de aktiviteiten voort zetten die tot nu toe door FOLHAS en NIRIA afzonder lijk werden ontplooid ten behoeve van de afgestudeerden van de hogere agrarische scholen. Voor dit congres kan men zich telefonisch aanmelden vóór 9 april 1973 nummer 070556800. De kosten van deelname bedragen 15,(studenten 10,over te maken op girorekening 255444 van het NIRIA te Den Haag, onder vermelding „congres Landbouw". Dit bedrag is inclusief kosten van koffietafel en consumpties. Aan meldingen worden geregistreerd in volgorde van ont vangst waarbij de giro-overschrijving maatgevend is. De deelnemers ontvangen een bevestiging van hun inschrij ving (tevens toegangsbewijs) en een reduktiebewijs van de Nederlandse Spoorwegen (10 tot 30 korting op treinreizen op de dag van het congres). weidegang of vers gras en in de winter kuilvoer, de beste perspectieven bieden. Verder is naar voren ge komen dat de arbeidsorganisatie en bedrijfsuitrusting enerzijds en de bedrijfsomvang anderzijds voor deze twee produktiesystemen bij de veronderstelde tech nieken goed op elkaar zijn -afgestemd bij aantallen van 450 en 550 melkkoeien met bijbehorend jongvee (afkalven alleen in het winterhalfjaar resp. gedurende het gehele jaar). Hierbij kunnen de drie belangrijkste onderdelen van het bedrijf, te weten het melken, de jongvee-opfok en de voervoorziening, een min of meer zelfstandige eenheid vormen, waarbij de arbeidskrach ten zo veel mogelijk een taak binnen één eenheid heb ben en belangrijke overcapaciteiten worden vermeden. Deze plannen met ca. 500 melkkoeien laten een toe reikende winstmarge en een redelijk rendement van het geïnvesteerde vermogen zien. Volgens de bereke ningen zouden plannen met ca. 1000 melkkoeien nog beter uitkomen; dit schaaleffect draagt echter een sterk theoretisch karakter. Voorwaarden voor het welslagen van dergelijke bedrijfsopzetten met ca. 500 (eventueel zelfs 1000) melkkoeien in die praktijk zul len in ieder geval zijn: een eenvoud in het systeem, voldoende ingebouwde zekerheden, de beschikking over kundig personeel, een doeltreffende taakver deling en een adequate verwerking van de informatie stroom die door het bedrijf moet gaan en die uit moet monden in duidelijke beslissingen. C.A.R. - Zevenbergen AKKERBOUW GEWASSSEN SPUITEN tegen onkruid voor op komst van het gewas let zeer nauw. Elk jaar opnieuw komen een aantal van uw collega-hoeren na 'n week end of een paar dagen regen tot de ontdekking dat het gewas reeds aan het opkomen is als ze willen gaan spuiten. Laat het u dit jaar niet verrassen en wacht niet tot de laatste dag met spuiten. Maak eventueel gebruik van een glasplaat, die u op de zaairij legt om op deze wijze de opkomst te kontroleren. TEN ONRECHTE WORDT door verschillende bie tentelers te lang gewacht met het spuiten van het on kruidbestrijdingsmiddel. Het is van groot belang om direkt na het zaaien ook te spuiten om zoveel mogelijk van het vocht te profiteren. Vooral op zware klei en zandgrond kan na enkele dagen zonnig weer het bo- venlaagje sterk uitdrogen. HET IS MET DE TOEPASSING van allerlei bodem herbiciden in de gewassen wel uitkijken geblazen in verband met een ondervrucht of nateelt. Inzaai van een ondervrucht gras of klaver in granen is bij het ge bruik van bodemherbiciden in het voorjaar doorgaans niet eerder mogelijk dan 5 a weken na de toepassing. Ook dan kan soms nog schade optreden. IN ERWTEN MET ONDERVRUCHT GRASZAAD moet u geen bodemherbicide gebruiken. Hebt u karwij als ondervrucht dan kunt u tot kort voor opkomst Campagard, Afisit of Ivorin toepassen. De karwij mag bij spuiten niet boven staan. Teelt u na conser- venerwten of stamslabonen, gebruik dan voor onkruid bestrijding in uw erwten alleen Ivorin voor opkomst als bodemherbicide of spuit alleen met contactherbi cide. BLAUW MAANZAAD wordt steeds meer gebruikt als dekwrucht voor de inzaai van karwij en graszaad. Wilt u de onkruidbestrijding in uw blauwmaanzaad chemisch ter hand nemen, dan kunt u dit alleen met Asiulox bij de ondervrucht karwij en roodzwenkgras. Spuiten voor opkomst. Andere grassoorten verdragen dit middel niet. Bij de teelt zonder ondervrucht zijn twee bespuitingen mogelijk, resp. 6 l voor opkomst van het gewas en 6 l bij een gewaslengte van 5 cm. Barenbrug Holland B.V., Postbus 4, Arnhem. Tel. (085) 431051

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8