DE MAAND APRIL OP HET
ZUID-WESTELIJK AKKERBOUWBEDRÏJF
B1J de zomergranen lijkt DNOC het meest geschikte
middel. Het neemt de meeste zaadonkruiden mee
en het geeft de mogelijkheid om nadien nog klaver in te
zaaien. Heeft men te maken met nog andere onkruiden
die een gespecialiseerde bestrijding vragen dan is dit mo
gelijk, maar de kansen om dan nog klaver in te zaaien
zijn dan eigenlijk nihil. Ioxynil MCPA of ioxynil
MCPP nemen naast de zaadonkruiden ook de distels mee.
Tegen klein hoefblad kan gespoten worden met 5 liter
MCPA/MCPP of Certrol Combin. Het laatste middel
neemt een groot sortiment aan onkruiden mee.
HE7 middel Pyramin zal bij de chemische onkruid
bestrijding wel weer het belangrijkste middel zijn
geweest. Ziende hoe ver het zaaien van de suikerbieten
6
pVENALS verleden jaar zijn ook nu weer vóór
15 maart op verschillende bedrijven de voor
jaarswerkzaamheden begonnen. Er is echter wel één
groot verschil met 1972. Toen was de grond zeer
goed van struktuur en liet zich gemakkelijk en diep
bewerken waardoor op veel percelen de fijnzadige
gewassen nogal eens te diep'gezaaid werden. Voor
al de suikerbieten hadden daardoor vaak een te dun
ne en onregelmatige stand.
Nu hebben we weinig vorst gehad. Het laagje dat
door verwering goed van struktuur geworden is, is
zeer dun. Op de lichtere gronden valt de bewerk
baarheid van de grond mee, doch op de zwaardere
gronden valt ze onderin tegen.
Verder heeft deze winter met weinig nachtvorst
nog enkele nadelen gehad. Zo was het vrijwel niet
mogelijk om vooraf door middel van cultivateren de
ploegsneden wat uit elkaar te rijden en de grond wat
vlakker te leggen. Nu zal dit gelijktijdig met het zaai-
klaar maken moeten gebeuren of zonodig in een ex
tra bewerking. Een nog groter bezwaar is dat het
vrijwel onmogelijk is geweest om vooraf de kunst
mest uit te strooien. Jammer genoeg zal nu veel kunst
mest te kort voor het zaaien uitgestrooid moeten wor
den. Het risico van zoutschade zal daardoor groter
worden.
Toch moet gesteld worden dat strooien en goed
inwerken voor het gewas wordt gezaaid de beste be
nutting van de kunstmest mogelijk maakt. Het kan
alleen via het water in de grond beschikbaar komen
voor de plantenwortels.
Vroeger werd in de maand mei het onkruid met
wiedmachine en hak te lijf gegaan, nu moeten we
trachten het vooraf zo efficiënt mogelijk met chemi
sche middelen te doen. Nu zal in april de meeste
zorg eigenlijk nog beter voorzorg te noemen
besteed moeten worden aan dé onkruidbestrijding.
Vorig jaar hebben de bodemherbiciden op meerdere
percelen zeer goed eigenlijk zelfs te fel gewerkt,
I I l—l
waardoor groeiremming en schade aan de gewassen
is ontstaan. (Te) diep zaaien en een optimale vocht-
voorziening waren daar toen de oorzaak van. Ge
zorgd moet worden om het juiste middel in de juiste
hoeveelheid te gebruiken. Voor een goede werking
is echter de struktuur van de grond (vochtnoudend-
heid) van doorslaggevende betekenis.
KOOLZAAD
QE ontwikkeling van dit gewas is deze winter maar
zeer matig geweest. Ondanks het zachte weer valt
de stand plaatselijk tegen. In zo'n geval nemen de kan
sen op meer onkruid veel muur wel sterk toe. Een
nog groter bezwaar is het wanneer grote aantallen hout
duiven het gewas kort houden. Nu de ontwikkeling dient
te beginnen zien we daar alleen de hoofdknop met daar
om heen de kale, van alle bladdelen ontdane bladstelen.
De schade die de duiven veroorzaken is nu wel zo groot
geworden dat een radikale bestrijding zeker op zijn plaats
zou zijn. Plaatselijk is de teelt van erwten daardoor ook
vrijwel onmogelijk geworden. In 1972 veroorzaakten ze
ook al schade aan vlas, jonge suikerbietenplantjes en
jonge luzerne.
WINTERTARWE
QP dit moment staat de. wintertarwe er goed voor.
De ontwikkeling en de uitstoeling zijn goed, hoe
wel iets later dan het vorig jaar. F/; de wintertarwe
speelt, doordat het zo'n grote oppervlakte in ons bouw
plan inneemt, de onkruidbestrijding een grote rol. We
moeten in dit gewas zorgen dat het onkruid dat mogelijk
in een volgende teelt van aardappelen, suikerbieten of
uien problemen zou kunnen geven, zoveel mogelijk nu al
bestreden wordt.
Die percelen waar in het najaar reeds c-én van dn bo
demherbiciden is toegepast zullen weinig aandacht be
hoeven, alleen kan het perceels-"- ii c'or ar'c'e on
kruiden, bijv. kleefkruid, noodzakelijk zijn nog een be
strijding uit te voeren. Het kan dan nodig zijn om nog
een bestrijding met 4 1 MCPP of wanneer ook nog dis
tels voorkomen 5 liter MCPA/MCPP uit te voeren. De
meest geschikte gewaslengte van 15 a 20 cm is meestal
toch al vrij snel bereikt. Tegen ereprijs wordt ioxynil/
MCPP of Certrol Combin aangeraden. Waar geen herbi
ciden zijn gebruikt kan nu aan de hand van de soorten
onkruiden en het tijdstip van bestrijden gekozen worden
uit meerdere middelen. DNOC is het meest bekende mid
del, daarnaast kunnen tegen kamille de nieuwe middelen
Faneron MCPP en Basagran P gebruikt worden. Ze
zijn veiliger dan MCPA/MCPP/TBA.
Een week na een bestrijding met DNOC kunnen reeds
groenbemesters ingezaaid worden. Bij de overige midde
len, die alle drie ook MCPP bevatten, lopen wij met de
inzaai van rode klaver toch wel grote risico's. Komt
naast muur ook tuintjesgras of windhalm voor dan kan
ook nog gebruik gemaakt worden van Aameryl, Tribunil
of Trivinit. Deze moeten wel zo vroeg mogelijk toegepast
worden. Verder kunnen dan ook nog Dicuran en Dosanex,
die ook wat grotere duist bestrijden, als veilige, goed
werkende middelen genoemd worden. Jammer is dat ze
alleen toepasbaar zijn in de rassen Bongo, Gama, Caribo,
CB 148, Cyrano en Felix. In Manella dus niet toepassen.
Om rode klaver in te zaaien dient zeker 3 weken gewacht
te worden. De slagingskansen van klaver zijn dan niet
groot meer. Wel kan dan nog met goed resultaat een
grasgroenbemester gezaaid worden.
ZOMERGRANEN
SUIKERBIETEN
zo rond 20 maart reeds is gevorderd zal het aantal per
celen dat na 1 april nog gezaaid moet worden slechts zeer
gering zijn. En zo zal ook de rol van de nog in april uit
te voeren chemische onkruidbestrijding gering zijn.
Na opkomst van de bieten dit kan nog voor eind
april zijn kan eventueel met Betanal gespoten worden.
Toevoeging van Pyramin aan de Betanal heeft zin als er
voor opkomst door omstandigheden niet met Pyramin
kon worden gespoten of wanneer de eerder toegediende
Pyramin na de Betanalbehandeling niet meer voldoende
werkzaam is. Ook wordt door toevoeging van Pyramin
wel een versterkte kontaktwerking verkregen.
AARDAPPELEN
pAS wanneer de grond voldoende droog is moet met
het klaar maken van de percelen voor aardappelen
worden begonnen. Om zoveel mogelijk vocht in de rug
gen te houden is snel opbouwen hiervan zinvol. Dit heeft
echter ook zijn bezwaren. Vooral als:
te diep wordt gepoot;
zeer klein of minder sterk pootgoed wordt gebruikt;
het pootgoed met rhizoctonia is besmet.
Door veel regen en koud weer kan dit nog in ongun
stige zin versterkt worden.
Hier en daar is er nogal belangstelling voor het ge
bruik van klein pootgoed. Het is wel noodzakelijk er voor
te zorgen dat deze nauw in de rij worden geplant. Nog
te dikwijls wordt klein pootgoed te ruim geplant.
De lichtere gronden zijn vrij goed klaar te maken en
zullen weinig problemen geven bij de ruggenopbouw. De
struktuur van de zwaardere gronden valt tegen. Oppas
sen is hier geboden. In vele gevallen zal om voldoende
hoge ruggen te formeren het noodzakelijk zijn een rijen-
frees in te schakelen. Getracht moet worden om zo wei
nig mogelijk kluiten binnen in de rug te krijgen.
Direkt na het aanaarden kan gekozen worden uit Are-
sin, linuron, Patoran of linuron/monolinuron. Tegen de
opkomst is het zeer goed mogelijk met DNOC te spuiten.
Bij DNOC mogen reeds wat planten bovenstaan. Dit laat
spuiten heeft alleen zin wanneer de ruggen reeds vol
doende lang geleden zijn opgebouwd en gezeten zijn. Op
vers opgereden ruggen heeft dit weinig zin. Op percelen
waar grasachtige onkruiden als duist voorkomen kan men
in plaats van DNOC een middel als Sencor gebruiken.
Zorg er voor om goed te spuiten! Let op de windrichting!
KORRELMAIS
|JE oppervlakte mais zal wel geringer zijn dan in 1972
De grond moet voor het zaaien voldoende diep
Voor de chemische onkruidbestrijding wordt toegepast
moeten de op hoogte gereden aardappelbedden goed
gezeten zijn.
worden los gemaakt. De meest gewenste zaaidiepte is 5
a 7 cm. Kort na het zaaien kan 2 h 2l/2 kg atrazin, tot
kort voor opkomst Bladex, worden toegepast. Evenals
voorgaande jaren zal een fosfaat rijenbemesting worden
gegeven. Als betrekkelijk ondiep wortelend gewas kun
nen de planten dan snel over gemakkelijk opneembaar
fosfaat beschikken. Wat de N-behoefte van de mais be
treft kan er op gerekend wordien dat het zeer veel N kan
verdragen en ook rendabel kan maken, bijv. 40 kg meer
dan er voor taf-we gegeven zou worden.
Door het achterwege blijven van flinke nachtvorsten valt
de structuur van de grond tegen. Dit geldt vooral voor
de zwaardere percelen.
Het zaad zal in de meeste gevallen afgeleverd worden
behandeld met Mesurol. Informeer hiernaar bij uw zaad
leverancier. Dit middel weert de vogels af, bovendien is
het ook nog werkzaam tegen de schade van de fritvlieg.
STAMSLABONEN
QOK bij de stamslabonen is het van belang een rijen
bemesting met fosfaat toe te passen. Dit gewas
dat vlak wortelt en dat in een zeer korte periode een
C.A.R. - Goes
M. VAN GASTEL
M. A. DE HOND