Interimregeling elektriciteitsvoorziening In verband met de toenemende vraag naar elek triciteit op de agrarische bedrijven wordt, zoals reeds eerder is bekend gemaakt, tussen de P.Z.E.M. en de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap overleg gepleegd over een nieuwe regeling die in de toekomst kan worden gehanteerd. Daartoe is om. een enquête gehouden, waarvan de resultaten thans worden verwerkt. Het zal echter vermoede lijk nog wel enige tijd in beslag nemen alvorens een definitieve regeling tot stand kan komen. Aanslag op landbouwinkomens F C.O.P.A.-protest 3 Teneinde geen stagnatie te doen ontstaan is door de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap met de P.Z.E.M. voorshands een interimregeling over eengekomen, waarbij rekening is gehouden met de problemen waarvoor de landbouw zich tot op he den gesteld ziet. Deze problemen hielden onder meer in, dat door de PJZ.EM.< een systeem werd toegepast van toerekening van alle kosten verbon den aan élk individueel geval, waardoor dikwijls zeer hoge bedragen moesten worden betaald. VOOR de interimperiode is van dit systeem af gestapt en wordt met genormaliseerde vergoe dingen gewerkt. De regeling houdt in, dat elk agra risch bedrijf dat thans, boven de reeds bestaande voorzieningen, extra energie vraagt, deze verkrijgt togen betaling van de volgende vergoedingen: voor een extra op te stellen vermogen t/m 2 kW (is 2,72 pK) 750,— voor een extra op te stellen vermogen boven 2 kW t/m 5 kW (is max. 6,80 pK) 2.000, voor een extra op te stellen vermogen boven 5 kW t/m 10 kW (is max. 13,60) 3.500, voor een extra op te stellen vermogen boven 10 kW t/m 15 kW (is max. 20,0 pK) 5.250, voor een extra op te stellen vermogen boven 15 kW per geval te beoordelen met een minimumbijdrage van 5.200, Alle bedragen zijn exclusief B.T.W. Agrarische bedrijven die thans extra voorzienin gen wensen kunnen deze op basis van de hiervoor genoemde bedragen verkrijgen. Aanvragen hiertoe dienen via de districtskantoren van de P.Z.E.M te worden ingediendI4 COPA-VOORSTEL HANDHAVEN rc TA7IJ zijn dan ook van mening dat de georganiseer- de landbouw haar voorstel van gemiddeld ■71/a hogere prijzen onverkort dient te handhaven en dit op alle fronten zowel in Brussel als bij de na tionale overheden moet blijven verdedigen. Wij kun nen ons overigens nauwelijks voorstellen dat de Raad van Landbouwministers eind april met deze commis sievoorstellen akkoord zal gaan. Immers men lost er de problemen rondom inflatie en geldcrisis in de verste verte niet mee op, maar ondergraaft er wel de weerstand van de Europese landbouw mee. En dat is niet alleen tegen het belang van de boe- maar uiteindelijk ook tegen dat van de con sument. De huidige voorstellen betekenen dan wel dat op korte termijn hierdoor de prijzen voor de con sument niet zullen stijgen; op langere termijn is ook de consument slechts gediend met een gezonde, le venskrachtige landbouw. Wat dat betreft zou ook hier goedkoop uiteindelijk wel eens duurkoop kunnen be tekenen! Al met al is het laatste woord over deze commis sie-voorstellen nog lang niet gezegd, en zullen de landbouworganisaties zeker iedere gelegenheid be nutten om de uitvoering van deze onjuiste en onrecht vaardige voorstellen te voorkomen! LUTEIJN. AANDACHT VOOR GRONDPOLITIEK EN ZELFSTAN BIJ FORMATEUR BURGER De CLO's hebben de aandacht van kabinetsforma teur mr. Burger gevraagd voor de grondpolitiek en de zelfstandigen-problematiek. Zij sluiten daar bij aan op de brief, die het Landbouwschap de formateur bij het begin van zijn werkzaamheden zond. Omdat de twee genoemde onderwerpen, mede be trokken worden bij de besprekingen van mr. Bur ger, hebben de landbouworganisaties de belangrijk heid ervan nog eens nader toegelicht. Zij menen, dat met ingang van 1 januari a.s. het systeem van de fiscale oudedagreserve voor zelfstandigen volledig moet worden ingevoerd voor inkomens-categorieën, zoals die in hoofdzaak voorkomen in agrarische krin- GEN-PROBLEMATIEK GEVRAAGD gen. Ook willen de organisaties de spoedige invoering van de volksverzekering arbeidsongeschiktheid. Hierdoor zal de sociale ongelijkheid tussen zelfstan digen en loontrekkenden recht getrokken worden. I>e 3 CLO's zijn voorts van oordeel, dat het bestaan de beleid inzake het vèrwerven van agrarische gron den door gemeenten en provincies, en dat stoelt op de onteigeningswet, ongewijzigd dient te worden voortgezet. Bij dit beleid wordt de werkelijke waar de van de grond vergoed. Er zijn geen bezwaren tegen beleidswijzigingen, als het gaat om gerichte maatregelen teneinde duidelijke bouwgrondspecula tie door derden tegen te gaan. ïi/tET betrekking tot de belastingheffing van woon- huizen is er ook voor de agrarische bevolking in de loop der jaren nog al het één en ander veran derd. Onder de bepalingen van het Besluit Inkomsten belasting waren alle waardeveranderingen van gebou wen, ook van woonhuizen, vrijgesteld. Bij de invoe ring van de wet Inkomstenbelasting 1964 werden de waardeveranderingen deel van de winst of van het verlies. Toen werd de vraag actueel of een woonhuis behorende bij een boerderij tot het bedrijfs- of tot het privé-vermogen moest worden gerekend. Bij de wijzigingen in 1971, toen de onderhoudskos ten in principe niet meer aftrekbaar werden maar het bedrag van de netto-huurwaarde afhankelijk gesteld werden van de verkoopwaarde in bewoonde staat, kreeg deze vraag nog eens een extra accent. /~\F een woning tot het privé- of tot het bedrijfsver- mogen behoort is een zaak van keuze. Een keuze evenwel waarbij men aan zekere normen gebonden is. Als er geschillen ontstaan over de vraag of een woonhuis tot het bedrijfs- of het privévermogen be hoort, komen veelal de volgende nten aan de or de: 1. Wat heeft de belastingplichtige gewild? 2. Is die wil doorslaggevend? De jurisprudentie is in zoverre unaniem, dat de wil slechts beslissend is, indien de keuze binnen de gren zen der redelijkheid kan worden gemaakt. En de rede lijkheid brengt mee dat zaken bestemd om rechtstreeks voor bedrijfs- of beroepsdoeleinden te worden ge bruikt of behorend tot de duurzame kapitaalsgoede ren van het bedrijf niet als privévermogen kunnen worden beschouwd. Alsdan kan de wil van de onder nemer daaraan niets veranderen en is het niet van be lang hoe deze in zijn böeken en het aangiftebiljet is tot uitdrukkig gekomen. *-J R zijn evenwél gevallen, en bepaaldelijk wanneer het woonhuizen betreft, dat het toelaatbaar wordt ge acht deze als bedrijfsvermogen, danwel als privéver mogen te beschouwen. Wat oudere woningen betreft is er veelal de keuze gedaan en nog wel onder de oude bepalingen met betrekking tot de heffing van de in komstenbelasting. Bij nieuwbouw verdient het aan beveling na te gaan of er een keuzemogelijkheid be staat, teweten of het binnen de grenzen der redelijk heid is, om de woning als privévermogen aan te mer ken. Deze keuze heeft belangrijke konsekwenties, zo wel gedurende de voortgang van het bedrijf in ver band met de kosten en afschrijvingen, maar ook bij be ëindiging of verkoop, wanneer moet worden bepaald of de waardestijging onderdeel van de winst is ja dan nee. Ook ten aanzien van dit punt geldt dat alle om standigheden en verwachtingen zo goed mogelijk in aanmerking moeten worden genomen om tot een ge fundeerde beslissing te komen! PA AU WE VLAK na de persconferentie van landbouwcom missaris Ir. Lardinois op 22 maart j.l. hield het C.O.P.A. (comité van landbouworganisaties van de E.E.G.-landen) een persconferentie. De voorzitter van het C.O.P.A., Ir. Knottnerus, zette de bezwaren uiteen die de E.E.G.-boeren hadden tegen de net versche nen prijsvoorstellen 1973/74 van de Commissie. Ge protesteerd wordt vooral tegen de vermenging van landbouwpolitiek en geldpolitiek ten koste van het boereninkomen. In aile E.E.G.-lander,, ook de nieuwe, is er een dui delijke kostenstijging te verwachten, waar de land bouwprijzen zich aan hebben aan te passen. Een stuk argumentatie van de Commissie, vooral waar gewe zen wordt op uiteengelopen geldswaarden, op de door de toetreding noodzakelijke aanpassing in drie lan den, etc. ie gewoon ondeugdelijk. De Commissie houdï: verder op een nogal gevarieerde manier reke ning met de marktstiuatie. Voor suiker en granen speelt dit kennelijk niet. Wat de zuivelmarkt betreft heeft het C.O.P.A. niet alleen prijsverlangens geuit, maar ook een heel afzetbevorderingsprogramma voorgesteld. Het overstappen van het huidige systeem op een stelsel van gedifferentieerde inkomenstoesla gen wenst hst hele C.O.P.A. niet; men ziet er terecht hel begin van het einde van de gemeenschappelijke landbouwmark in zoals die nu dan nog vrij gebrek kig functioneert. Het C.O.P.A. heeft besloten zijn standpunt t.a.v. de landbouwprijzen, nu de Commissievoorstellen er zijn en op 9 en '0 april a.s. in de Ministerraad komen, nog eens duidelijk te onderstrepen. Dat zal gebeuren in een z.g. bijzondere vergadering op vrijdagmorgen 6 april a.s. te Brussel. Daar zal na een aantal korte spreekbeurten namens de verschillende landen, een resolutie worden aangenomen. He; C.O.P.A. kan uiteraard niet verantwoordelijk zijn voor een massale demonstratie in de Brusselse straten. Vandaar dat een vergadering wordt beoogd met een beperkt aantal deelnemers (2 a 300). Men meent op zijn minst op de voorgestelde wijze een waardig, doch duideiijk protest tegen de Commissie voorstellen te moeten laten horen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 3