HOGERE BELASTINGEN DOOR INFLATIE officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant Ih dit nummer o.m.: ifc Lardinois over het Europees landbouwbeleid Pagina 3 C.O.P.A. doet prijsvoorstellen Pagina 5 Bestuur Landbouwschap vergaderde Pagina 6 De SOL-affaire Pagina 7 De vlascontracten oogst 1973 Pagina 8 Bedrijfshygiëne en ondernemerschap Pagina 9 Leverbotbestrijding voorjaarsenting rundvee Pagina 11 Prov. Studiedag Melkveehouder^ - Vee en vlees Pagirfc» 12 - 13 De teelt van katwij en Blauwmaanzaad en mechanische koeling aardappelen en uien Pagina 14 - N? Tuinbouwklanken Pagina 17/19 zlm VRIJDAG 16 FEBRUARI 1973 61e Jaargang - No. 3169 land en tuinbouwblad Het jaar 1972 is, zo blijkt uit het jaarverslag van het Schapenstamboek voor Zeeland, voor de Schapenhouderij finan cieel gunstig geweest. Alhoewel het aantal Zeeuwse bedrijven waar schapen worden gehouden vrijwel konstant is ge bleven, is het aantal schapen per bedrijf toegenomen van 18,67 tot 20,02. Bedrijven met een goede lammerenproduk- tie behaalden hoge saldo's. Daarbij komen de Nederlandse schapenhouders, dank zij de Ned. Wolfederatie altijd nog aan de hoogst mogelijke wolprijs IN ons commentaar van 24 november 1972 ga ven wij reeds aan dat de uitgangspunten van het centraal accoord nauwelijks enige matiging van de inflatie zullen opleveren. Recente ramingen van het Planbureau hebben ons helaas maar al te zeer in het gelijk gesteld. Van de 12% loonstijging en 5,75 prijsstijging is niets meer over en de jongste prognoses spreken reeds van 13,7% loonstijging en 8 a 8,5 prijsstijging in 1973. Wij zijn van mening dat deze verwachtingen nog aan de optimistische kant zijn en dat met name de loonstijging eerder de 15% zal benaderen. In 1972 stegen de lonen met 12,5% en de prijzen met 8 Dit betekent dus geen matiging maar een toeneming van het inflatiepercentage voor 1973. Hoe sommige bewindslieden dan nog van een matigend effekt van het centraal akkoord kunnen spreken is ons volstrekt onduidelijk. Daarbij is het ontmoedigend te moeten konstateren dat nu reeds eenzelfde of nog sterkere inflatie zich begint af te tekenen voor 1974. Het inflatiespook gaat kennelijk een eigen leven lei den en zal nog slechts via een drastische ingreep te stuiten zijnl Van de onderhandelingspartners binnen het Cen traal Overleg hebben grote bedrijven en werknemers tot nu toe hun kostenstijgingen steeds volledig weten floor te berekenen in lonen en prijzen. Het zijn voor al de groep der kleine zelfstandigen en de overheid fjie van de inflatie de dupe worden. In deze situatie mag van enige matiging van inflatie via het overleg dan ook nauwelijks resultaat worden verwacht, om dat de belangen der onderhandelingspartners niet pa rallel lopen. Naar onze mening is de enige reële mogelijkheid om de inflatie in te dammen dan ook nog steeds een overheidsingrijpen in lonen en prijzen. Wat dat be treft komt de huidige regeringscrisis wel op een zeer ongelukkig tijdstip! OVERHEIDSFINANCIËN \A7ANNEER we nog even terugdenken aan de mil joenennota 1973 die uitging van een loonstij ging van ca. 9 en een prijsstijging van 5 dan vragen we ons wel af wat het uiteindelijke tekort op het overheidsbudget voor 1973 zal worden. Wij horen hierover op dit moment betrekkelijk weinig. Misschien verkeren we wat dat betreft wel in de be kende stilte voor de storm. Een belastingstorm dan wel te verstaan. De optredende tekorten zullen im mers voornamelijk uit extra belastinginkomsten ge dekt moeten worden, omdat van eventuele bezuini gingen niet al te veel verwacht mag worden. Nu bren gen de loonsverhogingen natuurlijk met zich mee dat, gezien de progressie in onze loon- en inkomstenbe lastingen, de totale belastingopbrengsten hoger uit vallen dan geraamd. Daarnaast lijken evenwel extra belastingverhogingen onontkoombaar. Dit zou betekenen dat wellicht nog dit jaar reeds 50 (de helft) van ons nationaal inkomen naar be lastingen en sociale premies gaat. Staatssecretaris Scholten van financiën heeft onlangs duidelijk ge steld dat we daarmee de grenzen van belasting- en premiedruk wel zo ongeveer bereikt hebben. Wij vra gen ons af of deze grenzen dan niet reeds overschre den zijn! Zeker wanneer we de Nederlandse situatie vergelijken met die in de ons omringende EEG-landen. BELASTINGHARMONISATIE IN EEG pEN verdere verhoging der percentages van de loon- en inkomstenbelasting is niet meer aan vaardbaar. De druk van deze belasting zal in de ko mende jaren immers toch blijven stijgen, naarmate de gemiddelde inkomens toenemen. En daarmee ko men we dan nog meer uit de pas te lopen ten op zichte van de andere EEG-landen. Nu van harmoni satie der direkte belastingen binnen de EEG de eer ste tijd nog geen sprake is, zal de ongunstige posi tie van de Nederlandse belastingbetaler nog wel ge handhaafd blijven in de komende jaren. Wel moeten we ervoor zorgen dat de verschillen niet nog groter worden. Belastingverzwaring zal dan ook geheel in de sfeer der omzetbelasting (BTW) gezocht moeten worden. Waar het huidige BTW-tarief van 16% reeds tot de hoogste in Europa behoort, lijkt het optrekken van het iage 4 %-tarief de enige reële mogelijkheid. Ze ker waar in het kader van een EEG-harmonisatie der indirekte belastingen waarschijnlijk gestreefd zal worden naar een verhouding tussen gewoon en laag BTW tarief van 2:1. Men streeft ernaar deze har monisatierichtlijn begin 1974 te doen ingaan. Daar naast zou dan begin 1975 gestart kunnen worden met een omzetbelasting van 1 ten behoeve van de EEG. Al met al staat ons dus nog heel wat op belasting gebied te wachten. Daarbij zal de Nederlandse over heid zich er meer dan tot nu toe van bewust moeten zijn dat ook de belastingdruk een Europese aangele genheid aan het worden is. Gelijkheid van landbouw prijzen dient op de lange duur ook door gelijkheid van belastingen vergezeld te gaan. Zolang dit niet het geval is, verkeert de Nederlandse landbouw in een ongunstiger concurrentiepositie. Zolang Nederland binnen de EEG koploper is wat de inflatie betreft, betekent dit voor de Nederlandse boer dat enerzijds zijn kosten streker stijgen dan die van collega's in de andere EEG-landen en anderzijds dat hij van het resterende inkomen een steeds hoger percentage belasting moet betalen. Het behoeft geen betoog dat dit op de lange duur de positie van de Nederlandse landbouw ten opzichte van de andere EEG-partners ondergraaft. LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 1