I^OOLZAAD moet op zwad gemaaid worden, wanneer
de eerste korrels bruin beginnen te worden. Bij
te vroeg maaien vergroot men de kans dat het zaad wat
rood is. Te vroeg maaien kan ook de kg-opbrengst minder
doen zijn. Ook bij dit gewas is het aanhouden van een
lange stoppel aan te bevelen, opdat de hauwen van de
grond blijven en bij nat weer niet zo gauw schot optreedt.
DE peulboorder kan zich in de peul boren vanaf het
moment dat de peul zijn grootste lengte heeft en
de diktegroei gaat beginnen tot het tijdstip dat de peul
geheel gevuld en gezwollen is. Bestrijding met parathion,
diazinon of Gardona is vrijwel altijd verantwoord. Meest
al is een 2e bespuiting na ongeveer 1 week op zijn plaats.
DE laatste jaren is gebleken dat bespuitingen tegen
de aardappelziekte volgens een bepaald schema in
juli (bijv. éénmaal per week), de meeste zekerheid biedt.
Reeds vroeg in juni werd op afvalhopen de eerste aan
tasting waargenomen. Verder is de maand juni vrij gun
stig geweest voor verbreiding. Het is dus zaak vol te
houden.
9
i
althans bij gunstig weer na een dag of twee met een lage-
drukpers wordt geperst en afgevoerd. Bij minder gunstig
weer verloopt het droogproces minder snel en wordt het
vlas licht geroot en later geperst. Ook andere nog nieuwe
ontwikkelingen zijn in onderzoek op praktijkbasis: hope
lijk niet tevergeefs.
KOOLZAAD
Zeer zwaar gelegerde percelen kunnen zonder bezwaar
van stam worden geoogst. Windsohade door zaaduitval
komt dan weinig voor. Op de maai-inrichting dient een
verticaal snijdend mes aanwezig te zijn. Bij van stam
dorsen is het raadzaam 4 dagen na het tijdstip van
zwadmaaien het gewas te bespuiten (met Reglone tegen 3
liter per ha. Een vliegtuigbespuiting lijkt het beste, dioch
men moet oppassen voor overwaaien.
Na een dag of zeven kan dan van stam worden ge
oogst. Gebleken is, dat op deze wijze het vochtgehalte
meevalt. Zonder doodspuiten zal meestal het vochtge
halte belangrijk hoger liggen, waarbij dan zo snel moge
lijk moet worden nagedroogd.
Om in volgende jaren koolzaadopslag als gevolg van
het uitvallen van zaad te voorkomen, dient men na de
oogst het land enige tijd zo te laten liggen of hoogstens
een zeer ondiepe bewerking te geven. Koolzaadopslag is
niet minder dan die van aardappelen een bijzonder hard
nekkig onkruid.
ERWTEN
Maak van uw grasland goed gebruik. Door een ondoel
matige graslandexploitatie vermorst u voer en dus ook
geld.
Mangaangébrek (kwade harten) kan met 15 kg man-
gaansulfaat per ha worden tegengegaan. Door gebruik te
maken van parathion-spuitpoeder zijn deze twee laatst
genoemde bespuitingen te combineren.
Bij uit het zwad) dorsen is het gewenst om enkele
dagen later te maaien, dit om het oogstrisico te vermin
deren. Dergelijk geoogste erwten dienen zo snel mogelijk
te worden gedroogd om terugloop van kiemkracht te
voorkomen.
BIETEN
yANAF eind mei worden door de bedrijfsvoorlichters,
de laatste jaren daarbij geassisteerd door een
aantal (jonge) boeren, luizentellingen in bieten verricht.
Indien de situatie dit vereist wordt dan, meestal via de
radio, voor bepaalde gebieden een waarschuwing gege
ven. Eerder spuiten is zelden verantwoord, terwijl ook bij
een algemeen spuitadvies controle van het eigen perceel
nodig is vóór men besluit tot spuiten over te gaan.
Overigens heeft de ervaring geleerd dat na 1 juli een
bespuiting vrijwel alleen op zijn plaats is op percelen
met eeq late ontwikkeling of een dunne stand.
Om bietenopslag in volgende jaren te voorkomen moe
ten vroege schieters tijdig en afdoende worden vernie
tigd. Ook in andere gewassen dient men te voorkomen
dat deze opslag (weer) zaad vormt.
AARDAPPELEN
Als zeer kort na de bespuiting veel regen valt en het
weer verder gunstig is voor deze ziekte, dient een extra
bespuiting ingelast te worden. Ook tijdens kritieke pe
rioden en bij snelle loofontwikkeling dienen de bespuitin
gen frequenter te worden uitgevoerd.
Wanneer men in juni nog niet gespoten heeft tegen
toprol heeft dit waarschijnlijk de eerste week van juli
nog wel zin. Ook waar in laat ontwikkelde aardappelen
nog veel luizen voorkomen, kan worden gespoten met
parathion of Thiodan. Deze bespuiting kan in combinatie
met maneb/tin worden uitgevoerd. Het beste is dan te
spuiten tegen die avond, met niet te weinig water en een
grove druppel.
UIEN
QLJ de uien vraagt de bestrijding van de meeldauw
en die van de bladvlekkenzjekte nu de grootste
aandacht. Bespuitingen moeten om de 7 10 dagen her
haald worden tot 4 weken voor de oogst met zineb/
maneb combinaties of met manoozeb tegen 3 kg per ha.
Hoewel de larven van de preimot tijdens de groei van
het gewas op het oog weinig schade doen, tasten deze
later in het seizoen (augustus-september) vaak de bollen
aan. Tijdens de bewaring kan dit grote vormen aannemen
en tot flinke uitval leiden.
Tot 3 weken voor de oogst kan parathion worden ge
spoten en tot 10 dagen voor de oogst Basudine. Ze kun
nen worden toegevoegd aan de schimmelbestrijdingsmid
delen; 2 3 keer is meestal voldoende.
Trips in uien kunnen voortijdig het loof snel doen af
sterven, hetgeen nadelig kan zijn voor de opbrengst.
Spuit hiertegen met 1,5 liter of kg parathion 25 Bij
aanhoudend droog weer de bespuiting herhalen.
STAMSLABONEN
^LS gevolg van de vele regen en de soms flink op
tredende vogelschade is de stand niet overal even
goed. De toegepaste bodemherbiciden werken ook in dit
gewas veelal wat groeiremmend.
Bij de stambonen is Berna het meest gezaaide ras.
Hoewel weinig gevoelig, bleek toch soms in voorgaan
de jaren dit ras aangetast te worden door de vlekken-
ziekte. In het geval men teelt voor zaaizaad dient deze
zaak zeker de volle aandacht te hebben.
Om effect te sorteren zal meerdere malen moeten wor
den gespoten (met 4 kg zineb of maneb per ha.
Tegen luizen kan in stamslabonen tot 3 weken voor de
oogst met 2 kg of liter parathion 25 of tot 7 dagen
voor de oogst met mevinfos worden gespoten. De be
trokken telers krijgen hierover persoonlijk bericht.
GRASLAND
pE regen was in de eerste helft van juni wel ge
schikt voor de grasgroei, maar voor het hooien en
kuilen kwam de regen wel ongelegen voor het verkrijgen
van prima kwaliteit. Er zijn dit jaar weer veel voordroog-
kuilen gemaakt. Om de voordroogkuil goedi te blijven
houden is het noodzakelijk regelmatig te controleren of
er gaatjes in het plastiek komen. Bij de geringste lucht-
toetreding nemen de broeikansen toe, zodat de kwaliteit
steeds slechter wordt.
Door de aanhoudende regen in de eerste helft van juni
werden veel percelen te laat gemaaid. Mede hierdoor is
de voederkwaliteit belangrijk minder geworden.
Ook heeft de zode hierdoor sterk geleden, wat de na-
groei ernstig belemmerde. De kans is daarom groot, dat
er een periode komt, dat er te weinig gras voor het vee
beschikbaar is. Om in voorkomende gevallen de melkgift
op peil te kunnen houden zal het noodzakelijk zijn het
melkvee bij te voeren. Om voldoende grasgroei met hoog
waardige kwaliteit te blijven houden, dient na elke be
weiding of maaien 50 kg zuivere stikstof per ha gegeven
te worden voor beweiding en 100120 kg zuivere stik
stof voor maaien in de vorm van kalkammonsalpeter.
In de maand juli nemen op verschillende percelen gras
land de mangaangebreksverschijnselen toe. Doordat het
gras lichter van kleur wordt met dode punten wordt
vaak ten onrechte beweerd dat het gewas verdroogt.
Door een bespuiting met 15 kg mangaansulfaat per ha
kan dit gebrek verholpen worden. Bij een lichte aantas
ting kunt U mangaangebreksverschijnselen voorkomen
door de stikstofbemesting te geven in de vorm van zwa
velzure ammoniak.
Voor een goede graslandexploitatie is het noodzakelijk
dat de mestflatten regelmatig met een weidesleep ge
spreid worden, en dienen de bossen afgemaaid te worden.
Ook de onkruid'bestrijding dient niet vergeten te worden.
Verschillende percelen grasland gaan meer op bloemen
velden lijken dan op grasland. Een grasbestand met enke
le kruiden kan voor het vee gunstig zijn, maar teveel on
kruid gaat ten koste van de opbrengst. De paardebloemen
zijn in het begin van de bloei goed te bestrijden met
34 liter 2.4-D amine per ha. De boterbloemen kunnen
goed bestreden worden in het begin van de bloei met
4—6 liter MCPA 25 per ha. Vergeet ook de distels
niet te bestrijden met 4 liter MCPA per ha. Ook aan de
wegbermen, slootkanten en dijken dienen de distels be
streden te worden.
Ook zijn er percelen grasland, waarop brandnetels en
ridderzuring voorkomen. Daar deze onkruiden meestal
op pollen staan kunnen deze het beste pleksgewijs be
streden worden met een rugspuit. De brandnetel kan be
streden worden met 23 liter 2.4.5-T ester, en de rid
derzuring met 6-liter MCPP per ha.
Doordat er te laat gemaaid is, of doordat de cyclo-
maaier te kort afgesteld was hebben veel percelen gras
land een te dunne stand gekregen. Om van dergelijke
percelen weer goed grasland te maken is het noodzake
lijk de diunne plekken wat bij te zaaien met Engels raai-
gras weidetype. Op lichte gronden kan een lichte stal-
mestbemesting op grasland wonderen doen.
Percelen, die zwaar bezet zijn met kweek kunt U het
best vernieuwen. De kweek kan bestreden worden door
uitputting, dat is om de 10 dagen frezen. Het frezen
dient 3a 4 keer te gebeuren.
Ook kan er eind juli of begin augustus als het gras na
het afweiden of maaien weer ±10 cm lang is gespoten
worden met 20 kg Dalapon per ha. Na 1014 dagen na
het spuiten kan het land gefreesd worden.
Mogelijk zal er in het artikel van de maand augustus
meer over inzaai en graslandvernieuwing geschreven
woerden.
VEEHOUDERIJ
yEEL bedrijven kampen nog met een te lage melkgift.
Door een goede fokkerij met selectie en goede
voeding moet het mogelijk zijn de gemiddelde melkgift
te verhogen tot boven de 4500 kg melk per lactatie-
periode. Die bedrijven, die gemiddeld mindier dan 4500
kg melk per koe halen dienen zich wel af te vragen wat
er aan de veestapel hapert. Is het wel economisch ver
antwoord om dan nog melkvee te houden?
Benut de kans om in een vroege stoppel een groenbemes-
tingsgewas te zaaien. Deze foto toont het succes van
een gewas wikken in graszaadstoppel.
Door lid te worden van een fok- en controlevereniging
kunt U de koeien laten controleren op produktie. De
kosten die U hieraan besteedt zullen ruimschoots ver
goed worden door tijdige opruiming van die slechte pro-
düktiedieren.
SAMENVATTING
Controleer regelmatig uw voordroogkuilen op
eventuele beschadiging van het plastiek.
Strooi na elke beweiding of maaien opnieuw
stikstof.
Besteed aandacht aan de mangaangebreksver
schijnselen.
Op droogtegevoelige gronden kan stalmest won
deren doen.
Zorg voor een goede graslandexploitatie.
Maak van uw grasland geen onkruidveld.
Zaai te dunne percelen grasland bij.
Vernieuw uw kweekgrasland tijdig.
Aansluiting bij een melkcontrolevereniging heeft
ongetwijfeld voor U grote voordelen.