Is een eigen
dekstier
houden
aantrekkelijk
KORTE WENKEN
7
WISSELBOUW BIEDT UITKOMST
Op ontginningsgrond, welke het grootste gedeelte van onze zandgronden uitmaakt
is goed blijvend grasland onmogelijk. Zodra de grasmat sterk achteruit begint te gaan
moet het betreffende grasland worden gescheurd. Op het te scheuren grasland kunnen
enorme hoeveelheden dierlijke mest met succes worden aangewend. Het op het land
uitrijden van deze mest is niet aan een bepaalde tijd van het jaar gebonden, maar kan
verdeeld over het jaar plaats vinden. Imimers vlak voor het scheuren in juli of in de
herfst of in de winter kan er een grote hoeveelheid dierlijke mest op het 'betreffende
grasland worden gebracht. Verder kan dit in de winter of het vroege voorjaar op het
(bouwland gebeuren. Dit land kan dan op tijd wordien geploegd zodat de gewassen in
het voorjaar op een voldoende bezakte bouwvoor kunnen worden gezaaid c.q. gepoot.
Kort na het zaaien van snijmais of suikerbieten kan drijfmest worden uitgereden. Het
is dan wel zaak te zorgen dat de hierbij te maken wielsporen tussen de rijen komen.
'Stuifschade is op deze wijze uitstekend te voorkomen.
De grote hoeveelheden drijfmest verbeteren voor deze gewassen ook d)e bodem-
jvochtvoorziening. Dit en de betere binding van de bouwvoor zijn hierbij van niet
te onderschatten betekenis. Het is duidelijk dat dan de behoefte aan stikstof, fosfaat
en kali in de vorm van kunstmest beduidend lager zal zijn. Zolang er bijv. bij het
zaaien van mais een rijenbemesting met fosfaat nodig is, is de bodemtoestand nog
voor verbetering vatbaar. De jonge maisplant moet toch in staat zijn om) voldoende
fosfaat op te nemen uit de toegediende dierlijke mest.
Het is van groot belang de bedrijfsvoering in de zandstreken zodanig te wijzigen
dat het hele bedrijf middels wisselbouw aan de vruohtopvolging kan deelnemen en
hierbij blijvend grasland tot een minimum te beperken. Hoe de verhouding grasland-
bouwland moet zijn, hangt af van de omstandigheden op het bedrijf zoals verkaveling,
bedrijfsoppervlakte, toepassing van beregening e.a. Een driejarige kunstweide kan
men na scheuren dan bijv. 2 3 jaar exploiteren als bouwland met gewassen als snij
mais, suikerbieten, of andere eenjarige voedergewassen c.q. stoppelgewassen. Bij
scheuren in juli kunnen stoppelknollen worden geteeld, waardoor ook nog een goede
kweekbestrijding wordt verkregen.
SLOTBESCHOUWING
In de rundveehouderij maar ook in het graslandgebruik en de ruwvoederwinning
is er de laatste jaren veel aan het veranderen. In het zandgebied verdient wisselbouw
steeds meer de aandacht om de toename van de onkruiden zoals muur, kweek, zuring
en paardebloem binnen de perken te houden. Het is zonder meer duidelijk dat der
gelijk veronkruid grasland onvoldoende produceert.
Het winnen van wintervoer in de vorm van voordroogkuil of hooi vraagt per ton
zetmeelwaarde zeer veel arbeidsuren en is daarbij sterk aan weerrisico onderhevig.
Bouwland kan in de vorm van snijmais per ha 7 k 8 ton zetmeelwaarde aan veevoer
opleveren, hetgeen aanmerkelijk meer is dan de gemiddelde jaarproduktie aan zet
meelwaarde van goed grasland. Wat het winnen van veevoer betreft kan bouwland
dus in vergelijking met grasland goed meekomen en men is daarbij lang niet zo weer-
gevoelig.
i \l- - v.
De grazende koe is nog altijd de meest economische oogstmachine van het
grasland. Indien voor het winnen van wintervoer grasland vervangen wordt door
snijmais wordt de bedrijfsorganisatie bovendien eenvoudiger. Hierbij moet ook
vermeld worden dat in de praktijk elders gebleken is dat koeien geënsileerde
snijmais middels zelfvoedering kunnen opnemen.
Tijdelijke exploitatie van grasland door bouwland houdt in dat de oppervlakte
bouwland zich uitbreidt ten koste van het grasland. Bij een goed bedreven wis
selbouw wordt het grasland gescheurd als de grasmat tekenen van achteruitgang
laat zien en vervolgens enige jaren als bouwland geëxploiteerd wordt. Dit houdt
in dat ook op ontginningsgrond het grasland een goede produktie kan geven en
het bouwland in goede conditie kcmi te verkeren. De voederproduktie kan worden
opgevoerd en de grote hoeveelheden drijfmest kunnen dan rendabel op het eigen
bedrijf worden aangewend.
C.RjA. - Eindhoven,
F. KUUPERS.
1967
1968
1969
1970
1071
243.940
255.997
265.408
271.127
275.937
232.905
244.899
248.349
247.045
258.117
De k.i.-deelname is dus goed met de toename van de
melkveestapel meegegroeid. De deelname is vrij alge
meen, waardoor Noord-Brabant de belangrijkste k.i.-pro-
vincie van ons land is.
WAT KOST EEN EIGEN STIER?
In plaats van de stier kan men meestal ook een koe
extra houden. Men kan aannemen dat de kosten die die
stier met zich brengt voer, stalling, arbeid verge
lijkbaar zijn met de kosten die het houden van een koe
vraagt. De stier zou dan evenveel moeten opbrengen als
een koe, wil hij uit een oogpunt van kosten aantrekkelijk
zijn.
Voorbeeld berekening
Opbrengst per koe per jaar
4500 kg melk 38 ct
een kalf
aankoop 1-jarige stier
verkoop 2-jarige stier voor de slacht
Met het groter worden van de veebedrijven wordt deze
vraag wel eens gesteld. Bedoeld wordt dan bijna altijd
een eigen dekstier in vergelijking met kunstmatige inse
minatie. Belangrijke punten van overweging kunnen
daarbij zijn: a. de kosten
b. de fokkerij resultaten
c. de bevruchtingsresultaten
Een beeld van de deelname aan k.i. in Noord-Brabant
geeft de volgende tabel, waarin het aantal melkkoeien
en de aantallen verrichte eerste inseminaties naast 'elkaar
zijn gezet.
melkkoeien le inseminaties
72 k.i.-bedr.
41 bedr. nat. dek.
18 lijsten
18 lijsten
4,8 j.
4,8 j.
kg
melk
4533
4229
vet dagen
3.75
3,73
308
302
De fokvereniging Haps stond indertijd bekend om de
goede resultaten die daar met natuurlijke dekking ver
kregen waren. Momenteel valt de vergelijking zo uit:
32 k.i.-bedr.
11 bedr. nat. dek.
14 lijsten
15 lijsten
5,0 j.
5,3 j.
kg
melk
4840
4639
vet dagen
3,87
3,83%
310
318
1.710
290
ƒ2.000
1.600
3.600
2.500
1.100
Bij een inseminatiegeld van ƒ20,per dier zou de
stier per jaar reeds 50 h 60 dieren moeten dekken om
evenveel op te brengen als een koe.
FOKKEN OF GOKKEN?
De kosten voor het houden van een eigen stier zijn
belangrijk, echter niet het belangrijkste. De grote handi
cap van de natuurlijke dekking ligt daarin, dat vrijwel
altijd gewerkt moet worden met stieren zonder bekende
vererving. Als men merkt hoe de stier fokt, is hij reeds
lang opgevolgd door een ander. Bij een goed werkende
k.i.-vereniging is de situatie veel beter, omdat daar
alleen goede verervers veelvuldig gebruikt worden. Het
is moeilijk voor de natuurlijke dekking om de fokresul-
taten bij k.i. te evenaren.
Een aanwijzing daarvoor is gelegen in de produktie
per koe op bedrijven met k.i. of met natuurlijke dekking.
Met behulp van de fokcentrale kon in Bergeijk en Luijks-
gestel een redelijke vergelijking worden opgesteld. Na
tuurlijke dekking wordt daar veel toegepast.
De gemiddelde produktie per koe was:
De k.i.-leden melken dus 200 h 300 kg mKelk meer per
koe. Uiteraard komen er onder de bedrijven met natuur
lijke dekking ook voor met een goed produktieve vee
stapel; hun aantal is echter niet groot.
Als nadeel van natuurlijke dekking imoet verder ge
noemd worden het grote risico van tegenvallers in de
fokkerij, niet alleen in de produktie, maar ook ten aan
zien van melkbaarheid, geboortemoeilijkheden enz.
DE BEVRUCHTING
Indertijd was de reden om k.i. toe te passen juist om
betere bevruchtingsresultaten te verkrijgen. Vorig jaar
vond de Gezondheidsdienst voor Dieren in Zuid-Holland
in een onderzoek, dat er geen verschil was in tussenkalf-
tijd op bedrijven met k.i. of met natuurlijke dekking. Uit
het eerder genoemde onderzoek in Bergeijk-Luijksgestel
bleek, dat de tussenkalftijd van de kunstmatig geïnsemi-
neerde koeien daar gemiddeld 13 dagen langer was dan
bij natuurlijke dekking.
Men kan zeggen dat de verschillen in bevruchting tus
sen beide methoden niet groot zullen zijn. Natuurlijke
dekking kan uitkomst bieden als met k.i. de 'bevruch
tingsresultaten erg te wensen overlaten. Het omgekeerde
komt ook voor (dekinfecties).
CONCLUSIE
Natuurlijke dekking geeft te grote risico's in de fokke
rij. Voor konstant goede fokresultaten kan alleen de k.i.
zorg dragen. De kosten verbonden aan het houden van
een stier worden vaak onderschat. Waar k.i. moeilijk
uitvoerbaar is (jongvee soms) of slechte bevruchtings
resultaten geeft is natuurlijke dekking op zijn plaats.
CA.R. - Zevenbergen
AKKERBOUW
WANNEER DE TEMPERATUUR van het koelwater
van de trekker te hoog oploopt, kan dit veroorzaakt
worden door een te slap gespannen ventïlatorriem,
ketelsteenafzetting in de motor en radiateur, de ther
mostaat is stuk, of de buitenkant van de radiateur is
verstopt met vuil. Ga bij moeilijkheden met de koe
ling al deze punten na en verhelp de storing zo spoe
dig mogelijk. Een slechte koeling is zeer nadelig voor
de levensduur van de motor.
HET VUIL DAT TUSSEN DE KOELR1BBEN van
de radiateur zit, mag u nooit met een scherp voorwerp
verwijderen; hiermee kunt u de waterbuisjes bescha
digen, wat lekken geeft. Het beste is om de radiateur
schoon te blazen met perslucht of met een sterke wa
terstraal. Uitkijken dat u de koelribben niet in elkaar
drukt, want dat is weer nadelig voor de doorstroming
van de koellucht.
EEN RADIATEUR MAG NOOIT met leiding- of
putwater worden bijgevuld, want dat geeft ketelsteen-
afzetting. Om de radiateur en het inwendige van de
koelruimte in de motor te reinigen is een soda-oplos
sing nodig (1 kg soda op 10 l water). Werk hierna een
gehele dag met de trekker en 's avonds het sodawater
aftappen. Het koelsysteem dan doorspoelen met
schoon water en weer met regenwater vullen.
DE WERKING VAN DE THERMOSTAAT is te con
troleren door deze in kokend water te leggen. Deze
moet nu geheel opengaan. Na afkoeling moet deze
weer gesloten zijn. Wanneer de thermostaat stuk is,
moet een nieuwe worden gemonteerd. Een koelsysteem
zonder of met een slecht werkende thermostaat, is
nadelig voor de levensduur van de motor.
WANNEER U NA DOPERWTEN een groenbemes-
ting wilt zaaien dan mag u daarvan een flink gewas
verwachten. Moet op een dergelijk perceel volgend
jaar bieten worden gezaaid, geef dan de voorkeur aan
een vlinderbloemig gewas b.v. wikken. Vlinderbloe
migen verteren vlugger dan gras en u hebt het vol
gende jaar ook geen last van opslag.
VEEHOUDERIJ
VAAK IS MEN DE MENING TOEGEDAAN dat
gras onder dekvrucht te dun staat. Besluit echter niet
te vlug tot omrijden als het gras in de stoppel wat
klein en sprietig te voorschijn komt. Meestal staat het
dikker dan u denkt. Strooi direkt na de oogst 300 kg
kalkammon per ha en geef het gras een kans.
REGELMATIG KOMEN ER NIEUWE en weer wat
betere werktuigen in de handel. Daarom moeten de
machines ook in korte tijd worden afgeschreven. Be
kijk en bereken daarom kritisch of een nieuwe ma
chine wel rendabel is en vergelijk de kosten met de
tarieven van de loonwerker.
DOOR DE REGENVAL IS DE OOGSTTIJD van het
gras verschoven en als gevolg van de zeer zware
snede is de grasmat nu vaak totaal wit geworden.
Gunstig weer en stikstof kan veel tot herstel bijdra
gen. Blijft de hergroei echter tegenvallen met veel
afgestorven plekken, aarzel dan niet en zaai direkt
opnieuw in.